Inloggen
Gezagvoerder

Jessen, Coert

Naam: Jessen, Coert
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
PLANTER 1827 Fregat Sailing Vessel 8535 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

C.Jessen werd geboren te Grauwdip op 08 mei 1773.

Hij trouwde met Catharina Christen Jansen, geboren te Amsterdam op 20 juni 1785. Het echtpaar kreeg een dochter op 22 maart 1812, een dochter op 28 maart 1815, een zoon op 01 augustus 1818, een dochter op 17 mei 1821 en een zoon op 22 april 1825.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Jessen is in het Inschrijfregister van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop" vermeld onder vlagnummer 74 met de opmerking "honorair lid geworden"002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 21 september 1824 werd Coert Jessen, 45 jaar, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Buiten Brouwerstraat, met vlagnummer 74 aangenomen als effectief lid van het college op voordracht van kapitein P.J.Sturk023.

Hij werd per 11 oktober 1825 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop en bedankte in 1829.003

 

C.Jessen was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1824 t/m 1836 met vlagnummer 74 en van 1836 t/m 1847 met vlagnummer 41. Daarna was hij honorair lid

 

C.Jessen was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 43 en van 1832 t/m 1836 met nummer 15008.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

 In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 juni 1828 staat het bericht van kapitein C.Jessen omtrent zijn op handen zijnde vertrek en derhalve bedankend voor de voortdurende deelneming in het Weldadig Zeemansfonds.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 september 1847 en die van de  Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 oktober 1847 staan de mededelingen dat het Bestuur aan C.Jessen heeft toegestaan zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042 en 023.

 

In de Algemene Ledenvergadering van het college Zeemanshoop van 19 juni 1827 doen C.Jessen en G.van Swieten de uitnodiging om op 26 juni 1827 het van stapel lopen van het fregat “De Planter”op de werf Hollandia bij te wonen023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         74                        1825-1833     fregat               De Planter                                             Gebr.Heemskerk

                                      1834-1835     geen vermelding van schip en boekhouder

         41                        1836-1846     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt C.Jessen als gezagvoerder gedurende:

*    1826 t/m 1834 van het 3/m schip “de Planter”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Coert Jessen op de:

“Jufrouw Klasina”, dd 06 oktober 1814;

“Fortuna”, 06 juni 1815;

“Planter”, dd 23 oktober 1817; 11 november 1818; 08 oktober 1819; 09 oktober 1820; 17 september 1821;10 oktober 1822; 24 oktober 1823 27 oktober 1824; 06 oktober 1825; 07 oktober 1827; 24 mei 1828; 07 maart 1829; 17 oktober 1829; 13 april 1831; 21 april 1832 en 30 november 1833

 

Overige bijzonderheden

Andries Stokvliet werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart per 18 november 1824 als kajuitwachter geplaatst op het schip de Planter onder kapitein C.Jessen voor een reis van Amsterdam naar Demerarij. Hij keerde op school terug per 16 juli 1825004-532/1464.

 

Rotterdamsche  Courant 05 maart 1816114

Volgens berichten uit Surinamen, lopende tot den 15 januari, was het schip FRANKLIN, kapt. A. Roos, naar Amsterdam gedestineerd, de rivier afgezakt. Behalve de kortlings gearriveerde schepen, lagen in die Colonie nog de volgende, als MARIA, J. Vos; AMICITIA, M. Meijer; de VRIENDSCHAP, C. Fredriks; PHOENIX, A. Schrant; CORNELIA MARIA, J.L. Klasen; en FORTUNA, C. Jessen, alle van Amsterdam; CATHARINA, kapt Dirks, en HET VERTROUWEN, R. Smidt, van Rotterdam.

Staat deze melding bij de juiste persoon?

 

Rotterdamsche Courant 22 januari 1818114

Amsterdam, 20 januari. Volgens een brief van Cornelis Rab, voerende het schip de BERBICIAAN, van Amsterdam naar St. Eustatius en St. Thomas gedestineerd, in dato 26 december 1817, was hij den 4 dito uit Texel gezeild, zijnde die zelfde avond door zuidwestelijke wind belopen geworden, die de volgende dag zich tot een storm verhief met een hoge zee; de wind hierop ’s nagts Z. en Z.O. en de volgende dag Z.O. tot N.O. lopende, passeerde hij met dikke lucht (opm: slecht zicht) en storm uit het noorden, de Hoofden (opm: Nauw van Calais), in gezelschap van de schepen de DRIE VRIENDEN, kaptein Casper Tol, naar de Kust van Guinea; ZAANDAM, kapt. R.H. Krins, naar Surinamen; de PLANTER, kapt. C. Jessen, naar Demerarij, en de STAD GENT, kapt. G. Swart, naar Charlestown.

 

Rotterdamsche Courant 01 mei 1821114

Rotterdam, 30 april. Uittreksel uit de Lloyd’s Listen van den 24 en 27 april 1821:

Den 20 dezer is van Dartmouth vertrokken het schip CERES, Van Rijn, naar Lissabon; diezelfde dag bevondt zich op de hoogte van Dartmouth het schip PLANTER, Jessen, van Demerary naar Amsterdam…..

 

Rotterdamsche Courant 07 mei 1822114

Amsterdam, 5 mei. Kapt. C. Jessen, voerende het schip de PLANTER, van Demerarij in Texel binnen, meldt van den 1 maart, bij het eiland Dominica een zeerover ontmoet te hebben, waarvan hij door het onverwachte opkomen van een schip gelukkig ontslagen werd. Nog meldt hij gedurende de reis vijf stormen te hebben doorgestaan, waarvan de hevigste tussen den 21 en 22 april, even buiten het Kanaal.

 

Rotterdamsche Courant 24 december 1822114

Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:….

….Den 11 dezer is in de Noordzee gepraaid het schip PLANTER, Jessen (opm: fregat, kapt. Coerdt Jessen), van Amsterdam naar Demerarij; hebbende 33 dagen reis…..

 

Rotterdamsche Courant 26 december 1822114

Amsterdam, 24 december. Volgens brief van kapt. C. Jessen, voerende het schip (opm: fregat) de PLANTER, van Amsterdam naar Demerarij, geschreven den 14 dezer, was hij destijds met een gunstige gelegenheid in het Kanaal, bij het eiland Wight, zeilende; hij had, na zijn vertrek op den 10 november uit Texel, met de vreselijkste stormen geworsteld; was, na reeds twee malen tussen Douvres (opm: Dover) en de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) geweest te zijn, weder in de Noordzee op de Breeveertien (opm: lange brede zandbank voor de Nederlandse kust, waarop gemiddeld 14 vadem diepte) en tot het Helgolander Diep terug gedreven en had zich dagelijks in doodsgevaar bevonden; den 5 dezer was hij voor Texel geweest, doch had nogmaals zee moeten kiezen, en in de nacht van den 6 tot den 7 dezer gedacht alles te verliezen, alzo het schip op de Eierlandsche gronden aandreef, doch met geweld van zeilen, waarvan verscheiden gescheurd en verloren zijn, had hij het gelukkig afgehouden; het schip was wel en dicht gebleven en de passagiers en manschap waren allen in goede welstand.