Inloggen
HARMONY - ID 17008


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1820-03-27 / 1841-04-30 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1819
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Philadelphia (Pa.), U.S.A.
Werfnummer:
Technical Data

Gross Tonnage: 158.00 lasts
 
Length 1: 30.60 Meters Registered
Beam: 8.40 Meters Registered
Depth: 3.91 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1820
Datum agenda: 1820-03-27
Register nr: 18200196
Scheepsnaam: HARMONY (DE)
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Staphorst, van, N. & J. & A.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: niet vermeld
Opmerkingen: Nieuwe zeebrief
Gekochte Amerikaanse schip

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1820-03-27 HARMONY
Manager: Firma N. & J. & R. van Staphorst, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma N. & J. & R. van Staphorst, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1820-04-24 DE NEDERLANDER
Manager: Firma N. & J. & R. van Staphorst, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma N. & J. & R. van Staphorst, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1820-07-26 EUTERPE
Manager: Leonard de Vijver, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Leonard de Vijver, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1825-11-10 WILHELMINA EN MARIA
Manager: Firma Insinger & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Insinger & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

bijlage bij acte 25 van 1829, fregat WILHELMINA EN MARIA
eigenaren per ultimo november 1829:

firma Insinger & Co., Amsterdam (boekhouders en 5/12e part)
firma Buys, de Bordes & Jordan, Amsterdam (1/12e part)
firma De Vries & Co., Amsterdam (1/12e part)
H.J. Swarth, Amsterdam (1/12e part)
W. Borski, Amsterdam (1/12e part)
J.B. Stoop, Amsterdam (1/12e part)
Jacobus Boelen Johzn., Amsterdam (1/12e part)
A. Insinger, Antwerpen (1/12e part)

Ship Events Data

1825-04-00: Sale/Verkoop
Advertentie. G.J. Roland Holst, J. Boelen, H.J. Rietveld en J. Altena, makelaars, zullen, op maandag den 15 september 1823, 's avonds ten zes ure, te Amsterdam in het voormalige Nieuwezijds Heeren Logement op de Haarlemmerdijk verkopen: een extraordinair welbezeild gekoperd Nederlands Fregatschip, genaamd EUTERPE, gevoerd door kapt. P.J. Zeeman, lang 30 ellen 60 duimen, wijd 8 ellen 40 duimen en hol 3 ellen, 91 duimen, het verdek hoog aan boord één el 63 duimen, alles Nederlandse maat. Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij de cargadoors Altena en Luijt.
(opm: in april 1825 verkocht, nieuwe naam WILHELMINA MARIA)
1841-04-30: Final Fate: Broken up

Verkoping van schepen op maandag 19 april, in de Nieuwe Stads Herberg aan het Y:
- Een welbezeild gekoperd fregatschip WILHELMINA MARIA, kapt. C. Atkes. NLG 9.400. In slag NLG 600, opgehouden. (opm: zie AH 230341; op 30 april 1841 werd de zeebrief in Den Haag ontvangen met de vermelding ‘schip wordt gesloopt’)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a bevat monsterrollen met als gezagvoerder Jacob Calander op de:

“Jo. Leonard” dd 13 december 1814; 15 novemberr 1815; 09 november 1816; 22 april 1818; 15 april 1819;

“Euterpe”, dd. 22 november 1820

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 18 maart 1815114

Amsterdam, 16 maart. Van den Helder werd van de 14 maart gemeld, dat op de Zuidwal aan de grond gedreven was het Brikschip de JONGE LEONARD, kapt. J. Calander, van Amsterdam naar Madeira, St. Bartholomé en St. Thomas gedestineerd, doch was met behulp van een loodsschuit weder afgebracht, en lag weder in vlot water.

Nog waren die dag van de rede gedreven het schip ARIUS JOHANNES, kapt. H. van Wyk naar Bordeaux, en het Smakschip de VOORZIGTIGHEID, kapt. J.R. Smit, naar Leith gedestineerd. Het eerste lag binnen de rug van de Balg ten anker, doch het laatste was buiten gezicht geraakt, en men wist niet waar hetzelve beland was.

 

Rotterdamsche Courant 06 januari 1816114

Amsterdam, 4 januari. Voor Amsterdam is, na een anker gekapt en een touw verloren te hebben, in goede staat teruggekomen het brikschip de JONGE LEONARD, kapt. J. Calander, van Amsterdam naar St. Bartholomé en St. Thomas.

 

Rotterdamsche Courant 27 november 1819114

Londen, 23 november. Het schip de JONGE LEONARD, Callender (opm: Jacob Calander ?), van St. Bartholomeus naar Amsterdam bestemd (opm: zie RC 041219), en de ROSINA, Lequestier, van Martinique naar Bordeaux, zijn beiden, na een zware storm (opm: waarbij nog 3 andere schepen, 12 brikken, 33 schooners, 21 sloepen en 26 overdekte boten te St. Thomas op strand zijn gedreven), masteloos te St. Thomas binnengekomen.

 

Rotterdamsche Courant 04 december 1819114

Amsterdam, 2 december. Kapitein Jacob Calander, voerende het schip (opm: brik) de JONGE LEONARD, van St. Bartholomé naar Amsterdam gedestineerd, volgens een onzer vorige (opm: RC 271119) te St. Thomas binnengelopen, meldt van daar, in dato 24 oktober, dat hij zijn geleden schade geheel hersteld had, doch een gedeelte der lading suiker, koffij en tabak, zo uit hoofde van beschadigdheid als tot goedmaking der kosten, had moeten verkopen; hij zou, tot aanvulling der daardoor veroorzaakrte ruimte, te St. Thomas tabak innemen, en dacht in het begin van november de reis te vervolgen.

 

Rotterdamsche Courant 08 februari 1820114

Londen, 1 februari. Te Tenbij (opm: Tenby, 51º40’ N.B. 04º42’ W.L.) is zeer lek binnengelopen het schip (opm: brik) DE JONGE LEONARD, Calender (opm: kapt. Jacob Calander), van St. Thomas naar Amsterdam; moest lossen. (opm: zie RC 130520)

 

Rotterdamsche Courant 13 mei 1820114

Amsterdam, 11 mei. De goederen van het te Tenbij (opm: Tenby, 51º40’ N.B. 04º42’ W.L.) afgekeurde brikschip DE JONGE LEONARD, kapt. Jacob Calander, van St. Thomas naar Amsterdam, waren, volgens brief van 30 april, werkelijk overgeladen in het ten dien einde bevrachte schip STEADY kapt. J. Rotherford, hetwelk den 29 dito de reis naar Amsterdam had aangenomen en den 9 mei in Texel is binnengekomen.

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Calander, Jacob

Familiegegevens en opleiding

P.J.Zeeman was getrouwd met Catharina Seepe(r), geboren 19 januari 1795, wonend te Amsterdam en overleden op 18 februari 1869.118

P.J.Zeeman met vlagnummer 31 van “Zeemanshoop” overleed in 1825/26.084

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.J.Zeeman werd met vlagnummer 31 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”. Toegevoegd is “overleden”. Geen verdere gegevens vermeld.002

In de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” op 27 september 1822 werd P.J.Zeeman aangenomen als effectief lid op voorspraak van de president van het College de heer Schimmel.042

 

I.Zeeman (niet P.J.) was van 1823-1825 bestuurslid van college Zeemanshoop.019-

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 oktober 1825 staat dat kapitein P.J.Zeeman zal worden aangeschreven met het verzoek “zijne agterstallige Contributiën & boeten te voldoen”042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 13 juni 1826 staat een aanvrage van de wed. kapt. P.J.Zeeman om een uitkering. Volgens het Bestuur heeft de kapitein “als zodanig ook voor een reys naar St. Domingo met het schip Euterpe aan zijn storting voldaan, dat hij zedert als 1ste Stuurman op de brik Aurora kaptn Thomson is overgegaan, zonder van de verandering eene aanmelding te doen”. Op grond van dezee overweging wijst het Bestuur de aanvrage af, maar keert wel een “liefdegift” uit van f 150,-. In de notulen dd 31 augustus wordt de conclusie van een onderzoekscommissie gemeld, die stelt dat er geen reglementaire belemmeringen zijn om een uitkering te verstrekken aan de wed. P.J.Zeeman. Op 10 oktober 1826 staat een herhaalde aanvrage van de weduwe. Het Bestuur start een onderzoek “in hoeverre kaptn Zeeman, al dan niet van beroep is veranderd.” De onderzoekscommissie rapporteert op 26 oktober 1826 en stelt dat “wijlen P.J.Zeeman, Stuurman wordende niet moet geoordeeld worden van beroep maar van kwaliteit te zijn veranderd.” Omdat kapitein Zeeman aan alle financiële verplichtingen heeft voldaan besluit het Bestuur de uitkering in de 1ste klassse aan de weduwe toe te staan per 01 augustus 1826 voor haar en 1 kind.042

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.J.Zeeman als gezagvoerder gedurende:

vlag           jaren                   type          scheepsnaam                    reder/boekhouder

31            1825                   Geen opgave van schip en boekhouder

 

In het Archief van de Waterschout in het Amsterdams Stadsarchief staan onder commando van kapitein Pieter Jonas Zeeman vermeld monsterrollen van de “Euterpe” per 29 oktober 1821 en 06 november 1822.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 19 januari 1822114

Amsterdam, 17 januari. Het schip EUTERPE, kapt. P.S. Zeeman, van Amsterdam naar Surinamen, was den 6 januari, des morgens te 8 uren (4 uren [opm: dagen] na deszelfs vertrek uit Texel), in goede staat zeilende, Goudstaart (opm: Start Point) ten Noorden van zich hebbende; aan boord alles wel.

 

 

Datum vanaf: 1821
Kapitein: Zeeman, Pieter Jonas

wellicht 2 parsonen (vader en zoon?)

Familiegegevens en opleiding

Jacobus Boelen Johannesz overleed in 1876.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Boelen werd met nr.23 effectief lid van Zeemanshoop. Verdere gegevens ontbreken in het inschrijfregister002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het College Zeemanshoop van 07 juni 1822 wordt gemeld dat J.Boele (sic) op voordracht van J.Theunissen wordt aangenomen als effectief lid met vlagnummer 23023. (Dit zou betekenen dat hij geen oprichter van het College was!). In de Algemene Ledenvergadering van 03 december 1823 wordt gemeld: “Is gelezen een Brief van den Captn Boelen uit Antwerpen den 2 decem voor deszelfs Lidmaatschap bedankende ...”023.

J.Boelen Jz, vlagnummer 23, wordt aangeduid als Luitenant ter zee 1e klasse (kennelijk een marine-rang). Hij bedankte in 1822.084.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 06/13 december 1825 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacobus Boelen Johz, oud 35 jaar, luitenant ter zee der 1ste Classe, wonende aan de werf de Haan te Amsterdam. Hij werd voorgedragen door P.C.de Roth en kreeg als vlagnummer 147023.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 01 maart 1825 wordt gemeldd dat Jacobus Boelen Jr wordt voorgedragen tot effectief lid. Hij was toen 34 jaar, woonde bij de heer J.R.Boelen op het Bikkerseiland te Amsterdam en werd voorgedragen door P.F.Wegener. In de vergadering van 08 maart werd zijn candidatuur afgestemd. Een reden is niet vermeld023.

Voorgaande notities vergen nader genealogisch onderzoek. Wellicht sprake van 2 personen (vader en zoon?). Zie ook de gegevens hierna.

 

J.Boelen was honorair lid/oprichter van het College Zeemanshoop. Hij wordt niet vermeld als bestuurslid019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1826 staat de mededeling dat Jac. Boelen Jhz , thans nog voerend vlag nummer 147, is gewisseld naar vlagnummer 23.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1825 staat vermeld dat, ondanks herhaalde aanmaningen, J.Boelen Johz en C.J.Jonker weigeren hun verschuldigde stortingen te voldoen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1829 wordt een brief vermeld van reeder Insinger: “Kapt. Jacobus Boelen Johz. voerende het schip Wilhelmina & Maria … schrijft in dato 25 July 1828 van Manilla, dat Maarten Pel zich welvarende aan boord bevond en voegd erbij, te laten vragen of dezelve wel in het Zeemans Collegie is ingeschreven “als aanspraak te hebben op Pensioen op zijn oude dag, … ik heb echter (zo ik geloof) vergeten zulks in de laatste dagen in orde te brengen, ofschoon hij door de Waterschout als regthebbende op dit Pensioen is ingeschreven. Ik wenschte gaarne dat UEd de goedheid wilden hebben, zulks van mij te laten onderzoeken en in order te brengen want hij is een goed trouw man””. Het Bestuur gaat accoord met de uitleg van kapitein Boelen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 november 1829 staat de mededeling dat kapitein J.Boelen Jz  “zijne storting en contributie zal voldoen dat deze echter verzoekt eene korting van 8 maanden te mogen genieten zijnde dit den tijd dat hij in Zuid-Amerika gelegen heeft … “ Dit verzoek werd echter afgewezen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:

“Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden

                A.van den Abeele                                              J.J.Lausen             Fr.P.Hoed

                N.Hensken                                           O.Olferts               J.A.Zeylinga

                J.B.Frerichs                                          P.J.Spilliard           J.Tholen

                P.Bostijn                                               P.Rolff                  F.A.Bunnemeijer

                J.Boelen Jz                                           J.E.Beckman       O.R.Engelman

                J.Stoffers                                              J.Hartwijk             J.G.Bart

                H.H.Zeijlstra                                        J.Y v.d.Zweep      W.H.Boon

hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1834 staat een lijst van kapiteins die gerdurende een bepaalde periode hun contributie niet hebben voldaan. Daarbij is J.Boelen Jz, vlagnummer 23 “sedert 1 Jaar.”042

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 december 1834 staat een verslag van de penningmeester inzake strubbelingen met de contributiebetaling door enige effectieve leden.

“Weledele Heeren!

Penningmeesteren van het Zeemans Collegie Zeemans Hoop gaarne voldoende aan de uitnoodiging van UWelEd. om eene korte opheldering te ontvangen omtrent de volgende in hunne handen gesteld zaken hebbende een UWelEd daarop het volgende te bemerken

….. Kapt. J.Boelen JZn dewelke zedert 1832 geene Contributie en zedert 1830 geene Storting betaald heeft hoewel in actieve dienst bij ’s Lands Marine gediend hebbend. …..” 042

 

In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 31 januari 1826 meldt het Bestuur dat is toegestaan dat Jacobus Boelen Johz zijn vlagnummer 147 ruilt voor nummer 23023.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 30 december 1834 staat “is besloten - wijders dat kapitn J.Boelen Jansz sedert geruimen tijd nalatig is gebleken in het betalen van zijne verschuldigde contributiën doch dat zijn E.D. zelve mondeling ten kantore van het Collegie had te kennen gegeven dat hij voor het Lidmaatschap bedankte.”023.

In Copieën van uitgaande stukken der penningmeester van het College Zeemanshoop en Weldadig Zeemansfonds. (GAA Ingang 491 nr.171) wordt in een brief aan het Bestuur het advies gegeven een aantal leden te schrappen wegens het niet voldoen aan de finaciële verplichtingen, waaronder kapitein J.Boelen Jz “dewelke sedert 1832 geene Contributie en sedert 1830 geen stortingen betaald heeft hoewel in active dienst bij ’s Lands Marine gediend hebbende.”

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

          23                1825-1828            fregat     Wilhelmina en Maria         Insinger en Co

                               1829-1830            geen opgave van schip en boekhouder

 

Van Sluijs013 vermeldt het fregat “Delphine”. gebouwd in 1813 in Amerika, 200 last/354 ton o.m. Van 1820 t/m 1824 was de gezagvoerder kapitein J.Boelen, varend voor N.& J. de Cock te Gent. Voorts is vermeld dat J.Boelen een reis naar Batavia maakte met een equipage van 29 koppen, 100 militairen en 23 passagiers

In 1824 was J.J.Boelen gezagvoerder van het Antwerpse fregat de “Delphine” (200 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouder was N.&J. de Cock & Frère te Gend012.

 

Bouma025 vermeldt J.Boelen Jz als gezagvoerder gedurende:

*    1826 t/m 1829 van het 3/m schip “Wilhelmina & Maria”, gebouwd in 1826, bouwplaats niet vermeld, 275 ton o.m., varend voor Insinger & Co te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jacobus Johannes Boelen als gezagvoerder van de:

“Wilhelmina & Maria”, dd 15 december 1825.

 

Overige bijzonderheden

“Jacobus Boelen had in 1829, na tien jaar varen voor De Cock en een reis om de wereld voor het Amsterdamse huis Insinger & Co, een som van ¦10.000 gespaard, die hij bereid was voor een expeditie naar Alaska en China te gebruiken” (Jac. Boelen in een brief aan Willem I van 18 november 1829)039.

 

J.Boelen vervoerde met de “Delphine” detachementen met landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*:

Vertrek 04 april 1820 vanuit Vlissingen. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld. 5 officieren en 50 manschappen.

Vertrek 20 augustus 1822 vanuit Vlissingen. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld. 4 officieren en 100 manschappen.

Vertrek 11 januari 1824 vanuit Vlissingen. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld. 4 officieren en 100 manschappen.

 

(Bossenbroek065 vermeldt op p. 70/71

“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …Delphine …”.

“Minder geïmponeerd door executies toonden zich de soldaten aan boord van de Delphine. Drie muiters, waaronder een voormalige priester, waren al ter dood gebracht en zestien samenzweerders zaten nog gevangen toen opnieuw het vuur van de opstand ontbrandde. Gezagvoerder J.Boelen verloochende zijn marine-afkomst niet. Eerder had hij eigenhandig het werk van het executiepeleton afgemaakt en nu voerde hij de officieren en het scheepsvolk aan in een rechtstreekse nachtelijke confrontatie met het nog steeds oproerige detachement. Hoe verbeten de strijd was, blijkt wel uit zijn commando: ‘Schiet niet, maar sla dood wat achter de grooten mast komt’ en uit zijn constatering achteraf: ‘Wij hakten en sloegen onder de militairen rond met een woede van onzen kant, die alle beschrijving te boven gaat’. Tot doodslag kwam het die nacht niet, wel vielen er vele gewonden onder de militairen. Alle muitzucht bekoelde ten slotte toen aan bakboord en stuurboord twee draaibassen werden geplaatst en Boelen ten overstaan van het detachement een demonstratie liet geven van de uitwerking van dit scheepsgeschut

Hiermee vergeleken, was Boelen’s aandeel, nu als gezagvoerder van het oorlogsschip Boreas, in het bedwingen van de opstand op de Pieter Florisz (zie bij J.F.Spiegeleberg) in 1840 minder spectaculair; desalniettemin bleek zijn tussenkomst doorslaggevend: hij verhinderde een massale desertie - beide schepen lagen bij Rio de Janeiro voor anker - en hij nam negen arrestanten van het koopvaardijschip onder zijn hoede.”

Voorgaande gebeurtenissen zijn o.a. beschreven in J.Boelen Jz Merkwaardig dagboek van een Nederlandsch zeeman 1795-1860, naar een memoriaal van Vice-Admiraal J.Boelen Jz. Bewerkt en van aantekeningen voorzien door J.Oderwald, Amsterdam. De Bussy, 1842-1943.

Ik heb dat stuk niet ingezien. Ik neem aan dat het aanwezig is op o.a. het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam.

Het oorspronkelijke dagboek is getiteld: Reize naar de Oost- en Westkust van Zuid-Amerika en, van daar naar de Sandwichs – en Phillipijnsche eilanden China enz. gedaan in de jaren 1826, 1827, 1828 en 1829 met het koopvaardijschip Willemina en Maria. door J.Boelen, Joh.zoon destijds Luitenant ter Zee 1e klasse en Ridder der Militaire Willems-orde, 4e klasse, thans kapitein Luitenant Te Amsterdan, bij Ten Brink & de Vries MDCCCXXXV. In het NSM onder nr. A/IV-1-164

Zie ook:

“Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121

P.37-39, “Een marineofficier als koopvaardijkapitein 1826-1827. Wilhelmina en Maria

Het fregat “Wilhelmina en Maria” onder kapitein J.Boelen, van Montevideo naar NOI rondde Kaap Hoorn van Oost naar West.

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

p.77        “Jacobus Boelen Jhz (Johanneszoon) was one of the first nineteenth-century Dutchmen to enter the Pacific Ocean after Jacob Roggeveen had left this region in 1722”.

                Between April 1820 and December 1824, Boelen made four round-trip voyages tot Java in the service of the prominent Antwerp ship owner and merchant Nicolaes de Cock. He resigned from command when De Cock refused to have the ship Delphine completely overhauled ans coppered. Around this time, Boelen was promoted in the Royal Netherlands Navy from midshipsman to Lieutenant first class.

                In 1825, Boelen met his old friend and distant relative Johannes Insinger. As it turned out, the two men had independently developed similar plans for commercial expansion in the Pacific. Boelen signed his contract with the firm of Insinger & Co., owned by Johannes and his brother Albrecht……

                …..The firm found the ideal captain in Jacobus Boelen for a new commercial expedition in – to them at least – uncharted waters. They now had to find a suitable ship. In March 1825 they bought the West-Indiaman Euterpe, originally buitlt in Baltimore in 1810. The Insinger brothers spent a small fortune having the vessel completely rebuilt… The wives of the two brothers were immortalized as Euterpe was renamed Wilhelmina & Maria. Boelen received command of the 316-ton vessel and set sail for Latin America. After many ordeals in and off Brazil and Peru, Boelen touched on the Hawai’ian Islands. In late April he arrived at the Pearl River, which led to Canton (Guangzhou), China. After a brief interlude at Manila, Boelen departed from China in August, 1828. On 1 May 1829, Jacobus Boelen arrived in Dutch waters after a voyage that had lasted no less than 1,172 days.

                Een verslag van zijn reizen publiceerde Boelen Reize naar de Oost- en Westkust van Zuid-Amerika etc, zie hiervoor..

                Er ontstond een contact tussen Boelen en “Jean Chretien Baron Baud (1789-1859), who was Secretary of Colonies”. Hij “invited Jacobus Boelen to lead a pelagic whaling expedition in the Pacific. When it dawned on him that non of his requirements were met – acquisition of an new, fast whaleship, and continuation of his salary as navy offices (as the whale hunt would provide him with uncertain revenues) – Boelen declined the invitation and decided to continue his career in the Royal Netherlands navy rather than chasse whale in Southern oceans…After many health problems during the 1830s he returned to active service in January, 1837 and spent the rest of his professional life in the Navy. Jacobus Boelen Jhnz. died in 1876 with the rank of vice-admiral.”

 

Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114

Rotterdam, 22 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s-List van den 16 januari 1821.

….den 12 te Cowes het schip (opm: fregat) de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, van Amsterdam naar Surinamen; hetzelve is den 14 weder vertrokken; en den 15 het schip DELPHINA (opm: driemaster, thuishaven Gent), kapt. J. Boelen, van Batavia naar Antwerpen…..

 

Rotterdamsche Courant 25 januari 1821114

Amsterdam, 23 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 19 januari:

Het schip FANNY (opm: driemaster FANNY, thuishaven Gent), van Antwerpen naar Batavia, is den 22 september 1820 gepraaid.

Den 18 dezer heeft het schip (opm: fregat) DELPHINA, kapt. J. Boelen, van Batavia naar Antwerpen, te Cowes binnengelopen, de reis voortgezet.

Het schip PHILOTAIRE, Carron (opm: brik PHILOTAXE, kapt. Félix Corran, thuishaven Antwerpen), van Viginie (opm: waarschijnlijk Virginia, VS) naar Antwerpen, was op de hoogte van Falmouth.

 

Rotterdamsche Courant 24 februari 1821114

Te Antwerpen ligt in lading naar Batavia, om in de loop der maand maart te vertrekken, het Nederlands gekoperd tweedeks Fregatschip DELPHINA, kapt. J. Boelen Joh.zn, mede voor passagiers, waartoe gemeld schip bijzonder wel ingerigt; goederen, van Rotterdam komende, worden voor scheepsrekening naar Antwerpen getransporteerd.

Nadere inlichtingen te bekomen bij Kuijper, Van Dam en Smeer, te Rotterdam…...

 

Rotterdamsche Courant 20 maart 1821114

Rotterdam, 19 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 16 maart 1821:…..

…..Het schip de DELPHINA, van Antwerpen naar Napels, den 10 dezer lek te Falmouth binnengelopen, heeft de lading gelost, om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 14 april 1821114

Rotterdam, 13 april. Van Vlissingen wordt van den 10 gemeld: ….

…..en gisteren en heden de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MARGARETH, A. Smith, MATHILDA, S. Whiley, de JOSEPH AND ANN, W. Minter, L’ESPERANCE, A. van Geijt, TRIJPHONIA, J. Gauntlet en de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, naar Londen; de VROUW ANNA, H.H. Borgerding, naar de Marennes; de VROUW HENDRIKA, T.P. Kramer naar Oleron; de TWEE VRIENDEN, M. Mesdagh, de VROUW MARTHA, D.R. van Wijk, de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, de VROUW REINA, H. Koops, HENRIËTTE, G. Abrams, de GEZIENA, C. Taaij, de LIEFDE, M. Bakker en de JONGE NICOLAAS, J.C. Jansen, naar Liverpool; de HARMONIE, H.C. Schutt, de VROUW LUPPINA, E.H. Mulder en de VROUW GEZIENA, D.J. Greeven, naar Noirmoutier; de LEVRIER, J. Prebers, de COUREUR, B. Butin en de TWEE GEBROEDERS, E.J. van der Heijde, naar Rouaan; de GOEDE HOOP, W.H. Boon, naar Rochelle; SARA MARIA, S.H. Hegge, naar St. Ubes (opm: Setubal); ADELINE, J. Wingate en de BRILJANT, J. Atkins, naar New-Orleans; L’ANGELINE, J. Blanchet, naar Havre-de-Grace; de JOSEPH, P. Morris, naar Bordeaux; de SERAPHINE, L. Juhel, naar St. Malo; CERVANTES, D.H. White, naar Baltimore; GOVERNOR BROOKS, J. Bishop, naar Boston; L’AIMABLE PAULINE, L.J. Luijtjes, naar Lissabon; de VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Messina; JUBILEE, S. Mardon, naar Cork; DELPHINE, J. Boelen Jz. naar Batavia; de VROUW FENNA, S. Kelder, naar Marseille; de FRANCIS, J. Forman, naar New-YORK; POMMERANIA, J.C. Wendt, ERSPHINE CATHERINE, H. Richelsen en IDUNA, P. Smith, naar de Oostzee; CATHARINA MARIA, G.G. Krobs, naar Hamburg en DE DRIE GEBROEDERS, C. Lorentzen, naar Marseille. De vijf laatsten zijn door contrarie-wind terug gekomen.

 

Rotterdamsche Courant 17 april 1821114

Amsterdam, 15 april. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen J.C. Jansen van Kadix (opm: Cadiz), ligt in quarantaine; J. Byrne van Londen, H. Gottlob van Kolding, C. Stibolt van Dramme en T.J. Vlieger terug uit zee (naar Surinamen), C. Oelsen van Havana, J. Boelen van Vlissingen, de laatste als bijlegger, om tegenwind, gedestineerd naar Batavia en G.F. Blunt van City-Point in Virginien; uitgezeild J.B. de Boer naar Livorno, H.M. de Koe naar Lissabon en J.H. Mulder naar Liverpool.

In het Vlie is binnengekomen J. Davey van Londen.

Te Terschelling is niets binnengekomen; uitgezeild W.J. de Boer van Kiel naar Rotterdam.

Kapitein Engelman, te voren gemeld als uit Texel gezeild naar Triëst, is abusief en ligt nog ter rede.

 

Rotterdamsche Courant 19 april 1821114

Amsterdam, 17 april.

….uitgezeild Zr.Ms. oorlogs-fregat MELAMPUS, kapt. A.W. de Man en J. Boele van Vlissingen, beide naar Batavia; H. Zoetlief naar Braziliën, P. Sturk en F.P. Madsen naar Demerarij, J.E. Schneebeke, T. Pieters, D.G. Doekse, J. van Dijl en T.J. Vlieger naar Surinamen; G.R. Engelman naar Triëst; H. Hollander naar Marseille; D.C. Brunger naar Oleron; P. Hansen naar Sables d’Olone; P.B. de Jong naar Plymouth, J.J. Arends naar Sheerness; D. Ouwerhand naar Hull; R.S. Visser en J.J. de Jong naar Londen en J. Matzen naar Ahrensdahl (opm: Arendal)…..

 

Rotterdamsche Courant 09 oktober 1821114

Rotterdam, 8 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 5 oktober:

Den 18 juli is aan de Kaap de Goede Hoop in nood binnengelopen het schip (opm: driemaster) DELPHINA, Boelen, uit Texel; hebbende een gedeelte der lading over boord geworpen.

(opm: Lloyd’s bericht dat in Straat Davis tien met name genoemde Engelse schepen zijn vergaan; de bemanningen werden gered)

 

Bataviasche Courant 03 november 1821114

Aangekomen te Batavia:….

….29 Okt. Ned. schip DELPHINE, J. Boelen, van Antwerpen; Amerikaans schip ANN AND HOPE, W. Kelly, van Amsterdam den 4 juli…..

 

Rotterdamsche Courant 27 november 1821114

Rotterdam, 26 november. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 23 november:….

….Den 13 september is van Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip DELPHINE, Boelen, en den 14 het schip JAMIMA, Watt, beide naar Batavia.

 

Rotterdamsche Courant 27 april 1822114

Rotterdam, 26 april. Van Vlissingen wordt den 22 dezer gemeld: gisteren en heden zijn alhier ter rede gekomen NEPTUNES, W.M. Cramer, hebbende geen bepaalde destinatie; voor Antwerpen bestemd DELPHINE, J. Boelen, van Batavia. ….

 

Rotterdamsche Courant 18 juni 1822114

Advertentie. Van Antwerpen zal in het begin van juli naar Batavia vertrekken het Nederlandse snelzeilende gekoperde eiken Fregatschip DELPHINE (opm: DELPHINA, thuishaven Gent), kapitein Johannes Boelen, van hetwelk de kajuit en hutten gereed gemaakt zijn met alle gemakken voor passagiers. Adres ten kantore van Bisschop, Basteins en N.J. de Cock, te Antwerpen voornoemd, en ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer te Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1822114

Advertentie. Van Antwerpen zal in het begin van juli naar Batavia vertrekken het Nederlandse snelzeilende gekoperde eiken fregatschip DELPHINE, kapitein Johannes Boelen, van hetwelk de kajuit en hutten gereed gemaakt zijn met alle gemakken voor passagiers.

Adres ten kantore van Bisschop, Basteijns en N.J. de Cock, te Antwerpen voornoemd, en ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer, te Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 24 augustus 1822114

Rotterdam, 23 augustus. Van Vlissingen meldt men van den 20 augustus:

Sedert onze laatste zijn van de rede naar zee gezeild de schepen de VIJF GEBROEDERS, B. Bosschers, van Amsterdam, en de LIEFDE, S. Koorn, van Rotterdam, beiden naar Duinkerken gedestineerd; van Antwerpen l’ÉCLAIR, J.A. Schoneveld, naar Marseille, LEONTINE, M.F. le Lasseur, naar de Havana; RUBENS, Th. Versluijs, en DELPHINA, J. Boelen, naar Batavia; ISABELLE LOUISE, P.J. Eggers, naar Villa-Nova; le CHARLES, O.H. Arends, naar Liverpool; de VROUW ANNA, K.A. Bos, naar Glasgow; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, en ROSALIA, R.R. de Haan, naar Liverpool; de VROUW HENDRIKA, .J. Schuring, naar Londen; de TWEE GEBROEDERS, W.R. Lukens, naar North Shields; de OOSTERSTAR, J. Moller, naar Bergen; CONFIANCE, P. Tupper, naar Messina; la VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Liverpool.

Op de rede zijn aangekomen la BELLE ALLIANCE, P. Collas, van Rio-Janeiro; de VROUW GEZINA, E.J. Dik, van Liverpool en la LÉGÈRE, J.M. Bled van Trinidad, naar Antwerpen bestemd.

 

 

Datum vanaf: 1825
Kapitein: Boelen, Jacobus Johannesz

Familiegegevens en opleiding

J.J.Bart werd geboren te Groningen op 11 februari 1784.

Hij huwde met Engeltje Kraay, geboren te Zandvoort op 01 december 1784. Zij kregen een zoon geboren op 20 december 1830 en een dochter op 22 oktober 1815.003

J.J.Bart overleed in 1839. Zie hierna

 

Provinciale Groninger Courant 04 juni 1839

Amsterdam 30 mei. De volgende berichten heeft men ontvangen uit Batavia. Te Batavia zijn op 20 december j.l verongelukt de gezagvoerder J.J. Bart, voerende het op die rede aangekomen zijnde schip WALCHEREN, benevens de scheepsdoctor, een der stuurlieden en een matroos, bij het met de sloep naar de wal varen. Hun lijken heeft men later opgevist, met een zak postpaketten en een 45 tal brieven.

 

Uit. JACOB OLIE Jbz (1834-1905). Monografieën van Nederlandse fotografen nr. 10

Anneke van Veen. Focus Publishing Amsterdam. 2000, 268 pp.

p.200

Barts vader, Jacob Jans Bart was ook koopvaardijkapitein geweest. Op een dramatische reis met het fregat Walcheren in 1838-1839 verloor Johan Jacob Bart, die als eerste stuurman op het schip voer, op de rede van Batavia zijn vader. Ook elf leden van de oorspronkelijk 35 koppen tellende bemanning van het schip kwamen om. De 24 jarige Bart moest het schip naar huis varen. …”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Bart werd met vlagnummer 73 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”. Zijn schip was de “Walcheren”. Aangiftedatum en referentie zijn niet vermeld002.

In de Algemene Ledenvergadering van het college op 21 september 1824 werd Jacob Jansz Bart (vóórnamen juist overgenomen!), 40 jaar, wonende op de Bikkersgracht, aangenomen als effectief lid van het college met vlagnummer 73 op voordracht van Pieter Kraay023.

J.J.Bart was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1824 t/m (wellicht) 1840 met de vlagnummers 73 (1824 t/m 1836) en 40 (1836 t/m 1840).

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 11 oktober 1825003.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt een opmerking vermeld van de heer Kooy, dat naast de kapiteins Krayer, Sipkes, Zeijlstra, Pakes en Heyde, ook andere kapiteins zich bij de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp in 1825, zich “door onverschrokkenheid, moed en zelfsopoffering hadden onderscheiden” zoals de kapiteins J.J.Bart, J.Ingerman, Gribbert de Jong e.a.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1826 is vermeldt dat het Bestuur machtiging tot aanwinning van buitenlandse honoraire leden in de “koloniën Suriname, Demerarij, Curacao & Batavia” heeft verstrekt aan Th.Pietersz, J.J.Bart, P.S.Matzen en L.F.Heyde.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1827 staat berichten van zowel B7W van Amsterdam als de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, waarin de ontvangst wordt gemeld van “4 bewijzen van Z.M. hoge tevredenheid over het gedrag van de kapiteinen Gt de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart geduurende de watervloed van 1825.” 042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 09 januari 1840 vraagt Johan J.Bart een uitkering voor zijn broer Simon Bart, zoon van wijlen kapitein Jaccob Jan Bart en Engeltje S.Kraaij. Deze wordt toegestaan in de vergadering van 27 februari 1840042

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 04 september 1827 werden missiven ingebracht van Burgemeesters en Wethouders van Amsterdam dd 16 en 21 augustus 1827 “wegens de uitkeering van bewijzen van Zijne Majesteits tevredenheid over het gehouden gedrag bij de watersnood in 1825 aan de kapiteinen G.de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart”.023

In de notulen van de Algemene Vergadering vn Zeemanshoop dd. 21 april 1840 staat het verzoek van Simon Bart, zoon van wijlen kapitein Jacob Jans Bart en E.S.Kraay om een uitkering welke werd toegekend ingaande 01 februari 1840.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

         73                1825-1828            brik         Maria en Jacoba                Buys, de Bordes en Jordan

                               1829-1834            fregat     Wilhelmina en Maria         Insinger en Co

                               1835    geen opgave van schip en boekhouder

         40                1836-1838            fregat     Walcheren                           Buys, de Bordes en Jordan

 

Bouma025 vermeldt J.J.Bart als gezagvoerder gedurende:

*    1822 t/m 1829 op de brik “Maria en Jacoba”, gebouwd in 1812, 150 ton o.m., varend voor Buys, de Bordes & Jordan te Amsterdam;

*    1830 t/m 1835 op het 3/m schip “Wilhelmina Maria”, gebouwd in 1826, 275 ton o.m., varend voor Insinger & Co te Amsterdam;

*    1835 t/m 1839 op het 3/m schip de “Walcheren”, gebouwd in 1829 te Middelburg, 717 ton o.m., varend voor Buys, de Bordes & Jordan te Amsterdam. Het schip werd in 1839 verkocht.

      Van Sluijs013 vermeldt omtrent J.J.Bart een advertentie in de Amsterdamsche Courant van 17 april 1816, waarin de mededeling: ”29 April 1816 te A’dam in veiling het galjasschip Natalia, kapt. J.J.Bart  lang 80 vt, wijd 25 vt  hol 12½ vt”.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van Jacob Jansen Bart op de:

“Natalia”, dd 21 februari 1815 (Russische vlag);

“Nadeschada”, ddd 16 juni 1817”

“Maria & Jacoba”, dd 15 november 1819; 22 september 1820; 16 augustus 1821; 09 april 1822; 18 november 1822; 25 september 1823; 26 april 1824; 08 april 1825; 13 oktober 1825; 08 juni 1826; 26 maart 1827; 28 september 1827, 01 april 1828; 20 oktober 1828 en 23 juli 1829;

“Wilhelmina & Maria”, dd 22 december 1829; 23 juni 1830; 05 april 1831; 17 oktober 1831; 11 mei 1832; 31 oktober 1832; 04 november 1833, 31 mei 1834 en 11 november 1834.

“Walcheren”, dd 01 maart 1836 en 30 maart 1837.

Tevens wordt de “Walcheren” op 17 juli 1838 vermeld met als kapitein Jan Jacob Bart.

 

Overige bijzonderheden

Op 15 december 1834 overleed te Curacao  de soldaat Dirk van Wijk, een voorvader van de voetballer Coen Moulijn. Dirk vertrok op 21 november op de “Wilhelmina en Maria” als soldaat naar Suriname,

Uit: Gens Nostra, 66, p. 321, 2011.

 

In het begin van de 19e eeuw, na de Franse tijd, zocht de Nederlandse koopvaardij naar nieuwe afzetmarkten o.a. in Zuid-Amerika vanwege het ontstaan van Zuidamerikaanse staten. Daarbij werd gebruik gemaakt van de route via Kaap Hoorn naar de Zuidamerikaanse westkust. In 1826/27 maakte een Amsterdamse koopvaarder, de “Wilhelmina en Maria” van het huis Insinger een reis met Nederlandse en Duitse “fabrijksgoederen”. “Ook dit schip maakte de ronding van Kaap Hoorn in de zuidelijke zomer. Het lag daarbij niettemin 21 dagen onder dubbel- en dichtgereefde marszeilen. Na een bezoek aan de westkust van Zuid-Amerika onderzocht het ook de afzetmogelijkheden van produkten uit dat gebeid in China. De “Wilhelmina en Maria” keerde in Nederland terug met lijsten van gevraagde artikelen en gangbare prijzen, doch met een negatief saldo voor wat betreft de meegevoerde lading.”007

Uit de vaargegevens hiervoor ontleend aan 001 blijkt dat de gezagvoerder op deze reis kapitein Johan Jacob Bart is geweest.

J.J.Bart verzorgde per 01 mei 1836 vanuit Veere met de “Walcheren” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 augustus 1836 na 103 dagen065*.

 

Voorstelling der door-ijzing van eenige koopvaardijschepen, door het Groot Noord-Hollands Kanaal nabij Purmerend op den 9 Januarij 1830 opgedragen aan de gezamenlijke reeders dier schepen.” van J.H.Koekkoek en H.W.Hoogkamer

In de Provinciale Atlas van Noord-Holland, Collectie Prenten en Tekeningen, Purmerend 082a.

Ansicht uit het Rijksarchief van Noord-Holland

In Onderschrift staat:

namen der schepen                             namen der heeren reeders

De Louisa Agatha                             

De Maria en Jacoba                          De Heer J.van Beeck Vollenhoven  De Heeren Buys, de Bordes & Jordan   -

    Willem Ernst                  

 -  Welvaart                                         De Nederl.Scheepsreederij                De Heer L.Schumacher

Jonge Lodewijk Antonie –

 Diana                                                  De Heren L.Bienfait & Zoon           De Heeren J.A.Westerloo & Comp.

Wilhelmina en Maria         -

 Twee Gebroeders                                   Insinger & Comp.                              H.& C van de Stadt

 

Uit een bezoek aan de nog steeds bestaande sluis in het Noordhollands kanaal in Purmerend op 05 augustus 1997 kon ik afleiden dat de schepen met de boeg in de richting van Alkmaar-Den Helder liggen. Zij waren dus op 09 januari 1830 op weg naar hun buitenlandse bestemming.

Monsterrol in Archief van de Amsterdamse Waterschout dd 22 december 1829, kapitein Jacob Jansen Bart, 17 bemanningsleden, bestemming Suriname, boekhouder Insinger & Co. Stuurman is Jan Cornelis Atkens, die later kapitein van hetzelfde schip zal worden

 

Rotterdamsche Courant 27 april 1816114

Advertentie. J. van Olivier en F. der Kinderen, makelaars, zullen, op maandag den 29 april 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra-ordinair welbezeild Galjasschip, genaamd NATALIA, kapt. J.J. Bart, lang over steven 80 voet, wijd, bij de eerste balk voor het grote luik binnen zijn huid, 25 voet, hol, in het ruim bij de uitwatering, 12 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat, liggende ten einde van de Bikkerstraat. Breder bij de inventaris omschreven. Nader onderrigting bij voornoemde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 16 december 1819114

Amsterdam, 14 december. Den 29 november lag onder Noord-Voorland (opm: North Foreland), bij Margate, ten anker het schip MARIA EN JACOBA, kapt. J.J. Bart, van Amsterdam naar Curaçao, met nog wel 50 anderen.

 

Rotterdamsche Courant 10 oktober 1820114

Amsterdam, 8 oktober. Van Texel uitgezeild J.J. Bart, aan boord hebbend Zijne Exell. de Heer Cantzelaar, nieuw benoemde Gouverneur van Curaçao en onderhorige eilanden; is den 5 dezer uit Den Helder derwaarts gezeild (opm: zie RC 270121).

 

Rotterdamsche Courant 27 januari 1821114

Amsterdam, 25 januari. Te Curaçao zijn gearriveerd R. Smit en J.J. Bart (opm: zie RC 101020) van Amsterdam; te Kadix (opm: Cadiz) J.R. Kuiper van Amsterdam; nog was een Hollands schip bij zware storm zonder loods in de Baai gekomen, zijnde waarschijnlijk J.C. Jansen van Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 31 januari 1822114

Amsterdam, 29 januari. Het schip MARIA EN JACOBA, kapt. J.J. Bart, zou, volgens de laatste berigten van Curaçao, media januari de reis van daar naar Amsterdam aannemen.

 

Rotterdamsche Courant 09 maart 1822114

Amsterdam, 7 maart. Kapt. J.J. Bart, voerende het schip MARIA JACOBA, in 36 dagen van Curaçao in Texel binnen, heeft den 2 februari laatstleden in de Monapassa  in goede staat gepraaid het schip ALBERTA JACOBA, kapt. D.J. de Groot, van Curaçao naar Amsterdam; den 4 dezer, in het Kanaal bij Wight, kapt. P. Muntendam en een brik en een driemastschip, voerende Antwerpse nummervlag 77; ook passeerde hij daar nog een pink; alle deze schepen zeilden onder Nederlandse vlag voor Z.Z.W. om de West met mooi weer.

 

Rotterdamsche Courant 12 maart 1822114

Amsterdam, 10 maart. Het schip (opm: brik) MARIA EN JACOBA, kapt. J.J. Bart, van Curaçao in Texel binnen is in de nacht tussen den 6 en 7 maart, met verlies van ankers en touwen en enige schade, door adsistentie van een schuit en sloep in het Nieuwe Diep gebragt.

 

Rotterdamsche Courant 10 september 1822114

Amsterdam, 7 september. Volgens berigt van kapt. P. Bostijn, te Texel binnen, waren den 31 juli tegelijk met hem van Curaçao gezeild Zr.Ms. oorlogsbrik MERKUUR, kapitein De Kwartel, benevens de schepen de ZEEMEEUW, kapt. R.J. Bönning, ALMELO, kapt. R. Smit, MARIA ELISABETH, kapt. W. Swart, en MARIA JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), kapt. J.J. Bart, allen naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 17 september 1822114

Amsterdam, 15 september. Kapt. J.J. Bart, voerende het schip MARIA EN JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), van Curaçao in Texel binnen, meldt van de rede van Texel van den 11 september, dat hij, den 31 juli, des morgens, van Curaçao vertrokken zijnde, tegen de avond aangezeild is geworden door het schip MARTA EN ELIZABET (opm: MARTHA EN ELISABETH), kapt. G. Swart, mede van Curaçao naar Amsterdam bestemd; beide de schepen hadden schade bekomen; kapitein Bart had de zijne, welke aan het schip en tuig was, zo goed mogelijk hersteld, doch zou dezelve bezigtigd moeten worden; het schip was echter volkomen digt.

 

Zeepost 23 april 1839 – 372114

Volgens brief van kapt. S. van Delden (opm: bark JAVA’S WELVAREN) in dato Batavia 22 december, is een sloep, waarmede kapt. J.J. Bart, voerende het schip (opm: fregat) WALCHEREN, zich naar de wal wilde begeven, en waarin zich buiten hem, de dokter, de 3e stuurman en een matroos bevonden, in een hevige branding omgeslagen en waarbij gemelde vier personen zijn verdronken. De lijken zijn gedeeltelijk opgevist en aangespoeld en op het kerkhof aldaar bijgezet. (opm: zie ook ZP 240439 en ZZC 300439)

 

Zierikzeesche Courant 30 april 1839114

In een brief van Batavia van de 22e december, wordt het volgende gemeld: kapt. Jacob Jansz. Bart, voerende het schip WALCHEREN, in de namiddag van de 20e dezer, van Amsterdam ter rede alhier binnengekomen, en dadelijk met de grote sloep, bemand met de 2e stuurman, de scheepsheelmeester en zes matrozen naar de wal wilde begeven, en bereids bij het Zeehoofd genaderd zijnde, is door het omslaan derzelve ten gevolge van een hevige stortzee, met alle de aan boord zijnde manschappen, uitgezonderd vijf matrozen, in weerwil van alle van de wal aangewende pogingen tot redding verdronken; de lijken derzelven waren nog die zelfde namiddag opgevist en de volgende dag te Batavia begraven, als ook de medegenomen scheepspapieren en brievenzak, ofschoon geheel nat, aangespoeld. (opm: zie ook ZP 230439)

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Bart, Jacob Jansz

Familiegegevens en opleiding

Jan Cornelis Atkes werd geboren ca. 1794 .

Hij trouwde met Tietske Jelles, geboren ca. 1794 . Huwelijksakte niet in Amsterdam gevonden. Tietke overleed op 26 juli 1866 te Amsterdam, namiddags half twee in de Westerstraat 347 als weduwe

Het overlijden van Jan Cornelis Atkes werd gemeld in een akte dd 07 mei 1852 met de vermelding van een extract uit het scheepsjournaal van de bark “Henrietta Maria”. Hij stierf aan boord op 23 december 1851, namiddag 1 uur, 57 jaar tijdens een reis van Moulmain (slecht leesbaar) naar Liverpool zeilende op 00o44 ZB/21o18 WL

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Atkes werd met nr. 427 effectief lid van Zeemanshoop op 23 juli 1835 op voordracht van W.Blom. Zijn schip was de "Wilhelmina" (zal Wilhelmina en Maria zijn)002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop (welke data?) werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Cornelis Atkes, oud 40 jaar, voerende het schip “Wilhelmina Maria”, wonende in de Bikkerstraat te Amsterdam op, voordracht van kapitein W.Blom023.

 

J.C.Atkes was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1835 t/m 1852 met de vlagnummers  427 (1835-1836) en 314 (1836-1852).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1843 staat dat aan een opvarend van het schip “De Drie Gebroeders” onder kapitein J.C.Ahlers (Atkes?) een maand gage is toegekend vanwege schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1851 verzoekt F.Jelles, de weduwe van kapitein J.C.Atkes, om een uitkering, die in de vergadering dd 03 juni 1852 wordt toegekend ingaande 01 februari 1852.042.

 

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoopvan 29 juni 1852 wordt aan de weduwe van kapitein J.C.Atkes per 01 februari 1852 een uitkering verstrekt.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamse Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

        427                            1835           fregat               Wilhelmina Maria                               Insinger & Co

        314                       1836-1840     fregat               Wilhelmina en Maria                          idem

                                           1841           pink                  De Drie Gebroeders                             idem

                                      1842-1849     galjoot             De Onderneming                                  idem

                                      1850-1851     bark                 Henriëtte Maria                                   L.Bienfait & Zn

 

Bouma025 vermeldt J.C.Atkens (moet zijn Atkes) als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1841 van het 3/m schip “Wilhelmina & Maria”, gebouwd in 1826, bouwplaats niet vermeld, 275 ton o.m.varend voor Insinger & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1841 verkocht;

*    1842 van de 3/m pink “Drie Gebroeders”, gebouwd in 1807 aan de Oostzee, 360 ton o.m., varend voor Insinger & Co te Amsterdam. Het schip strandde in 1842 bij Egmond en geraakte wrak;

*    1843 t/m 1850 van de bark-galjoot “Onderneming”, gebouwd in 1827 te Dordrecht, 380 ton o.m., varend voor Insinger & Co te Amsterdam

*    1851 t/m 1852 van de bark “Henriette Maria” ex Baros, gebouwd in 1828 te Middelburg, 725 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam.

 

Jan Coen Atkens (sic) was in 1837/38 gezagvoerder van de "Wilhelmina Maria" en had als onderstuurman de latere kapitein Willem Jansz Bakker010-p.46.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jan Cornelis Atkins als gezagvoerder op de:

“Wilhelmina Maria” dd 13 juni 1835; 05 december 1835; 13 mei 1836; 22 maart 1837; 09 september 1837; 03 mei 1838 en 11 oktober 1838.

 

Monsterrol dd. 09 september 1837 van het fregat "Wilhelmina Maria" onder gezag van Jan Corneles Atkins en met 15 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders Insinger & Comp.011.

 

Overige bijzonderheden

Handelsblad 01 april 1842, rubriek Scheepstijdingen:

“Texel 30 Maart   Het schip de 3 Gebroeders, kapt. Atkes, van Suriname, is heden morgen, nabij Egmond aan Zee, aan den grond geraakt”.

Handelsblad 04 april 1842, rubriek Scheepstijdingen:

“Aangaande het schip de 3 Gebroeders, kapt. J.C.Atkes, van Suriname naar Amsterdam, met een Egmonder loods aan boord, bij Egmond gestrand, wordt van daar van den 31sten Maart gemeld, dat hetzelve dien dag geheel verbrijzeld was, nadat van de lading 69 balen katoen geborgen en in het Nieuwe Diep aangebragt waren”.

 

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

18 november 1837     "... heden avond arriveerde hier captijn Atkes het fregat Wilhelmina Maria van Amsterdam".

23 november 1837     "... ontvangen van captijn Atkes 1 mand uijen, 2 manden aardappelen 1 zak meel".

04 december 1837     "... ontvangen van captijn Atkes 1 maand aardappelen 1 mand uijen".

 

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

15 januari 1840         "Hede gearriveerd kaptijn Atkes fregatschip Wilhelmina Maria hebbende 46 dagen reis".

 

 

Datum vanaf: 1835
Kapitein: Atkes, Jan Cornelis(Coen)

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1820-11-22
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: EUTERPE
Schipper: Calander, Jacob
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.22

foto IV– 012
CEDULE

Naam schip HARMONY

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 6 april 1820

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Gerard Schimmelpenninck Rutger Janszn, haldelende onder de firma N.& J.& R. van Staphorst, Amsterdam, enig eigenaren

te voeren door kapt. Jan Hartog

grootte in tonnen 193 lasten of 548 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Philadelphia (USA)

plaats / datum registratie Amsterdam, 13 april 1820

nummer registratie deel 1, folio 77, verso, vak 4

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 17450





researcher/datum research: ML / 301114

Naam HARMONY
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1414
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam
archiefnummer 5074/1419-1820-22

BIJLBRIEF schip HARMONIE (de)

plaats en datum acte aan/ en verkoop, 2 oktober 1819

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper John G. Delprat, koopman te Baltimore, Md., (USA)

eigenaar/aankoper firma N.en J en R. van Staphorst, Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie 12 april 1820 te Amsterdam

notaris

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 8500,00

bijzonderheden schip is gebouwd te Philadelphia








researcher/datum research ML-201205

Naam HARMONIE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.80

foto IV– 064
CEDULE

Naam schip bevorens genaamd de NEDERLANDER, thans genaamd EUTERPE

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 26 juli 1820

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Leonard de Vijver, Amsterdam (boekhouder en 1/2e part), en Isaac de Vijver, Amsterdam (1/2e part)

te voeren door kapt. Jacob Calander

grootte in tonnen 155 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Philadelphia (USA)

plaats / datum registratie Amsterdam, 26 juli 1820

nummer registratie deel 4, folio 44, recto, vak 5

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 18267.





researcher/datum research: ML / 310115

Naam EUTERPE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1414
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-80

ACTE AAN-/VERKOOP
schip de NEDERLANDER, bevorens genaamd de HARMONY, daarna in 1820 genaamd EUTERPE

plaats en datum acte Amsterdam, 6 juli 1820

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Gerrit Schimmelpenninck Rzn., koopman te Amsterdam, handelende onder de firma S. (?) & J.& R. van Staphorst

eigenaar/aankoper Leonard de Vijver, koopman te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Mr. C.A. de Straufepie (?), notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 12000,-

bijzonderheden








researcher/datum research ML-180106

Naam HARMONY
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1416.1825.34

deel V, foto 035, 036
CEDULE

Naam schip bevorens genaamd EUTERPE, thans door kopers genaamd WILHELMINA MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 20 april 1825

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. geweest door P.J. Zeeman

eigenaar/koper firma Insinger & Co., Amsterdam, enig eigenaren

te voeren door kapt. Jacobus Boelen Johzn.

grootte in tonnen 158 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 8 november 1825

nummer registratie deel 11, folio 112, recto, vak 4

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam; de acte is in de kantlijn niet genummerd
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
(achter Jacobus Boelen Johzn. als kapitein vermeldt de acte een merkwaardige opmerking: “of wie het schip in het vervolg zoude voeren of zoude mogen genaamd worden”)




researcher/datum research: ML / 230715

Naam WILHELMINA MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1825
Toegang 5074
Inventaris 1416
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1825-34

ACTE AAN-/VERKOOP
schip genaamd geweest EUTERPE, thans genaamd WILHELMINA MARIA

plaats en datum acte koop/verkoop, Amsterdam, 19 april 1825

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Elisabeth Jacoba Eristmans, weduwe van Leonard de Vijver, Amsterdam

eigenaar/aankoper Jacobus Hermanus Insinger, koopman te Amsterdam, voor zijn huis van negotie Insinger & Co.

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Adam Houtkoper, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 25.000,-

bijzonderheden








researcher/datum research ML-160706

Naam EUTERPE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1825
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1829.25

deel VI, foto II-013, 014
CEDULE

Naam schip WILHELMINA EN MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 28 november 1829

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper

te voeren door kapt. Jacob Jans Bart

grootte in tonnen 158 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 28 november 1829

nummer registratie deel 16, folio 72, verso, vak 7

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief en reçu voor ontvangst ingetrokken zeebrief. Het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.

researcher/datum research: ML / 150915


bijlage bij acte 25 van 1829, fregat WILHELMINA EN MARIA
eigenaren per ultimo november 1829:

firma Insinger & Co., Amsterdam (boekhouders en 5/12e part)
firma Buys, de Bordes & Jordan, Amsterdam (1/12e part)
firma De Vries & Co., Amsterdam (1/12e part)
H.J. Swarth, Amsterdam (1/12e part)
W. Borski, Amsterdam (1/12e part)
J.B. Stoop, Amsterdam (1/12e part)
Jacobus Boelen Johzn., Amsterdam (1/12e part)
A. Insinger, Antwerpen (1/12e part)

ML / 150915

Naam WILHELMINA EN MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1829
Toegang 5074
Inventaris 1417
Klik hier om de originele akte te bekijken