Inloggen
Gezagvoerder

Boelen, Jacobus Johannesz

Naam: Boelen, Jacobus Johannesz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HARMONY 1819 Fregat Sailing Vessel 17008 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

wellicht 2 parsonen (vader en zoon?)

Familiegegevens en opleiding

Jacobus Boelen Johannesz overleed in 1876.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Boelen werd met nr.23 effectief lid van Zeemanshoop. Verdere gegevens ontbreken in het inschrijfregister002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het College Zeemanshoop van 07 juni 1822 wordt gemeld dat J.Boele (sic) op voordracht van J.Theunissen wordt aangenomen als effectief lid met vlagnummer 23023. (Dit zou betekenen dat hij geen oprichter van het College was!). In de Algemene Ledenvergadering van 03 december 1823 wordt gemeld: “Is gelezen een Brief van den Captn Boelen uit Antwerpen den 2 decem voor deszelfs Lidmaatschap bedankende ...”023.

J.Boelen Jz, vlagnummer 23, wordt aangeduid als Luitenant ter zee 1e klasse (kennelijk een marine-rang). Hij bedankte in 1822.084.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 06/13 december 1825 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacobus Boelen Johz, oud 35 jaar, luitenant ter zee der 1ste Classe, wonende aan de werf de Haan te Amsterdam. Hij werd voorgedragen door P.C.de Roth en kreeg als vlagnummer 147023.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 01 maart 1825 wordt gemeldd dat Jacobus Boelen Jr wordt voorgedragen tot effectief lid. Hij was toen 34 jaar, woonde bij de heer J.R.Boelen op het Bikkerseiland te Amsterdam en werd voorgedragen door P.F.Wegener. In de vergadering van 08 maart werd zijn candidatuur afgestemd. Een reden is niet vermeld023.

Voorgaande notities vergen nader genealogisch onderzoek. Wellicht sprake van 2 personen (vader en zoon?). Zie ook de gegevens hierna.

 

J.Boelen was honorair lid/oprichter van het College Zeemanshoop. Hij wordt niet vermeld als bestuurslid019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1826 staat de mededeling dat Jac. Boelen Jhz , thans nog voerend vlag nummer 147, is gewisseld naar vlagnummer 23.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1825 staat vermeld dat, ondanks herhaalde aanmaningen, J.Boelen Johz en C.J.Jonker weigeren hun verschuldigde stortingen te voldoen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1829 wordt een brief vermeld van reeder Insinger: “Kapt. Jacobus Boelen Johz. voerende het schip Wilhelmina & Maria … schrijft in dato 25 July 1828 van Manilla, dat Maarten Pel zich welvarende aan boord bevond en voegd erbij, te laten vragen of dezelve wel in het Zeemans Collegie is ingeschreven “als aanspraak te hebben op Pensioen op zijn oude dag, … ik heb echter (zo ik geloof) vergeten zulks in de laatste dagen in orde te brengen, ofschoon hij door de Waterschout als regthebbende op dit Pensioen is ingeschreven. Ik wenschte gaarne dat UEd de goedheid wilden hebben, zulks van mij te laten onderzoeken en in order te brengen want hij is een goed trouw man””. Het Bestuur gaat accoord met de uitleg van kapitein Boelen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 november 1829 staat de mededeling dat kapitein J.Boelen Jz  “zijne storting en contributie zal voldoen dat deze echter verzoekt eene korting van 8 maanden te mogen genieten zijnde dit den tijd dat hij in Zuid-Amerika gelegen heeft … “ Dit verzoek werd echter afgewezen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:

“Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden

                A.van den Abeele                                              J.J.Lausen             Fr.P.Hoed

                N.Hensken                                           O.Olferts               J.A.Zeylinga

                J.B.Frerichs                                          P.J.Spilliard           J.Tholen

                P.Bostijn                                               P.Rolff                  F.A.Bunnemeijer

                J.Boelen Jz                                           J.E.Beckman       O.R.Engelman

                J.Stoffers                                              J.Hartwijk             J.G.Bart

                H.H.Zeijlstra                                        J.Y v.d.Zweep      W.H.Boon

hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1834 staat een lijst van kapiteins die gerdurende een bepaalde periode hun contributie niet hebben voldaan. Daarbij is J.Boelen Jz, vlagnummer 23 “sedert 1 Jaar.”042

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 december 1834 staat een verslag van de penningmeester inzake strubbelingen met de contributiebetaling door enige effectieve leden.

“Weledele Heeren!

Penningmeesteren van het Zeemans Collegie Zeemans Hoop gaarne voldoende aan de uitnoodiging van UWelEd. om eene korte opheldering te ontvangen omtrent de volgende in hunne handen gesteld zaken hebbende een UWelEd daarop het volgende te bemerken

….. Kapt. J.Boelen JZn dewelke zedert 1832 geene Contributie en zedert 1830 geene Storting betaald heeft hoewel in actieve dienst bij ’s Lands Marine gediend hebbend. …..” 042

 

In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 31 januari 1826 meldt het Bestuur dat is toegestaan dat Jacobus Boelen Johz zijn vlagnummer 147 ruilt voor nummer 23023.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 30 december 1834 staat “is besloten - wijders dat kapitn J.Boelen Jansz sedert geruimen tijd nalatig is gebleken in het betalen van zijne verschuldigde contributiën doch dat zijn E.D. zelve mondeling ten kantore van het Collegie had te kennen gegeven dat hij voor het Lidmaatschap bedankte.”023.

In Copieën van uitgaande stukken der penningmeester van het College Zeemanshoop en Weldadig Zeemansfonds. (GAA Ingang 491 nr.171) wordt in een brief aan het Bestuur het advies gegeven een aantal leden te schrappen wegens het niet voldoen aan de finaciële verplichtingen, waaronder kapitein J.Boelen Jz “dewelke sedert 1832 geene Contributie en sedert 1830 geen stortingen betaald heeft hoewel in active dienst bij ’s Lands Marine gediend hebbende.”

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

          23                1825-1828            fregat     Wilhelmina en Maria         Insinger en Co

                               1829-1830            geen opgave van schip en boekhouder

 

Van Sluijs013 vermeldt het fregat “Delphine”. gebouwd in 1813 in Amerika, 200 last/354 ton o.m. Van 1820 t/m 1824 was de gezagvoerder kapitein J.Boelen, varend voor N.& J. de Cock te Gent. Voorts is vermeld dat J.Boelen een reis naar Batavia maakte met een equipage van 29 koppen, 100 militairen en 23 passagiers

In 1824 was J.J.Boelen gezagvoerder van het Antwerpse fregat de “Delphine” (200 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouder was N.&J. de Cock & Frère te Gend012.

 

Bouma025 vermeldt J.Boelen Jz als gezagvoerder gedurende:

*    1826 t/m 1829 van het 3/m schip “Wilhelmina & Maria”, gebouwd in 1826, bouwplaats niet vermeld, 275 ton o.m., varend voor Insinger & Co te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jacobus Johannes Boelen als gezagvoerder van de:

“Wilhelmina & Maria”, dd 15 december 1825.

 

Overige bijzonderheden

“Jacobus Boelen had in 1829, na tien jaar varen voor De Cock en een reis om de wereld voor het Amsterdamse huis Insinger & Co, een som van ¦10.000 gespaard, die hij bereid was voor een expeditie naar Alaska en China te gebruiken” (Jac. Boelen in een brief aan Willem I van 18 november 1829)039.

 

J.Boelen vervoerde met de “Delphine” detachementen met landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*:

Vertrek 04 april 1820 vanuit Vlissingen. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld. 5 officieren en 50 manschappen.

Vertrek 20 augustus 1822 vanuit Vlissingen. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld. 4 officieren en 100 manschappen.

Vertrek 11 januari 1824 vanuit Vlissingen. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld. 4 officieren en 100 manschappen.

 

(Bossenbroek065 vermeldt op p. 70/71

“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …Delphine …”.

“Minder geïmponeerd door executies toonden zich de soldaten aan boord van de Delphine. Drie muiters, waaronder een voormalige priester, waren al ter dood gebracht en zestien samenzweerders zaten nog gevangen toen opnieuw het vuur van de opstand ontbrandde. Gezagvoerder J.Boelen verloochende zijn marine-afkomst niet. Eerder had hij eigenhandig het werk van het executiepeleton afgemaakt en nu voerde hij de officieren en het scheepsvolk aan in een rechtstreekse nachtelijke confrontatie met het nog steeds oproerige detachement. Hoe verbeten de strijd was, blijkt wel uit zijn commando: ‘Schiet niet, maar sla dood wat achter de grooten mast komt’ en uit zijn constatering achteraf: ‘Wij hakten en sloegen onder de militairen rond met een woede van onzen kant, die alle beschrijving te boven gaat’. Tot doodslag kwam het die nacht niet, wel vielen er vele gewonden onder de militairen. Alle muitzucht bekoelde ten slotte toen aan bakboord en stuurboord twee draaibassen werden geplaatst en Boelen ten overstaan van het detachement een demonstratie liet geven van de uitwerking van dit scheepsgeschut

Hiermee vergeleken, was Boelen’s aandeel, nu als gezagvoerder van het oorlogsschip Boreas, in het bedwingen van de opstand op de Pieter Florisz (zie bij J.F.Spiegeleberg) in 1840 minder spectaculair; desalniettemin bleek zijn tussenkomst doorslaggevend: hij verhinderde een massale desertie - beide schepen lagen bij Rio de Janeiro voor anker - en hij nam negen arrestanten van het koopvaardijschip onder zijn hoede.”

Voorgaande gebeurtenissen zijn o.a. beschreven in J.Boelen Jz Merkwaardig dagboek van een Nederlandsch zeeman 1795-1860, naar een memoriaal van Vice-Admiraal J.Boelen Jz. Bewerkt en van aantekeningen voorzien door J.Oderwald, Amsterdam. De Bussy, 1842-1943.

Ik heb dat stuk niet ingezien. Ik neem aan dat het aanwezig is op o.a. het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam.

Het oorspronkelijke dagboek is getiteld: Reize naar de Oost- en Westkust van Zuid-Amerika en, van daar naar de Sandwichs – en Phillipijnsche eilanden China enz. gedaan in de jaren 1826, 1827, 1828 en 1829 met het koopvaardijschip Willemina en Maria. door J.Boelen, Joh.zoon destijds Luitenant ter Zee 1e klasse en Ridder der Militaire Willems-orde, 4e klasse, thans kapitein Luitenant Te Amsterdan, bij Ten Brink & de Vries MDCCCXXXV. In het NSM onder nr. A/IV-1-164

Zie ook:

“Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121

P.37-39, “Een marineofficier als koopvaardijkapitein 1826-1827. Wilhelmina en Maria

Het fregat “Wilhelmina en Maria” onder kapitein J.Boelen, van Montevideo naar NOI rondde Kaap Hoorn van Oost naar West.

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

p.77        “Jacobus Boelen Jhz (Johanneszoon) was one of the first nineteenth-century Dutchmen to enter the Pacific Ocean after Jacob Roggeveen had left this region in 1722”.

                Between April 1820 and December 1824, Boelen made four round-trip voyages tot Java in the service of the prominent Antwerp ship owner and merchant Nicolaes de Cock. He resigned from command when De Cock refused to have the ship Delphine completely overhauled ans coppered. Around this time, Boelen was promoted in the Royal Netherlands Navy from midshipsman to Lieutenant first class.

                In 1825, Boelen met his old friend and distant relative Johannes Insinger. As it turned out, the two men had independently developed similar plans for commercial expansion in the Pacific. Boelen signed his contract with the firm of Insinger & Co., owned by Johannes and his brother Albrecht……

                …..The firm found the ideal captain in Jacobus Boelen for a new commercial expedition in – to them at least – uncharted waters. They now had to find a suitable ship. In March 1825 they bought the West-Indiaman Euterpe, originally buitlt in Baltimore in 1810. The Insinger brothers spent a small fortune having the vessel completely rebuilt… The wives of the two brothers were immortalized as Euterpe was renamed Wilhelmina & Maria. Boelen received command of the 316-ton vessel and set sail for Latin America. After many ordeals in and off Brazil and Peru, Boelen touched on the Hawai’ian Islands. In late April he arrived at the Pearl River, which led to Canton (Guangzhou), China. After a brief interlude at Manila, Boelen departed from China in August, 1828. On 1 May 1829, Jacobus Boelen arrived in Dutch waters after a voyage that had lasted no less than 1,172 days.

                Een verslag van zijn reizen publiceerde Boelen Reize naar de Oost- en Westkust van Zuid-Amerika etc, zie hiervoor..

                Er ontstond een contact tussen Boelen en “Jean Chretien Baron Baud (1789-1859), who was Secretary of Colonies”. Hij “invited Jacobus Boelen to lead a pelagic whaling expedition in the Pacific. When it dawned on him that non of his requirements were met – acquisition of an new, fast whaleship, and continuation of his salary as navy offices (as the whale hunt would provide him with uncertain revenues) – Boelen declined the invitation and decided to continue his career in the Royal Netherlands navy rather than chasse whale in Southern oceans…After many health problems during the 1830s he returned to active service in January, 1837 and spent the rest of his professional life in the Navy. Jacobus Boelen Jhnz. died in 1876 with the rank of vice-admiral.”

 

Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114

Rotterdam, 22 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s-List van den 16 januari 1821.

….den 12 te Cowes het schip (opm: fregat) de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, van Amsterdam naar Surinamen; hetzelve is den 14 weder vertrokken; en den 15 het schip DELPHINA (opm: driemaster, thuishaven Gent), kapt. J. Boelen, van Batavia naar Antwerpen…..

 

Rotterdamsche Courant 25 januari 1821114

Amsterdam, 23 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 19 januari:

Het schip FANNY (opm: driemaster FANNY, thuishaven Gent), van Antwerpen naar Batavia, is den 22 september 1820 gepraaid.

Den 18 dezer heeft het schip (opm: fregat) DELPHINA, kapt. J. Boelen, van Batavia naar Antwerpen, te Cowes binnengelopen, de reis voortgezet.

Het schip PHILOTAIRE, Carron (opm: brik PHILOTAXE, kapt. Félix Corran, thuishaven Antwerpen), van Viginie (opm: waarschijnlijk Virginia, VS) naar Antwerpen, was op de hoogte van Falmouth.

 

Rotterdamsche Courant 24 februari 1821114

Te Antwerpen ligt in lading naar Batavia, om in de loop der maand maart te vertrekken, het Nederlands gekoperd tweedeks Fregatschip DELPHINA, kapt. J. Boelen Joh.zn, mede voor passagiers, waartoe gemeld schip bijzonder wel ingerigt; goederen, van Rotterdam komende, worden voor scheepsrekening naar Antwerpen getransporteerd.

Nadere inlichtingen te bekomen bij Kuijper, Van Dam en Smeer, te Rotterdam…...

 

Rotterdamsche Courant 20 maart 1821114

Rotterdam, 19 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 16 maart 1821:…..

…..Het schip de DELPHINA, van Antwerpen naar Napels, den 10 dezer lek te Falmouth binnengelopen, heeft de lading gelost, om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 14 april 1821114

Rotterdam, 13 april. Van Vlissingen wordt van den 10 gemeld: ….

…..en gisteren en heden de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MARGARETH, A. Smith, MATHILDA, S. Whiley, de JOSEPH AND ANN, W. Minter, L’ESPERANCE, A. van Geijt, TRIJPHONIA, J. Gauntlet en de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, naar Londen; de VROUW ANNA, H.H. Borgerding, naar de Marennes; de VROUW HENDRIKA, T.P. Kramer naar Oleron; de TWEE VRIENDEN, M. Mesdagh, de VROUW MARTHA, D.R. van Wijk, de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, de VROUW REINA, H. Koops, HENRIËTTE, G. Abrams, de GEZIENA, C. Taaij, de LIEFDE, M. Bakker en de JONGE NICOLAAS, J.C. Jansen, naar Liverpool; de HARMONIE, H.C. Schutt, de VROUW LUPPINA, E.H. Mulder en de VROUW GEZIENA, D.J. Greeven, naar Noirmoutier; de LEVRIER, J. Prebers, de COUREUR, B. Butin en de TWEE GEBROEDERS, E.J. van der Heijde, naar Rouaan; de GOEDE HOOP, W.H. Boon, naar Rochelle; SARA MARIA, S.H. Hegge, naar St. Ubes (opm: Setubal); ADELINE, J. Wingate en de BRILJANT, J. Atkins, naar New-Orleans; L’ANGELINE, J. Blanchet, naar Havre-de-Grace; de JOSEPH, P. Morris, naar Bordeaux; de SERAPHINE, L. Juhel, naar St. Malo; CERVANTES, D.H. White, naar Baltimore; GOVERNOR BROOKS, J. Bishop, naar Boston; L’AIMABLE PAULINE, L.J. Luijtjes, naar Lissabon; de VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Messina; JUBILEE, S. Mardon, naar Cork; DELPHINE, J. Boelen Jz. naar Batavia; de VROUW FENNA, S. Kelder, naar Marseille; de FRANCIS, J. Forman, naar New-YORK; POMMERANIA, J.C. Wendt, ERSPHINE CATHERINE, H. Richelsen en IDUNA, P. Smith, naar de Oostzee; CATHARINA MARIA, G.G. Krobs, naar Hamburg en DE DRIE GEBROEDERS, C. Lorentzen, naar Marseille. De vijf laatsten zijn door contrarie-wind terug gekomen.

 

Rotterdamsche Courant 17 april 1821114

Amsterdam, 15 april. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen J.C. Jansen van Kadix (opm: Cadiz), ligt in quarantaine; J. Byrne van Londen, H. Gottlob van Kolding, C. Stibolt van Dramme en T.J. Vlieger terug uit zee (naar Surinamen), C. Oelsen van Havana, J. Boelen van Vlissingen, de laatste als bijlegger, om tegenwind, gedestineerd naar Batavia en G.F. Blunt van City-Point in Virginien; uitgezeild J.B. de Boer naar Livorno, H.M. de Koe naar Lissabon en J.H. Mulder naar Liverpool.

In het Vlie is binnengekomen J. Davey van Londen.

Te Terschelling is niets binnengekomen; uitgezeild W.J. de Boer van Kiel naar Rotterdam.

Kapitein Engelman, te voren gemeld als uit Texel gezeild naar Triëst, is abusief en ligt nog ter rede.

 

Rotterdamsche Courant 19 april 1821114

Amsterdam, 17 april.

….uitgezeild Zr.Ms. oorlogs-fregat MELAMPUS, kapt. A.W. de Man en J. Boele van Vlissingen, beide naar Batavia; H. Zoetlief naar Braziliën, P. Sturk en F.P. Madsen naar Demerarij, J.E. Schneebeke, T. Pieters, D.G. Doekse, J. van Dijl en T.J. Vlieger naar Surinamen; G.R. Engelman naar Triëst; H. Hollander naar Marseille; D.C. Brunger naar Oleron; P. Hansen naar Sables d’Olone; P.B. de Jong naar Plymouth, J.J. Arends naar Sheerness; D. Ouwerhand naar Hull; R.S. Visser en J.J. de Jong naar Londen en J. Matzen naar Ahrensdahl (opm: Arendal)…..

 

Rotterdamsche Courant 09 oktober 1821114

Rotterdam, 8 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 5 oktober:

Den 18 juli is aan de Kaap de Goede Hoop in nood binnengelopen het schip (opm: driemaster) DELPHINA, Boelen, uit Texel; hebbende een gedeelte der lading over boord geworpen.

(opm: Lloyd’s bericht dat in Straat Davis tien met name genoemde Engelse schepen zijn vergaan; de bemanningen werden gered)

 

Bataviasche Courant 03 november 1821114

Aangekomen te Batavia:….

….29 Okt. Ned. schip DELPHINE, J. Boelen, van Antwerpen; Amerikaans schip ANN AND HOPE, W. Kelly, van Amsterdam den 4 juli…..

 

Rotterdamsche Courant 27 november 1821114

Rotterdam, 26 november. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 23 november:….

….Den 13 september is van Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip DELPHINE, Boelen, en den 14 het schip JAMIMA, Watt, beide naar Batavia.

 

Rotterdamsche Courant 27 april 1822114

Rotterdam, 26 april. Van Vlissingen wordt den 22 dezer gemeld: gisteren en heden zijn alhier ter rede gekomen NEPTUNES, W.M. Cramer, hebbende geen bepaalde destinatie; voor Antwerpen bestemd DELPHINE, J. Boelen, van Batavia. ….

 

Rotterdamsche Courant 18 juni 1822114

Advertentie. Van Antwerpen zal in het begin van juli naar Batavia vertrekken het Nederlandse snelzeilende gekoperde eiken Fregatschip DELPHINE (opm: DELPHINA, thuishaven Gent), kapitein Johannes Boelen, van hetwelk de kajuit en hutten gereed gemaakt zijn met alle gemakken voor passagiers. Adres ten kantore van Bisschop, Basteins en N.J. de Cock, te Antwerpen voornoemd, en ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer te Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1822114

Advertentie. Van Antwerpen zal in het begin van juli naar Batavia vertrekken het Nederlandse snelzeilende gekoperde eiken fregatschip DELPHINE, kapitein Johannes Boelen, van hetwelk de kajuit en hutten gereed gemaakt zijn met alle gemakken voor passagiers.

Adres ten kantore van Bisschop, Basteijns en N.J. de Cock, te Antwerpen voornoemd, en ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer, te Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 24 augustus 1822114

Rotterdam, 23 augustus. Van Vlissingen meldt men van den 20 augustus:

Sedert onze laatste zijn van de rede naar zee gezeild de schepen de VIJF GEBROEDERS, B. Bosschers, van Amsterdam, en de LIEFDE, S. Koorn, van Rotterdam, beiden naar Duinkerken gedestineerd; van Antwerpen l’ÉCLAIR, J.A. Schoneveld, naar Marseille, LEONTINE, M.F. le Lasseur, naar de Havana; RUBENS, Th. Versluijs, en DELPHINA, J. Boelen, naar Batavia; ISABELLE LOUISE, P.J. Eggers, naar Villa-Nova; le CHARLES, O.H. Arends, naar Liverpool; de VROUW ANNA, K.A. Bos, naar Glasgow; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, en ROSALIA, R.R. de Haan, naar Liverpool; de VROUW HENDRIKA, .J. Schuring, naar Londen; de TWEE GEBROEDERS, W.R. Lukens, naar North Shields; de OOSTERSTAR, J. Moller, naar Bergen; CONFIANCE, P. Tupper, naar Messina; la VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Liverpool.

Op de rede zijn aangekomen la BELLE ALLIANCE, P. Collas, van Rio-Janeiro; de VROUW GEZINA, E.J. Dik, van Liverpool en la LÉGÈRE, J.M. Bled van Trinidad, naar Antwerpen bestemd.