Inloggen
Gezagvoerder

Frerichs, Johan Barend

Naam: Frerichs, Johan Barend
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ONDERNEMING 1826 Brik Sailing Vessel 10500 Bekijk schip
CADIX PACKET 0 Brik Sailing Vessel 13168 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

J.B.Frerichs werd geboren te Neerstädt op 28 november 1773.

Hij huwde Hindertje Nagels, geboren te Leer op 17 februari 1787.

J.B.Frerichs overleed in 1832.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.B.Frerichs werd met nr.18 lid van Zeemanshoop. Verdere gegevens zijn niet vermeld002.

 

J.B.Frerichs was effectief lid/oprichter van het College Zeemanshoop. Hij wordt niet genoemd als bestuurslid019. Hij wordt (met de naam van Frerichsen) al lid genoemd in de notulen van de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 26 januari 1821003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 april 1829 staat een brief van Grietje Bruins, huisvrouw van stuurman Bruins “berigtende dat zij zedert eenen zeer geruime tijd zonder eenige tijding van … haren man … aan boord van het schip L’Actif Captn Frerichs, is … “ Zij verzoekt om financiële steun en in de vergadering dd 21 mei 1829 wordt haar een gratificatie van f 25,- toegekend.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1829 staat vermeld een brief dd 19 oktober van de wed.kapitein J.B.Frerichs “uitgezeild met de Actif, daar zij in lang geen middelen van haren man heeft ontvangen, zoo verzoekt zij met eenige onderstand te worden voorzien, belovende dat bij een gelukkige terugkomst van haren man te zullen terug geven  “ Het Bestuur besluit geen toelage te verstrekken, maar haar wel te vrijwaren van contributiebetaling zolag haar man afwezig is. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 oktober 1830 staat een verzoek van de huisvrouw van kapitein J.B.Frerichs om ondersteuning voor haar en 2 kinderen gedurende de afwezigheid van haar man. In de notulen dd 25 november 1830 besluit het Bestuur afwijzend maar “uit hoofde harer bedrukkende omstandigheden” wordt haar een gift van f25,- toegekend.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 februari 1831 staat een brief van J.B.Frerichs “verzoekende op zijn 63ste jaar eenigen onderstand in zijnen armoedigen Staat schoon hij twee Jaren Contributie ten achter is. Besloten hem voor de betaling over die jaren uitstel te geven tot 1e Junij.” Per 05 mei 1831 doet kapitein Frerichs weer het verzoek om uitstel van betaling en tevens om enige onderstand. Het verzoek om uitstel van contributiebetaling wordt afgewezen. Voorts wordt besloten hem “gedurende drie maanden ter leen te geven eene somma van f 20,- in de maand met ’t spesiaal beding van restitutie.” Per 28 juli 1831 wordt hem alsnog een voorschot voor 3 maanden ad f 20,- per maand toegekend. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 november 1831 staat een verzoek om onderstand gedaan door kapitein J.B.Frerichs. Dit verzoek wordt afgewezen In de notulen dd 23 februari 1832 doet hij weer een verzoek om onderstand en wordt hem een gratificatie voor 3 maanden ad f12,- per maand toegekend.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1832 wordt gemeld het overlijden van kapitein J.B.Frerichs, vlagnummer 18.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 juli 1832 staat een verzoek om ondersteuning van H.Nagel de wed. kapt. J.B.Frerichs wegens het overlijden van haar man. “Er wordt besloten daar Kapt. J.B.Frerichs van zijn recht vervallen was, aan haar eene gratificatie toe te staan van f 12,- en zulks gedurende 6/maanden. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 september 1832 verzoekt de weduwe van kapt. Frerichs wederom om steun, maar zij wordt verwezen naar het besluit van 26 juli.” In de notulen dd 11 februari 1833 staat een brief van de weduwe Frerichs “zich beklagende over het ten hare opzichte genomen besluit en herziening verzoekende”. Haar verzoek wordt wederom afgewezen. Wederom een verzoek om herziening in de vergadering van 28 maart 1833, maar wederom afgewezen. Een overeenkomstig verzoek om herziening van het Bestuursbesluit in de vergadering dd 30 mei 1833 wordt voor kennisgeving aangenomen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 juli 1833 vraagt de weduwe Frerichs, geb. Nagel om arbitrage in haar zaak. Het Bestuur stelt haar voor een arbiter harerzijds aan te wijzen. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1835  staat vermeld: “Arbitrale uitspraak in zake de Wed.Frerichs  aangenomen voor notificatie en besloten dezelve toe te leggen een Gratificatie van f 75,-“  In de notulen dd 31 maart 1836 vraagt de wed. Frerichs om een ondersteuning of een doorlopend maandgeld, hetgeen door het Bestuur wordt afgewezen. In de notulen van 27 juli 1837 doet de wed Frerichs-Nagel wederom een verzoek om steun en het Bestuur geeft haar uit de bussen een gratificatie van f  30,-042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:

      “Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden

      A.van den Abeele                          J.J.Lausen       Fr.P.Hoed

      N.Hensken                                                               O.Olferts                                                J.A.Zeylinga

      J.B.Frerichs                                                              P.J.Spilliard                                           J.Tholen

      P.Bostijn                                                                   P.Rolff                                                   F.A.Bunnemeijer

      J.Boelen Jz                                                                J.E.Beckman                                        O.R.Engelman

      J.Stoffers                                                                  J.Hartwijk                                             J.G.Bart

      H.H.Zeijlstra                                                            J.Y v.d.Zweep                                      W.H.Boon

hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1832 staat een verzoek van kapitein Frerichs om uitstel van betaling.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 worden verzoeken om uitstel behandeld van o.a J.B.Frerichs, geboren 28 november 1773, vlagnummer 18. Hij heeft zijn contributie en zijn storting voor gemaakte reizen voldaan t/m 1828. Hij is sedert 1829 in gebreke gebleven. De onderzoekscommissie concludeert dat volgens de reglementen hij in feite geen lid meer is en ook geen rechten meer heeft. Maar de Commissie vraagt het Bestuur, vanwege de treurige en behoeftige omstandigheden èn omdat hij tot de groep van oprichters van het College behoort om een voor hem gunstige beslissing. Het Bestuur kent hem een uitkering voor één maand toe.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1832 staat een verzoek van H.Nagel, huisvrouw van J.B.Frerichs om een gratificatie. Haar wordt f12,- toegestaan.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van 26 januari 1837 vraagt de wed. Frerichs-Nagel weer om onderstand. Er wordt besloten “voor het laatst uit de Bussen toe te staan eene Gratificatie van f 50,- met kennisgeving dat haar zulks alleen gewordt uit bijzondere consideratie dat haar overledenen Echtgenoot is geweest een der oprigters cvan het Collegie.”

In de Bestuursvergadering   dd 26 oktober 1837 verzoekt zij desalniettemin weer om een ondersteuning, maar haar wordt meegedeeld “dat zij geene verdere ondersteuning vanwegen het Collegie te Wachten heeft, noch zich verder deswegen behoeft de adresseeren.” 042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1839 wordt aan de wed. J.B.Frerichs, geb. Nagel een gratificatie toegekend van f 50,-. Per 27 februari 1840 een gratificatie van f 25,- . In de Bestuursvergadering dd 26 november 1840 wordt een gratificatie van f 25,- toegekend. Op 25 maart 1841 een gratificatie van f 15,-. Op een verzoek om een gratificatie dd 29 april 1841 wordt negatief gereageerd “als zijnde aan haar nog voor een maand geleden een gratificatie toegekend. Maar per 24 juni 1841 weer een gratificatie van f 10,-. En op 28 oktober 1841 weer f 20,-. Per 27 januari 1842 weer f 15,-.Per 21 januari 1843 weer f 20,-.042.

 

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 24 november 1829 is binnengekomen: “een verzoek van de huisvrouw van kapt. J.B.Frerichs voerende het schip l’Actif om het lange achterwege blijven van gemelde haren man eenige ondersteuning verzoekende met berigt aan de vergadering het bestuur besloten had de Betaling der contributien zoo lang te mogen verschuiven tot de terugkomst haren man”023.

In de Algemene Vergadering van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop van 31 juli 1832 wordt melding gemaakt van een bestuursbesluit van 29 juni 1832 om “aan H.Nagel huisvrouw van J.B.Frerichs … eene gratificatie toe te staan van f 12,- ‘smaands”.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van 03 november 1835 wordt vermeld dat aan de weduwe van kapitein J.B.Frerichs een gratificatie is toegekend van f 75,-023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van 14 februari 1837 van Zeemanshoop staat de mededeling omtrent de Weduwe van kapitein Frerichs, geboren Nagel “verzoekende eenige onderstand aan welke weduwe met aanmerking dat haar man een der 20 eerste Leden van het College is geweest en uit hoofde van hare hoogte ongelukkige omstandigheden, eene gratificatie van f 50,- is toegekend”.

In de notulen van de Algemene Vergadering van 21 november 1837 staat een “herhaalde aanvrage van de Wed. J.F.Frerichs om onderstand en berigt dat het Bestuur heeft besloten om aan de heer Matzen f 25,- ter hand te stellen ten einde naar gelang der omstandigheden aan die Weduwe uit te keeren.”023.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen 31 maart 1840 en die van 15 december 1840 staan de mededelingen dat wederom aan H.Nagel wed. Frerichs een onderstand van f 25,- is toegekend. In de notulen van 06 april 1841 wordt haar een gratificatie van f 15,- verstrekt. In de notulen van 20 juli 1841 een gratificatie van f 10,-. in de notulen van 16 november 1841 een toekenning van f 20,-. In de notulen van 22 februari 1842 een gratificatie van f 15,-. In de notulen dd 07 februari 1843 een gratificatie van f20,- 023.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop dd 21 mei 1844 staat het bericht “dat de Wed. J.F.Frerichs aan het Bestuur heeft te kennen gegeven dat de Wed. C.J.Jonker trekster uit het fonds op den 9e April jl is overleden en verzocht dat aan haar als eenige erfgenaam mogt worden uitgekeerd de maandelijksche uitkeering: dat dit verzoek is toegestaan.”023

In bovenvermelde notulen is wisselend sprake van de wed. J.B. en J.F. Frerichs. Som staat en in het geheel geen initiaal. Ik weet niet of het hier om verschillende personen gaat of dat er van verschrijvingen sprake is. Voor de zekerheid neem ik beiden op. Aan de genealoog van het geslacht Frerichs de taak om dit verder ui te zoeken.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        18                              1825           kof                   Mars                                                       geen opgave

                                           1826           brik                   Onderneming                                        Amst.Reederij-Societeit

                                           1827           geen opgave van schip en boekhouder

                                      1828-1830     brik                   Actif                                                       geen opgave

                                           1831           geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.D.(moet zijn J.B.) Frerichs als gezagvoerder gedurende:

*    1823 t/m 1826 van de kof “Mars”, bouwgegevens ontbreken, 178 ton o.m., varend voor Jutting, geen thuishaven vermeld;

*    1827 op de brik “Onderneming”, gebouwd in 1826 te Amsterdam. Het schip liep op 20 juli 1826 op de werf De Zwarte Raaf van stapel onder gezag van scheepsbouwmeester F.Baay. Het schip mat 216 ton o.m. en voer voor  de Amsterdamsche Reederij-Societeit te Amsterdamzie ook 013.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 17 seeptember 1818114

Advertentie. J.H. de Witt, J. Tentye, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 21 september 1818, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd MARS, gevoerd door kapt. J.B. Frerichs, lang over steven 95 voet, wijd 22 voet 10 duim, hol 10 voet 7 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.

 

In het Archief van de Amsterdamsche Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van J(oh)an Barend Frerichs op de:

“Vr. Gezina”, dd 17 december 1813; 28 april 1814;

“Mars”, dd 21 augustus 1815; 18 september 1816; 17 juni 1817; 01 december 1818; 20 augustus 1819; 16 mei 1820; 15 april 1822; 27 september 1823;

“Onderneming”, dd 29 november 1826;

“Active”, 20 maart 1828.