Inloggen
Gezagvoerder

Scherpbier, Jan Potjewijd

Naam: Scherpbier, Jan Potjewijd
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HOOP OP EENDRACHT 1829 Kof Sailing Vessel 10201 Bekijk schip
ELSJE 1847 Schoenerkof Sailing Vessel 13874 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Potjewijd Scherpbier werd geboren op 13 maart 1817 te Oude Pekela als zoon van schipper Jacob Edzards Scherpbier en Elisabeth Jans Potjewijd. Ook zijn broers de kapiteins Edzard (1816), Boele (1821), Albert (1825 en Jacob (1833) waren collegelid.

Jan trouwde op 19 februari 1847 te Oude Pekela als schipper met Elsje Smit, geboren op 13 februari 1824 te Oude Pekela als dochter van de schipper Hindrik Smit en Anna Kranenborg. Elsje overleed op 28 augustus 1893 te Oude Pekela, 69 jaar.

Jan Potjewijd overleed op 06 mei 1900 te Oude Pekela, 83 jaar, weduwnaar, zonder beroep.

 

Burgerlijke Stand akten it de provincie Groningen vermelde Jan Potjewijd als schipper in 1847, 1848, 1851, 1853, 1856, 1859, als koopman in 1875, als logementhouder/koffiehuishouder in 1879, 1883, 1889 en zonder beroep in 1900.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.P.Scherpbier was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 121 in de periode 1856 t/m 1859 112.

 

J.P.Scherpbier was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 109 in de periode 1852 t/m 1864.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.P.Scherpbier als gezagvoerder gedurende:

*   1845 t/m 1847 van de kof “Vijf Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Veendam, 79 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;

*   1848 t/m 1858 van de schoenerkof “Elsje”, gebouwd in 1846 te Pekela, 137 ton o.m., varend voor J.U.Zuiderveen te Pekela.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

09 februari 1839, schip “Vrouw Jantina”, kapitein Jacob E.Scherpbier, stuurman Jan Pottjewijd Scherpbier uit Oude Pekela.

14 maart 1840, schip “Jantina Frouwina”, kapitein Jacob Edzarts Scherpbier, stuurman Jan Potjewijd Scherpbier uit Oude Pekela.

06 februari 1841,

22 februri 1842, schip “Jantina Frouwina”, kapitein Jacob E. Scherpbier, stuurman Jan Potjewijd Scherpbier uit Oude Pekela.

27 januari 1844, schip “Vijf Broeders” kapitein Jan Potjewijd Scherpbier uit Oude Pekela.

18 februari 1845, schip “Vijf Broeders”, kapitein Jan P.Scherpbier uit Oude Pekela.

29 april 1847, schip “Elsje”, kapitein Jan Potjewijd Scherpbier uit Oude Pekela.

25 februari 1848, schip “Elsje”, kapitein Jan Potjewijd Scherpbier uit Oude Pekela.

25 februari 1852, schip “Elsje”, kapitein Jan P,Scherpbier uit Oude Pekela.

 

Overige bijzonderheden

In het Jaarverslag 2011 van Het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela staat vermeld de schenking van een Documentenbus met als opschrift J.P.Scherpbier/Elsje Smit/PEKELA.

J.P.Scherpbier was na zijn zeemansloopbaan eigenaar van het koffiehuis/logement “Scherpbier” (voordien “Middelburg”)

 

In het Jaarbericht 2012 van het Kapiteinshuis wordt de schenking van de Documentenbus gememoreerd met de volgende bijzonderheden omtrent Jan Potjewijd Scherpbier:

“Evenals zijn vier broers ging ook Jan naar zee. Onder de hoede van zijn vader, de kapitein, voer hij als 1ste stuurman in 1839 op de smak de Vrouw Jantje en nog twee jaar op de in 1840 in Pekela gebouwde, 84 ton metende kof Jantina Frouwina. Vervolgens was hij in de jaren 1842-1845 schipper en eigenaar van de kof Vijf Gebroeders. Aan het laatste, door hem van 1846-1848 bevaren schip, een nieuwe, eveneens in Pekela gebouwde, 137 ton metende schoenerkof, gaf hij naar goed gebruik de naam van zijn vrouw, Elsje Smit, dochter van schipper Hindrik Smit en Anna Kranenborg, met wie hij in 1847 trouwde….

De bus voor scheepspapieren zal hem geschonken zijn door zijn reder, J.U.Zuiderveen te Oude Pekela. Met de Elsje voer hij op de Oostzee. De laatste reis vond plaats in de zomer van 1858 toen hij, komend uit Antwerpen, via Pilau, de voorhaven van Köningsberg, naar Libau in Rusland (nu Letland) zeilde. In september voer hij terug naar patria en meerde op 19 september 1858 af in de haven van Hellevoetsluis. Sindsdien bleef hij aan de wal.

Kort daarna kocht de oud-schipper Jan Potjewijd Scherpbier in Oude Pekela een aan de huidige Feiko Clockstraat gelegen logement, dat vanouds Middelburg werd genoemd en zijn naam ontleende aan de oprichter, Harm Jans Middelburg….Het inmiddels verbouwde logement … werd door Jan Scherpbier omgedoopt in hotel Scherpbier…Het deed tevens dienst als stoomtramstation aan de in 1885 geopende lijn Oldambt-Pekela (van Winschoten naar Stadskanaal v.v.) … Hotelier en oud-schipper Jan Potjewijd Scherpbier overleed  op 6 mei 1900….Het hotel werd nog enige jaren voortgezet (eerst door zijn schoonzoon, de oud schipper Arend Jager) en in 1915 afgebroken.

 

Krantenberichten

NRC 11 april 1850114

Cowes, 7 april. Eergisteren is alhier met schade aan het tuig binnengelopen het Nederlandse kofschip ELSJE, kapt. Scherpbier, van Rotterdam naar Liverpool bestemd.

 

NRC 22 april 1850114

Amsterdam, 2o april. Volgens brief van kapt. Scherpbier, voerende het schip ELSJE, van Rotterdam naar Liverpool, was hij, na reeds de vuren van Lezard (opm: Lizard) en Falmouth gezien te hebben, de 2e dezer door een hevige storm uit het zuidwesten belopen, welke twee dagen aanhield en waardoor de verschansingen weg, en boten, watervaten enz. overboord werden geslagen, de scheepsboot beschadigd, enz. Nadat het weer enigszins bedaard was, was hij tot Wight teruggestormd en de 5e dito te Cowes binnengelopen. Het schip was dicht gebleven en met de lading in goede staat. De schade was zo spoedig mogelijk hersteld en de kapitein de 12e dezer gereed om de reis weder voort te zetten.

 

NRC 02 januari 1853114

Boulogne, 29 december 1852. De Nederlandse kof ELSJE, kapt. Pottjer, van Rotterdam naar Rouaan, is alhier met averij binnengelopen.

 

Dordrechtsche Courant 10 maart 1853114

Volgens een bericht van Zr.Ms. consul-generaal te Smirna, van 4 februari jl., zouden van daar, naar alle waarschijnlijkheid de 12 der maand, vertrekken naar Antwerpen het Nederlandse schip ELSJE, kapt. Scherpbier, en naar Weymouth het schip OMMELANDEN, kapt. Wieringa, hetwelk, daar ter plaatse aangekomen zijnde, orders moet innemen voor zijn verdere bestemming, hetzij naar Amsterdam, Rotterdam of Antwerpen

 

Provinciale Groninger Courant 11 maart 1853 114

Te Smirna lagen de 4e februari in lading, om tegen de 12e dito te vertrekken, de schepen ELSJE, kapt. Scherpbier, naar Antwerpen, en de OMMELANDEN, kapt. Wieringa, naar Weymouth

 

NRC 10 juni 1853114

Antwerpen, 8 juni. Het Nederlandse schip ELSJE, kapt. Scherpbier, waarover men reeds zeer ongerust was, is hedenmogen na een reis van 111 dagen van Smirna (opm: Izmir) op de rivier aangekomen.

 

NRC 14 juni 1854114

Rotterdam, 13 juni. Volgens een van Zr.Ms. consul-generaal te Smyrna (opm: Izmir) ontvangen bericht dd. 27 mei jl. is het Nederlandse vaartuig ELSJE naar Mosconisse in de Golf van Adramyti (opm: Golf van Edremit – 39º30’ N.B. 26º45’ O.L.) vertrokken om olie voor Engeland te gaan innemen. De schoener BACKENHAGEN, kapt. Hakker, welke van Amsterdam en de Piraeus met enige koopgoederen gekomen was, zal met akerdoppen (opm: eikeldoppen) bevracht worden. De kof NEISSINA BEERTA, kapt. P.P. de Boer, is bestemd om akerdoppen voor Engeland in te nemen. De brik DOLPHIJN, kapt. Brandligt, zal voor de Verenigde Staten bevracht worden. De schoener AGATHA, kapt. Zeilinga, is van Konstantinopel (opm: Istanbul) gekomen om te Smyrna akerdoppen voor Engeland in te nemen. Al deze schepen zouden waarschijnlijk binnen 10 dagen onder geleide van de oorlogsbrik MAKASSER vertrekken.