Familiegegevens en opleiding

In het Bevolkingsregister 1851-53 (-64) van Amsterdam staat Nenno Burhoven Junius, geboren op 08 maart 1835 te Franeker, gehuwd, Nederd. Hervormd, wonend in 1861-1862op de Schans en vanaf‘1862 op de Nieuwe Herengracht 355 te Amsterdam..

Neno Burhoven Junius werd geboren 08 maart 1835 te Franeker als zoon van Petrus Hendrikus Ferdinandus Junius en Aedina Helena Burhoven Viëtor. Ouders trouwen respectievelijk als “Petrus Henricus Ferdinandus Junius” en “Aidina Helena Burhoven Viëtor”

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

N.Burhoven Junius werd met nr.784 effectief lid van Zeemanshoop per 20 augustus 1861 op voorspraak van D.van Ketwich. Zijn schip was de “Johanna Elisabeth”⁰⁰².

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat vermeld dat per 13/20 augustus 1861 als effectief lid werd ingeschreven Neno Burhoven Junius, geen leeftijd genoemd, voerend de bark “Johanna Elisabeth”, voor rekening van J.Keijzer van Bulderen, op voordracht van kapitein D. van Ketwich.⁰²³.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                   jaren                       type                  scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

        784                       1861-1863                 bark                  Johanna Elisabeth           J.Keiser van Bulderen

                                          1864                       geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt N.Burhoven Junius als gezagvoerder gedurende:

• 1862 t/m 1864 van de bark “Johanna Elisabeth” ex Herman, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 639 ton o.m., varend voor J.Keijser van Bulderen te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

NRC 07 augustus 1861¹¹⁴

Publieke verkopingen op dinsdag de 6^e augustus:….

….In de zaal op de hoek van de Scheepmakershaven en Bierstraat te Rotterdam:

• Nederlands barkschip HERMAN, groot 639 ton, voor NLG 39.500 verkocht. (opm: ca. NLG 659 per aandeel, een relatief hoge prijs; nieuwe scheepsnaam JOHANNA ELIZABETH, kapt. Neno Burhoven Junius)…..

 

NRC 11 maart 1863¹¹⁴

Batavia, 27 januari. Het Nederlandse schip (opm: bark) JOHANNA ELIZABETH, kapt. N. Burhoven Junius, 25 december van Banjoewangie naar Amsterdam vertrokken, is alhier lek uit zee teruggekomen.

 

NRC 22 oktober 1863¹¹⁴

In Simonsbaai liep op 1 dezer binnen het schip JOHANNA ELISABETH, 639 ton, kapt. N.B. Junius (opm: bark JOHANNA ELIZABETH, kapt. N. Burhoven Junius), van Batavia vertrokken op 30 juni j.l., bestemd naar Amsterdam, met 11 passagiers eerste klasse en 4 tweede klasse en geladen met suiker en tabak. Door de Amerikaanse stoomboot VANDERBILT werd dit schip van Kaap Agulhas tot aan Valschbaai (opm: Falls Bay) binnengesleept, daar het topmasten, ra’s, zeilen enzovoort verloren had.

Uit onderstaande correspondentie tussen de consul-generaal der Nederlanden en de consul van de Verenigde Staten zal het blijken, dat de commandant Baldwin van de VANDERBILT edelmoedig geweigerd heeft enige schadevergoeding voor de grote diensten te vorderen aan de JOHANNA ELISABETH bewezen. De passagiers op dit laatste schip hebben dan ook in het nummer van 10 dezer van het Volksblad hun dank aan de commandant van de kruiser betuigd. De bedoelde correspondentie luidt als volgt: Consulaat der Nederlanden. “Kaapstad, 8 september 1863. Aan de heer Walter Graham, consul der Verenigde Staten in de Kaapstad. Mijnheer ! Daar ik eerst op gisterenavond van een reis in de buiten-districten ben teruggekeerd, vernam ik op hedenmorgen van mijn vice-consul hoe geredelijk kapt. Charles S. Baldwin van de corvette der Verenigde Staten VANDERBILT hulp verleend heeft aan de Nederlandse bark JOHANNA ELISABETH, kapt. Burhoven Junius, toen laatstgenoemd vaartuig in ontredderde toestand verkeerde, wegens het verlies van topmasten, ra’s, zeilen enzovoorts, nabij L’Agulhas en dat hij dat vaartuig omtrent honderd mijlen ver, tot de ingang van Baai Valsch heeft gesleept en het dus in staat gesteld om Simonsbaai op de avond van de 1^e dezer te bereiken. Ik wens door u aan kapt. Baldwin mijn dank te betuigen voor de hulp, die hij dus aan een Nederlands koopvaardijschip heeft bewezen en hem ervan te verzekeren, dat de gereedheid met welke die hulp werd verleend en de edelmoedigheid die hij in het weigeren om vergoeding aan te nemen aan de dag legde, niet alleen op hoge prijs worden gesteld, maar ook behoorlijk zullen worden gebracht ter kennis van de regering van zijner Nederlandse majesteit. Ik heb de eer, enzovoorts O.J. Truter, Consul-generaal der Nederlanden, enzovoorts.”

Op deze brief is het volgende antwoord gezonden door de heer Graham: “9 september 1863. De heer O.J. Truter, consul-generaal der Nederlanden. Mijnheer, ik ben verzocht door kapt. Charles S. Baldwin, die nu het bevel voert over de VANDERBILT, om de ontvangst te erkennen van de dankbetuiging voor een menslievende daad, betoond aan een koopvaardijschip, dat aan een bevriend volk behoort. Daar ik de kapitein van de JOHANNA ELISABETH reeds enige dagen geleden heb te kennen gegeven dat kapt. Baldwin mij gemachtigd had om afstand te doen van zijn recht op vergoeding onder de omstandigheden, vooral daar het vaartuig behoorde aan een volk dat nog nooit zijn havens onder enige omstandigheden voor Amerikaanse oorlogsschepen heeft gesloten, heb ik nu slechts daarbij te voegen, dat het voor hem een grote voldoening is, dat hij in staat gesteld werd die hulp te verlenen. Toen ik met hem over de zaak sprak, bij gelegenheid van een onderhoud dat ik onlangs met hem had, zei hij dat indien hij, toen hij de bark praaide, in een westelijke richting was gegaan, de hulp die hij verleende, ternauwernood een dankbetuiging waard zou zijn geweest, daar de snelheid van de stoomboot daardoor met niet meer dan twee mijlen per uur zou zijn verminderd; doch daar het van groot belang voor hem was om toen juist naar het oosten te zeilen, werd de uitvoering van zijn plannen door de bewezen hulp belemmerd. Hij voegde er echter bij, dat toen hij de toestand in aanmerking nam van het vaartuig dat langer dan vijf weken had rondgedreven, hij niet kon nalaten zijn hulp te verlenen, gelijk hij gedaan heeft, hoezeer die ook in strijd mocht zijn met zijn vroeger genomen voornemens. Hopende dat deze vriendschappelijke daad iets er toe bij zal dragen om de vredelievende betrekkingen, die reeds zo lang tussen de Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika hebben bestaan, te bestendigen, noem ik mijn, enzovoorts. Walter Graham.

 

NRC 25 november 1863¹¹⁴

Kaap de Goede Hoop, 20 oktober. De kosten van reparatie van het schip JOHANNA ELIZABETH (opm: bark, zie NRC 221063), kapt. Burhoven Junius, van Java naar Amsterdam, mede met schade in de Simonsbaai binnen, zullen GBP 1750 belopen. Het schip zal spoedig klaar zijn om de reis voort te zetten.

 

Dordrechtsche Courant 30 januari 1864¹¹⁴

Zeetijdingen.

Te Texel aangekomen, 28 Januari, JOHANNA ELIZABETH, N. kapt. Burhoven Junius, van Batavia.