Inloggen
Gezagvoerder

Wildst(Wilst), Hendrik

Naam: Wildst(Wilst), Hendrik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
NEDERLAND 1805 Bark Sailing Vessel 10744 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Hendrik werd geboren/gedoopt 07 september/03 oktober 1802 te Sneek als zoon van Minnert Wilts (sic) en Antje Douwes

Hij bleef ongehuwd.

Hij overleed op 18 september 1887 te Leeuwarden, 85 jaar en ongehuwd. Hij werd begraven op de begraafplaats aan de Spanjaardslaan in Leeuwarden

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

In Appendix 5, p.323 staat een “Overview of Pupils of the Nautical College in Harlingen (1842-1864)”, en kennelijk degenen die aan de walvisvaart hebben deelgenomen, waaronder:

Hendrik Wildst, geboren te Sneek. In 1842 met als leeftijd 39 jaar. In de jaren 1842-1845 wordt aangetekend dat hij is “bescheiden en zeer vlijtig” in gedrag en “redelijk vatbaar” in begrip. Hij maakte in 1844/45 een reis naar Groenland;

 Ook in 1845/46 ging hij weer naart school per 02 december en werd weer omschreven als “bescheiden en zeer vlitig” en nu “vatbaar” in begrip, dwz een wat hogere kwalificatie. “Has received sufficient theoretical training in naviogation. Calculates longitude at sea by lunar distances.”. Maakte en reis naar Groenland.

Hij ging tenslotte weer naar school op 23 november 1846 met dezelfde kwalificaties voor gedrag en begrip. “Has received sufficient theoretical training in navigation. Calculates longitude at sea by chronometers.” Ook nu weer een reis naar Groenland

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Wildst was met vlagnummer 33 in de periode 1860-1875 lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij is niet in de Registers van het College ingeschreven. De gegevens zijn ontleend aan de ledenlijsten van het College uit "Sweijs"034.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer   periode     type          naam van het schip                                boekhouder/reder

        33           1859-1863 3/m           Dirkje Adama (walvisvaarder)           Barend Visser & Zn, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt H.Wildst als gezagvoerder gedurende:

     *   1860 t/m 1864 op het 3/m schip “Dirkje Adema”, gebouwd in 1800 te Itzehoe, 349 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen. Het schip werd in 1864 verkocht naar Noorwegen en strandde in 1865 op Rügen.

 

Overige bijzonderheden

Het fregat "Dirkje Adema" van de reders Barend Visser & Co te Harlingen maakte onder kapitein H.Wildst in 1860 een reis naar de Noordelijke IJszee tot de hoogte van Spitsbergen. Daarover werd verslag gedaan door de matroos Jan Wever. Deze maakte in 1862 nog een tweede reis op "de Groenlandvaarder". "Geen van deze reizen was bijzondergelukkig wat de vangst betreft". Zie: "Journaal der merkwaardige reizen van Jan Wever (van West-Terschelling ...". Ingeleid door A.B.van Deinse te Rotterdam. Den Haag, 1946.

 

Voer in de zestiger jaren van de 19de eeuw "als commandeur op de Harlinger walvisvaarder (liever: robbenjager) "Dirkje Adema". Hij was in 1841 als volgt ingeschreven (op de Zeevaartschool te Harlingen): H.Wilst van Sneek. Klasse 3. Vlijt 3 Graden. Vermogen 3 Graden. Rekent de gebeterde Koersen en verheden. Later komen we hem nogmaals tegen. Onder "opmerkingen" staat dan "Bij Barend Visser naar Groenland". De firma Barent Visser en Zn. was de reder van de "Dirkje Adema"017.

 

Pieter Reinders Roda, zeeman, geboren 24 mei 1813 te Terschelling, overleed als schepeling aan boord van het Nederlandse pinkschip "Dirkje Adema" onder kapitein Hendrik Wilst, op reis van Harlingen naar Groenland op 10 maart 1860 op het ijs op 73o14' NB en 04o20' WL bij de robbenvangst. Uit: J.P.N.L.Roorda van Eijsinga. Roda van Terschelling, een geslacht van zeevarenden. Naaldwijk/Oostburg, 1966. (CBG G/-/port/554).

 

Het schip was in 1860 “verreweg het oudste schip van de Nederlandse vloot. Het vaartuig deed in 1860, onder gezag van kapitein H.Wildst, een reis naar de Noordelijke IJszee en bracht het tot de hoogte van Spitsbergen. Aan boord bevond zich Jan Wever van West-Terschelling.” (Uit: “De Harlinger rederijen. Scheepvaart in vroegere jaren” door H.J.A.R. van Harlingen; Harlinger Courant, 14 november 1969).

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

p.124 e.v. In 1835 werd te Harlingen een nieuwe maatschappij gevestigd, zonder een specifieke naam maar gevoerd door de rederij Barend Visser en Zoon. Zij kochten de “Spitsbergen II” en de “Nederland”, die werd herdoopt in “Dirkje Adema”, vernoemd naar de eerste vrouw van Dirk Cornelis Zijlstra, een vermogend Harlinger. De nieuwe maatschappij was een privé onderneming zonder aandeelhouders

p.136        It was not until 1860 that the vessel in service of Barend Visser & Son sailed under Dutch command again. That year, Hendrik Wildst (1802-1877) from the little Frisian town of Sneek, took the helm. Thus, for all 24 years between 1835 and 1859 the vessel had a foreign master.

                  The 1860 season was a failure. Based on the information available, that year’s catch amounted to two polar bears and an unspecified number of seals.345 Moreover, Hendrik Wildst lost two of his men: a German surgeon and, about eight days later, an able bodied seaman. Both men received seamen’s burials.346 Slightly better results were obtained during the 1861 season, with a total catch of 560 seals yielding 100 kwartelen of blubber.

                              Harlinger Courant, 4 March 1858; Idem, 27 July 1858; C. de Jong, ‘De Dirkje Adema’, 42; typescript A.J.Dijkstra; C. Nielsen, ‘Uit de geschiedenis van de Harlinger walvisvaart’, 25.

p.137        In 1863, the whaling activities of Barend Visser & Son were discontinued. Hendrik Wildst spent the last years of his active and adventurous life in St. Anthony Gasthuis in Leeuwarden. The following year, the 64-year old Dirkje Adema was sold to Norway for ƒ9,000.352 In Norway the vessel was used in the transport of timber but one year later (1865), the vessel ran aground near the German island of Rügen. After a life-long service of 65 years and hundreds of thousands of miles of sailing, the vessel found its final mooring place about 150 kilometres to the northwest of Itzehoe,where the ship had been built.

 

Leeuwarder Courant 13 juli 1860114

Harlingen, 11 juli. Na een afzijn van 5 maanden keerde heden in onze haven terug de Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA, commandeur H. Wilds. De bemanning bevond zich in de beste welstand, ofschoon 2 derzelve, de scheepsdokter en een matroos, op de reis overleden zijn. De vangst is echter ongelukkig uitgevallen en bestaat slechts in ruim 200 robben en één vinvis.

 

 

Leeuwarder Courant 12 februari 1861114

Harlingen, 10 februari. Naar wij vernemen is het vertrek der Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA, aan de firma Barend Visser alhier toebehorende, weder spoedig op handen. Morgen over 8 dagen komt de bemanning reeds aan boord en kort daarna kan de uitvaart plaats hebben.

 

Leeuwarder Courant 01 maart 1861114

Harlingen, 27 februari. Ofschoon de Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA in de laatste paar jaren zeer ongelukkig in de vangst is geslaagd, werd die bodem, opnieuw tot de tocht toegerust en verliet heden morgen onze haven, met zich voerende 53 man equipage, onder bevel van de commandeur H. Wildts. De herhaalde “Hoera’s!” der bemanning en der talloze toeschouwers bij de uittocht, gaven duidelijk blijk van de hoge belangstelling in deze onderneming, en luid was de algemene wens: Een behouden terugkomst met een goede vangst!

 

NRC 01 maart 1861114

Harlingen, 27 februari. De Groenlandsvaarder DIRKJE ADAMA, voorzien van een bemanning van 55 koppen onder bevel van de gezagvoerder H. Wilst (opm: H. Wildts), heeft heden onze haven verlaten om zijn jaarlijkse tocht ter walvis- en robbenvangst aan te vangen.

 

Leeuwarder Courant 15 maart 1861114

Harlingen, 13 maart. De laatste stormen zijn, ofschoon men geen zware verliezen heeft te betreuren, niet gunstig voor de zeevaart dezer stad geweest. Verscheidene vaartuigen, waaronder de Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA, zijn daardoor genoodzaakt op de rede van het Vlie te blijven liggen; veertien dagen hebben de meeste schepen daar vertoefd, en dat ze het daar niet ruim hadden getuigt het kofschip WELGELEGEN, kapitein J. Zwaal, dat met gebroken spil en verlies van ankers hier weder is binnen gelopen. Het Harlinger weerglas is echter hedenmorgen vrij wat gerezen. De menigte vissersvaartuigen, die sedert 12 dagen onze haven vulde, heeft ons heden eensklaps verlaten, en, naar wij vernemen, hebben op de rede liggende schepen tevens gelegenheid gehad om in zee te komen.

 

Leeuwarder Courant 30 juli 1861114

Harlingen, 28 juli. De Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA, commandeur H.J. Wildst, is heden, na een afwezigheid van 5 maanden, in onze haven terug gekeerd. De gehele bemanning bevond zich in de beste welstand, maar de vangst is zeer slecht geweest, en bestaat slechts in 170 robben.

 

NRC 31 juli 1861114

Rotterdam, 30 juli. De 28e juli kwam de Groenlandsvaarder DIRKJE ADAMA, commandeur H. Wildts, in Harlingen binnen na een afwezigheid van circa vier maanden. Ook deze keer kan de vangst als totaal mislukt beschouwd worden, daar er door deze bodem niet meer dan een paar honderd robben zijn aangebracht.