Inloggen
Gezagvoerder

Speenhoff, Johannes Christiaan

Naam: Speenhoff, Johannes Christiaan
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JAN VAN HAAFTEN 1875 Fregat Sailing Vessel 9483 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Johannes Christiaan Speenhoff werd geboren te Rotterdam op 20 september 1847 als zoon van Christoffel Bernardus Speenhoff en Adriana Hendrika Meijer.

Hij trouwde op 28 februari 1883 te Rotterdam met Charlotta Johanna Sophia Brinkman, geboren te Rotterdam  op 06 september 1859 als dochter van Abraham Brinkman en Johanna Sophia Charlotta Hess.

Zij hertrouwde op 17 december 1891 te Rotterdam met Pieter Johannes Hendrikse, geboren te Vlissingen ca 1861 als zoon van Pieter Johannes Hendrikse en Adriana van Poelje

Johannes Christiaan werd als overleden vermeld in een akte te Rotterdam dd 13 oktober 1890 als zijnde “overleden op een schip”.

 

 

 

NRC 02 jul 1889

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.C.Speenhoff als gezagvoerder gedurende:

  • * 1882 van het 3/mschip “Nieuwe Waterweg II”, gebouwd in 1867 te Alblasserdam, 1432 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam;

*      1884 t/m 1888 van het 3/mschip “Jan van Haaften”, gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1521 ton n.m., varend voor J von Lindern te Rotterdam. Het schip is in 1888 op Groot Lely (Macassar) gestrand en wrak geraakt;

*      1889 van het fregat “Wilhelmina Cornelia” ex A.& W.C., gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1440 ton o.m., varend voor C.M. van Vessem te Rotterdam;

  • * 1889 t/m 1890 van de bark, als composiet fregat “Noach V”, gebouwd in 1877 bij J.Smit te Slikkerveer, 1263 ton, varend voor reder Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1890 verkocht aan de Scheepvaart Mij. “Zuid Holland” te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Het fregat de “Jan van Haaften” strandde op 28 deccember 1887 op het rif van “Groot Keyley’ in de nabijheid van de rede van Makassar. De Raad van Tucht voor de Koopvaardij deed op 15 april 1889 uitspraak bij de vraag in hoeverre deze stranding veroorzaakt was door nalatigheid van de kapitein Johannes Christiaan Speenhoff. Op 06 december 1887 had het schip de rede van Menado verlaten met bestemming Rotterdam en tussenstops in Amoerang en Makassar. De lading bestond uit ebbehout, rotan specerijen en koffie. Op de dag van de stranding passeerde het schip het “Hertenbeesten eiland’. Het was regenachtig weer. Na uitvoerig getuigenverhoor kwam de Raad tot de conclusie dat er onvoldoende uitkijk was georganiseerd. Diverse bakens zouden voldoende zichtbaar zijn geweest, het weer was gunstig en de lucht helder.

Onmiddellijk na de stranding werd gepoogd het schip weer vlot te trekken met behulp van diverse andere schepen in de buurt. Maar zonder resultaat, terwijl het schip veel water maakte. Er werd na scheepsraad besloten het schip te verlaten. De volgende dag bleek dat het schip gebroken was en als wrak moest worden beschouwd. In een publieke vendutie werd schip en lading verkocht voor een som van 5000 gulden.

In de uitspraak liet de Raad uitvoerig haar afkeuring blijken over de gevoerde navigatie. Door een te ruime zeilvoering had de kapitein onvoldoende zicht op de bakens aan de wal en verliet hij zich te veel op zijn verouderde Engelse kaart. Er was derhalve sprake van onvoldoende zeemansschap. De Raad schorstte zijn bevoegdheid om het gezag op een Nederlands koopvaardijschip uit te oefenen voor twee jaar. 104.