Inloggen
MARIE JULIE - ID 8104


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1840-12-11 / 1857-10-17 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1840
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: Werf 'De Goede Intentie' (Jacobus Strickaert), Zierikzee, Zeeland, Netherlands
Date Laid Down: 1840-07-12
Launch Date: 1840-11-00
Delivery Date: 1840-11-30
Technical Data

Gross Tonnage: 203.00 lasts
Gross Tonnage 2: 384.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 33.10 Meters Registered
Beam: 5.41 Meters Registered
Depth: 4.53 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1840
Datum agenda: 1840-12-11
Register nr: 18400607
Scheepsnaam: MARIE JULIE
Type: Bark
Lasten: 203
Gebouwd in provincie: Zeeland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Serruys E.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Marker P.F.
Opmerkingen:

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1840-11-30 MARIE JULIE
Manager: Eduard Serruys, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Eduard Serruys, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1856-02-12 ANNA ELISABETH
Manager: Firma J. A. Scott & Co. (Johannes Andries), Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: partenrederij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1857-00-00 ANNA ELISABETH
Manager: Jacob Dirk Suyck, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Jacob Dirk Suyck, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren, per 12 februari 1856, van de ANNA:

Johannes Andries Scott, voor zijn firma J.A. Scott & Co., Rotterdam (15/30e part), Pieter Schroot, architect te ’s-Gravenhage
(3/30e part),firma J. & J.M. Voorhoeve, makelaars, Rotterdam
(2/30e part), Pieter Hooykaas, meestertimmerman, Rotterdam
(2/30e part), J. Boekenstein, de Lier (2/30e part) , firma Jongeneel & Visser, wijnkopers, Rotterdam (1/30e part), Henricus Elias van IJsendijk, koopman, Rotterdam (1/30e part), Willem Pleysier, koopman, Vlaardingen (1/30e part), Jan Vrijhof, kapitein ener sleepstoomboot, Nieuwesluis (1/30e part), Mr. M.L. van den Pol, notaris (1/30e part) en J.L.M.C. Lamaison, burgemeester van Heenvliet (1/30e part)

Ship Events Data

1849-12-15: Grounded
NRC 171249
Hellevoetsluis, 15 december. Het schip MARIE JULIE, kapt. Teygeler, is heden nacht met verlies van anker en 40 vademen ketting tegen de Noordwal aan de grond geraakt, doch weder af en op de rede ten anker gebracht.
1851-01-24: Damaged
NRC 280151
Cowes, 24 januari. Heden arriveerde alhier voor orders het Nederlandse barkschip MARIE JULIE, kapt. Teygeler, van Valparaiso. Hetzelve heeft de verschansing verloren en nog enige lichte averij bekomen.
1851-09-29: Damaged
NRC 201151
Batavia, 29 september. Het schip MARIE JULIE, kapt. van Dijcke, van Rotterdam alhier aangekomen, heeft in een zware bui het grootste gedeelte van het boventuig en verscheidende zeilen verloren. De gehele schade is echter met het aan boord aanwezige hout hersteld en het schip in goede staat ter destinatie-plaats aangekomen.
1857-10-17: Final Fate:
16 december 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Singapore, 7 november. De Nederlandse bark ANNA ELIZABETH, kapt. Suyck, de 28e september van Akyab (opm: Sittwe) naar Singapore vertrokken met een lading rijst, stootte de 17e oktober, des morgens ten half een ure, op de North Sands (Straat van Malacca) in twee vadems water en bleef zitten (opm: zie NRC 171257). Het lood had juist van te voren 13 vadems aangewezen. Alle pogingen werden, hoewel vruchteloos, in het werk gesteld om het schip af te brengen, en tegen de namiddag was het water tot aan de kajuit gestegen, terwijl het voorste gedeelte van het dek reeds onder water stond. De kapitein vertrok alstoen naar Malacca om hulp te halen, en kwam aldaar de 25 aan, als wanneer hij 25 boten afzond om zoveel mogelijk van het wrak te redden. De Engelse stoomboot HOOGHLY rapporteert later het wrak gepasseerd te zijn en het uitgeplunderd te hebben gevonden.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

geen

 

De schepen van de kapitein

F.J.Marker was in 1840 gezagvoerder op de "Marie Julie" (486 ton), te water gelaten op 20 november 1840 op de werf "De Goede Intentie" van J.Strickaert voor de reder E.Serruys027.

 

Bouma025 vermeldt P.F.Marker als gezagvoerder gedurende:

*    1840 t/m 1847 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;

Vanwege de gegeven initialen P.F., i.p.v. F.J. komt de vraag op of hier geen sprake is van Petrus Franciscus Marker - zie aldaar

 

Overige bijzonderheden

Marie Julie

De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.

In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.

De stoomboot Concordia, met aan boord een muziekkorps en vele belangstellenden, sleepte de Oostindiëvaarder naar de rede van Zierikzee. Volgeladen met onder meer jenever, koper en ijzer vertrok het schip op 23 februari voor zijn eerste reis. De tocht verliep voorspoedig. Kapitein F.J.Marker bracht de Marie Julie na een reis van 90 dagen in Batavia waar het op 23 mei arriveerde. Op 12 oktober was het schip weer terug in Nederland waar het binnenliep bij Hellevoetsluis.

De derde reis van het schip begon op 21 januari 1843, weer met de Batavia als bestemming. Een lange tijd vernemen we niets van het schip, totdat het op 26 december 1846 weer Hellevoetsluis bereikte om naar Rotterdam door te varen. Bij het ten anker gaan sprongen de kettingen en verloor de bark zijn zware anker.”074. Hierna kwam het schip onder gezag van kapitein J.Teygeler, zie aldaar.

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Marker, F.J.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jan Teijgeler werd geboren op 10 maart 1804 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Jan Teijgeler en Neeltje van der Zouw. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Marie Juliestraat. Hij trouwde op 21 mei 1828 te Rotterdam met Johanna Christina Haagberg, geboren op 03 december 1802 te Rotterdam als dochter van Carel Haagberg en Johanna van Hessel. Hij overleed op 25 maart 1864 te Rotterdam aan de Crispijnlaan Wijk 15 nr. 111005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Teygeler was met vlagnummer R92 in de periode 1840 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

J.Teijgeler was in 1851 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1864 is overleden058

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Teygeler met vlagnummer R92 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849                      van de bark “Marie Julie”     196 last         varend voor E.Serruys te Rotterdam

*   1851, 1855, 1858, 1859                                        geen schip en reeder vermeld

*   1862                      van de sch.brik “Leda”         94 last           varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam

*   1863                                                                         geen schip en reeder vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.Teygeler als kapitein gedurende:

*   1848 t/m 1851 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;

*   1853 t/m 1854 van de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;

*   1861 t/m 1862 van de brik “Leda” ex Marianne, gebouwd in 1857 te Papenburg, 173 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Marie Julie

De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.

In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker. (zie aldaar)

“Op 20 november 1848 vertrok de Marie Julie uit Rotterdam wederom in de richting van Oost-Indië. De lading was ditmaal heel bijzonder. 37 last kogels, elk van 30 kilo, moest de bark naar Indië brengen. De munitie diende voor een militaire expeditie naar Bali.

Tijdens deze reis was J.Teygeler kapitein. Hij werd opgevolgd, in 1851, door L.C.Dijcke … “074.

 

De bark “Marie Julie” onder kapitein J.Teygeler vertrok op 21 december 1849 uit Hellevoetsluis en bereikte via Kaap Hoorn op 16 april 1850 Valparaiso. Wederom via Kaap Hoorn werd op 24 januari 1851 Cowes bereikt.121

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Teijgeler, Jan
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.C. van Dijcke was met vlagnummer R265 in de periode 1851 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L.C. van Dijcke met vlagnummer R265 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1851                            van de bark “Marie Julie”                        196 last           arend voor E.Serruys te Rotterdam

*    1855                            geen vermelding van schip en reder

 

Bouma025 vermeldt L.van Dijcke als gezagvoerder gedurende:

*      1852 t/m 1853 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Marie Julie

De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.

In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker, daarna J.Teygeler, opgevolgd door L.van Dijcke - zie aldaar.

 

De bark “Marie Julie” onder kapitein van Dijcke werd vermeld te Cardiff op 17 november 1852 en te Valparaiso op 21 maart 1853, dus via Kaap Hoorn. “Situation not clear because destination Panama and a mutiny on board.”121

 

 

Datum vanaf: 1852
Kapitein: Dijcke, L.C. van
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.A.Bruinseels was met vlagnummer R159 in de periode 1855 t/m 1867 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1867 is overleden058

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.A.Bruynseels met vlagnummer R159 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1855 van de bark “Pantalon”   181 last  varend voor A.E.Serruys te Rotterdam
  • 1858, 1859 van de bark “Pantalon”   181 last  varend voor Edmund Serruys te Rotterdam
  • 1862 t/m 1866 van de bark “Emilie”         241 last  varend voor Eduard Serruys te Rotterdam

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

J.A.Bruynseels                                                                                                                                                                                                                    Emelie                                                                                                                                                                                                                      24 september 1859                                                                                                                                                         12 januari 1861

Bouma025 vermeldt kapitein J.A.Bruinseels als gezagvoerder gedurende:

  • 1855 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam
  • 1856 t/m 1859 van de bark “Pantalon”, gebouwd in 1851 te Dordrecht, 345 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam
  • 1860 t/m 1867 van de bark “Emilie”, gebouwd in 1847 te Rotterdam, 456 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

”Marie Julie

De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.

In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker - zie aldaar.

 

Zierikzeesche Courant dd 17 februari 1864

Op 15 februari 1864 is te Brouwershaven binnengelopen de “Emelie” onder kapitein J.A.Bruinseels komend van Batavia naar Rotterdam.

Zierikzeesche Courant 06 april 1864

Te Brouwershaven gearriveerd op 04 april 1864 de “Emilie”, kapt. J.A.Bruinseels  komend van Rotterdam op weg naar New York.

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Bruinseels, J.A.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Klaas Lourensz Hille werd geboren op 25 april 1825 te Zaandam als zoon van Lourens Hille en Elizabeth Snoek.

Hij trouwde met Gijsje Zwanenburg. Een overlijdensdatum is niet vermeld.

In het Notarieel Archief van Katwijk d.d. 14-12-1864 wordt hij genoemd als koopvaardij-kapitein wonend in Katwijk aan Zee054-060. (een scheepsnaam wordt niet genoemd).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.L.Hille was met vlagnummer R403 in de periode 1855 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1865 van het College  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij conform art. 37 van het reglement is geroyeerd. Dat betekent dat hij is uitgeschreven058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein K.L.Hille met vlagnummer R403 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855                       van de bark “Marie Julie”                  196 last    voor A.N.E Serruys te Rotterdam

*    1858, 1859            van de brik “Prinses Charlotte”        141 last    voor H.H.Roelofs Heijermans te Rotterdam

*    1862 t/m 1864      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 en van Sluijs013 vermelden de volgende bijzonderheden:

K.Hille voer in 1856 de brik “Boxtel” (ex Harmonie), gebouwd in 1830 te Alblasserdam aan de Kinderdijk, 224 ton o.m., varend voor H.Roelofs Heyerman te Rotterdam Het schip werd, op weg van Rotterdam naar Manzanillla (is dit Manzanillo op Cuba?) op 21 december 1856 in het Kanaal overvaren door het Spaanse stoomschip “Hamburgo”. De equipage werd aan boord van het stoomschip genomen en aldus gered.

Algemeen  Handelsblad 25/26 december 1856

“De Holl.brik Boxter (sic) van Rotterdam naar Manzanilla bestemd is volgens berigt uit Cuxhaven van 21 dezer in het kanaal aldaar door de Spaansche stoomboot Hamburgo overzeild; de equipage heeft zich aan boord der stoomboot gered.”

 

Bouma025 vermeldt K.G. (moet zijn K.L.) Hille als gezagvoerder gedurende:

*    1856 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam. Het schip werd in 1856 verkocht aan J.A.Scott & Co te Rotterdam en herdoopt in “Anna”;

*    1858 t/m 1862 van de 3/msch “Prinses Charlotte”, de kiel gelegd op de werf van E.de Hoog te Maassluis op 09 juli 1849, te water gelopen op 07 augustus 1850, 140 last, 266 ton o.m., varend voor H.H.Roelofs Heyermans te Rotterdam. Het schip werd op 14 januari 1862 te Rotterdam verkocht aan C.Vlierboom & Zn te Rotterdam en werd herdoopt in “Japan Packet”.zie ook 013.

       (Bouma spreekt van L.K.Hille, maar dit is hoogstwaarschijnlijk een omkering van de initialen).

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Hille, Klaas Lourensz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.P.Hueser was met vlagnummer R388 in de periode 1853 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

J.P.Hueser was in 1855 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip058.

In het Jaarverslag 1855 van het College staat kapitein J.P.Hueser met vlagnummer R388 in de ledenlijst als gezagvoerder maarzonder vermelding van schip en boekhouder058.

 

De schepen van de kapitein

De “Antoinette Maria”, geladen met producten, op weg van Batavia naar Bremen, onder gezag van kapitein Hueser, is op 22 maart voor de Weser gestrand en totaal verloren gegaan.078.

 

Bouma025 vermeldt J.P.Hueser als gezagvoerder gedurende:

*    1854 t/m 1855 van de bark “Antoinette Maria”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F.de Bruyn te Rotterdam. Van Batavia naar Bremen voor de Weser gestrand. Bemanning gered;

*    1856 van de bark “Anna” resp “Anna Elisabeth” ex Marie Julie, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 366 ton o.m., varend voor J.A.Scott & Co te Rotterdam.

      Het schip werd in 1856 als “Marie Julie” gekocht van E.Serruys te Rotterdam en herdoopt in “Anna”. In hetzelfde jaar werd het herdoopt in “Anna Elisabeth”.074.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Hueser, J.P.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jacob Dirk Suyck werd geboren te Amersfoort op 14 maart 1824 als zoon van Gerard Suyck, lid van de Minicipale Raad van Amersfoort, enPetronella Bartholda Johanna de Roock.Hij overleed te Soerabaja op 27 december 1866.

Gegevens van K.Suyk te Heiloo, 20 januari 2001

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.D.Suyck als gezagvoerder gedurende:

*     1857 op de bark “Anna Elisabeth” ex Anna ex Marie Julie, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 366 ton n.m., varend voor J.A.Scott & Co te Rotterdam. Het schip verongelukte in 1857 in de Straat van Malakka op reis met een lading suiker van Akyab naar Hongkong.

               “In het Handelsblad van 10 december 1857 wordt het bericht vermeld dat de bark, met kapitein Suyck, in de Straat Malakka verongelukte op 17 oktober. Het schip werd geheel uitgeplunderd, maar het scheepsvolk gered.”074.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Suyck, Jacob Dirk
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: MARIE JULIE, schilderij in olieverf gemaakt in 1850, kapitein Jan Teijgeler
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1844

AH 081044
Amsterdam, 6 oktober. Volgens bericht van Batavia van 16 juli, zouden vandaar vertrekken de schepen:
MARIA                kapt.    Groenewoud, 25 juli naar Amsterdam.
PASSAROUANG            kapt.    Fullbrun, idem.
MARIE JULIE            kapt.    Marker, in de loop dier maand naar Rotterdam.

1848

AH 271148
Rotterdam, 26 november. Heden vertrekt van hier naar Oost-Indië het schip MARIE JULIE, kapt. J. Teijgeler, aan boord van welk schip 37 lasten kogels, zijnde 5000 stuks, elk van 30 pond zijn ingeladen om bij de aanstaande expeditie op Bali dienst te doen.

1849

NRC 201249
Rotterdam, 19 december. Van een geachte hand zijn wij verzocht het volgende te plaatsen: Volgens brief uit Hellevoetsluis van kapt. Teygeler, voerden het schip MARIE JULIE, is het schip wegens breken van de ketting aan het drijven geweest, maar is na het laten vallen van het tweede anker op 3½ vadem water ten anker gekomen en heeft dus het schip niet op de Noordwal gezeten, zo als de zeetijding uit Hellevoetsluis meldde.

1851

NRC 040551
Rotterdam 3 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 44 schepen als:
Voor Rotterdam: MARIE JULIE, kapt. L. van Dijcke; MARGARETHA IDA, kapt. H. Hagers;

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.53
DVD VIII - 110
BIJLBRIEF

Naam schip MARIE JULIE

plaats en datum acte bijlbrief, Zierikzee, 30 november 1840

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Jacobus Strickaert, scheepsbouwer, werf De Goede Intentie, Zierikzee

gevoerd door kapt. Franciscus Marker

eigenaar/aankoper Eduard Serruys, Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 384 tonnen of 203 lasten

tuigage / aantal dekken 1 dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Zierikzee, 2 december 1840

nummer van registratie deel 18, folio 175, recto, vak 3.

notaris Burgemeester van Zierikzee.

prijs

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 051207

Naam MARIE JULIE
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1840
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.356
DVD VIII - 835, 839
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip MARIE JULIE

plaats en datum acte openbare verkoping, Rotterdam, 12 februari 1856

type schip bark, kopervast, gedeeltelijk gekoperd

bouwwerf/verkoper Edouard Serruys, koopman en reder te Rotterdam

gevoerd door kapt. J.O. Bruinseels

eigenaar/aankoper Johannes Andries Scott, voor zijn firma J.A. Scott & Co., Rotterdam (15/30e part), Pieter Schroot, architect te ’s-Gravenhage
(3/30e part),firma J. & J.M. Voorhoeve, makelaars, Rotterdam
(2/30e part), Pieter Hooykaas, meestertimmerman, Rotterdam
(2/30e part), J. Boekenstein, de Lier (2/30e part) , firma Jongeneel & Visser, wijnkopers, Rotterdam (1/30e part), Henricus Elias van IJsendijk, koopman, Rotterdam (1/30e part), Willem Pleysier, koopman, Vlaardingen (1/30e part), Jan Vrijhof, kapitein ener sleepstoomboot, Nieuwesluis (1/30e part), Mr. M.L. van den Pol, notaris (1/30e part) en J.L.M.C. Lamaison, burgemeester van Heenvliet (1/30e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 361 tonnen of 190 lasten (meetbrief Rotterdam, 21 maart 1854)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 33,10 m., breed 5,41 m., hol 4,53 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam

nummer van registratie deel

notaris

prijs NLG 29.950,-

bijzonderheden: de verkoping vond plaats in de zaal Scheepsmakershaven, hoek Bierstraat, Rotterdam en het schip lag aan de werf van De Jong & Kortlandt in de Zalmhaven te Rotterdam
Brandmerk 474ROTT1856


researcher/datum research: ML / 090608

Naam MARIE JULIE
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1856
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF - NA-Den Haag - Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No.53
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk