1968-03-20: |
De Tijd 20-03-1968: Bemanning in veiligheid. Kustvaarder BERN zinkt bij pier. Van onze correspondent) Hoek van Holland, 20 maart — De Duitse vrachtvaarder Stubbenkammer die eind vorig jaar even buiten de Noorderpier bij Hoek van Holland is gezonken, heeft sedert dinsdagavond op de Noordzeebodem gezelschap gekregen van de Nederlandse kustvaarder Bern. Deze kustvaarder zonk dinsdagavond tegen elf uur vlak bij de plaats waar de Stubbenkammer een roemloos einde vond. De Bern was dinsdag in de loop van de dag uit Amsterdam vertrokken met een lading stukgoed bestemd voor Zwijndrecht Volgens de verklaring van kapitein K. Meersma stootte het scheepje dinsdagavond rond tien uur op een onbekend voorwerp, waarschijnlijk een blinde boei. Er ontstond een lek waardoor het water met grote kracht ln het ruim en machinekamer stroomde. Binnen enkele minuten begon de Bern slagzij te maken en al spoedig werd dat zo erg dat het noodbericht moest worden uitgezonden Het dichtst in de buurt waren de zuigers Geopotes 7 en 9 en de loodsboot Procyon. De Procyon bereikte de kustvaarder het eerst. Inmiddels waren de opvarenden van de Bern, acht mannen en de vrouw (32) van de kapitein overgestapt in een dinghy. Onder vrij moeilijke omstandigheden wist de loodsboot alle opvarenden veilig aan boord te nemen. De verlaten kustvaarder was inmiddels verder afgedreven. Een sleper zag kans om de Bern vast te maken. De hoop om de kustvaarder binnen de pieren aan de grond te zetten verdween al gauw want reeds na tien minuten moest de tros worden losgemaakt en verdween de kustvaarder, eigendom van de N.V. Frego te Dordrecht, in de golven. Het scheepje ligt buiten de vaargeul. De loodsboot had in die tijd de Hoekse Berghaven bereikt. Daar moesten de negen geredden, te weten kapitein K. Meersma (33), zijn vrouw, twee werktuigkundigen, de stuurman en vier Spaanse matrozen opnieuw een overstapje maken op de afhaalboot Spiering die de laatste meters naar de vaste wal overbrugde.
NvhN 20-03-1968: Voor Hoek van Holland . Coaster Bern zonk binnen een uur. De 850 ton d.w. metende Rotterdamse kustvaarder „Bern" is even vóór elf uur voor de Noorderhaven van Hoek van Holland gezonken. Nauwelijks een uur nadat via Scheveningen Radio een dringend verzoek om assistentie werd uitgezonden, is het schip in de golven verdwenen. De negen bemanningsleden zijn gered. De loodsboot „Betelgeuze" bracht hen naar Hoek van, Holland, waar zij door Rode Kruis-mensen met dekens en warme koffie werden opgewacht. De „Bern" vroeg om tien uur om een reddingboot en een sleepboot met pompen. Het schip maakte slagzij. De „Maasbank" van Smit uit Rotterdam, die zeer snel de 2 mijl uit de kust liggende „Bern" bereikte, vond een leeg schip. Ook een in de nabijheid drijvende dinghy was verlaten. De voltallige bemanning bleek aan boord te zijn gegaan van een sloep van het loodswezen. Kort daarna zagen de geredden de achterkant van het schip in zee verdwijnen. De „Bern" was op weg van Amsterdam naar Zwijndrecht. De kapitein,de 33-jarige K. Meersma uit Zuidwolde, wilde geen commentaar op het gebeurde leveren. Noch hij noch een van de bemanningsleden wenste ook maar iets over de ramp los te laten. Tegenover de politie zou de kapitein verklaard hebben dat hij in zeer slecht weer vermoedelijk op een blinde (niet van licht voorziene) boei was gevaren. Het schip was hierdoor lekgestoten en maakte door het binnenstromende water slagzij. Ongeveer tien minuten nadat allen aan boord van de loodsboot waren gegaan, was het schip gezonken. Tot de bemanningsleden behoorden ook vier Spanjaarden. De vrouw van de 33-jarige kapitein, K. Meersma en een van de opvarenden, na de schipbreuk van de Bern in het busje dat hen naar het Groene Kruisgebouw in Hoek van Holland bracht.
De waarheid 20-03-1968: Kustvaarder gezonken - bemanning gered. Twee mijl van de kust van Hoek van Holland is gisteravond de 500 ton metende Nederlandse kustvaarder „Bern" gezonken. Binnen drie kwartier nadat kapitein K. Meersma via Scheveningen-radio noodseinen had laten uitzenden, verdween het schip in de golven. Dank zij uiterst snel ingrijpen van reddingsboten kon de bemanning, bestaande uit negen koppen, worden gered. Aan boord van de loodsboot „Betelgeuze" zijn ze naar Hoek van Holland gevaren. Rond het middernachtelijk uur werden zij opgewacht en voorzien van dekens en warme koffie. Waardoor de „Bern" is vergaan blijft voorlopig een vraag. Kapitein Meersma weigerde vannacht elk commentaar. Tegenover de politie zou hij hebben verklaard, dat hij in zeer slecht weer vermoedelijk op een blinde — niet van licht voorziene — boei was gevaren. Het schip was hierdoor lek gestoten en maakte door het binnenkomende water slagzij. Ongeveer tien minuten nadat allen aan boord van de loodsboot waren gegaan, was het schip gezonken. Tot de bemanningsleden behoorden ook vier Spanjaarden. In de loop van de nacht zijn zij overgebracht naar het Zeemanshuis in Rotterdam. Het drama met de „Bern" voltrok zich in veertig minuten. Om ongeveer tien uur 's avonds vroeg de kustvaarder om een reddingboot en een sleepboot met pompen. Met de minuut zonk het schip dieper weg in de woest kolkende zee. Er stond een harde zuidwestenwind. „Ik probeerde de Waterweg nog te halen", seinde de „Bern" tien minuten nadien. Vijf minuten later was het schip uit de ether verdwenen. De sleepboot „Maasbank" was zeer snel bij de onheilsplek. Daar aangekomen trof de bemanning een verlaten kustvaarder aan, die op het punt stond te zinken. Geen van de bemanningsleden van de „Bern" heeft letsel opgelopen. Tot degenen, die aan boord waren, behoorde ook de 31-jarige vrouw van kapitein Meersma. De „Bern" was op weg van Amsterdam naar Zwijndrecht.
Het Vrije Volk 20-03-1968: Gezonken voor Nieuwe Waterweg Negen mensen gered van coaster. (Van een onzer verslaggevers) „Maak snel water. Stuur reddingboot en sleepboot met pompmateriaal!" Deze oproep seinde kapitein K. Meersma (31) van de. Groningse kustvaarder Bern gisteravond omstreeks 10 uur, toen zijn schip voor de monding van de Nieuwe Waterweg in moeilijkheden raakte. Even later volgde een vertwijfelde kreet: „We kapseizen..." Daarna stilte. Wat zich aanvankelijk aan de wal liet aanzien als een drama liep gelukkig heel goed af. Dat was vooral te danken aan het kordaat optreden van de bemanning van de loodsboot Procyon. Die ging in volle vaart op de in nood verkerende coaster af en slaagde erin de negen opvarenden aan boord te nemen. Ruim een half uur na de eerste noodoproep stonden kapitein Meersma, zijn jonge vrouw en de 7 bemanningsleden in Hoek van Holland op de kade. Hopeloos; Op het moment dat de geredden in het Groene Kruisgebouw van droge kleren en koffie werden voorzien, streed de Europoortsleper Maasbank een hopeloze strijd met het snel zinkende schip. Omstreeks kwart voor 11 ging het even buiten het Noorderhoofd naar de diepte, niet ver van de plaats waar vorig jaar de Oostduitse vrachtvaarder Stubbenkammer verging. De kustvaarder ligt in elf meter diep water.
De Bern, eigendom van de Dordtse reder Feenstra, was van Amsterdam op weg naar Zwijndrecht, toen de ramp zich voltrok. De zee was vrij woelig en men neemt aan dat daardoor een blinde boei onopgemerkt is gebleven. In het gebied voor de Nieuwe Waterweg worden deze onverlichte bakens gebruikt voor het markeren van de toekomstige oliegeul. Boei;De 500 brt. metende Bern moet de boei hebben overvaren en daarbij 'n gat in de romp hebben opgelopen. Zowel het ruim als de machinekamer maakte snel water; luttele minuten na de „aanvaring" begon de kustvaarder al slagzij te maken. De wachtenden in Hoek van Holland troffen een zeer zwijgzame kapitein Meersma, die tevens zijn bemanning goed had geïnstrueerd: Geen antwoorden op vragen; geen commentaar. Reder Feenstra wilde ook al geen mededelingen over het gebeurde doen. De vier Spanjaarden die als matrozen op de Bern voeren, werden naar Rotterdamse zeemanstehuizen gebracht. De kapitein, zijn vrouw, de stuurman en de twee werktuigkundigen brachten de nacht door in hotel America. De snelle reddingsactie van de loodsboot — zo bleek later — werd mede mogelijk gemaakt door het feit dait de zandzulgers Geopatus VII en IX het zinkende schip met hun schijnwerpers verlichtten. De opvarenden van de Bern waren nauwelijks op een rubbervlot gestapt, of de Procyon was al langszij.
Stuurhuis. De deskundigen leiden hun visie op het vergaan ran de coaster af uit het feit, dat de Bern zo snel water maakte. Zo'n lek kan bijna niet veroorzaakt zijn door een boei. Wel door bij voorbeeld het stuurhuis van de Stubbenkammer. Het wrak van het Oostduitse schip wordt gemarkeerd door boeien. Deze zijn verlicht, ook op de avond van de aanvaring aldus Rijkswaterstaat. De boeien van het Rijksloodswezen zijn eveneens in orde bevonden. Aangenomen mag worden dat de bemanning van de Bern de boeien niet heeft gezien. De zee was dinsdagavond bijzonder woelig, waardoor het kleine vaartuig voortdurend door buiswater moet zijn overstoven. |