Inloggen
Gezagvoerder

Graadt Van Roggen, Jacob Frans

Naam: Graadt Van Roggen, Jacob Frans
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 7
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ZEENIMPH 1854 Bark Sailing Vessel 9275 Bekijk schip
PRINS FREDERIK 1882 Vracht-/passagiersschip Steamship 5280 Bekijk schip
VOORWAARTS 1874 Vracht-/passagiersschip Steamship 7657 Bekijk schip
CONRAD 1872 Vracht-/passagiersschip Steamship 8161 Bekijk schip
CONRAD 1872 Vracht-/passagiersschip Steamship 8161 Bekijk schip
INSULINDE 1882 Vracht-/passagiersschip Steamship 8733 Bekijk schip
WAALSTROOM 1853 Bark Sailing Vessel 14596 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.F.Graadt van Roggen werd met nr.604 lid van Zeemanshoop per 10 oktober 1854 op voorspraak van P.W.B.Mellink. Zijn schip was de "Waalstroom"002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 oktober 1854 staan vermeld dat tot effectief lid zijn voorgedragen/benoemd Jacob Frans Graadt van Roggen, oud 25 jaar, voerend de bark “Waalstroom”, voor rekening van en met als adres A.Graadt van Roggen te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.W.B.Mellink.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001

vlagnummer              jaren              type                 scheepsnaam                          naam reder/boekhouder

        604                1854-1855 bark Waalstroom   A.Graadt van Roggen, A’dam

                                1856-1857 bark E.W.van Dam van Isselt                                idem

                                1858-1859 bark E.W.van Dam van Isselt                                Jerem.Meijjes & Zn te A’dam

                                1860-1870 bark Zeenymph     F.A.Jas

                                     1871              geen vermelding van schip en boekhouder

                                1872-1873 stoomsch.                Conrad                                     Stoomb.Maatsch.Nederland

 

Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093

Naam kapitein                                     Naam schip                                       vertrek                       terugkomst

J.F.Graad van Roggen                        G.W.van Dam van Isselt                10 juli 1857                niet vermeld

                                                                Zeenymph                                        23 mei 1860               27 april 1861

                                                                Zeenymph                                        27 augustus 1861      07 juli 1862

                                                                Zeenymph                                        13 september 1862    niet vermeld

                                                                Zeenymph                                        geen vermelding        05 augustus 1863

                                                                Zeenimph                                         08 oktober 1863        28 juli 1864

                                                                Zeenimph                                         07 oktober 1864        08 juni 1865

                                                                Zeenimph                                         14 oktober 1865        18 augustus 1866

                                                                Zeenimph                                         01 mei-22 juli 1867   14 januari 1868

 

Bouma025 vermeldt J.F.Graadt van Roggen als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1856 van de bark “Waalstroom”, gebouwd in 1853 op de werf Witte Kruis van Jeremias Meijjes te Amsterdam023, 412 ton o.m., varend voor A. Graadt van Roggen te Amsterdam;

*    1856 t/m 1859 van de bark “G.W. van Dam van Isselt ” ex Oost Indië, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 713 ton varend voor Jeremias Meyjes & Zn te Amsterdam;

*    1861 t/m 1871 van de bark “Zeenymph”, op 05 augustus  1854 van stapel te Amsterdam op de werf “Het Wapen van Amsterdam van F.Haverkamp te Amsterdam, 622 ton o.m., varend voor F.A.Jas te Amsterdam. Het schip werd in 1871 verkocht naar Duitsland.

*    1873 t/m 1874 op het schroefstoomschip “Conrad”, gebouwd in 1872 te Glasgow bij John Elder, 2270 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. Het schip werd in 1897 gesloopt te Dordrecht;

*    1875 t/m 1877 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow bij John Elder & Co, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*    1878 t/m 1882 op het schroefstoomschip “Conrad”, gebouwd in 1872 te Glasgow bij John Elder, 2270 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. Het schip werd in 1897 gesloopt te Dordrecht;

*    1882 t/m 1884 op het schroefstoomschip “Insulinde”, gebouwd in 1882 te Glasgow bij John Elder, 3044 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam. Het schip werd in 1884 herdoopt in “Burgemeester den Tex”;

*    1884 op het schroefstoomschip “Burgemeester den Tex” ex Insulinde. Zier hiervoor.

*    1885 t/m 1889 van het ijzeren schroefstoomschip en de als barkentijn getuigde “Prins Frederik”, gebouwd in 1882bij John Elder & Co te Glasgow, 3041 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

J.F. Graadt van Roggen in het ‘Tijdschrift voor het Zeewezen’, redactie Jacob Swart, jaargang 1874, p. 99-121. schreef: “Aantekeningen omtrent de moussons, enz. in de Arabische zee, Golf van Aden, enz.’”

 

In het tijdschrift “De Zee”,jg 2, 1880 p.403-404 staat een bijdrage van J.F.Graad van Roggen:

“Onregelmatige Stroomen nabij Kaap Guardafui. Extract Journaal stoomschip Conrad (20e reis) van Batavia naar Amsterdam”

Hierin een beschrijving van de stromingen rond deze Kaap met als slotconclusie: ”Hieruit blijkt dus alweder, dat de stroomen bij Guardafui niet te vertrouwen zijn.”

Volgens de Times Atlas is Guardafui hetzelfde als Raas Caseyr en de uiterste noordoostpunt van Somalië bij de ingang van de Golf van Aden

In het tijdschrift “De Zee”,jg 3, 1881, p334 staat een bijdrage van J.F.Graad van Roggen, gezagvoerder van het ss. “Conrad” met als titel “Route voor stoomscchepen van Java naar Sueze in de maand April”. Volgens dit artikel zijn deze routes verschillend naarmate de Oost- of West-mousson heerst in de Indische Oceaan. Graad van Roggen zegt dat de Mij “Nederland” aan zijn gezagvoerders toestaat van deze regel af te wijken. “Voor de maanden April, Mei en Juni staat opgegeven, de Zuidelijke route te nemen, d.i. bezuiden den Chagos Archipel; de afstand bij deze route is, van Batavia naar Suez, 1492 D.G.mijlen, terwijl, als men de Noordelijke route langs Ceylon neemt, de afstand 158 D.G.mijlen, d.i. 2½ dag stoomens, korter is.” Graad van Roggen raadt, op grond van zijn ervaringen, deze Noordelijke route aan.

Hij wordt op deze bewering aangevallen door de heer P.F. van Heerdt, waarop op p.451 G.v.R. weer reageert.

In het tijdschrift “De Zee” jg 10, 1888, pp.356-358 staat vermeld dat er een tijdelijk reparatie van het schroefraam en hulproer is aangebracht aan het ss “Prins Frederik” te Gibraltar. Dit schip “is onlangs bij mist in Straat Gibraltar op de rotsen te Ceuta … gestoten” en werd te Gibraltar binnengebracht.

 

J.F.Graadt van Roggen vervoerde vanuit Nieuwediep transporten van landmachtmilitairen naar Batavia met de “Zeenymph” tijdens de volgende reizen

*    Vertrek 11 september 1861. Aankomst 20 december 1861 na 100 dagen. 2 officieren.

*    Vertrek 21 september 1862. Aankomst 29 december 1862 na 99 dagen. 1 officier.

*    Vertrek 07 oktober 1864. Aankomst 08 januari 1865 na 93 dagen. 5 officieren.

*    Vertrek 14 oktober 1865. Aankomst 31 januari 1866 na 109 dagen. 3 officieren.

Hij voer vanuit Nieuwediep met de “Conrad” op de volgende reizen:

*    Vertrek 09 februari 1873. Aankomst 21 maart 1873 na 40 dagen. 4 officieren en 125 manschappen.

*    Vertrek 10 juli 1873. Aankomst 31 augustus 1873 na 52 dagen. 7 officieren en 400 manschappen.

*    Vertrek 18 december 1873. Aankomst 31 januari 1874 na 44 dagen. 4 officieren en 260 manschappen.

*    Vertrek 17 mei 1874. Aankomst 26 juni 1874 na 40 dagen. 6 officieren en 170 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden.

*    Vertrek 10 oktober 1874. Aankomst 25 november 1874 na 46 dagen. 8 officieren en 150 manschappen.

Hij voer vanuit Nieuwediep met de “Voorwaarts” op de volgende reizen:

*    Vertrek 19 september 1874. Aankomst 28 oktober 1874 na 39 dagen. 5 officieren en 200 manschappen.

*    Vertrek 11 juli 1875. Aankomst 18 augustus 1875 na 38 dagen. 5 officieren en 364 manschappen.

*    Vertrek 22 januari 1876. Aankomst 03 maart 1876 na 41 dagen. 7 officieren en 212 manschappen.

*    Vertrek 08 juli 1876. Aankomst 20 augustus 1876 na 43 dagen. 7 officieren en 242 manschappen.

*    Vertrek 23 december 1876. Aankomst 06 februari 1877 na 45 dagen. 9 officieren en 260 manschappen.

*    Vertrek 19 mei 1877. Aankomst 28 juni 1877 na 40 dagen. 5 officieren en 210 manschappen.

*    vertrek 13 oktober 1877. Aankomst 23 november 1877 na een reis van 41 dagen. 9 officeren en 106 manschappen.

Hij voer vanuit Nieuwediep met de “Conrad” tijdens de volgende reizen:

*    Vertrek 30 maart 1878. Aankomst 09 mei 1878 na 40 dagen. 3 offcieren en 106 manschappen.

*    Vertrek 24 augustus 1878. Aankomst 04 oktober 1878 na 41 dagen. 5 officieren en 106 manschappen.

*    Vertrek 18 januari 1879. Aankomst 01 maart 1879 na 42 dagen. 7 officieren en 210 manschappen.

*    Vertrek 07 juni 1879. Aankomst 17 juli 1879 na 40 dagen. 5 officieren en 158 manschappen.

Hierna vanuit Amsterdam

*    Vertrek 25 oktober 1879. Aankomst 09 december 1879 na 45 dagen. 4 officieren en 90 dagen.

*    Vertrek 10 april 1880. Aankomst 20 mei 1880 na 40 dagen. 4 officieren en 53 manschappen.

*    Vertrek 04 juni 1881. Aankomst 12 juli 1881 na 38 dagen. 3 officieren en 44 manschppen.

*    Vertrek 08 oktober 1881. Aankomst 19 november 1881 na 42 dagen. 3 officieren en 44 manschappen.

Hij voer vanuit Amsterdam met de “Insulinde” op de volgende reizen:

*    Vertrek 21 jui 1882. Aankomst 30 juli 1882 na 39 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

*    Vertrek 25  oktober 1882. Aankomst 08 december 1882 na 44 dagen. 3 officieren en 75 manschappen.

Hij voer vanuit Amsterdam met de “Burgemeester Den Tex” op de volgende reizen:

*    Vertrek 21 maart 1883. Aankomst 20 mei 1883 na 60 dagen. 2 officieren en 38 manschappen. Het detachement is onderweg overgenomen door de “Koninging Emma”.

*    Vertrek 15 september 1883. Aankomst 26 oktober 1883 na 41 dagen. 3 officieren en 23 manschappen.

*    Vertrek 19 november 1884. Aankomst 31 december 1884 na 42 dagen. 4 officieren en 38 manschappen.

Hij voer vanuit Amsterdam met de “Prins Frederik” op de volgende reizen:

*    Vertrek 21 januari 1885. Aankomst 03 maart 1885 na 41 dagen. 4 officieren en 72 manschappen.

*    Vertrek 06 juni 1885. Aankomst 17 juli 1885 na 41 dagen. 3 oficieren en 84 manschappen.

*    Vertrek 27 maart 1886. Aankomst 07 mei 1886 na 41 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.

*    Vertrek 21 augustus 1886. Aankomst 30 september 1886 na 40 dagen. 2 officieren en 28 manschapen.

*    Vertrek 28 mei 1887. Aankomst 06 juli 1887 na 39 dagen. 2 officieren en 72 manschappen.

 

“Op 4 en 5 oktober (1875) deed de Voorwaarts en vergeefse poging de Madura los te trekken van de Parkinrots bij Perim. De 600 pelgrims aan boord van de Madura waren eerder overgenomen door de Britse Timor. Nadat de trossen herhaaldelijk waren gebroken en zelfs met inzet van dommekrachten(!) het schip niet loskwam, werden de passagiers en 50 bemanningsleden naar Suez gebracht.”

“Begin december 1875 ontdekte de Conrad in de Middellandse Zee het Portugese marinetransportschip India met een gebroken krukas; aan boord waren 1.400 man. Men bood aan het schip naar Messina te slepen, maar vanwege het ontstuimige weer duurde het uren voor de sleeptrossen bevestigd waren; kort nadien braken deze ook. De tros van de intussen gearriveerde Voorwaarts voldeed wel, zodat de sleep op 14 december na een tocht van 57 uur over 400 mijl alsnog Messina kon bereiken.”

“In 1877 bood de Voorwaarts hulp aan de Franse stoomboot Henri IV in de Golf van Biskaye, en de Koning der Nederlanden aan het Engelse stoomschip Rose Mary, dat uit de Rode Zee naar Aden werd gesleept.”

Uit: p. 14 “De eeuw van de ‘Nederland’ door A.J.Mulder c.s.. Uitgeverij Asia Maior. Juni 2003.

 

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.F.Graadt van Roggen.104

 

Per e-mail dd 05 februari 2006 zond ik gegevens omtrent kapitein Graadt van Roggen aan e heer Niek Smit te Amsterdam (niek.smit@planet.nl). Ik kreeg als reactie een mail dd 06 februari 2006 met 3 bijlagen. Deze mail plus bijlagen zijn hieronder vermeld

  1. MAIL:

Geachte heer Parma,

Heel hartelijk dank voor het toesturen van de gedetailleerde gegevens over Jacob Frans Graadt van Roggen (1829-1899).

Ik stuur u hierbij nog enkele aanvullingen:

  • De reder A. Graadt van Roggen was Arent Graadt van Roggen (1825-1877) een broer van Jacob Frans Graadt van Roggen.
  • De kapitein P.W.B. Mellink was een zwager van Arent Graadt van Roggen.
  • De reder F.A. Jas was een oom van J.F. en A. Graadt van Roggen.
  • Over de loopbaan van Jacob Frans Graadt van Roggen, die op 15-jarige leeftijd naar zee ging, is veel bekend. Ik stuur u hierbij enkele gegevens en afbeeldingen.
  • In de bibliotheek van het scheepvaartmuseum bevindt zich een aardig boekje getiteld ‘reisaantekeningen’ door J.F. Graadt van Roggen waarin u veel gegevens en aanvullingen kunt vinden over zijn reizen. Ook is er een boekje getiteld ‘passagierslijsten’ van de schepen van J.F. Graadt van Roggen waarin veel gegevens over de passagiers (niet alleen militairen maar ook particulieren).
  • Op blz 2 vermeld u de reparatie van de Prins Frederik in Gibraltar. Hiervan is een aardige prent in Eigen Haard gepubliceerd (zie hierbij). De man met de witte baard is J.F. Graadt van Roggen.

2    BIJLAGE

Het stoomschip ‘Prins Frederik’ van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, in de dockyard van Gibraltar, juni 1888

 

Gravure, gepubliceerd in ‘Eigen Haard’ (1888), vervaardigd door A. C. Verhees, naar een foto toegezonden door J. F. Graadt van Roggen aan de redactie van ‘Eigen Haard’.

 

De ‘Prins Frederik’ had, door mist misleid, aan de Afrikaanse zijde van de Straat van Gibraltar rotsen geraakt (‘Even vrij van den wal zijnde, klaarde de mist plotseling geheel op en zagen wij verscheidene officieren en minderen, boven ons op de rotsen nabij de forten, ons in ogenschouw nemen. Ook zagen wij een vuurtoren, maar niet dien van Gibraltar, maar wel dien van Ceuta !!!’). Nadat het schip wegens het onbruikbaar zijn van de machine, verlies van een roer en averij aan het achterschip, naar Gibraltar was gesleept en was onderzocht, werd besloten dat de reparatie aldaar zou worden gedaan. De passagiers werden overgebracht op het Stoomschip ‘Utrecht’. Op de gravure is het achterschip van de ‘Prins Frederik’ te zien zoals die tijdens de reparatie in het dok lag. De gezagvoerder, Jacob Frans Graadt van Roggen, staat midden op de foto (met witte baard en pet).

Het werk zou in achttien werkdagen geklaard worden en, daar er in Gibraltar geen droogdok was, zou men zich daarbij bedienen van een ‘cofferdam’. Een ‘cofferdam’ (correct geschreven met dubbel ‘f’) is een houten kist waarbij men van de opstuwende kracht van het water gebruik maakt om een voor- of achterschip in de hoogte te brengen.

‘Nader omschreven is het een houten kist, die zeer soliede moet gebouwd zijn, om de drukking van het water buiten tegen hare wanden te kunnen weerstaan. Deze kist is aan den voorwand open en daar met zorg gevormd, naar de gedaante die het schip heeft, op de hoogte waar zij dat moet omsluiten. Is dus de kist, wanneer zij tegen het achterschip ligt, aan vier zijden gesloten door den bodem en drie zijwanden, dan is zij het aan de vijfde door het achterschip zelf.’

‘Nadat de Frederik naar H. M. dock-yard was gebracht  en in een stil hoekje gelegd, waar weinig deining stond, werd zij gelost en gekrenkt tot haar diepgang achter 14.5 eng. voeten en voor 20 eng. voeten bedroeg. Daarna werd de cofferdam, die in vijf dagen aan de werf was gebouwd en den zesden dag langs zijde was gesleept, achter het schip gebracht. Hij was 20 eng. voeten diep; daar het achterschip 14.5 voet diep lag en men om onder de kiel te kunnen werken, nog 3 voet ruimte nodig had, stak zijne beplanking 2.5 voet boven water.’

‘Het eerste werk was nu hem onder het schip te brengen en daartegen aan te sluiten. Daartoe werd hij eerst zoolang met scheeps-ankerkettingen bezwaard, dat zijn bodem op de vereischte diepte beneden het schip was gezonken en hij met talies onder het schip kon worden getrokken. Daarna lichtte men hem weer door het uitnemen van een gedeelte der ankerkettingen, tot hij met zijn voorzijde het achterschip als omvatte. Door zware balken, dwars over den cofferdam door het schroefgat gestoken en door twee zware stutten aan de achterzijde werd hem verder alle beweging belet. Hij mocht wel reizen… maar niet zonder het schip mede opwaarts te nemen.’

‘Om dit te bewerken werden stoom- en handpompen toegezet om den cofferdam ledig te pompen. In den aanvang ging dit nog zoo glad niet. Hij was voor zijn werk wel wat licht gebouwd. De duiker had handen vol werk om van buiten de lekken te stoppen, terwijl men van binnen de zijwanden tegen den buitenkant van het schip moest stutten, om te voorkomen dat zij onder de drukking van het water zouden bezwijken. Intusschen, al deze bezwaren kwam men te boven ; na twee dagen en twee nachten pompen en calefateren kwam de cofferdam lens en kon men aan het eigenlijke werk beginnen. De werklieden waren wel wat huiverig om in die kist onder het schip te kruipen; maar… alles gewent en toen men zag, dat zij het uithield, dacht niemand meer aan het gevaarlijke van zijne positie. De Frederik was achter 18 eng. Duimen (45 centim.) in de hoogte gelicht, en de drukking tegen bodem en zijwanden van hun verblijf leverde dit kolossaal opstuwend vermogen!’

‘Intusschen werden in vier dagen de werkzaamheden verricht, roersteven, achtersteven en een gedeelte van de kiel in orde gebracht en vervangen door houten balken, suffisant bevestigd, zooals later bleek toen het schip in Holland terugkwam.’

 

‘Wij zeggen het den gezagvoerder na : Een mooi stuk werk.’

 

(uit : ‘Eigen Haard, 1888, blz 485 e.v.; zie ook : ‘Reisaantekeningen van  J. F. Graadt van Roggen’, blz. 89 e.v.)

 

3    BIJLAGE

Jacob Frans Graadt van Roggen (Nijmegen 16 juni 1829 - Bloemendaal 22 september 1899)

Jacob Frans Graadt van Roggen was 15 jaar en 19 dagen oud toen hij op 5 juli 1844 als scheepsjongen aanmonsterde aan boord van het fregatschip ‘Koning der Nederlanden’, en op 21 juli van dat jaar uitzeilde van het Nieuwe Diep op zijn eerste zeereis naar Java (Ned. Indie). Hij maakte als scheepsjongen, als lichtmatroos en, na zich theoretisch te hebben ontwikkeld en examens te hebben gedaan, als derde, tweede en eerste stuurman, verschillende reizen met zeilschepen naar West en Oost Indie en één rond de wereld.

Reeds op 25 jarige leeftijd was hij gezagvoerder van het barkschip ‘de Waalstroom’ van Amsterdam, waarmee hij een reis naar Akyab (Golf van Bengalen) maakte, om daarna als gezagvoerder op de E. W. van Dam van Isselt’ een reis naar Java en terug te maken. Op deze reis werd het weing bezochte eiland Tristan da Cunha aangelopen.

Van 1860 tot 1870 maakte hij als gezagvoerder van het barkschip ‘Zeenymph’ negen reizen naar Java en terug. De gemiddelde duur van de uit en thuisreis was toen ongeveer 1 jaar. De Zeenymph had onder het bevel van kapitein Graadt van Roggen een zeer goede naam als passagiersschip. Dit moge onder andere blijken uit de volgende advertenties : ‘Barkschip Zeenymph, gezagvoerder Graadt van Roggen, dit Schip, thans geannonceerd zijnde voor de Uitreis naar Java, haasten de ondergetekenden, welke in de Maand Januari daarmede van Java naar hier zijn gekomen, zich dien Bodem bijzonder aan te bevelen, zoo wat snelheid van zeilen als goede Logies en vooral Vriendschappelijken Omgang met den Gezagvoerder betreft. Getekend: Tuckermann en Echtgenoot, Gallé en Echtgenoot, Mejufvr. Strick van Wijk.’ En uit de Oprechte Maandagsche Haarlemsche Courant van 22 augustus 1864 het volgende: ‘Passage naar Java wordt aangeboden van Amsterdam met het Nederlandsche Compagnie Fregatschip Zeenimph, gevoerd door kapt. J. F. Graadt van Roggen, varende een geexamineerde Doctor en een melkgevende koe. Dit in alle opzigten voor personen en familie aanbevelenswaardige schip, is te Amsterdam te bevragen bij de Reeder den heer F. A. Jas en bij de Kargadoors De Vries & Co., IJgracht U40.’

In 1870 besloot hij zich aan te monsteren op één van de stoomschepen van de nieuw opgerichte Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’. Alvorens bij deze maatschappij in actieve dienst te treden, werd in 1870 door hem als volontair een stoominstructiereis gemaakt naar New York en terug aan boord van het Franse stoomschip ‘Pereire’. Na één reis als eerste stuurman te hebben gemaakt, werd hij aangesteld als gezagvoerder van het s.s. ‘Conrad’. Met eer zijn door hem achtereenvolgens de stoomschepen ‘Conrad’, ‘Voorwaarts’, wederom ‘Conrad’, ‘Insulinde’ (daarna herdoopt in ‘Burgemeester den Tex’) en ‘Prins Frederik’ gevoerd.

Na tal van wederwaardigheden te hebben ondervonden ging hij in 1888 van zijn rust genieten. Jacob Frans Graadt van Roggen heeft als gezagvoerder in totaal 10 uit en thuisreizen met zeilschepen naar Indie volbracht, daarbij 361 passagiers vervoerd, en 35 reizen met stoomschepen, daarbij 10937 passagiers vervoerd. Bij het eindigen van zijn loopbaan erkende de Nederlandse regering zijn verdiensten door hem te benoemen tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, waarvan hem mededeling werd gedaan door een regeringstelegram van de Minister van Kolonien, de heer Keuchenius. Van de hand van een oud collega, de heer C. T. van Assendelft de Coningh, verscheen in het Algemeen Handelsblad van 24 januari 1889 een waarderend artikel ‘Een rust in eere’ omtrent zijn loopbaan. Een overzicht van die loopbaan en van de gedane reizen gaf hij zelf in een niet in de handel zijnd boekje ‘Reisaantekeningen’.

De Britse regering vereerde hem in 1866 met een fraaie sextant met inscriptie ‘Presented by the British Government to Capt. Graadt van Roggen of the Zeenimph of Amsterdam, for his humanity and kindness to the crew of the s.s. Shearwater of New Castle in Oct. 1865’ voor het in oktober 1865 onder moeilijke omstandigheden redden van de bemanning van het Engelse stoomschip ‘Shearwater’. In 1872 werd hem voor het bijhouden van uitmuntende meteorologische journalen, door de Franse regering een gouden medaille toegekend, waarvan de inscriptie luidde ‘Republique Francaise, Association Scientifique de France, monsieur J. F. Graadt van Roggen, Observations Météorologues, 1872’, terwijl hij in 1872 de zilveren Willem III medaille ontving, met inscriptie ‘Aan J. F. Graadt van Roggen, scheepsgezagvoerder in de grote vaart, als erkenning van zijne aan de wetenschap der zeevaart bewezen diensten, door overlegging van uitmuntende scheepsjournalen, vanwege de Koning, 1888’.