Inloggen
Gezagvoerder

Stada, Reltjes Cornelis

Naam: Stada, Reltjes Cornelis
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
DAGERAAD 1835 Fregat Sailing Vessel 10208 Bekijk schip
VREES EN HOOP 0 Fregat Sailing Vessel 12015 Bekijk schip
DAGERAAD 1816 Pink (grote vaart) Sailing Vessel 17000 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Reltje Cornelis Stada werd gedoopt op 18 oktober 1772 te Midsland op Terschelling.

Hij huwde met Trijntje Oenes Boon, geboren 31 oktober 1777 te Terschelling en overleden op 01 mei 1835 te Midsland. Het echtpaar kreeg 4 kinderen te weten 1) Neeke Reltjes, geboren in 1806 en gehuwd met Cornelis I.Groendijk; 2) Geertje Reltjes, gedoopt op 17 oktober 1809 te Midsland en op 11 september 1834 gehuwd met koopvaardij-kapitein Tys Dirksz Lieuwen (zie aldaar); 3) Aaltje Reltjes, geboren 1815 en gehuwd met koopvaardij-kapitein W.J.Bakker (zie aldaar); en 4) Teuntje Reltjes, geboren in 1819 en gehuwd met koopvaardijkapitein I.C.Ruige (zie aldaar)20.

Reltje Cornelis overleed te Midsland op 28 februari 1864.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.C.Stada werd met vlagnummer 117 per 19 april 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.T.Visser. Toegevoegd is “bedankt” 002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 05/12 april 1825 werd Reltje Cornelis Stada voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij was toen 52 jaar, afkomstig van Terschelling met als adres J.H.Meijjes te Amsterdam. De voordracht geschiedde door D.T.Visser en zijn vlagnummer werd 117023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1833 staat eveneens dat de volgende personen “hebben aangevraagd om onder vreemde vlag te mogen varen en toch deelnemer te mogen blijven. de kapiteins E.D.Dekker, R.C.Stada, R.Tjebbes, E.Speelman, D.K. de Groot. stuurl. G.Tinzen, P.C.Fruyt, R.S.Molenaar, B.I.Doornik.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 april 1835 staat vermeld een “Brief van Kapit. R.C.Stada, ten geleide van eenige toegang billetten, ter bijwoning van het aflopen van het Schip de Dagenraad”042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 02 juli 1835 staat een “brief van Kapt. R.C.Stada bedankende voor zijne voortdurende deelneming en Effectief Lidmaatschap.”042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 maart 1836 vraagt kapitein R.C.Stada om een ondersteuning voor zijn eerste stuurman J.J.Boon, die met hem schipbreuk leed op de “Dagenraad”. De stuurman werd een maand gage toebedeeld.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Bedankt heeft R.C.Stada042.

Artikel 55 van het reglement van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat deelname in het Weldadig Zeemans Fonds toe als men met of onder vreemde vlag vaart mits men de verplichte storingen tijdig voldoet. In de Notulen van de Algemene Vergaderingen van het College dd 30 april 1833 staat dat dit Reglementsartikel van toepassing is op de kapiteins E.H.Dekker, R.C.Stada, R.Tjebbes, Ev. Speelman en D.K.de Groot023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 12 april 1836 wordt een brief behandeld van kapitein R.C.Stada, die verklaard dat zijn stuurman J.J.Boon bij het verongelukkken van zijn schip de “Dagenraad” alles heeft verloren en als deelnemer aan het Weldadig Zeemansfonds recht heeft op een uitkering. Het Bestuur heeft besloten hem een maand gage uit te keren023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam     naam reder/boekhouder

        117                     1825-1826    fregat              de Dageraad      J.H.Fraissinet te Amsterdam

                                     1827-1831    fregat              de Dageraad      J.M.Fraissinet te Amsterdam

                                     1832-1833    fregat              de Dageraad      J.M.Fraissinet & van Baak te Amsterdam

 

R.C.Stada voerde het bevel over de volgende schepen:

1823-1825 schoenerkof “Het Genoegen” (van 1819-1822 kapitein R.J.Stada). Met dit schip maakte Reltje Stada in het algemeen reizen naar de Oostzeelanden.

1825-1834 het fregat-getuigde pinkschip de “Dageraad”, 364 ton, bouwjaar 1809 en in 1834 gesloopt. Met dit schip maakt Reltje Stada meestal op Suriname of op Ned.Oost Indië voor welke dienst dit schip in 1825 wordt herbouwd.

1834-1835 galjoot “West-Indië”, 289 ton (152 last). Reders Fraissinet & van Baak te Amsterdam. Met dit schip worden overwegend reizen naar Suriname gemaakt. De bemanningsleden zijn dan vooral Terschellingers

1836 fregat de “Dagenraad”, 400 ton, in 1834/35 gebouwd te Amsterdam voor rekening van Fraissinet & van Baak te Amsterdam. “Op de eerste reis, terugkomend van Suriname, strandt deze bodem bij Petten, komt vlot en strandt weer, nu bij Callantsoog. Dit gebeurt op 17 maart 1836. Het schip, dat bij het stranden al zwaar beschadigd wordt, is daar van zijn ankers geslagen en bij Callantsoog wordt zijn lot bezegeld. De “Dagenraad” wordt totaal verbrijzeld, nadat het schip zijn eerste reis nog niet heeft volbracht. Kapitein Stada zegt in dat jaar de zee vaarwel en vestigt zich als rustend gezagvoerder op Terschelling. In de jaren die nu volgen onderhoudt Stada een vrij regelmatige briefwisseling met zijn vroegere reders. Daaruit blijkt wel dat deze kapitein bij zijn rederij hoog stond aangeschreven. In deze brieven neemt hij vaak geen blad voor de mond. Het verongelukken van zijn nieuwe “Dagenraad” op de Nederlandse kust zit hem blijkbaar hoog. In vele brieven haalt hij deze stranding aan. Dat hij de kennis van de loods blijkbaar niet erg hoog aanslaat blijkt uit zijn brief aan de hoofdboekhouder, de heer H.H.van Stralen, waarin hij meldt: “Een loods met zoo weinig kennis van zaken kan beter thuis bij zijn kacheltje blijven”. Veel van zijn brieven zijn zakelijk. Hij beijvert zich ten zeerste om zijn schoonzoons geplaatst te krijgen bij zijn ouder rederij. Dat gelukt hem wonderwel.” Hier volgen wat opmerkingen over die schoonzoons, te weten Willem Jans Bakker, Tys Dirks Lieuwen en I.C.Ruige (zie aldaar). Hij zegt zich “op het eylant” niet te vervelen en zich bezig te houden met tuinieren en timmeren. Tenslotte “Ik word de laatste tijd wel wat kreupel en stijf, maar dat zal wel van de oude dag komen”. Hij overlijdt tenslotte op 92-jarige leeftijd, zoals destijds de advertentie meldde: “aan verval van krachten” 010-p.26/28. (bronvermelding van deze gegevens ontbreekt).

 

Bouma025 vermeldt R.C.Stada als gezagvoerder gedurende:

  • * 1826 t/m 1834 van het 3/mschip “Dageraad”, gebouwd in 1809, bouwlocatie niet vermeld, 364 ton o.m., varend voor J.H.Fraissinet te Amsterdam;
  • * 1835 t/m 1836 van de pink “Dageraad”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 400 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam. Het schip is in Maart gestrand bij Kijkduin, komend van Suriname. De lading werd geborgen;
  • * 1836 van de bark-galjoot “West Indië”, ex Antonius & Cornelis, gebouwd in 1828 te Harlingen, 280 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Reltje Cornelis Stada als gezagvoerder op de:

“’t Genoegen”, dd 05 november 1819; 03 november 1820; 18 oktober 1821; 18 maart 1823;

“Dageraad”, dd 09 oktober 1823; 11 april 1825; 25 november 1825; 10 november 1826; 14 september 1827; 04 april 1828; 08 december 1828; 13 oktober 1829; 30 maart 1830; 23 november 1830; 07 oktober 1831; 12 november 1833; en 13 oktober 1835.

 

Overige bijzonderheden

Op 13 oktober 1829 werd Christoffel van Alken vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geplaatst als kajuitwachter op de “Dageraad” onder kapitein R.C.Strada (moet zijn Stada) voor een reis naar Suriname. Hij keerde terug op 13 september 1830004(532/1605).

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam bevat een aantal monsterrollen op naam van de “Dagenraad” onder kapitein Reltje Cornelis Stada. De reizen gingen o.h.a. naar Suriname011a.

 

Rotterdamsche Courant 14 december 1820114

Amsterdam, 12 december. Volgens brief van kapt. R.C. Stada, voerende het schip HET GENOEGEN, den 27 november uit Texel gezeild naar Surinamen, was hij den 1 december, des morgens te 9 uren, met een gunstige wind en in de beste staat zeilende, hebbende Heissant (opm: Ouessant) Z.O. 10 à 12 mijlen van zich.

 

Rotterdamsche Courant 23 februari 1822114

Amsterdam, 21 februari. Kapt. B.R. van Wijk, van Amsterdam te Kadix gearriveerd, heeft den 6 januari, Goudstaart (opm: Start Point) N.O. 6 mijlen van zich hebbende, in goede staat gepraaid het schip HET GENOEGEN, kapt. R.C. Stada, van Amsterdam naar Surinamen, hebbende de wind N.O, en den 8 dito, op 47º17’ breedte en 9º32’ lengte west van Greenwich, mede in goede staat het schip de DRIE GEZUSTERS, kapt. M.A. Jacometti, van Rotterdam naar Batavia, laatst uit Texel.