Inloggen
Gezagvoerder

Carsjens, F.M.

Naam: Carsjens, F.M.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
AERT VAN NES 1840 Fregat Sailing Vessel 8037 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Volgens aantekening van Hoedemaker038 is kapitein Carsjens, na de schipbreuk met de “Aert van Nes” (zie hierna) en de terugkomst in Nederland niet meer naar zee gegaan en heeft zich beperkt tot de binnenvaart. Hij overleed op 14 oktober 1889 op 80-jarige leeftijd.

(ik heb in de BS van Amsterdam géén overlijden rond 1889 of geboorte rond 1819 kunnen terugvinden).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geen vermelding

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 11 september 1855 wordt vermeld, dat aan kapitein F.M.Carsjens een uitkering gelijk aan een maand gage is toegekend vanwege geleden schipbreuk..023

Het was bij Zeemanshoop de gebruikelijke procedure dat aan leden uit alle rangen een maand gage werd uitgekeerd, als zij schipbreuk hadden geleden. Maar kapitein Carsjens was geen lid van Zeemanshoop en ik begrijp dus niet waarom hij deze uitkering heeft gekregen.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt F.M.Carsjens als gezagvoerder gedurende:

*    1854 op het 3/m schip “Aert van Nes”, gebouwd in 1840 te op de werf De Zwarte Raaf te Amsterdam door J.Knol. De kiel werd gelegd op 30 januari 1839 en het schip werd te water gelaten 04 december 1839, 590 ton o.m. , varend voor W.P.Pook van Baggen te Amsterdam. Het schip is op 17 april 1854 vergaan in de oostingang van de Torres Straat op het Great Detached Reef (tevens naar informatie van K.Suyk te Heiloo)

 

Overige bijzonderheden

Sprekend over de gevaren bij het bezeilen van Straat Torres zegt Pronker 052:

“Maar ook in het goede seizoen en met een zorgvuldige navigatie hield de Torres Straat route risico’s in. Als de stroom onverwacht sterk en in ongunstige richting doorstond en de wind liet het qua sterkte of richting afweten, dan kon ook een schip onder een bekwame kapitein het soms niet redden. Uit het door Kapt. F.M.Carsjens in 1855 uitgegeven boekje over het vergaan van zijn fregat “Aert van Nes” voor de ingang van Torres Straat in 1854, leren we over zo’n geval.”

 

“Het vergaan van het Nederlandsch Fregatschip AERD VAN NES, benevens de lotgevallen der bemanning, bij haar jammerlijk rondzwerven gedurende bijna zes maanden”

Beschreven door F.M.Carsjens, Gezagvoerder van dien bodem. Met eene voorrede van C.S.Adama van Scheltema, Predikant te Amsterdam.

Amsterdam. Gebroeders Kraay. 1855. 91 pp. (Aanwezig in het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam).

      In 6 hoofdstukken wordt zeer gedetailleerd de schipbreuk en de daarop volgende omzwervingen beschreven. De lezer wordt aangeraden het oorspronkelijke manuscript te raadplegen. Hierna volgt een kort uittreksel:

      “Den 4den Augustus 1853 was ik met het Fregatschip “Aerd van Nes”, varende onder Reederij van de Heeren van Baggen & Co te Amsterdam, uit Texel naar Liverpool gezeild, om aldaar beladen te worden, en dan onze reis naar Sydney, in Australië, te vervolgen, welke reis wij vrij voorspoedig mogten volbrengen, zoodat wij den 16den Februarij 1854, na een overtogt van 105 dagen, aldaar behouden arriveerden.” Van hieruit zou de reis naar Java gaan via Torres Straat. In Sydney waren 10 man van het schip gedrost, hetgeen in het vervolg van de reis een voordeel zou blijken te zijn. Vanwege de gevaarlijke route had kapitein Carsjens met kapitein Haacke van de “Alcyone” gezamenlijk op te varen. “Den 1sten April 1854 zeilden dan ook beide schepen uit Port Jackson, … “. Aanvankelijk ging de reis voorspoedig, maar door de sterke stroming raakte men bij het Great Detached rif in grote moeilijkheden. Het schip stootte, mede vanwege de hevige branding, in de nacht van 17 op 18 april 1853 op het rif te pletter. De bemanning ging in de sloepen. Het contact met de “Alcyone” ging verloren. In de ene sloep waren kapitein Carsjens; 2e stuurman H.W.Butenut; dokter A.A. van Hasselaar; timmerman J.Reuzel; kok  Petersen; ligtmatroos P.ten Caat en jongen K.Lindström. De tweede sloep was bemand met 1e stuurman H.E.Römer; 3e stuurman T.Berens; bootsman H.B.Helmers; 2e timmerman J. te Caat; zeilmaker. J. de Ruiter en de matrozen J.Bakker en H.Vrieling. Er was een redelijke hoeveelheid voedsel aan boord plus enige scheepsinstrumenten, maar erg weinig drinkwater. “We rekenden er stellig op binnen kort de Hardy-eilanden te bereiken …”. Maar dit was een misrekening en erg volgde een reeks van ontberingen en avonturen. Ik geef hierna alleen de koppen van de volgende hoofdstukken, die een overzicht geven van het verslag:

II      De bemanning der sloepen (zie hiervoor) - Onze levensmiddelen - Wij zetten koers naar de Hardy-eilanden -De sloepen geraken van elkander af - Een angstige nacht - Een doolhof van klippen - Bittere dorst - Wij vinden water en beginnen rantsoen te stellen - Ons jammerlijk rondzwerven in Straat Torres - Wij komen in open zee.

III    Overzigt van de wijze, waarop wij vermoedelijk gedoold hebben - Ons lijden op zee - Verdeeling van den overgeschoten leeftogt - Een lastig bezoek - Wij verkeeren in bittere ellende en krijgen bewoond land in ’t gezigt - Hoop op hulp en ondersteuning - Onze sloepen worden leeggeroofd.

IV     Van alles beroofd vervolgen wij onze togt - Een jammerlijke nacht - Zeven dagen van volslagen hongersnood - Wij vinden menschen en voedsel - Nieuwe gevaren, die wij ontvlugten - Na een treurig rondzwerven van acht dagen krijgen wij bewoond in ’t gezigt.

V      Wij vinden hulp en ondersteuning te Kalonna Woisoe op de Oostkust van Celebes - Mijne gewaarwordingen - Wij worden naar Lanonnan vervoerd. Ons verblijf aldaar gedurende 59 dagen - Veschillende wederwaardigheden.

VI     Vertrek van Lanonnan - Onze rampspoedige reis met eene inlandsche prauw naar Ternate - Bijgeloovigheid der inboorlingen - Een onzer lotgenooten sterft en zes hunner gaan over op een Engelsch schip - Aankomst te Ternate, waar wij voor het eerst blanke menschen wederzien - Onze menschlievende ontvangst aldaar, op Macassar en te Soerabaija - Terugkeer in het Vaderland.

In het zesde hoodstuk wordt nog melding gemaakt van het overlijden van de zeilmaker J. de Ruiter en de 2e timmerman J. te Caat. De kapitein vertrok tenslotte met het fregat “Prins Frederik der Nederlanden” naar Nederland waar hij op 15 mei 1855 arriveerde. (zie hierna het verslag van Sies Jans Rotgans).

Genealogen met voorouders, die in bovenstaande tekst worden genoemd, wordt aangeraden de tekst van dit zeer spannende en instructieve verslag te lezen. Het stuk is aanwezig in het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam.

 

Op 6 januari 1855 vertrok de “Prins Frederik der Nederlanden” vanuit Passoeroean met een lading suiker, koffie, tin en koper en een aantal passagiers waaronder “Kapt. F.M.Carsjens”. Waren de 13 january buiten straat Balie , hadden eerst nogal tegen spoed, eer wij de Z.O. te wind kregen. Hadden verder nogal goed weer, ook de Kaap rond, soo dat wij den 21 maart te Sint Helena aankwamen om water in te nemen. Vervolgden onze rijs, hadden altijd goed weer, soodat wij den 15 mei behouden in Texsel binnen kwamen, na een rijs van 124 dagen.”

Uit: Reizen en lotgevallen van Sies Jans Rotgans. Typoscript van autobiografische aantekeningen. Aanwezig in de bibliotheek van het NSM te Amsterdam en het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek.