Inloggen
Gezagvoerder

Hofker, Cornelis

Naam: Hofker, Cornelis
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
NICKERIE PAKET 1838 Brik Sailing Vessel 10427 Bekijk schip
MARIA CATHARINA 1804 Galjoot Sailing Vessel 12383 Bekijk schip
DIE NEUN GESCHWISTER 1805 Fregat Sailing Vessel 17014 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Hofker werd geboren/gedoopt te Nes op Ameland op 24 juni/16 juli 1786 als zoon van Douwe Eeltjes Hofker en Aaltje Jans.

 

Cornelis Hofker werd geboren op Ameland op 24 juni 1786.

Hij huwde Treintje Foppes Brouwer, geboren op Ameland op 04 oktober 1792 en overleden in maart 1849. Het echtpaar kreeg een dochter op 11 augustus 1819, een zoon Cornelis Douwes op 10 augustus 1821 en een dochter op 15 juli 1823.

Cornelis overleed in 1843.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Hofker (adres Charbon & Co) werd met nr. 077 lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Datum en voorsteller zijn niet vermeld. Het schip was de "Nederlander"002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 05 oktober 1824 werd Cornelis Hofker, oud 38 jaar, wonende te Ameland met vlagnummer 77 ingeschreven als effectief lid op voordracht van C.Koert023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 17 december 1825003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1833 staat vermeld dat aan een aantal leden wordt toegestaan deel te blijven behouden “hoewel onder vreemde vlag varend.” Hierbij is kapitein C.Hofker.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 januari 1844 vraagt de wed. C.Hofker, geb. T.F.Brouwer een uitkering die haar in de vergadering dd van 29 februari 1844 wordt toegekend voor haar en 1 kind ingaande 01 februari 1844.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 26 maart 1844 van Zeemanshoop werd aan F.F.Brouwer, de weduwe van kapitein C.Hofker, per 01 februari 1844 voor haar en één kind een uitkering toegestaan.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         77                             1825           fregat               de Nederlander                                     Charbon & Zn

                                      1826-1835     hoeker             de Nederlander                                     idem

         44                        1836-1837     hoeker             de Nederlander                                     idem

                                      1838-1843     brik                   Nickerie Packet                                    idem

 

Bouma025 vermeldt C.Hofker als gezagvoerder gedurende:

*    1822 van het 3/mschip “Pieter Anthony”, geen vermelding van bouwgegevens, varend voor Charbon & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1822 gestrand op Texel;

*    1826 t/m 1838 van de 3-mast hoeker “de Nederlanden”, gebouwd in 1802, 270 ton o.m., varend voor Charbon & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1838 afgekeurd wegens schade te Dover;

*    1839 t/m 1844 van de brik “Nickerie Packet”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 175 ton o.m., varend voor Charbon & Zn te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Cornelis Hofker als gezagvoerder van de:

“Pieter Antony”, dd 03 mei 1822; ; 02 november 1822;

“Nederlander”, dd 29 september 1824; 06 juni 1825; 08 december 1825; 09 december 1826; 27 november 1827; 01 juli 1828; 22 december 1828; 25 november 1829; 26 oktober 1830; 08 mei 1831; 01 november 1831; 14 december 1833; 27 november 1834; 11 september 1835; 19 juli 1836; 03 april 1837;

“Nickerie Packet”, dd 15 november 1838.

 

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam bevindt zich een monsterrol van de hoeker “Nederlander” onder kapitein Cornelis Hofker uit Ameland met bestemming Nerva op 14 juni 1825.

 

Overige bijzonderheden

Amsterdamsche Courant, Zeetijdingen, 09 december 1822:

“In den storm van gisteren zijn van hunne ankers geraakt en gedreven de volgende: C.Höffker, Pieter Anthonie, van Amsterdam  naar Berbice bij den Steilenbank op den Zuidwal …

 

Rotterdamsche Courant 10 december 1822114

Amsterdam, 8 december. In de storm van gisteren zijn van deszelfs ankers gedreven de schepen PIETER ANTHONIJ (opm: fregat PIETER ANTHONY), kapt. C. Hofker, naar de Berbice; VRIENDSCHAP (opm: pink), kapt. J. Visser, naar Surinamen; laatstgemelde zit bij de Steenenbank op de Zuidwal (opm: zie RC 141222 en 261222)…..

 

Rotterdamsche Courant 17 december 1822114

Amsterdam, 15 december. Aangaande het op de zuidwal van Texel zittende schip PIETER ANTONIE (opm: fregat PIETER ANTHONY,), kapt. C. Hofker, van Amsterdam naar Berbice, wordt door de kapitein in dato den 12 dezer, des avonds te 7 uren, van boord gemeld, dat hetzelve tot op de stenen na (opm: met alleen de ballast nog in) gelost en sedert twee etmalen ledig gepompt was, zonder naderhand water ingekregen te hebben; daar hetzelve slechts een halve kabels lengte (opm: dus circa 93 meter) op de wal zit, hoopte hij dat het weder af te brengen zou zijn. Men heeft van Amsterdam ligters afgezonden om de lading, welke geheel beschadigd is en op Texel in ’s rijks magazijnen opgeslagen wordt, terug te brengen.

 

Rotterdamsche Courant 26 december 1822114

Amsterdam, 24 december. Aangaande het schip PIETER ANTONIE (opm: fregat PIETER ANTHONY), kapt. C. Hofker, van Amsterdam naar Berbice, in de storm van den 6 dezer op de Zuidwal gestrand , wordt in de brieven van Texel van den 19 en 20 gemeld, dat hetzelve den 17, des avonds te 6 uren, met de vloed was beginnen te stoten en men daarop getracht had het af te winden (opm: d.m.v. takels vlot te trekken), doch met het voortschieten van het schip had men het zo lek bevonden, dat er niet tegen te pompen was; intussen nog 12 man met pompen, benevens timmerlieden aan boord gekomen zijnde, waren den 18, des ochtends met laag water, 30 man bezig om het schip leeg te pompen en zo mogelijk de lekken te stoppen, doch met de vloed liep het binnen een kwart uur, ondanks het aanhoudend pompen en scheppen, weder vol, zo dat men den 19 genoodzaakt was met een der twee schuiten, die men tot hulp had, het schip te verlaten, terwijl de andere met de helft der manschap daarbij gebleven is, om het staande want, en hetgeen verder mogelijk was, te redden; zo men bespeuren kon, was de kiel van achteren geheel weggestotern en de lekken tevoren door het zand gestopt geweest.