Inloggen
Gezagvoerder

Jonge, Marten Pieterz de

Naam: Jonge, Marten Pieterz de
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HENDERIKA 1848 Kof Sailing Vessel 13999 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Marten Pieters de Jonge werd geboren te Veendam op 12 oktober 1788 als zoon van schipper Pieter Aris (de Jonge) en Dieltje Martens (Dik).

Marten trouwde op 01 augustus 1819 te Veendam als schipper met Hinderkien Jacobs Puister, geboren te Veendam op 16 september 1798 als dochter van de landbouwer Jacob Hindriks Puister en Marchien Hiddes Bossema. Hindrikjen Jacobs overleed op 19 december 1868 te Veendam, oud 70 jaar.

Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving in het Weldadig Zeemans Fonds 3 zonen, geboren op 28 januari 1822, 14 april 1827 en 25 juli 1828

Marten overleed op 08 juli 1885. 96 jaar, zonder beroep, weduwnaar.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Marten als schipper in 1819, 1820, 1822, 1825, 1826, 1827, 1828, 1829, 1832, 1834, 1835, 1836, 1837, 1838, 1840, 1841, 1846, 1855, zonder beroep in 1857, 1858, 1868, 1875, 1885.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.P.de Jonge (adres J.Corver & Co) werd per 06 oktober 1829 op voordracht van P.F.Wegener en met vlagnummer 298 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Petrus Jacoba"002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 29 september/06 oktober 1829 werd Marten Peter de Jonge, wonende te Veendam en adres J.Corver te Amsterdam, oud 41 jaar, voerend de kof “Petrus Jacobus”, op voordracht van P.F.Wegener voorgedragen/benoemd tot effectief lid met vlagnummer 298023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 19 januari 1830.003

M.P. de Jonge was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” in de periode 1829 t/m 1836 met vlagnummer 298, in de periode 136 t/m1854 met vlagnummer 193 en in de periode 1854 t/m 1885 met vlagnummer 55. Hij was dus 56 jaar lid en voerder 3 vlaghnummers.

 

M.P.de Jonge was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer Y2 resp. 48 in de periode 1827 t/m 1858.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 maart 1849 staat een verzoek van kapitein M.P. de Jonge om een bus te mogen plaatsen “tot inzameling van reisgelden voor de vrouw van den Matroos H.Ketelaar.”Het Bestuur antwoordt dat een en ander al in de Algemene vergadering is geschied en een bedrag heeft opgebracht van f 14,64.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 november 1858 vraagt kapiteinM.D. de Jonge om een uitkering.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van 31 mei 1859 is een brief van M.P. de Jonge “vragende inlichting waarom slechts een derde der uitkeering.”. Het Bestuur wijst naar art. 93 van het Oude Reglement.  Daarin wordt de onderstand geregeld naar gelang de behoefte van de deelnemer ter beoordeling van het Bestuur.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 maart 1860 vraagt kapitein M.P. de Jonge om een verhoging van zijn uitkering, die thans maar 1/3de bedraagt.042.

In de Bestuursvergadering dd 07 februari 1861 vraagt M.P. de Jonge waarom zijn verzoek om onderstand is afgewezen. In de vergadering dd 28 maart 1861 wordt geantwoord dat het Bestuur bij het eerder genomen besluit blijft.042

In de Bestuursvergadering dd 28 januari 1869 vraagt kapitein M.P. de Jonge om vrijstelling van de jaarlijkse contributie. Een besluit wordt aangehouden.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 februari 1869 wordt het verzoek om vrijstelling van storting door M.P. de Jonge afgewezen. “vermits het neederkomt op vrijstelling van contributie, welke het Bestuur niet mag toestaan.”042

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1875 vraagt M.P. de Jonge om vrijstelling van contributiebetaling. Op 25 november 1875 rapporteert een onderzoekscommissie en het Bestuur besluit conform (maar wat?)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 januari 1876 staat: “Brief van Kapt. M.P. de Jonge wegens zijne deelneming. Antwoorden dat de verzoeker niet voor zijn lidmaatschap kan bedanken.”042.

In de Bestuursvergadering dd 25 februari 1886 vraagt Mr G.Brouwer Jz inlichtingen over de uitkering aan kapitein M.P. de Jonge. De secretaris bericht dat L.C.Weldrager, procuratiehouder van kapitein de Jonge, “op 21 juli 1885 de laatste drie maanden ontvangen heeft tot een bedrag van f 33,27”. De inhoudelijke betekenis van dit bericht is me onduidelijk.

 

In de notulen van 06 februari 1849 van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt behandeld een: “Brief van het medelid kapitein M.P.de Jonge, verzoekende dat er een Bus worde geplaatst tot inzameling van reisgeld voor de vrouw van H.Ketelaar, welke laatste ten gevolge eener verwonding zijn been is afgezet en welke Vrouw met hare 5 kinderen naar Veendam zou willen vertrekken.” Er wordt in deze bus een bedrag van f 14,64 ingezameld.023.

Ik ben er allerminst zeker van dat het hier kapitein H.J.Ketelaar betreft. Wellicht dat de publicatie van Loomeijer (zie bij Ketelaar) duidelijkheid geeft. Het bericht geeft in ieder geval de betrokkenheid van kapitein de Jonge. Was het wellicht een bemanningslid van hem?

In de notulen van de Algemene Vergadering van 18 januari 1859 staat vermeld dat per 01 februari 1859 een uitkering is toegekend aan kapitein M.P. de Jonge. In de notulen dd 05 juli 1859 staat een vraag van kapitein M.P. de Jonge waarom hij slechts ? der uitkering in de 1e klasse heeft gekregen. Het Bestuur verwees hem naar art. 93 in het oude Reglement023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        298                       1829-1835     kof                   Petrus Jacobus                                     de kapitein

        193                       1836-1837     kof                   Petrus Jacobus                                     de kapitein

                                      1838-1846     sch.kof            Petrus Jacobus                                     de kapitein

                                      1848-1853     sch.kof            Hendrika                                               de kapitein

         55                        1854-1858     sch.kof            Hendrika                                               de kapitein

                                      1859-1884     geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt M.P. de Jonge als gezagvoerder gedurende:

*    1818 t/m 1832 van de smak “Goede Verwachting”, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 71 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar(?) vanuit veendam. Het schip werd 2 maal te Harlingen geregistreerd, komend van Kragerö resp. Hamburg.

*    1830 t/m 1847 van de schoenerkof “Petrus Jacobus”, gebouwd in 1829 te Veendam, 130 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

*    1848 van hetzelfde schip maar nu varend voor de Wed. B.E.Boll te Veendam. Het schip voer in 1848 onder Braams & Schaafsma te Harlingen en was herdoopt in “Almenum”;

*    1849 t/m 1858 van de kof “Hendrika”, gebouwd in 1848 te Hoogezand, 119 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

 

In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het college “Eendracht” te Groningen en aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein M.P. de Jonge met vlagnummer Y2 resp. 48  als gezagvoerder van de “Hindrika”.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vemeldt

10 juni 1815, schip “Goede Verwagting”, kapitein Marten P. de Jonge.

29 maart 1816, schip “Goede Verwachting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

18 februari 1818, schip “Goede Verwagting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

15 april 1820, schip “Goede Verwagting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

19 februari 1822, schip “Goede Verwachting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

15b maart 1823, schip “Goede Verwachting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

07 februari 1824, schip “Vrouw Henderika”, schipper Marten Pieters de Jonge

05 februari 1825, schip “Goede Verwachting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

12 februari 1826, schip “Goede Verwachting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

03 maart 1827, schip “Goede Verwagting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

04 februari 1828, schip “Goede Verwagting”, kapitein Marten Pieters de Jonge.

Geen datum, 1829, schip “Petrus Jacobus”, kapitein Marten P. de Jonge.

17 februari 1830, schip “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

15 februari 1832, schip “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

19 februari 1834, schip “Petrus Jakobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

14 februari 1835, kof “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

13 februari 1836, schip “Petrus Jakobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

13 februari 1837, kof “Petrus Jakobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

26 februari 1838, kof “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

28 januari 1839, kof “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

25 januari 1840, kof “Petrus Jakobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

20 februari 1841, kof “Petrus Jakobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

22januari 1842, kpf “Petrus Jacobus, schipper Martin Pieters de Jonge.

03 februari 1844, kof “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

27 januari 1845, kof  “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

24 januari 1846, kof “Petrus Jakobus”, schipper Martin Pieters de Jonge.

23 januari 1847, schip “Petrus Jacobus, schipper Marten Pieters de Jonge.

03 mei 1848, kof “Hendrika”, schipper Marten Pieters de Jonge, 59 jaar uit Veendam.

05 februari 1851, kof “Hinderika”, schipper Marten Pieters de Jonge.

23 januari 1854, kof “Henderika”, schipper Marten Pieters de Jonge,

10 februari 1855, kof “Henderika”, schipper Marten Pieters de Jonge,

09 februari 1856, kof “Hinderika”, schipper Marten Pieters de Jonge,

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 13 september 1821114

Rotterdam, 12 september. Van Vlissingen wordt van den 8 gemeld:

Gisteren en heden zijn van onze rede naar hun destinatie vertrokken de schepen de BROTHERS, J. Johnstone, van deze stad naar Leith gedestineerd; de LIEFDE, S. Koors, en de GOEDE VERWACHTING, M.P. de Jonge, van Amsterdam naar Duinkerken gedestineerd…..