Inloggen
Gezagvoerder

Sparrius, Hendrik

Naam: Sparrius, Hendrik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
NEDERLAND 1894 Fregat Sailing Vessel 4503 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Sparrius werd geboren op 18 augustus 1864 te Hollum op Ameland als zoon van Marten Hendriks Sparrius en Gertje Olferts Lap.

Hij trouwde op 17 april 1895 te Ameland met Metje Spleet, geboren te Nes op Ameland op 22 mei 1867 als dochter van Geert Jans Spleet en Aafke Jacobs de Boer.

Op 11 april 1909, varende in de Roaring Forties op weg naar Kaap Hoorn, sloeg de kapitein bij een geweldige breker overboord en verdronk.

Overlijdensgegevens van beiden niet vermeld in Tresoar.

 

De schepen van de kapitein

H.Sparrius was van 1905-1909 kapitein op het stalen fregat “Nederland”, gebouwd in 1894 bij Huygens & van Gelder te Amsterdam/Bussum, varend voor W.A.Huygens te Amsterdam052

.

Overige bijzonderheden

H.Sparrius werd geboren in 1864 te Hollum. “Van Ameland komend zal ook hij zonder zeevaartkundige vooropleiding voor de mast zijn begonnen. Zijn diploma 1e stuurman Groote Zeilvaart is van 1904.” Kort daarop werd hij van 1904-1908 gezagvoerder van het driemast stalen zeilschip de “Nederland” (rederij W.A.Huygens te Bussum) als opvolger van kapitein Jeppe Jacobs Wiebes. Sparrius vertrok rond 1904/05 vanuit Londen naar Australië. “Van daar steenkool naar Chili en van Chili weer nitraat naar Europa, welke rond-de-wereld-reis nog eens werd herhaald met als eindbestemming Maassluis. Vandaar ging het via Wales weer naar Chili, terug naar Rotterdam, van daar naar Frederikshald om hout te laden en met dat hout naar Australië en van daar met tarwe naar Europa. Deze terugreis begon op 23 maart 1909, oostwaarts op Kaap Hoorn aan. Onderweg had een ernstig ongeluk plaats. Van de kok C.Bruin, komt de ... beschrijving ... en doorverteld door de Kaap-Hoornvaarder Meilom Hoedemaker.” Het schip had te maken met een hevige storm. “... juist op eerste Paasdag 1909 (werd het schip) van achteren belopen door een geweldige breker, die alles meenam wat zich op het achterdek bevond ... De slachtoffers waren Kapitein Sparrius, twee Zweedse matrozen, een jongen van Bussums en een Hollandse matroos.” Het schip voer na deze catastrofe naar Coquimbo (de westkust van Zuid Amerika) en na reparatie en andere gebeurtenissen naar Cardiff030.

 

In het tijdschrift “De Zee”, Jg.11, p.512, 1889, staat de uitslag van de examinering van stuurlieden ter Koopvaardij door een Rijkscommissie. In november werd het diploma A derde stuurman groote zeilvaart uitgereikt aan H.Sparrius.

In “De Zee” jg 1894 p.541 staat vermeld dat in oktober 1894 aan H.Sparrius het diploma 1e stuurman, groote Zeilvaart is toegekend.

 

Bij de bespreking over de positie van de 3de stuurman  aan boord zegt Pronker : “Interessant … is ook het voorbeeld van het fregat “Nederland” waar in 1909, op een reis van Australië naar Europa, in de Southern Ocean achtereenvolgens de 2de stuurman sterft, Kapt. H.Sparrius met vier matrozen over boord slaat en de 1ste stuurman zwaar gewond raakt. Het is dan niet de 3de stuurman, maar de zoveel meer ervaren zeilmaker, die het commando op zich neemt en het schip naar Chili zeilt”052.

In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Hierin werd behandeld “De “Nederland” … een stalen fregat, gebouwd in 1894 bij de werf Huygens en Van Gelder te Amsterdam. Reeder W.A.Huygens te Amsterdam/Bussum. Bij 1854 register ton had zij een laadvermogen van 3300 ton. Zij werd gevoerd door de kapiteins G.Bona, S.R.Brouwer, J.Wiebes, H.Sparrius em J.Wächter.”.

“De “Nederland” onder Kapt. H.Sparrius, was 19 Juni 1907 zeilklaar en vertrok 26 Juni van Rotterdam in ballast onder zeil naar Port Talbot. Daar laadde zij tussen 30 Juni en 20 Juli een lading kooks, waarmede het schip in de eerste helft van October 1907 Kaap Hoorn van Oost naar West rondde en na een reis van 115 dagen 12 November 1907 te Taltal op de Westkust van Chili aankwam. Daar loste de “Nederland” haar lading kooks en laadde er 3000 ton lading salpeter, waarmede zij 20 Februari 1908 van Taltal vertrok, op 22 Maart 1908 Kaap Hoorn van West naar Oost rondde, om na 117 dagen reis 16/17 Juni 1908 in Rotterdam aan te komen. Blijkbaar was het schip in goede conditie en viel er niet veel te repareren, want na de lossing van haar salpeterlading, vertrok zij reeds 10 Juli 1908 van Rotterdam, in ca 3 dagen gesleept door de stoomsleepboot “Maas” naar Frederikshald (Z.O.Noorwegen). Daar kreeg het schip een lading gezaagd hout, waarmede de “Nederland” 2 September 1908 onder zeil ging naar Australië rond Kaap de Goede Hoop. Na 134 dagen reis is zij 24 Januari 1909 in Melbourne. Na lossing van de lading hout en het innemen van een lading tarwe vertrok het schip op 23 Maart 1909 vandaar voor de reis om Kaap Hoorn naar Engeland. Bijna drie weken onderweg zijnde ondervond het schip in de Roaring Forties een zeer zware storm en op eerste Paasdag 11 April 1909 werd zij door een geweldige breker belopen, waarbij o.a. het stuurrad, de kaartenkamer, de kompassen en het schijnlicht van de kampagne werden geslagen en stukken reling en reddingboten overboord gingen. Daarbij kwamen kapitein Sparrius, drie matrozen en een jongen om het leven en werd de 1ste stuurman zwaar gewond. De 2de stuurman was al eerder aan een hartaanval bezweken. Omdat de 3de stuurman nog te onervaren was om het gezag op zich te nemen, nam de ervaren zeilmaker (vroeger kapitein geweest, vermoedelijk op een klein schip) de leiding op zich. Op 20 Mei werd de reede van Conquimbo aan de Chileense kust als noodhaven bereikt. (Onder die omstandigheden was een overtocht van 59 dagen van Melbourne naar Chili nog redelijk snel.) Na een kleine twee maanden daar gelegen te hebben, werd het schip naar Callao in Peru gezeild. Daar was een droogdok en kon worden gerepareerd. De gehele (resterende) bemanning werd toen afgemonsterd; alleen de zeilmaker bleef aan boord. De Duitsche kapitein J.Wächter, wiens reeder bankroet was en wiens viermastbark aan de ketting was gelegd en zijn stuurlui hebben de “Nederland” toen bemand en naar Cardiff gezeild. Het schip vertrok 8 October 1909 van Callao, met blijkbaar de lading tarwe nog steeds aan boord. De “Nederland” moet toen in November 1909 voor de laatste maal onder Nederlandsche vlag, maar onder een Duitsche kapitein, Kaap Hoorn hebben gerond. Op 5 Februari 1910 kwam zij voor Falmouth ten anker na 120 dagen reis. Het schip kreeg orders voor Cardiff, waar zij 14 Februari is aangekomen. Na lossing van haar alding tarwe wordt de “Nederland” 19 April 1910 naar Noorwegen verkocht.”

In het artikel “De laatste kapiteins op de Kaap Hoornvaart van de Nederlandse Groote Zeilvaart kwamen allen van de Friesche Eilanden.” door T.F.J.Pronker in Tien Eeuwen Eylandt Flielandt. orgaan van de Cultuurhistorische Vereniging Eylandt Flielandt  Jg. 16, nr. 4, december 2006, p. 2 t/m 12 verslaat Pronker de lotgevallen van de “Nederland” onder kapitein Sparrius, die kort voor Kaap Hoorn op weg naar Chili overboord sloeg en verdronk.

Ook verschenen in het “Kaap Hoorn Journaal” van de Stichting Kaap Hoorn-vaarders, december 2007, Nr.9.

 

Het fregat “Nederland” onder kapitein H.Sparrius was in Sydney op 12 juli 1905 en vertrok op 12 oktober van Tocopilla. Via Kaap Hoorn bereikte het schip op 30 januari 1906 Duinkerken.

Hetzelfde schip en kapitein waren voeren van NewCastle NSW naar Tocopilla waar het arriveeerde op 22 november 1906. Op 29 januari 1907 vertrek van Taltal en aankomst via Kaap Hoorn op 26 mei 1907 te Rotterdam.

Idem op 20 juli te P.Talbot, vertrek van Taltal op 20 februari1908, bij Kaap Hoorn op 22 maart 1908 en terug te Rotterdam op 16 juni 1908.121