Familiegegevens en opleiding
J.B.Frerichs werd geboren te Neerstädt op 28 november 1773.
Hij huwde Hindertje Nagels, geboren te Leer op 17 februari 1787.
J.B.Frerichs overleed in 1832.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.B.Frerichs werd met nr.18 lid van Zeemanshoop. Verdere gegevens zijn niet vermeld002.
J.B.Frerichs was effectief lid/oprichter van het College Zeemanshoop. Hij wordt niet genoemd als bestuurslid019. Hij wordt (met de naam van Frerichsen) al lid genoemd in de notulen van de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 26 januari 1821003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 april 1829 staat een brief van Grietje Bruins, huisvrouw van stuurman Bruins “berigtende dat zij zedert eenen zeer geruime tijd zonder eenige tijding van … haren man … aan boord van het schip L’Actif Captn Frerichs, is … “ Zij verzoekt om financiële steun en in de vergadering dd 21 mei 1829 wordt haar een gratificatie van f 25,- toegekend.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1829 staat vermeld een brief dd 19 oktober van de wed.kapitein J.B.Frerichs “uitgezeild met de Actif, daar zij in lang geen middelen van haren man heeft ontvangen, zoo verzoekt zij met eenige onderstand te worden voorzien, belovende dat bij een gelukkige terugkomst van haren man te zullen terug geven “ Het Bestuur besluit geen toelage te verstrekken, maar haar wel te vrijwaren van contributiebetaling zolag haar man afwezig is. 042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 oktober 1830 staat een verzoek van de huisvrouw van kapitein J.B.Frerichs om ondersteuning voor haar en 2 kinderen gedurende de afwezigheid van haar man. In de notulen dd 25 november 1830 besluit het Bestuur afwijzend maar “uit hoofde harer bedrukkende omstandigheden” wordt haar een gift van f25,- toegekend.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 februari 1831 staat een brief van J.B.Frerichs “verzoekende op zijn 63ste jaar eenigen onderstand in zijnen armoedigen Staat schoon hij twee Jaren Contributie ten achter is. Besloten hem voor de betaling over die jaren uitstel te geven tot 1e Junij.” Per 05 mei 1831 doet kapitein Frerichs weer het verzoek om uitstel van betaling en tevens om enige onderstand. Het verzoek om uitstel van contributiebetaling wordt afgewezen. Voorts wordt besloten hem “gedurende drie maanden ter leen te geven eene somma van f 20,- in de maand met ’t spesiaal beding van restitutie.” Per 28 juli 1831 wordt hem alsnog een voorschot voor 3 maanden ad f 20,- per maand toegekend. 042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 november 1831 staat een verzoek om onderstand gedaan door kapitein J.B.Frerichs. Dit verzoek wordt afgewezen In de notulen dd 23 februari 1832 doet hij weer een verzoek om onderstand en wordt hem een gratificatie voor 3 maanden ad f12,- per maand toegekend.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1832 wordt gemeld het overlijden van kapitein J.B.Frerichs, vlagnummer 18.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 juli 1832 staat een verzoek om ondersteuning van H.Nagel de wed. kapt. J.B.Frerichs wegens het overlijden van haar man. “Er wordt besloten daar Kapt. J.B.Frerichs van zijn recht vervallen was, aan haar eene gratificatie toe te staan van f 12,- en zulks gedurende 6/maanden. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 september 1832 verzoekt de weduwe van kapt. Frerichs wederom om steun, maar zij wordt verwezen naar het besluit van 26 juli.” In de notulen dd 11 februari 1833 staat een brief van de weduwe Frerichs “zich beklagende over het ten hare opzichte genomen besluit en herziening verzoekende”. Haar verzoek wordt wederom afgewezen. Wederom een verzoek om herziening in de vergadering van 28 maart 1833, maar wederom afgewezen. Een overeenkomstig verzoek om herziening van het Bestuursbesluit in de vergadering dd 30 mei 1833 wordt voor kennisgeving aangenomen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 juli 1833 vraagt de weduwe Frerichs, geb. Nagel om arbitrage in haar zaak. Het Bestuur stelt haar voor een arbiter harerzijds aan te wijzen. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1835 staat vermeld: “Arbitrale uitspraak in zake de Wed.Frerichs aangenomen voor notificatie en besloten dezelve toe te leggen een Gratificatie van f 75,-“ In de notulen dd 31 maart 1836 vraagt de wed. Frerichs om een ondersteuning of een doorlopend maandgeld, hetgeen door het Bestuur wordt afgewezen. In de notulen van 27 juli 1837 doet de wed Frerichs-Nagel wederom een verzoek om steun en het Bestuur geeft haar uit de bussen een gratificatie van f 30,-042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:
“Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden
A.van den Abeele J.J.Lausen Fr.P.Hoed
N.Hensken O.Olferts J.A.Zeylinga
J.B.Frerichs P.J.Spilliard J.Tholen
P.Bostijn P.Rolff F.A.Bunnemeijer
J.Boelen Jz J.E.Beckman O.R.Engelman
J.Stoffers J.Hartwijk J.G.Bart
H.H.Zeijlstra J.Y v.d.Zweep W.H.Boon
hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1832 staat een verzoek van kapitein Frerichs om uitstel van betaling.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 worden verzoeken om uitstel behandeld van o.a J.B.Frerichs, geboren 28 november 1773, vlagnummer 18. Hij heeft zijn contributie en zijn storting voor gemaakte reizen voldaan t/m 1828. Hij is sedert 1829 in gebreke gebleven. De onderzoekscommissie concludeert dat volgens de reglementen hij in feite geen lid meer is en ook geen rechten meer heeft. Maar de Commissie vraagt het Bestuur, vanwege de treurige en behoeftige omstandigheden èn omdat hij tot de groep van oprichters van het College behoort om een voor hem gunstige beslissing. Het Bestuur kent hem een uitkering voor één maand toe.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1832 staat een verzoek van H.Nagel, huisvrouw van J.B.Frerichs om een gratificatie. Haar wordt f12,- toegestaan.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van 26 januari 1837 vraagt de wed. Frerichs-Nagel weer om onderstand. Er wordt besloten “voor het laatst uit de Bussen toe te staan eene Gratificatie van f 50,- met kennisgeving dat haar zulks alleen gewordt uit bijzondere consideratie dat haar overledenen Echtgenoot is geweest een der oprigters cvan het Collegie.”
In de Bestuursvergadering dd 26 oktober 1837 verzoekt zij desalniettemin weer om een ondersteuning, maar haar wordt meegedeeld “dat zij geene verdere ondersteuning vanwegen het Collegie te Wachten heeft, noch zich verder deswegen behoeft de adresseeren.” 042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1839 wordt aan de wed. J.B.Frerichs, geb. Nagel een gratificatie toegekend van f 50,-. Per 27 februari 1840 een gratificatie van f 25,- . In de Bestuursvergadering dd 26 november 1840 wordt een gratificatie van f 25,- toegekend. Op 25 maart 1841 een gratificatie van f 15,-. Op een verzoek om een gratificatie dd 29 april 1841 wordt negatief gereageerd “als zijnde aan haar nog voor een maand geleden een gratificatie toegekend. Maar per 24 juni 1841 weer een gratificatie van f 10,-. En op 28 oktober 1841 weer f 20,-. Per 27 januari 1842 weer f 15,-.Per 21 januari 1843 weer f 20,-.042.
In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 24 november 1829 is binnengekomen: “een verzoek van de huisvrouw van kapt. J.B.Frerichs voerende het schip l’Actif om het lange achterwege blijven van gemelde haren man eenige ondersteuning verzoekende met berigt aan de vergadering het bestuur besloten had de Betaling der contributien zoo lang te mogen verschuiven tot de terugkomst haren man”023.
In de Algemene Vergadering van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop van 31 juli 1832 wordt melding gemaakt van een bestuursbesluit van 29 juni 1832 om “aan H.Nagel huisvrouw van J.B.Frerichs … eene gratificatie toe te staan van f 12,- ‘smaands”.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 03 november 1835 wordt vermeld dat aan de weduwe van kapitein J.B.Frerichs een gratificatie is toegekend van f 75,-023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 14 februari 1837 van Zeemanshoop staat de mededeling omtrent de Weduwe van kapitein Frerichs, geboren Nagel “verzoekende eenige onderstand aan welke weduwe met aanmerking dat haar man een der 20 eerste Leden van het College is geweest en uit hoofde van hare hoogte ongelukkige omstandigheden, eene gratificatie van f 50,- is toegekend”.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 21 november 1837 staat een “herhaalde aanvrage van de Wed. J.F.Frerichs om onderstand en berigt dat het Bestuur heeft besloten om aan de heer Matzen f 25,- ter hand te stellen ten einde naar gelang der omstandigheden aan die Weduwe uit te keeren.”023.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen 31 maart 1840 en die van 15 december 1840 staan de mededelingen dat wederom aan H.Nagel wed. Frerichs een onderstand van f 25,- is toegekend. In de notulen van 06 april 1841 wordt haar een gratificatie van f 15,- verstrekt. In de notulen van 20 juli 1841 een gratificatie van f 10,-. in de notulen van 16 november 1841 een toekenning van f 20,-. In de notulen van 22 februari 1842 een gratificatie van f 15,-. In de notulen dd 07 februari 1843 een gratificatie van f20,- 023.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop dd 21 mei 1844 staat het bericht “dat de Wed. J.F.Frerichs aan het Bestuur heeft te kennen gegeven dat de Wed. C.J.Jonker trekster uit het fonds op den 9e April jl is overleden en verzocht dat aan haar als eenige erfgenaam mogt worden uitgekeerd de maandelijksche uitkeering: dat dit verzoek is toegestaan.”023
In bovenvermelde notulen is wisselend sprake van de wed. J.B. en J.F. Frerichs. Som staat en in het geheel geen initiaal. Ik weet niet of het hier om verschillende personen gaat of dat er van verschrijvingen sprake is. Voor de zekerheid neem ik beiden op. Aan de genealoog van het geslacht Frerichs de taak om dit verder ui te zoeken.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
18 1825 kof Mars geen opgave
1826 brik Onderneming Amst.Reederij-Societeit
1827 geen opgave van schip en boekhouder
1828-1830 brik Actif geen opgave
1831 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.D.(moet zijn J.B.) Frerichs als gezagvoerder gedurende:
* 1823 t/m 1826 van de kof “Mars”, bouwgegevens ontbreken, 178 ton o.m., varend voor Jutting, geen thuishaven vermeld;
* 1827 op de brik “Onderneming”, gebouwd in 1826 te Amsterdam. Het schip liep op 20 juli 1826 op de werf De Zwarte Raaf van stapel onder gezag van scheepsbouwmeester F.Baay. Het schip mat 216 ton o.m. en voer voor de Amsterdamsche Reederij-Societeit te Amsterdamzie ook 013.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 17 seeptember 1818114
Advertentie. J.H. de Witt, J. Tentye, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 21 september 1818, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd MARS, gevoerd door kapt. J.B. Frerichs, lang over steven 95 voet, wijd 22 voet 10 duim, hol 10 voet 7 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.
In het Archief van de Amsterdamsche Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van J(oh)an Barend Frerichs op de:
“Vr. Gezina”, dd 17 december 1813; 28 april 1814;
“Mars”, dd 21 augustus 1815; 18 september 1816; 17 juni 1817; 01 december 1818; 20 augustus 1819; 16 mei 1820; 15 april 1822; 27 september 1823;
“Onderneming”, dd 29 november 1826;
“Active”, 20 maart 1828.
Familiegegevens en opleiding
A.A.Herman was getrouwd met Maria Kik, geboren op 12 april 1795 en overleden op 14 november 1880.118
Albertus Anton Herman werd geboren te Amsterdam op 09 november 1796.
Hij trouwde met Maria Kik, geboren te Amsterdam 12 april 1795. Het echtpaar kreeg een zoon op 23 oktober 1822 en een dochter op 16 september 1824.
Albertus overleed in 1848.
Anthon Albertus Herman (dus omkeer van de voornamen) werd vlg. doopceel nr.1102 gedoopt op 09 november 1796 te Amsterdam. De ouders waren Folkert Herman, van Lier, gereformeerd, en Forske Rippinga, van Lier, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 29 april 1809 was de vader overleden en dreef de moeder een "commenijswinkel" in de Tichelstraat 58 te Amsterdam. Anthon was toen 13¼ jaar, 5 voet lang en had de kinderziekten gehad. Vanaf 01 juli 1809 werden de vorderingen in 3-maandelijkse rapporten bijgehouden met als bijzonderheden:
15 februari 1812 "als Ledemaat aangenomen".
15 april 1812 "geplt op de cadettenbrik Irene om te kruisen"
01 september 1812 "Examens gedaan"
05 november 1813 "van de brik terug"
18 april (1814?) "door den Minister van Marine als apprentif Marin aangesteld".
03 mei (1814?) "naar Texel vertrokken".004(531/1102).
In het overzicht van Vreugdenhil en van Sluijs omtrent marineschepen014 wordt als enige brik uit vermelde periode genoemd de “Irene” ,(ex. “Havik”, ex “Kitty”) in 1806 te Amsterdam gebouwd, in 1807 te water gelaten en in 1810 voor 23/24 ste gereed. Het schip werd in 1813 omgewisseld voor een Engelse brik en verkocht. De Engelse brik, oorspronkelijk “Grashopper’, werd herdoopt tot “Irene”. Een gezagvoerder wordt niet vermeld.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.A.Herman (adres de Vereeniging) werd met vlagnummer 70 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Verdere gegevens zijn in het inschrijfregister niet vermeld002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 01 september 1824 werd A.A.Herman, oud 28 jaar, wonende in de Vinkenstraat bij de Brouwersgracht, aangenomen als effectief lid op voordracht van T.C.Claus en met vlagnummer 70023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 mei 1849 staat dat per 01 februari 1849 een uitkering wordt toegekend aan de weduwe van kapitein A.A.Herman voor haar en 1 kind.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 07 november 1825003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 maart 1849 verzoekt M.Kik, de weduwe van kapitein A.A.Herman om een uitkering. Deze wordt haar en 1 kind toegestaan per 01 februari 1849 in de vergadering van 26 april 1849.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
70 1825-1826 fregat Margaretha Johanna R.le Chevallier & P.Portielje
1827-1828 brik de Onderneming Amsterdamsche Reederij-Societeit
1829-1831 fregat de Surinaamsche Vriend J.J.Poncelet & Zn
1832-1835 fregat de Vereeniging idem
38 1836-1842 fregat de Vereeniging idem
1843 geen opgave van schip en boekhouder
1844-1848 fregat Admiraal Tromp B.D.Bossche
Bouma025 en van Sluijs013 noemen A.A.Herman als gezagvoerder gedurende:
* 1826/27 op het 3/m-schip “Margaretha Johanna”, bouwjaar en -plaats en tonnage niet vermeld; varend voor R. le Chevalier & P.Portielje te Amsterdam. Het schip kwam op 26 maart 1827 in veiling (Amsterdamsche Courant 18 maart 1827);
* 1828/1829 op de brik “Onderneming”, gebouwd in 1826 te Amsterdam. Het schip liep op 20 juli 1826 op de werf De Zwarte Raaf van stapel onder gezag van scheepsbouwmeester F.Baay. Het schip mat 216 ton o.m. en voer voor de Amsterdamsche Reederij-Societeit te Amsterdamzie ook 013;
* 1830 t/m 1832 op het 3/m-schip “de Surinaamsche Vriend”, gebouwd in 1803, 240 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam;
* 1833 t/m 1843 op het 2-deks 3/m-schip de “Vereeniging”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 411 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam. Het schip werd op 17 juli 1843 te Amsterdam geveild. (Handelsblad 17 juli 1843);
* 1845 t/m 1849 op het 3/m-schip de “Admiraal Tromp”, op 25 augustus 1836 te Amsterdam op de werf de Oranjeboom te water gelaten onder scheepsbouwmeester A.de Graaf. Het schip mat 751 ton o.m. en voer voor B.D.Bosscher te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" in Straat Madoera op weg naar Banjoewangi057:
17 maart 1839 "... Praaijde Kaptijn Herman schip Vereeniging ...".
19 maart 1839 "... te 3u praaijde kaptijn Herman schip Vereeniging ...".
Het fregat "De Vereeniging" onder gezag van Albert Anton Herman en met 20 manschappen dateerde de monsterrol 06 juni 1838 met bestemming Batavia. De boekhouder was J.J.Poncelet011.
Op 15 maart 1832 komt Simon Halfweg als ligtmatroos op de “Vereeniging” onder kapitein A.A.Hermans voor een reis naar Batavia waarvan hij op 06 februar 1833 terugkeert. 004/993-1604
A.A.Herman verzorgde per 17 januari 1846 vanuit Nieuwediep met de “Admiraal Tromp” een troepentransport van 4 officieren en 90 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 juni 1847 na 147 dagen. Onderweg was 1 militair gedesteerd065.
Nan Halfweeg te Leidschendam bericht op 09 maart 2006 het volgende:
Een logboek van Simon Halfweeg als ligtmatroos beschrijft een reis van Amsterdam naar de Oost.
Deze (aanvang juli 1832) “gaat via Baltimore met landverhuizers uit de Pfaltz. In de Oost ligt het schip enige weken in Sourabaja. Daarnaast nam zijn schip deel aan een “pacificatietocht”op de rivieren Soensang en Djambi (Palembang) in konvooi met Z.M.Kanonneerboten Nos. 8 & 9. Bij deze reis zijn noch de naam van het schip noch die van de gezagvoerder genoemd. Uit de aantekening “Vorige Reis” achter “duffelsche pijjekkers” in de uitrustinslijst (16 maart 1832 – zie bijlage), zou men kunnen afleiden dat die vorige reis gemaakt is met het fregat “Cornelia Sara” onder kap. Leeuwerik (217) die in de staat van dienst van de Kweekschool voor de Zeevaart genoemd is. De naam “Vereeniging” onder kapt. A.A.Herman komt voor op die uitrustingslijst.
Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, kapr. S.Veenstra Stadsarchief Amsterdam 491-216
22 februari 1835 “… op de ree (van Passoeroeang) gekomen kapt. Hermans…”
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Willem van Barneveld Kooij werd op 17 mei 1815 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/1212). Hij werd volgens doopcedule nr.1212 gedoopt op 25 februari 1802 (vermoedelijk) te Wageningen. Zijn ouders waren Willem Kooij Jr, afkomstig uit “Heussen in Gooyland”(=Huizen in ‘t Gooi - zie van der Aa Geografisch Woordenboek), gereformeerd, en Magdalena van Barneveld uit Amsterdam, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving waren beide ouders nog in leven en woonachtig in Hattem. De vader was commies-ontvanger te Hattem. De inschrijvingskosten waren ¦240,- ‘s jaars “dewelke de grootvader des jongelings de heer Willem van Barneveld alhier (d.i. Amsterdam), aangenomen heeft te betalen”.
Bij de inschrijving was Gerrit Willem ruim 13 jaar, 55 duimen lang en “Is gevaccineerd en heeft daarenboven de kinderziekte gehad”.
Vanaf 01 juli 1815 werd er 3-maandelijks gerapporteerd omtrent het genoten onderwijs:
“1 april 1816 ... Kt (kent) bestek stellen op de pl.kaart ...
1 octb 1816 ... hoog en laag water ...
17 octob 1816 geplt als cajuitwachter op het schip de Vrouw Jeanne Captn B.Calgreen na Suriname.(Barend Calgren dateerde per 16 oktober 1816 een monsterrol van de “Vrouwe Jeanne”011).
16 Augt 1817 terug van de reise met goede attestatie
1 octob 1817 ... heeft weinig op reis vergeten en is aan de miswijzing van het kompas
26 april 1818 geplt als jong matroos op het schip Henriette Capt Staghouwer naar Suriname (kapitein Pieter Carel Staghouwer dateerde per 25 april een monsterrol van de “Henrietta”011)
2 decemb 1818 terug van de reise met goede attestatie
11 januarij 1819 verzoekt en bekomt zijn ontslag en honorabele attestatie met certificaat van vrijstelling van de nat. militie”.004-531/1212.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.W. van Barneveld Kooij werd met nr. 305 effectief lid van Zeemanshoop per 17 oktober 1829 op voorspraak van L.H.Wildschut. Zijn schip was de “Koning der Nederlanden”. Hij werd daarna honorair lid002.
Gerrit Willem van Barneveld Kooij met als adres de heer D.van den Berg “over het Zeeregt” te Amsterdam, oud 28 jaar, voerende de brik de Onderneming, werd per 10/17 november 1829 met vlagnummer 305 voorgedragen/benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein L.Wildschut023.
G.W. van Barneveld Kooij was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1829 t/m 1844 met vlagnummers 305 (1829 t/m 1836) en 200 (1836 t/m 1844).
G.W.van Barneveld Kooij was van 1836-1860 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart staat vermeld dat G.W. van Barneveld Kooij zijn effectieve lidmaatschap in een honorair lidmaatschap wil omzetten, waarmee het Bestuur accoord gaat.042.
In de Algemene Vergadering van 02 april 1844 is toegestaan dat kapitein G.W.van Barneveld Kooy zijn effectief lidmaatschap omzet in een honorair lidmaatschap.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
305 1829-1831 brik de Onderneming Amst.Reederij-Societeit
1832-1835 fregat Holland idem
200 1836-1839 fregat Koning der Nederlanden B.W.van Straten, Amsterdam
1840 geen opgave van schip en boekhouder
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
G.W.Barneveld Kooij Koning der Nederlanden 1837-1840 4 4
Bouma025 vermeldt G.W.van Barneveld Kooy als gezagvoerder gedurende:
* 1830 t/m 1832 op de brik “Onderneming”, gebouwd in 1826 te Amsterdam. Het schip liep op 20 juli 1826 op de werf De Zwarte Raaf van stapel onder gezag van scheepsbouwmeester F.Baay. Het schip mat 216 ton o.m. en voer voor de Amsterdamsche Reederij-Societeit te Amsterdamzie ook 013;
* 1831 van de 3/m pink “Mercurius”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 274 ton o.m., varend voor de Amst. Reederij Sociëteit te Amsterdam; (jaaropgave klopt niet met de vorige);
* 1833 t/m 1837 op het 3/m schip “Holland”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 365 ton o.m., varend voor de Amsterdamsche Reederij Sociëteit te Amsterdam;
* 1838 t/m 1840 op de brik “Koning der Nederlanden”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 807 ton o.m., varend voor B.W.van Straten te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Gerrit Willem van Barneveld Kooy als gezagvoerder op de:
“Onderneming”, dd 21 april 1830; “Mercurius”, dd 15 mei 1830, 16 februari 1831; “Holland”, dd 02 augustus 1832, 03 april 1834, 24 maart 1835; “Koning der Nederlanden”, dd 12 mei 1837; 02 augustus 1838.
Overige bijzonderheden
De “Astrea” voor anker iets ten W. van Batavia057:
28 oktober 1833 “... om 11u passeerden ons het schip Holland kapt.Kooij gaande naar het vaderland ...”.
Andries Pieter Sandberg werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart per 19 mei 1837 als ligtmatroos geplaatst op de “Koning der Nederlanden” onder kapitein G.W.van Barneveld Kooy voor een reis “naar Batavia voor Amsterdam”. Sandberg keerde op 07 juli 1838 op school terug004-532/1741.
Het fregat “Holland” onder gezag van Gerrit Willem van Barneveld Kooij en met 20 manschappen dateerde de monsterrol op 02 augustus 1832 met bestemming Baltimore via Batavia. Boekhouder de Amsterdamsche Reederij Societeit011.
G.W.van Barneveld Kooy verzorgde per 20 september 1837 vanuit Nieuwediep met de “Koning der Nederlanden” een troepentransport van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 14 november 1837 na 117 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.
Familiegegevens en opleiding
Jappe Engels werd geboren te Hindeloopen op 13 maart 1791 als zoon van AldertJjans en Eelkje Pieters.
Hij was gehuwd met Eeuwke Annes Lammerts, geboren/gedoopt te Hindelopen op 27 november/16 december 1792. als dochter van Anne Sytjes en Eelk Folkerts. Zij overleed in 1856 (?te Buiksloot).
Opregte Haarlemsche Courant 24 mei 1834114
Advertentie. Heden trof mij de gevoeligste slag mijn’s levens, door het treurige bericht, dat het God behaagd heeft, mijn hartelijk geliefde man Jappe Alderts Engels, kapitein op Indië, op de uitreize van Amsterdam naar Batavia (opm: op de brik ONDERNEMING), op den 25ste november 1833, in het 43ste jaar van zijn voor mij en onze kinderen zo dierbaar leven, na ene echtverbintenis van circa 20 jaren, door den dood te doen eindigen, mij nalatende acht kinderen, waaronder een zuigeling; de overigen bewenen met mij, nevens mijne ouders, verdere aanverwanten en deelnemende vrienden, dit voor mij zo treffende verlies; de gedachte dat God in Christus onze Vader blijft, sterke en trooste mij.
Buiksloot, 21 mei 1834.E.A. Lammerts, wed. J.A. Engels.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Engels werd met nr. 147 per 31 januari 1826 lid van Zeemanshoop op voorspraak van F.A.Lammerts. Zijn schip wordt niet genoemd002.
In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 24/31 januari 1826 wordt als effectief lid voordragen/benoemd Jappe Aldert Engels, oud 34 jaar, wonende in de Bikkerstraat 45 te Amsterdam. Degene die de voordracht deed is niet vermeld, zijn vlagnummer werd 147023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 25 november 1833. 003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Aan de weduwe Engels werd op 28 augustus 1834 een uitkering toegekend wegens het overlijden van haar man ingaande 01 augustus 1834.118
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 september 1834 staat een klacht van de weduwe Engels dat haar uitkering pas op 01 augustus j.l. is ingegaan terwijl de weduwe van Zameren de uitkering kreeg per 01 mei. Het Bestuur wijst erop dat er verschillen zaten in de datum van de twee verzoeken en dat er inmiddels tevens een reglementswijziging is opgetreden, op grond waarvan de verschillen zijn te baseeren. 042.
In de Algemene Vergadering van 02 september 1834 staat vermeld dat de weduwe van kapitein J.A.Engels, geboren E.A.Lammerts plus haar vijf kinderen een uitkering krijgt023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
147 1825 kof Weltevreden geen opgave
1826-1828 galjoot Welbedacht A.S.Lammerts
1829-1831 fregat Mercurius Amst.Reederij-Sociëteit
1832-1834 brik Onderneming idem
Bouma025 vermeldt J.A.Engels als gezagvoerder gedurende:
* 1819 t/m 1829 van de galjoot “Welbedacht”, gebouwd in 1800, bouwplaats niet vermeld, 280 ton o.m., varend voor A.S.Lammerts te Amsterdam;
* 1826 van de kof “Weltevreden”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. De opgave is volgens Zeemanshoop maar staat niet in Veritas;
* 1830 van de 3/m pink “Mercurius”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 274 ton o.m., varend voor de Amst. Reederij Sociëteit te Amsterdam;
* 1833 t/m 1834 (moet gezien het overlijdensjaar 1833 zijn) op de brik “Onderneming”, gebouwd in 1826 te Amsterdam. Het schip liep op 20 juli 1826 op de werf De Zwarte Raaf van stapel onder gezag van scheepsbouwmeester F.Baay. Het schip mat 216 ton o.m. en voer voor de Amsterdamsche Reederij-Societeit te Amsterdamzie ook 013;
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jappe Alderts Engels op de:
“Vertrouwen”, dd 24 mei 1816; 17 juli 1816; 05 april 1817; 29 juli 1817.
“Welbedagt”, dd 07 mei 1819; 06 augustus 1819; 14 april 1820; 10 augustus 1820; 02 mei 1822; 05 april 1824; 02 juli 1824; 13 september 1824; 22 april 1825; 02 augustus 1825; 17 maart 1826; 23 juni 1826; 20 maart 1827; 03 juli 1827; 25 april 1828; 04 juli 1828; 24 september 1828;
“Mercurius”, dd 09 april 1829;
“Onderneming”,dd 28 maart 1831; 13 maart 1832 en 11 juni 1833.
Overige bijzonderheden
Het Archief van de Waterschout in Amsterdam bevat monsterrollen van de galjoot “Welbedagt” onder gezag van kapitein Jappe Alderrt Engels uit Hindelopen met de bestemmingen Oostzee op 10 april 1824, Nerva op 10 juli 1824, op avontuur op 10 september 1824, Riga op 09 april 1825, Riga op 10 augustus 1825, de Oostzee op 10 maart 1826 en Riga op 10 juli 1826.
Rotterdamsche Courant 10 januar 1818114
Amsterdam, 8 januari. Den 31 december (opm: 1817) is te Hull lek binnengelopen het Fluitschip HET VERTROUWEN, kapt. J.A. Engels, van Nerva naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 15 januari 1818114
Amsterdam, 13 januari. Het Fluitschip HET VERTROUWEN, kapt. J.A. Engels, van Nerva naar Amsterdam gedestineerd, te Hull lek binnengelopen zat den 31 december op het Holmsand, in de Humber. Volgens een brief van de kaptein, in dato Hull den 7 januari, was het schip den 2 en 3 dito door de harde Zuid-Oosten wind nog meer op het strand gezet en liep het water daar in en uit, zo dat het niet weder af te brengen zou zijn.
Rotterdamsche Courant 05 februari 1818114-
Amsterdam, 3 februari. Het fluitschip HET VERTROUWEN, kapt. J.A. Engels, van Amsterdam naar Nerva gedestineerd, op de Humber gestrand, is, volgens rapport, den 23 januari in vlot water en zonder roer, met behulp van twee loodsschuiten, voor de haven van Hull gebragt.
Rotterdamsche Courant 14 juli 1821114
Amsterdam, 12 juni. Te Texel is binnengekomen het schip HET SCHOON VERBOND, kapt. P.F. Wegener, van Batavia, in 98 dagen, is den 1 maart van daar vertrokken. Bovengemelde kapitein heeft den 7 dezer, tussen Lezard en Goudstaart (opm: Lizard resp. Start Point), in goede staat gepraaid het Nederlands galjootschip WELBEDACHT, kapt. J.A. Engel, van Marseille naar Riga; alles was wel aan boord.
In Terschelling is binnengekomen H.G. Prins, van Krageroe.
Rotterdamsche Courant 14 juli 1821114
Amsterdam, 12 juli. Den 5 dezer is door de Texelse loodsschipper D. Krijnen, op de hoogte van Texel, 5 mijlen aan zee, in goede staat gepraaid het galjootschip WELBEDACHT, kapt. J.A. Engels.
Rotterdamsche Courant 06 augustus 1822114
Amsterdam, 4 augustus. Het schip WELBEDACHT, J.A. Engels, van Riga naar Brest, is 31 juli, hebbend de wind west, met stijve koelte, op de hoogte van Texel 4 mijlen van de wal, in goede staat gepraaid door de loodsschipper F.J. Kreijnen.
Rotterdamsche Courant 26 november 1822114
Amsterdam, 23 november. Van Elseneur wordt van den 6 november gemeld, dat de harde wind uit het Z.Z.O. en Z.W, met zeer weinig tussenpozing, nog aanhield. Vele schepen hadden daardoor ankers en touwen verloren en andere schade bekomen.
De Nederlandse schepen WEL BEDACHT (opm: galjoot WELBEDAGT), kapt. J.A. Engels, van Riga naar Cherbourg, en de TWEE GEBROEDERS (opm: mogelijk kof), kapt. E.R. Borchers, van Riga naar Rotterdam, hadden derzelver reizen voortgezet. Men vreesde vele zeeschaden te zullen vernemen.
AH 220734
Binnengekomen Texel, 20 juli. ONDERNEMING, kapt. R. Dekker, voor wijlen J.A. Engels, van Batavia; EOLUS, kapt. G. Zwanenburg, van Lissabon.
Datum vanaf: |
1831 |
Kapitein: |
Engels, Jappe Akderts |
Overige informatie: |
Jappe Alderts Engels: * Hindelopen 13.03.1791, † 25.11.1833 op de ‘Indische Zee’, a/b de ONDERNEMING.
Den zesden dag der maand augustus van ’t jaar achtien honderd vier en dertig, ten half een ure voor den middag.
Acte van overlijden van Jappe Aldert |
Familiegegevens en opleiding
Rikkel Dekker werd geboren op 14 november 1799 te Texel als zoon van Harmen/Harmanus Dekker en HendrikaKersenmakers/Kaarsenmaker.
Hij huwde voor de eerste maal met Cornelia Smit ,geboren te Texel op 11 september 1800.als dochter van Klaas Smit en Catharina Keesing. Zij overleed op 25 mei 1843 te Amsterdam des namiddags 7 uur, 42 jaar, getrouwd met Riekel Dekker.
Rikkel trouwde voor de tweede maal als zeeman op 23 april 1846 te Amsterdam met Anna Sophia Gosling, zonder beroep, geboren op 09 mei 1814 te Amsterdam als dochter van de schoenmaker Joseph Gosling en Johanna Reegers. Anna overleed op 17 mei 1889 te Amsterdam ’s middags half acht op de Nieuwendijk 96, 75 jaar, weduwe van Rikkel Dekker.
Van Rikkel, benoemd als Richel, is er een akte uit Bloemendaal dat hij aldaar op 05 juli 1854, koopvaardijkapitein, geboren te Texel, is overleden. stadsarchief Amsterdam
In het Bevolkingsregister 1851-53 (-64) van Amsterdam staat Riekel Dekker, geboren 14 november 1799 op Texel, gehuwd, Rooms Katholiek, wonend van 1839-1853 op de Nieuwendijk 139 te Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.Dekker Hz werd met vlagnummer 397 effectief lid van Zeemanshoop per 16 september 1834 op voorspraak van J.H.Seepe. Zijn schip was de "Holland"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van 09/16 septmber 1834 van het college Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Rikkel Dekker, oud 34 jaar, voerend de brik “Onderneming”, wonend te Texel met adres en op voordracht van kapitein J.H.Seepe. Zijn vlagnummer werd 397023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 18 mei 1838003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 februari 1851 staat het volgende: “Brief van kapt. R.H.Dekker berigtende een geheel nieuw toestel op het compas te hebben uitgevonden en verzoekden hetzelve ter bezigtiging in het collegie te mogen stellen.”.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 19 april 1853 vraagt de huisvrouw van kapitein Rikkel Dekker, geb. Goslings om een uitkering voor haar man “uit hoofde van krankzinnigheid”, die hem in de vergadering dd 28 april 1853 wordt toegekend voor 12 maanden ingaande 01 mei 1853. verlenging met 12 maanden per 04 april 1854.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 augustus 1854 vraagt A.S.Gosling, de weduwe van kapitein R.Dekker, om een uitkering, die haar in de vergadering dd 28 september 1854 wordt toegekend met ingang van 01 augustus 1854.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 15 april 1851 wordt mededeling gedaan van een :
“Brief van Kapitein R.H.Dekker berigtende een geheel nieuw toestel op het compas te hebben uitgevonden en verzoekende hetzelve ter bezigting en ter beoordeeling van het Collegie te mogen stellen en het deswege uitgebragt verslag van de Heeren J.A.de Haas en Jb Swart overeenkomstig hetwelk aan kapitein Dekker van de beoordeling is kennis gegeven.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 juni 1853 staat de mededeling dat per 01 mei 1853 een uitkering is toegekend aan kapitein R.Dekker, voorlopig voor een periode van 12 maanden. Deze werd gecontinueerd voor nog eens 12 maanden in de notulen van 25 april 1854023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 17 oktober 1854 staat dat per 01 augustus 1854 een uitkering wordt toegekend aan de weduwe van kapitein R.Dekker.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
397 1834-1835 brik de Onderneming Amst.Reederij Societeit
284 1836-1837 brik de Onderneming idem
1838 bark Holland J.H.Hackman Asschenbergh
1839-1852 bark Holland van Santen en Asschenbergh
1853 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 en de Amsterdamse Almanak voor Koophandel en Zeevaart vermelden R. Dekker Hz als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1838 op de brik “Onderneming”, gebouwd in 1826 te Amsterdam op de werf de Zwarte Raaf onder gezag van scheepsbouwmeester F.Baay. Het schip mat 216 ton o.m. en voer voor de Amsterdamsche Reederij-Societeit te Amsterdam. Het schip werd in 1838 verkocht en herdoopt in “Heppens”. R.Dekker verving op 30 juni 1834 de overleden kapitein J.A.Engelszie ook 013;
* 1839 op het fregat “Holland”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 365 ton o.m., varend voor J.H.Hackman Asschenberg te Amsterdam;
* 1839 t/m 1852 op hetzelfde schipmaar nu voor rederij van Santen & Asschenberg te Amsterdam.
(Bouma vermeldt aanvankelijk ene B.Dekker, maar gezien de opgaven in de AAKZ moet dit een fout zijn.
In het Register van Schepelingen nummer 19 staat de registratie per 13 november 1846 van Riekel Dekker als gezagvoerder van de bark “Holland”011b.
Overige bijzonderheden
Johannes Wamsteker werd per 12 augustus 1841 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip de “Holland” onder kapitein Dekker voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij was per 05 juli 1842 weer terug op school004-532/1835.
“1847 - 7 Januari, op reis van N.Diep naar Havana als matroos a.b. Kapt. Dekker; tijdens een hevig onweder schoot een bliksemstraal tusschen het groot- en fokkewant door, zonder iets te beschadigen; 4 der matrozen, die daar in de nabijheid waren, waaronder ook ik, werden over het geheele lichaam verdoofd en twee onzer bewusteloos; wij kwamen echter gelukkig spoedig weder bij”.
Uit het dagboek van J.G.de Roever, zoals vermeld in het artikel “Eenige voorvallen uit mijn zeemansloopbaan” door J.C.de Roever, opgeschreven in “Ons Zeewezen”, 33, p.256, 1933.
In het dagboek van Johan Gerrit de Roever (1841-1878) wordt verslag gedaan van zijn reizen. Dit dagboek is in bezit van mevr. J.H.A.de Graaf-de Roever, Ravellaan 20, Heemstede terwijl een transcriptie zich bevindt bij de Vereniging Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn.
De volgende reis werd gemaakt op het fregat de “Holland” onder kapitein R.Dekker.
* Amsterdam - Havana - Matanzas - Amsterdam.
13 november 1846 - 29 april 1847. Matroos, 21 jaar.
Datum vanaf: |
1834 |
Kapitein: |
Dekker Hz, Richel/Rikkel/Riekel |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
397 |
Overige informatie: |
Riekel (Reinder Reint) Dekker: * Texel circa 1800, † Bloemendaal 05.07.1854
1835 Zeemanshoop, Nº. 397
1837 Collegie Zeemanshoop, met No. 284
|
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Dirks Swart werd geboren te Terschelling als zoon van Dirk Gerrits Swart en Aaltje Sipkes Schaap.
Hij trouwde te Terschelling op 27 januari 1822 met Jantje Lammerts Swart, 35 jaar, geboren te Terschelling als dochter van Lammert Swart en Antje Klasen Schaap. Zij overleed te Terschelling op 22 maart 1855, 68 jaar, weduwe
Gerrit overleed in 1844.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.D.Swart werd met vlagnummer 427 per 21 augustus 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.L.Swart. Als zijn schip is vermeld de “Heppens”. Toegevoegd is “overleden” 002.
G.D.Swart en zijn vrouw waren ten tijde van de inschrijving beiden 52 jaar. Ingeschreven staan twee zoons, geboren in 1823 en 1828. Toegevoegd is “overleden” 002a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 augustus 1844 vraagt de wed. G.D.Swart, geb. J.L.Swart uit Terschelling om een uitkering. Deze wordt haar in de vergadering van 26 september 1844 toegekend per 01 augustus 1844.042.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 14/21 augustus 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Gerrit Derks Swart, oud 51 jaar, voerend de brik “Heppens”, afkomstig van Terschelling en met als adres en op voordracht van kapitein G.C.Swart te Amsterdam023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 oktober 1844 wordt aan de weduwe van kapitein G.D.Swart per 01 augustus 1844 een uitkering verstrekt.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
427 1838-1843 brik Heppens Gebr.Reelfs
Bouma025 vermeldt G.D.Swart als gezagvoerder gedurende:
-
* 1839 t/m 1844 op de brik “Heppens” ex Onderneming, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 208 ton o.m., varend voor de Gebr. Reelfs te Amsterdam;
Van Sluijs013 vermeldt hem in 1837 als gezagvoerder van de “Zeevaart”, maar die wordt niet in Bouma025 vermeld.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Hermanus de Boer werd geboren op Vlieland op 18 november 1812.
Hij huwde te Nieuwendam op 10 juni 1838 met Wilhelmina Siderius, geboren te Nieuwendam op 22 januari 1814. Na het overlijden van Hermanus de Boer hertrouwde zij op 26 april 1866 met Gerrit Poulus Johannes Lans, die overleed op 19 augustus 1884. Haar adres was bij dat laatste overlijden Nes 90 te Amsterdam. Zij overleed op 03 december 1890.118
In het Bevolkingsregister 1851-53 (-64) van Amsterdam staat Hermanus Gerrits de Boer, geboren 18 november 1812 op Vlieland, gehuwd, Nederlands Hervormd, en wonend in de Buiten Bantammerstraat 4 te Amsterdam.
Hermanus overleed op 23 augustus 1858 op de rede van Amoy.
Gegevens ook ontleend aan de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 oktober 1884 – 491-39.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.de Boer, adres Kleine Kattenburgerstraat boven Nr.142, werd met nr.685 effectief lid van Zeemanshoop per 09 juli 1844 op voorspraak van W.C.Ran. Zijn schip was de “Heppens”002. Ten tijde van de inschrijving waren de Boer en zijn vrouw 31 en 30 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1839. Toegevoegd is “overleden” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van 02/09 juli 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Hermanus de Boer, oud 31 jaar, voerend de brik “Heppens”, wonend in de Kleine Kattenburgerstraat boven nr. 142 te Amsterdam, op voordracht van kapitein W.C.Ran.023.
Hermanus de Boer werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 april 1850.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1859 vraagt de wed. H. de Boer, geb. Siderius om een uitkering, welke haar in de vergadering van 24 februari 1859 wordt toegekend ingaande 01 november 1858.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 september 1884 vraagt de wed. G.J.P. Lans geb. Siderius, eerder de weduwe van Hermanus de Boer om herstel van uitkering welke haar in de vergadering van 30 oktober 1884 wordt toegekend ingaand 01 november 1884.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 maart 1859 staat vermeld dat per 01 november 1858 een uitkering is toegekend aan de weduwe H. de Boer geb. Siderius.023.
In de notulen dd 19 juni 1866 van de Algemene Vergadering staat de mededeling dat W.H.Lans geb. Siderius, eerder de weduwe H. de Boer is hertrouwd en bedankt voor de uitkering.023.
In de notulen dd 18 november 1884 van de Algemene Vergadering staat het verzoek tot herstel van de uitkering in de 1e klasse van de weduwe G.J.P.Lans, geboren Siderius, eerder weduwe Hermanus de Boer, hetgeen wordt toegestaan.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
685 1844-1848 brik Heppens Gebr.Reelfs
1849-1853 bark Koophandel C.E.Duijts Cz
319 1854-1858 bark Koophandel idem
1858 “overleden”
In het Schepelingenregister (Archief van de Waterschout), toegang 391, in het Rijksarchief van Noordholland staat in 1846 een Hermannus de Boer met de brik “Heppens”.
In het Schepelingenregister (Archief van de Waterschout), toegang 391, in het Rijksarchief van Noordholland staat in 1849 een Hermannus de Boer met de bark “Koophandel”.
Bouma025 vermeldt H. de Boer als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1849 van de brik “Heppens” ex Onderneming, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 208 ton o.m., varend voor de Gebr. Reelfs te Amsterdam;
* 1850 t/m 1861 van de sch.kof “Koophandel”, gebouwd in 1844 te Amsterdam, 382 ton o.m., varend voor C.E.Duyts Cz te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
D.A.Teupken Jr schilderde in 1850 de brik “Heppens”, varende in het Kanaal en met vlagnummer 685 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Het schilderij bevindt zich in de collectie van het NSM en een afbeelding is opgenomen in de publicatie van van der Plas c.s.054.
Familiegegevens en opleiding
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Andries Hansen, geboren 27 april 1807 in Denemarken, Evangelisch Luthers, vanaf 1854 wonend in de Binnen Bantammerstraat.
(niet zeker od deze vermelding hier thuishoort)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Hansen werd met nr.802 effectief lid van Zeemanshoop per 04 september 1849 op voorspraak van P.J.Feynt. Zijn schip is de "Heppens". Heeft als lid bedankt002. Ten tijde van de inschrijving waren Hansen en zijn vrouw 42 resp. 45002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 28 augustus/04 september 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd A.Hansen (alleen initialen), oud 42 jaar, voerend de brik “Heppens”, op voordracht van kapitein P.J.Feynt.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 januari 1859 meldt kapitein A.Hansen, dat hij ziek van een reis is teruggekomen.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
802 1848-1852 brik Heppens Gebr.Reelfs
1853 bark Willem en Carel Wed.van Hasselt & Co
415 1854 bark Willem en Carel idem
1855 geen vermelding van schip en boekhouder
1856-1867 bark IJstroom Wed.van Hasselt & Co
1868-1871 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.Hansen IJstroom 14 november 1860 02 juli 1861
IJstroom 24 september 1861 07 augustus 1862
IJstroom 16 september 1862 niet vermeld
IJstroom 26 september 1862 niet vermeld
IJstroom 01 juni 1864 27 februari 1865
IJstroom 20 februari 1866 16 januari 1868
Bouma025 vermeldt A.Hansen als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1853 van de brik “Heppens” ex Onderneming, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 208 ton o.m., varend voor de Gebr. Reelfs te Amsterdam. Het schip voer in 1854 voor M.C.Lapidoth te Amsterdam en was herdoopt in “Hermanus Franciscus”;
* 1854 t/m 1855 van de bark “Willem & Carel”, gebouwd in 1851 te Amsterdam, 397 ton o.m., varend voor de Wed. van Hasselt & Co te Amsterdam;
* 1857 t/m 1868 van de bark “IJstroom”, gebouwd in 1851 te Amsterdam, 379 ton o.m., varend voor de wed. van Hasselt & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1869 voor L.Houtsma te Harlingen en was herdoopt in “Phoenix”.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was A.Hansen.104.
Familiegegevens en opleiding
In een Bijlage van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 maart 1888 (Stadsarchief Amsterdam, 491-41) is een bericht van het overlijden op 10 februari 1888 van Albert J.Drijst, gehuwd met Antje Feikes, eerder weduwe van kapitein B.Stapert. Albert en Antje huwden te Rotterdam op 04 november 1855. Als huidig adres wordt vermeld Haarlemmerstraat 31, Amsterdam.042.
Een andere melding spreekt van ene A.Drijst, getrouwd met Antje Feikes, geboren 26 oktober 1832, eerder weduwe van B.Stapert en overledden 20 maart 1911
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.J.Driest, adres de heren J.van Wezel & Zn, werd met vlagnummer 730 effectief lid van Zeemanshoop per 07 april 1846 op voorspraak van C.Koert. Zijn schip was de "Jan Visser"002
Ten tijde van de inschrijving waren Driest en zijn vrouw 29 resp. 28 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 31 maart/07 april 1846 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Albert Jelkes Driest, oud 29 jaar, voerend de kof “Jan Visser”, wonend te Lemmer, met als adres de Wed. Jan van Wesel & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein C.Koert.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 april 1888 besluit het Bestuur een uitkering toe te kennen aan de wed. Drijst-Feikes ingaande 01 mei 1888.118
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
730 1846-1853 kof Jan Visser geen opgave
353 1854-1855 brik Harmannus Franciscus M.C.Lapidoth
1855-1873 brik Wildeman idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.J.Driest Wildeman 05 oktober 1859 26 april 1861
Wildeman 03 augustus 1861 23 augustus 1862
Wildeman 11 november 1862 18 november 1863
Wildeman 05 april 1864 01 april 1865
Wildeman 09 augustus 1865 geen melding
Bouma025 vermeldt A.J.Driest als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1853 van de SchKof “Jan Visser”, gebouwd in 1846 te Lemmer, 142 ton o.m., varend voor S.W.Visser te Lemmer;
* 1855 t/m 1856 van de brik “Hermanus Franciscus” ex Heppens, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 216 ton o.m., varend voor M.C.Lapidoth te Amsterdam;
* 1857 t/m 1873 op de brik “Wildeman”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 325 ton o.m., varend voor M.C.Lapidoth te Amsterdam. Het schip voer in 1874 voor J.& J.Vinke te Amsterdam en was herdoopt in “Geertruida Cornelia”.
Overige bijzonderheden
De brik “Wildeman” onder kapitein A.J.Dries werd geregistreerd te Valparaiso en met aankomst op 27 mei 1867 van Valparaiso in Buenos Aires. Op 06 augustus aankomst te Valparaiso en op 09 september vertrek naar Montevideo. Geen aankomstdatum. In ieder geval sprake van één Kaap Hoorn ronding.121
Datum vanaf: |
1856 |
Kapitein: |
Masdorp, Eeltje Hofker |
Overige informatie: |
Eeltje Hofker Masdorp: * Alkmaar circa 1827, † Alkmaar 11.09.1869 |
|