Inloggen
Gezagvoerder

Jong, Jacob de

Naam: Jong, Jacob de
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JOHANNA MARIA 1854 Bark Sailing Vessel 8680 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jacob de Jong werd geboren in Amsterdam op 04 juni 1825’s avonds 07 uur op de IJlandsgracht 53 als zoon van de koopvaardijkapitein Jacob Kersjes de Jong en Janke Jans Kat. De geboorte werd aangegeven door schipper Jan Cornelis Kat uit Maarssen, 56 jaar

Jacob trouwde op 13 september 1849 te Buiksloot als zeevarende, 24 jaar, geboren en wonende te Amsterdam met Hendrika Houting, geboren te Buiksloot op 07 december 1823, ’s morgens 06 uur als dochter van de broodbakker Albert Houting en Geertruij Snoek. Zij hertrouwde na de verdrinking van Jacob in 1856  in juni 1861. Haar tweede huwelijk was met Jan Klaasz Kater (1834-1900). Hendrika overleed op 24 februari 1905 in Hatert (gem. Nijmegen), 81 jaar

Jacob verongelukte in maart 1856 in de SuluZee bij de zuidpunt van Mindanao, Philippijnen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.de Jong werd per 04 oktober 1853 op voordracht van J.O.Wijnmalen Cz met vlagnummer 938 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Johanna Maria". Toegevoegd is "overleden"002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 27 september 04 oktober 1853 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacob de Jong, oud 28 jaar, zullende voeren de in aanbouw zijnde bark “Jeanne Marie, voor rekening van H.& D.Rahusen, wonende te Buiksloot, op voordracht van kapitein J.O.Wijnmalen Cz. Hij kreeg vlagnummer 938 en per 01 mei 1854 nummer 544.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 november 1853003. Dit Fonds was een pensioenfonds waaraan alleen ledden van “Zeemanshoop” mochten deelnemen

 

Hij was dus effectief lid van “Zeemanshoop” met vlagnummer 938 van 1853 t/m 1854 en met vlagnummer 544 van 1854 t/m 1856. Het zeemanscollege voerde in 1856 een hernummering van de effectieve leden door.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 juli 1856 verzoekt de wed. kapitein J. de Jong, geb. Houting om een uitkering voor haar en 2 kinderen, die haar in de vergadering van 4 september 1856 wordt toegekend met ingang van 01 mei 1856.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 juni 1861 staat de melding dat de weduwe van kapitein J. de Jong, geb. Houting is hertrouwd met J.Kater.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 14 oktober 1856 staat vermeld dat per 01 mei 1856 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein J. de Jong, geb. Houting voor haar en 2 kinderen.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 juli 1861 staat vermeld dat de weduwe van kapitein J. de Jong geb. Houting is hertrouwd met Jan Kater Wz en bedankt voor de uitkering.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        938                            1853           bark                 Johanna Maria                                     H.& D.Rahusen

        544                       1854-1855     bark                 Johanna Maria                                     idem

 

Bouma025 vermeldt J.J.de Jong als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1856 van de bark “Johanna Maria” gebouwd in 1853 te Nieuwendam op de werf van W. & A.H.Meursing, 468 ton o.m., varend voor H. & D.Rahusen te Amsterdam. In Maart vqan Newcastle naar Hongkong in de Mendora-zee gestoten en gezonken. Bemanning te Manilla aangebracht.

 

Overige bijzonderheden

In een ongepubliceerd en onvolledig manuscript in 1917 verteld door een J.Baas aan een onbekend persoon, wordt de laatste reis verteld van de bark “Johanna Maria”. Het schip stond onder commando van een “kapitein B.J.P. de Jong” (verkeerde initialen) met als stuurman W.Witting. Het schip vertrok in september 1855 vanuit Texel met bestemming Northshields en vervolgens Hongkong. Het arriveerde in september 1856 in de Suluzee in de Philipijnen, stootte op een rif en zonk. De kapitein verdronk en de overige bemanningsleden gingen in sloepen met de bedoeling om te roeien naar de plaats Zamboanga aan de ZW-punt van Mindanao. Het verslag vertelt van de ontberingen, maar wordt afgebroken zonder bijzonderheden over de afloop. Gezien het verslag door bemanningslid (vermoedelijk toen scheepsjongen of lichtmatroos) Baas zijn er overledenen geweest.

 

NRC 03 januari 1854114

Amsterdam, 2 januari. De 1e januari werd van de werf van de scheepsbouwmeester W.H. Meursing te Nieuwendam met het beste gevolg te water gelaten het barkschip JOHANNA MARIA, groot plm. 250 gemeten lasten, gebouwd voor rekening van de heren H. & D. Rahusen te Amsterdam en gevoerd zullende worden door kapt. J.K. de Jong. Op die werf zal nu de kiel gelegd worden voor een barkschip van 180 gemeten lasten.

 

NRC 30 juli 1854114

Rotterdam, 29 juli. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 13 schepen, als:

Voor Amsterdam: MARIA, kapt. H.D. van Wijk, JOHANNA MARIA, kapt. J. de Jong, DIANA, kapt. P.H. Willers, CONSTANTIA, kapt. C.J. Kaleshoek, BENGALEN, kapt. T. Keus, en JOHANNA CHRISTINA, kapt. J.H. van Santen, de laatste drie van Rotterdam…..

 

NRC 13 oktober 1855114

Amsterdam, 12 oktober. Het schip (opm: bark) JOHANNA MARIA, kapt. J.J. de Jong, van Shields naar Hongkong, is, volgens bericht van Deal van de 11e dezer, aangezeild en heeft daardoor schade aan stuurboord boven water en aan de bezaansteng bekomen, doch was dicht gebleven. Het zou te Ramsgate binnenlopen om te repareren.

 

NRC 31 augustus 1856114

Batavia, 10 juli. De 2e juli werd aan boord van het alhier ter rede liggende wachtschip overgenomen van het Amerikaanse schip CYNTHIA, gezagvoerder C. Bartle, de bemanning van het onder Engelse vlag varende schip CHINA, gezagvoerder Aljers, sterk 27 man.

In de nacht van de 29e juni te voren was laatstgenoemde bodem op een rif van een der Duizend-eilanden vervallen en gestrand. Na enige nutteloze pogingen om het schip weder vlot te krijgen, was het over zijde gevallen en gezonken, en de 30e juni ten 11 ure voor de middag zag men zich genoodzaakt het wrak te verlaten en zich te redden in twee sloepen, die door de voorbijvarende CYNTHIA werden opgenomen.

Onder deze schipbreukelingen bevonden zich een opperstuurman, Willem Witters, een zeilmaker en drie matrozen, afkomstig van het Nederlandse koopvaardijschip (opm: bark) JOHANNA MARIA, hetwelk, zo luidt het verhaal van de opperstuurman, de 23e maart jl. in de Solo-zee (opm: waarschijnlijk de Suluzee), hebbende de White Roquis (opm: White Rocks) naar gissing, op 1½ mijl afstand, op een rif had gestoten en gezonken was, waarbij de gezagvoerder J. de Jong zijn dood in de golven vond. (Een en ander bereids door ons vroeger medegedeeld.)

De opperstuurman en de bemanning, bestaande uit 14 man, hadden zich in twee sloepen begeven en waren na negen dagen aangeland op Pont Maria (opm: Puerto Santa Maria, 07º45’ N.B. 122º07’ O.L.), eiland Mindanao, ten einde zich van water te voorzien. Daar werden zij door zeerovers van alles beroofd, als slaven naar het binnenland gevoerd en terstond aan de arbeid gezet.

Weldra mocht het hun echter gelukken zich voor de waarde van 2000 Spaanse matten uit deze slavernij te zien losgekocht en Samboeangan (opm: Zamboanga), de hoofdplaats van Mindanao, te bereiken. Gedurende hun verblijf van zeven dagen alhier, genoten zij, zowel van de gouverneur als van vele particulieren, de meeste gastvrijheid en werden zij tevens van de hoogst benodigde kledingstukken voorzien. Van Samboeangan werden zij met het Spaans oorlogsstoomschip MAGANUS naar Manilla gevoerd, na aankomst aldaar nog elf dagen op het stoomschip verpleegd, en enige hunner naar het hospitaal gezonden, terwijl de opperstuurman zich als tweede stuurman met de vier mindere schepelingen op de CHINA engageerden.

 

NRC 07 januari 1857114

Rotterdam, 6 januari. De Zeepost bevat de volgende lijst van Nederlandse schepen, welke in het jaar 1856 verongelukt, verbrand, afgekeurd, gesloopt of vermist zijn:

Scheepsnaam:                                                                    Gezagvoerder:

…..JOHANNA MARIA                                                   J. de Jong…..