Inloggen
Gezagvoerder

Rijk, Andries

Naam: Rijk, Andries
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VIGILANTIE 1786 Kof Sailing Vessel 11250 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Andries (de) Rijk werd geboren t Woudsend in februari 1765.

Hij trouwde RK te Woudsend op 04 mei 1794 met Okjen Willems de Boer, RK gedoopt te Woudsend op 28 januari 1755 als dochter van Willem Yntes en Botje Gerritsd. (Kingma).

Andries overleed te Woudsend op 29 augustus 1817.

 

De schepen van de kapitein

Het Stadsarchief van Amsterdam bevat in archiefnummer 5081-7147 een bijlbrief van de kof “Harmonie”, in 1786 nieuw gebouwd door wijlen Dirk Birnses, scheepsbouwmeester te Workum.

De verklaring van bouw werd op 10 februari 1814 te Workum afgegeven en op 11 februari 1814 geregistreerd door notaris Simon Stoffels te Workum

Het schip werd in 1786 gevoerd door Anne Lieuwes Buma, schipper te Workum en was van een rederij onder directie van de Wed. P.Van Veen. In 1814 was de gezagvoerder Andries Rijk te Woudsend.

Bijzonderheden: op 10 februari 1814 verklaren de scheepstimmerknechten Sybren Sybolts Hilsma en Willem Lolkes Groendijk, beide te Workum, dat zij op de werf van wijlen Dirk Binses te Workum in 1786 inderdaad hebben medegewerkt aan de bouw van een kofschipshol, na afbouwing genaamd de VIGILANTIE.

De verklaring was nodig om in februari 1814 een zeebrief te verkrijgen voor de VIGILANTIE, die toen eigendom was van Wed. Pieter van Veen & Zoon (11/32e), Jan Nicolaas van Eijs (2/32e), Wed.D. Lesscher (1/32e), J.B. van Ceulen (2/32e), Adriaan Boele & Zoon (2/32e), firma Pampus & De Greijs (1/32e), en Andries Rijk (5/64e) (opm.: en wie bezat de overige parten??) Rederij-ceduul geregistreerd te Amsterdam 24 februari 1814, folio 116, verso, case 9.113

 

Het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen011a:

38-48 dd. 30 maart 1797, kapitein Andries Rijke, schip “Vigilance”, varend onder Oldenburger vlag, bestemming Bilbao, correspondenten Pampus & de Guyt, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, timmerman, 2 matrozen en een jongen.

38-51 dd 09 oktober 1797, kapitein Andreas Rijk, schip “Vigilante”, varend onder Oldenburger vlag met bestemming Bilbao, correspondenten de Flenet & Apostool, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, en een jongen.

38-59 dd 28 augustus 1801, kapitein Andrias Reich, schip “Vigilantie”, varend onder Pruisische vlag, bestemming naar de Oostzee op avontuur, correspondent D.H. de Boer, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok en 4 matrozen.

38-65, 04 september 1802, kapitein Andris Rijk, schip “De Vigelantie”, Hollandse vlag, bestemming Cadix, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, koksmaat en een jongen.

38-74, 19 mei 1804, kapitein Andreas Reich, schip “De Vigilantia”, Pruisische vlag, bestemming Bilbao, correspondent P. van Veen & Zn, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, jongen en een kajuitwachter.

38-77 18 april 1805, kapitein Andreas Reich, Schip “De Vigilantia”, Pruisische vlag, bestemming op avontuur, correspondent Appestool, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, jongen en kajuitwachter.

38-89 dd 17 mei 1810, kapitein Andreas Reich, schip “De Vigilantie”, Papenburger vlag, bestemming Argangel, correspondent de Grijs, 8 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 2 matrozen, ligtmatroos, koksmaat en 2 kajuitjongens.

38-91 dd 14 april 1814 kapiteins Andreas Rijk en Reinder de Jong, schip “De Vigilante”, varend onder Hollandse vlag met bestemming Cadix, correspondent D.W.D.P. van Veen & Zoon, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 2 matrozen, 2 ligtmatrozen en een jongen. Toegevoegd is “Met Reinder S. de Jong”

 

Overige bijzonderheden

e-mail dd 01 december 2004 van de heer P.Hollander te Heemstede

“Kofschip De Egelantier kapitein Andries de Rijk. Andries was voor het uitvaren van Amsterdam door een beroerte getroffen, halfzijdig gehandicapt en spraakproblemen, werd bijgestaan door kapitein Reindert de Jong. In juni 1814 buitgemaakt door Barbarijse zeerovers”.

Schip en kapitein niet vermeld in van Sluijs013.

 

Uit: “DAGVERHAAL (door Gerrit Metzon) VAN MIJNE LOTGEVALLEN gedurende eene gevangenis en slavernij van twee jaren en zeven maanden te Algiers” hetgeen is gepubliceerd in Memoria 1 “Tussen zeerovers en christenslaven” door Dr. G. van Alphen & Mr. H.Hardenberg, H.E.Stenfert Kroese’s Uitgevers-Mij N.V. Leiden, 1950, 195 pp. (Nederlands Scheepvaartmuseum 2729. Cat.nr.Mi 84-291 K IIa)

“In de maand Junij des jaars 1814 bevond ik (i.c. Gerrit Metzon) mij met mijn onderhebbend buisschip DE TWEE GEBROEDERS, … in de haven van Kadix. Nevens mij waren destijds daar onder anderen de Nederlandsche kapiteins ANDRIS RIJK en ARIJ RIEDIJK, de eerste voerende het kofschip de Vigilantie, de andere het kofschip de Vrije Zee.

Zondag den 19den, met het aanbreken van den dag, liggte het kofschip de Vigilantie, kapt. ANDRIES RIJK, met alles gereed zijnde, de ankers en zeilde naar zee.”

“In den namiddag passeerden wij Kaap St.Vincent en hoorden zeewaards van ons drie kanonschoten, welke wij oordeelden van een Engelsch convoij te komen; dan naderhand vernamen wij met leedwezen, dat de kof de Vigilantie door de Algerijnen genomen was.”

(Kort nadat kapitein Metzon door de Algerijnse zeerovers gevangen was genomen staat er in zijn dagboek dd 25 juni 1814) “Kort hierop werd ik ontmoet door kapt. REINDERT DE JONG, die den vorigen dag aan boord van kapt. ANDRIES RIJK door dezelfde roofschepen genomen was. Deze kapt. DE JONG was medegevaren tot hulp van kapt. A.RIJK, die, voordat hij van Amsterdam vertrok, door eene beroerte overvallen en aan zijne eene zijde alsmede in zijne spraakdeelen getroffen werd.  Kapt. A.RIJK lag beneden in een donker hol, daar ik hem met kapt.DE JONG ging bezoeken, en daar wij elkander met weenende oogen vruchteloos trachten te vertroosten en te bemoedigen.”

(Op 06 augustus 1814 wordt gemeld): Zaturdag den 6den Augustus zeilden drie fregatten, die door de slaven gereed gemaakt waren, naar zee en het fregat de Commandant ankerde binnen de haven. Kapitein ANDRIES RIJK met zijnen tweeden kapitein REINDERT DE JONG … kwamen toen aan land. Kapitein A.RIJK, die uit hoofde van zijne verlamming als gevolg zijner vorige beroerte niet gaan kon, werd in het Hospitaal, doch de overigen in de gewone gevangenis gebragt, waar wij hen, toen wij des avonds van onzen arbeid kwamen, met droefenis begroeten.”

Na de val van Napoleon in 1815 was er hoop op een spoedige vrijlating. “Den 7den (Augustus 1816), des morgens, … kwam de groote schrijver van de gevangenis, … en gaf bevel, dat wij ons gereed moesten maken om met hem naar de gevangenis te gaan, terwijl hij intusschen kapt. W.RIJK die zich een weinig verder op het buitenverblijf van den Zweedschen consul bevond, zoude gaan afhalen, met wien hij dan ook kort daarop terugkwam. De gevangenen kregen daarna de gewone slavenbeugel aan en moesten aan het werk. “Kapt. RIJK werd uit hoofde van zijnen gebrekkelijken gang onder de oude lieden geplaatst om werk te pluizen.”

10 Augustus 1816: “Kapt. A.RIJK, die zeer gebrekkig gaan kon, verkreeg voor een geschenk van eenig geld van den Bassa zijn ontslag van het werk aan de Marine”

Na het bombardement van Algiers door o.a. de Engelsen werden de slaven aan boord genomen voor de thuisreis:

“Wij namen een dankbaar en hartelijk afscheid van den admiraal en vertrokken naar DE DAGENRAAD, alwaar wij door den commandant met dezelfde genegenheid als tevoren door den vice-admiraal ontvangen en behandeld werden. Den volgende dag (i.c. 30 augustus 1816), toen de kapt RIJK en RIEDIJK met hunne manschappen insgelijks aan boord van dit fregat aankwamen, werd ons schippers en stuurlieden een verblijf in de konstapelskamer aangewezen en onze matroozen werden onder het andere scheepsvolk geplaatst.”

 

Rotterdamsche Courant 20 augustus 1814114

Amsterdam, den 16 Augustus. Volgens een brief van de stuurman van het Hollandse kofschip DE VIGILANTIE, kapt. Andries Ryk, van Kadix naar Amsterdam gedestineerd, in dato 16 juli, was het gemelde schip 24 Juni door drie Algerijnse fregatten op de hoogte van Kaap St. Vincent genomen en de 13e juli te Algiers opgebracht. De aan boord gebleven equipage was daadlijk tot slaven gemaakt; zijnde destijds het enigste Hollandse schip daar opgebracht; de kapiteins Ryk en De Jong, benevens een matroos, hadden bij de Algerijnen moeten overgaan en waren nog niet te Algiers gearriveerd.

Van Marseille wordt de 4e dezer gemeld, dat kapt. Vailhen, voerende de Franse Polacre LA ZIZA, die dag aldaar gearriveerd van Algiers, verklaard had, dat bij zijn vertrek aldaar vijf Algerijnse Kapers successievelijk in die haven waren teruggekomen met 14 schepen door hen genomen: 8 Zweedse, 1 Deens genaamd LOUISA, kapt. Edwards, met een lading zoute vis van Bergen naar Livorno gedestineerd, 2 Hollandse en 3 Spaanse. Dat twee Algerijnse fregatten op de hoogte van Kaapt St. Vincent kruisten, en dat van de teruggekomenen drie corvetten zich gereed maakten om binnen 14 dagen hun kruistocht te hervatten.

(opm: een ‘polacre’ is een voornamelijk in de Middellandse Zee voorkomend type zeilvoering van een twee- of driemast schip: een – driehoekig – latijns zeil, als een soort fok in de voorste mast, maar bevestigd aan een ra)

 

RotterdamscheCourant 03 september 1814114

Volgens een brief van Kadix, in dato 4 Augustus, had een passagier welke van Algiers aldaar gearriveerd was, bericht, dat gedurende zijn verblijf te Algiers aldaar (opm: naast vele andere, waaronder vooral Zweedse schepen) waren opgebracht het Buisschip de TWEE GEBROEDERS, kapitein Madson (moet zijn Metzon) en het Kofschip VIGILANTIE, kapt A. Ryk, beiden met zout van Kadix komende; deze waren prijs verklaard en het volk tot slaven.

 

Provinciale Groninger Courant 06 september 1814114

Groningen 5 september. In een brief van Gibraltar van den 4 augustus wordt gemeld, dat een passagier, aldaar van Algiers gearriveerd, bericht had dat gedurende zijn verblijf te Algiers, aldaar opgebracht waren de volgende schepen: het brikschip TWEE GEBROEDERS, kapitein Madson en het kofschip de VIGILANTIE, kapitein A. Rijk. Beide met zout van Kadix (opm: Cadiz) komende, prijs verklaard en het volk tot slaven.