1973-06-19: |
NvhN 19-06-1973: Groninger scheepsbouwers tevreden. Winschoterdiep volgens plan op de juiste breedte. De Groninger scheepsbouwers langs het Winschoterdiep en de werkers van de Provinciale Waterstaat te Groningen zijn dik tevreden: nog deze maand kunnen schepen tot een breedte van 15.85 meter van het Winschoterdiep naar het Eemskanaal varen. Precies volkens planning zijn de diverse kunstwerken verbreed of nieuw gebouwd. De „ombouw" van het Winschoterdiep heeft tot nu toe een slordige elf miljoen gulden gekost. Er zal nog eens zeven miljoen gulden moeten worden uitgegeven om het gehele werk de komende vier jaren te voltooien. Het Winschoterdiep, de nieuwe long van de Groninger werven, wordt in de komende jaren nog verruimd tot 3 1/2 meter diepte. Ir. J. W. Aarents, hoofd van de afdeling kanalen en afvalwaterleidingen verwacht dat het eerste bestek eind '74 begin '75 zal worden aanbesteed. Reeds zestien jaar geleden pleitten Groningers voor bruggen en sluizen in het Winschoterdiep met een breedte van veertien meter. Doorgangen waren toen ruim tien meter. Men kreeg in ieder geval gedaan dat Provinciale Waterstaat de kunstwerken verbreedde tot twaalf meter. Toen deze werkzaamheden in volle gang waren, drong onder andere de Scheepsbouwvereniging Hoogezand aan op de 16 meter brede kunstwerken, die ze nu heeft gekregen. In een rapport, dat de Noordnederlandse Economische Technologische Organisatie in Groningen, thans het ETI, in 1962 schreef, liet men weten dat de bredere doorgangen een levenseis voor de scheepsbouwers waren. Directeur hoofdingenieur H. Wijngaarden van de Groninger Provinciale Waterstaat herinnert aan het feit dat de overheid aanvankelijk niet veel oren had naar de wensen van de scheepsbouwers. Dat was in de periode dat volgens de Nederlandse wet een coaster maximaal 499 bruto register ton mocht zijn. Toen echter als grens 75 meter lengte werd aangenomen, werd volgens ir. Wijngaarden de markt voor de scheepsbouwers sterk beperkt. „Hun geluid werd toen veel krachtiger." meent hij. „Het offensief van vroeger was in twijfel getrokken," voegt hij eraan toe. De overheid luisterde naar de noodkreten van de Groningers die zo breed mogelijk bouwden. Er werden zelfs schepen van 11.95 meter tussen de bruggehoofden doorgeperst. Aan beide kanten kon er geen ei meer tussen. Directeur S. de Jong van de Scheepsbouwcombinatie Nescos BV te Groningen wijst erop dat de verbrede kunstwerken geen overbodige luxe zijn. De vijf werven, die bij deze combinatie zijn aangesloten, hebben sinds een half jaar uitsluitend orders gekregen voor schepen breder dan 12 meter. Het zijn hoofdzakelijk buitenlandse orders, want om met de woorden van de heer De Jong te spreken: ~de Nederlandse kleine handelsvaart ligt op een oor." Mening Nederlandse reder vaart onder vreemde vlag, omdat de Nederlandse belasting hem te zwaar op de maag lag. Vele anderen zien geen kans meer nieuwe schepen te bouwen. De Groninger scheepsbouwer krijgt zijn opdrachten hoofdzakelijk uit En geland, Duitsland en de Scandinavische landen. Maar de schaalvergroting in de scheepvaart heft ook directe gevol gen gehad voor de Groninger werven, die schepen tot 3000 ton konden afleveren. „De eenheden worden minder, maar de schepen groter," vertelt de heer De Jong. „De oude coastervloot wordt vervangen door grotere sche pen. Dat is een kwestie van economie. Nu is het niet zo dat een reder van schepen van 1000 ton plotseling overstapt op een schip van 80.000 ton, maar wel op een boot van 1800 ton." De Groninger scheepsbouwers kunnen nu tot 5000 ton gaan. Dat vindt de heer De Jong erg belangrijk omdat men de oude klanten, die grotere schepen wensen, kan blijven bedienen. Waren de nieuwe kunstwerken er niet gekomen, dan had de toekomst er voor de Groningers somber uitgezien. De scheepsbouwers zullen niet meteen overstappen op schepen van zestien meter breedte. „Je hebt ervaring met 't schip, dat je hebt gebouwd. Als je grotere gaat bouwen, worden de eisen ook hoger. Je mist bovendien ervaringscijfers," zegt de heer De Jong, die ervan overtuigd is dat men stap voor stap naar grotere boten gaat. Nu zullen het schepen van ongeveer dertien meter breed zijn. Hij is ervan overtuigd dat er een markt is voor dit type schip. „Ook elders in de wereld zijn kunstwerken, die geen grotere schepen toelaten," meent hij. Begin juli zal, zoals gemeld, De Aerdenhout, die gebouwd werd bij Gebr. Suurmeijer BV te Foxhol naar zee varen. Het is het eerste schip, breder dan 12 meter, dat de nieuwe kunstwerken passeert. Toen de werf destijds overwoog de order aan te nemen, had ze eerst contact met Provinciale Waterstaat. Daar zei men: „doen", want volgens de prognoses zouden de kunstwerken in juni 1973 gereed zijn. Het is precies uitgekomen. Dat ontlokt waarderende woorden aan de heer De Jong. „Er is een goed samenspel geweest. We hebben waardering voor Provinciale Waterstaat. Je kon op ze vertrouwen." Over vier jaar is het hele project gereed. Dan is ook de sluis in Waterhuizen verdwenen. Die functie wordt overgenomen door een sluis in aanbouw te Zuidbroek. Het „gesleutel" aan het Winschoterdiep is dan afgelopen. De Scheepsbouwers hebben er vrede mee. Zij kunnen de eerste tientallen jaren vooruit.
|