Familiegegevens en opleiding
Evert werd geboren op 10 september 1836 te Veendam als zoon van de schipper Jan Hindriks Deddes en Alberdina Everts Kater
Evert trouwde op 19 januari 1865 te Rotterdam met Cornelia Schmid, geboren op 09 juli 1842 te Rotterdam als dochter van Johannes Christiaan Fredrik Schmidt en Aafke Wiertseman. Geen overlijdensakte gevonden van Cornelia.
Evert overleed op 02 februari 1920 te Rotterdam, 83 jaar, weduwnaar.
In Groningen zijn geen kinderen geboren, Wel kinderen geboren te Rotterdam, maar de gegevens op internet vermelden geen beroep van de vader.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.J.Deddes was met vlagnummer R69 in de periode 1870 t/m 1882 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
In het Jaarverslag 1882 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar zijn vlaggelidmaatschap heeft opgezegd. Hij bleef wèl honorair lid058.
E.J. Deddes was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege met vlagnummer F resp. 6 in de periode 1859 t/m 1869.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein E.J.Deddes met vlagnummer R69 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 van het ss. “P.Caland” 1623 last Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam
* 1877 van het ss. “P.Caland” 3070 ton o.m. Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam
* 1878, 1880, 1881 van het ss. “P.Caland” 2584 ton n.m. Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
E.J.Deddes Alberdina 16 mei 1860 26 april 1861
Bouma025 vermeldt E.J.Deddes als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1862 van de kof “Alberdina”, gebouwd in 1840 te Veendam, 136 ton o.m., varend voor J.H.Deddes te Veendam. Het schip voer in 1863 voor J.H.Wever te Pekela en was herdoopt in “Grietje de Weerd”;
* 1863 t/m 1865 van de 2-mastschoener “Poseidon”, gebouwd in 1862 te Hoogezand, 167 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1866 t/m 1868 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Rotterdam. Het schip is in 1868 verongelukt in Mexico;
* 1869 t/m 1871 van het ijzeren schroefstoomschip “Triëst”, gebouwd in 1856 te Sunderland, 719 ton o.m., varend voor M.Reuchlin & Zn te Rotterdam;
* 1872 van het schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1872 te Elshout (onjuist. zie hierna), 2040 ton o.m., varend voor Plate, Reuchlin & Co te Rotterdam;
* 1873 van het schroefstoomschip “Maas”, gebouwd in 1872 te Renfrew bij Henderson, Coulbourn & Co, 2037 ton o.m., varend voor Plate, Reuchlin & Co te Rotterdam;
* 1874 van hetzelfde schip maar nu varend voor de Nederl.Amerik.Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam
* 1875 t/m 1882 van het schroefstoomschip “`P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij.
Overige bijzonderheden
http://www.rijnmond.nl/nieuws/106161/Evert-Deddes-onbekend-maar-niet-onbemind
Evert Deddes is één van de eerste gezagvoerders van de Holland Amerika Lijn. Hij heeft veel voor de Rotterdamse maritime wereld betekend.
Na zijn carrière bij de HAL wordt Deddes directeur van het Zeemanshuis in Rotterdam. Bij zijn afscheid (1916) wordt er een fonds met zijn naam opgericht. Het Evert Deddesfonds staat jonge mensen bij die een opleiding doen op scheepvaartgebied.
De naam Evert Deddes is in Rotterdam niet heel bekend. Toch heeft Evert Deddes in hoog aanzien gestaan in de maritieme wereld. De havenbronnen uit zijn tijd dragen bij aan het fonds.
Het Maritiem Museum in Rotterdam heeft stukken uit de nalatenschap van Deddes in de collectie. De originele oorkonde van de oprichting van het Evert Deddesfonds en een zilveren bokaal die Deddes heeft gekregen ter gelegenheid van zijn 25-jarig directeurschap van het Zeemanshuis
De Harlinger Courant dd 30 oktober 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen
“Brouwershaven 28 Oct. P.Caland (s) Newyork n. Rotterdam.”
De Harlinger Courant dd 09 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen.
“Newyork 4 Dec. P.Caland (s) Rotterdam.”
-
29-30. De firma Plate, Reuchlin & Co tekende op 11 februari 1871 een contract met Henderson, Coulbours & Co te Renfrew voor de bouw van 2 schepen van ongeveer 1700 ton. “Helaas kwam er door staking vertraging in de afleverring van de bestelde schepen. In plaats van in februari vertrok het eerste schip, dat de naam ROTTERDAM ontving, op 15 oktober 1872 op zijn eerste reis met 10 kajuitpassagiers, 60 emigranten en 800 ton lading van Rotterdam naar New York. In Plymouth werd bijgebunkerd, waarna op 20 oktober de reis werd voortgezet. Het schip kwam op 5 november te New York aan”.
De eigenaars van de Rotterdam hebben nog in de rats gezeten, daar het schip iets langer was gebouwd dan was afgesproken. Daardoor was het de vraag of het zou passen in de sluis bij Helvoet. “Bij het binnenvaren van de sluis te Hellevoet stonden de timmerman op de bak en de bootsman op het achterdek … klaar met de grootste bijlen die ze hadden om, als dat nodig zou zijn, het lofwerk dat in die tijd de schepen nog sierde, radicaal in stukken te hakken. Men kan zich de opluchting van de beide reders voorstellen, toen bleek dat de sluisdeuren konden worden gesloten. Het was wel een “narrow escape”,want tussen achterdeur en sluisdeur paste nog net een kurkezak, terwijl de boeg juist de sluisdeur raakte.”
Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage