Inloggen
Gezagvoerder

Hahn, Jacob C.

Naam: Hahn, Jacob C.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
NEERLANDS KONINGIN 1826 Fregat Sailing Vessel 10521 Bekijk schip
ARINUS MARINUS 1806 Fregat Sailing Vessel 12858 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Hahn was met nummervlag R100 in de periode 1826 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse College Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit 1820 t/m 1825 zijn niet beschikbaar. Hij kan derhalve in één van de jaren uit deze periode tot het College zijn toegetreden058.

 

J.C.Hahn was in 1833 permanent commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was J.Hahn gezagvoerder van het Rotterdamse fregat "Aurora" (179 lasten). De boekhouders waren Reijn, Varkevisser & Dorrepaal012.

 

In het  Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat dat kapitein J.C.Hahn in 1831 zijn schip heeft verloren, maar dat hij geen verzoek om vergoeding heeft gedaan (waartoe hij reglementair wèl het recht had).

In het Jaarverslag 1862 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden.

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858, en 1859 van het College staat kapitein J.C.Hahn met vlagnummer R100 als gezagvoerder in de ledenlijsten maar zonder vermelding van schip en reeder058:

 

Volgens van Sluijs013 zouden in de Amsterdamsche Couranten van 15 januari 1826, 21 juni 1826 en 8 januari 1828 berichten staan omtrent J.C.Hahn die met het fregat “Arinus Marinus”vanuit Rotterdam naar Batavia voer.

 

Bouma025 vermeldt J.C.Hahn als gezagvoerder gedurende:

*    1823 op het 3/m schip “Arinus Marinus”, gebouwd in 1811, 440 ton o.m., varend voor Reyn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam;

*    1824 t/m 1830 van het fregat “Aurora”, gebouwd in 1818 aan de Oostzee, 333 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam;

*    1831 t/m 1833 van het fregat “Aurora”, gebouwd in 1829, bouwlocatie niet vermeld , 418 ton o.m., varend voor Varkevisser & Co te Rotterdam;

      Voorts vermeldt hij een kapitein Hahn, zonder initialen, als gezagvoerder op hetzelfde schip in 1831 en 1833

*    1838 t/m 1844 van het 3/mschip “Neerlands Koningin”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 570 ton o.m., varend voor Varkevisseer & Dorrepaal te Rotterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jacob C.Hahn als gezagvoerder van de :

“Arinus Marinus”, dd 21 november 1821 en 28 november 1827.

 

Overige bijzonderheden

Op 13 augustus 1823 vertrok kapitein J.C.Hahn met de "Aurora" (gebouwd 1818 aan de Oostzee, 171 last, 378 ton, rederij Rijn Varkevisser en Dorrepaal te Rotterdam) van de rede van Goeree naar N.O.I. Er zou een beschrijving bestaan van ene heer J.W.Crone, die uitvoerig verslag doet van zijn reis vanuit Groningen om in Hellevoetsluis aan boord te gaan. Het illustreert de lange reistijd en de tegenslagen die kunnen optreden. Crone vertrok op 21 mei 1823 vanuit Groningen, reizende per diligence, postwagen en schip naar Rotterdam, waar hij aankwam op de 28ste. Hij vernam toen dat de "Aurora" "in laden verhinderd was, en het bij de zes weken zoude aanhouden voor en aleer het zelve konde vertrekken". Hij ging terug naar Groningen. Op 9 juli vertrok hij weer en reisde meteen door naar Hellevoetsluis. De bemanning bestond uit 25 personen. Voorts kwam een contingent van 100 militairen aan boord met nog enige passagiers: totaal 137 zielen. "Vervolgens de voornaamste levensmiddelen, als elf varkens, tachtig hoenders, twee kalkoenen, ...". Ook kwam nog een "melkgevende geit" aan boord. Vervolgens vermeldt het verslag van Crone vele bijzonderheden tijdens de reis naar Indië waar hij te Batavia op 10 januari 1824 arriveerde026(36/447ev) en 026(37/024ev).

 

J.C.Hahn verzorgde per 08 september 1825 vanuit Hellevoetsluis met de “Arinus Marinus” een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen. Het schip arriveerde te Batavia op 15 januari 1826 na een reis van 129 dagen. Onderweg waren 2 militairen overleden.

Hij vertrok met hetzelfde schip wederom vanuit Hellevoetsluis op 15 oktober 1826 met een detachement van 4 officieren en 110 manschappen. Aankomsts te Batavia op 14 februari 1827 na een reis van 122 dagen, waarbij onderweg 3 militairen waren overleden.

Tenslotte voer hij met de “Aurora” van Hellevoetsluis uit op 13 november 1829 met een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 11 maart 1830 na 118 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden065.

 

Rotterdamsche Courant 12 oktober 1822114

Batavia, 22 juni. Te Batavia is in het laatst van april of het begin van mei gearriveerd het schip de DRIE GEZUSTERS, M. Azon Jacometti, van Rotterdam, hebbende geen doden op deszelfs reis gehad, alsmede den 3 juni het schip de JONGE JACOBUS, J.J. Boon, van Rotterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, en den 5 juni het schip DIJKZIGT, A. Schaap, van Rotterdam, laatst van Plymouth.

Ook waren er gearriveerd de schepen KATWIJK, J. van Duijn, en JORINA, T. van Duijvenbode, van Rotterdam, en de ARINUS MARINUS, J. Hahn, van Amsterdam, van welke het schip KATWIJK reeds den 21 juni de terugreis naar Rotterdam aanvaard had. De schepen JORINA en de JONGE ANTHONIJ, kapt. F. Azon Jacometti, waren den 26 juni naar Japan gezeild, en de schepen ARINUS MARINUS, de DRIE GEBROEDERS en DIJKZIGT zouden spoedig met troepen naar Borneo vertrekken…..