Inloggen
Gezagvoerder

Hörner, Andreas Floris Arys

Naam: Hörner, Andreas Floris Arys
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
BEATRIX 1852 Bark Sailing Vessel 8373 Bekijk schip
MACASSAR 1849 Bark Sailing Vessel 8515 Bekijk schip
RIO DE LA PLATA 1867 Brik Sailing Vessel 16334 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Andreas Floris Arys Hörner werd geboren op 19 november 1832 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Ary Marius Hörner, kantoorbediende, en Dirkje Alida van ’t Hoogerhuys. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiedamsche Dijk Wijk 3 nr. 619 (nieuw nr. 239). Hij behaalde op 30 april 1859 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart.

Hij trouwde op 09 maart 1859 te Rotterdam met Cornelia Lindyer, geboren 13 januari 1837, dochter van de Lutherse Jacob Lindyer, spekslager, en Johanna Wilhelmina Parish. Zij vertrok op 13 september 1876 naar Fagal005.

Andreas overleed in 1897.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.F.A (of H.) Hörner was met vlagnummer R82 in de periode 1861 t/m 1897 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

A.F.A.Hörner was in 1865 en 1873 afwisselend commissaris en in 1868 en 1870 secretaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1897 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat A.F.A.Hörner in 1897 is overleden058.

 

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij  staat kapitein A.F.H (later A.F.A.) Hörner met vlagnummer R82 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1862, 1863            van het fregat “d’Elmina”                                377 last     varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1864                                                                                                     geen vermelding van schip en boekhouder

*    1865, 1866            van de brik “Nagasaki”                                     146 last     varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1867                       van de brik “Rio de la Plata” 146 last             varend voor P.Rademakers & Co te Delfshaven

*    1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890 t/m 1896               geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 en van Sluijs013 vermelden A.F.A.Hörner als gezagvoerder gedurende:

*    1862 t/m 1864 van het 3/mschip “d’ Elmina”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 715 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;

*    1865 van de bark “China” ex Beatrix, gebouwd in 1852 te Capelle aan de IJssel, 411 ton o.m., varend voor J.W.Anthony te Rotterdam;

*    1866 t/m 1867 van de brik “Nagasaki” ex Catharina Geertruida, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 273 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1867 voor f 14.000,- verkocht aan Sandberg & Co te Dordrecht en herdoopt in “Zeevaart”;

*    1868 van de brik “Rio de la Plata”, gebouwd in 1867 te Elshout, 250 ton o.m., varend voor P.Rademakers & Co te Delfshaven;

*    1869 van de bark “Macassar”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 428 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1869 verkocht naar Duitsland;

*    1872 t/m 1873 van de bark “Gijsbert Karel van Hoogendorp”, gebouwd in 1864 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen.

 

Overige bijzonderheden

ntleend aan Hoedemaker038:

      Handelsblad 15 januari 1867

Advertentie van verkoop op Maandag 4 februari 1867 te Amsterdam van het gekoperd en kopervast Brikschip, varende onder Nederlandsche Vlag, genaamd NAGASAKI, gevoerd door kapitein A.F.A.Hörner. Volgens Nederlandsche meetbrief lang 28,90 el wijd 5.53 el, hol 3,88 el, alzoo gemeten op 276 tonnen of 146 lasten. Ligt in het Oosterdok (Later uit de hand verkocht). Aan wie? (vraagt Hoedemaker. Het antwoord hiervoor).

 

A.F.A.Hörner vertrok op 01 december 1862 van Brouwershaven met de “d’Elmina” en 2 landmachtofficieren en arriveerde te Batavia op 03 maart 1863 na een reis van 119 dagen065.