1960-03-00: |
NvhN 15-03-1960: Vreemdelingenlegioen? Twee jongens liepen weg van Groninger kustvaarder. Naar wij vernemen zijn op woensdag 9 maart te Duinkerken twee jongens weggelopen van de Groninger kustvaarder ADRIANA. De kapitein-eigenaar, de heer J. E. Fransen uit Ruinen, heeft zich onmiddellijk met zijn kantoor te Groningen, Kamps Scheepvaart- en Handelmaatschappij N.V., in verbinding gesteld. Er werden twee vervangers gezonden. Vermoed wordt dat de jongens, de 20-jarige Vlaardinger J. van Hulst en de 15-jarige G. Buntinx uit Heerlen, zich hebben gemeld voor het Vreemdelingenlegioen. De ouders van de jongeman Van Hulst zijn naar Parijs vertrokken om te zien wat hun te doen staat om de onberaden stappen van de jongens alsnog te voorkomen. De jongens hebben hun passen meegenomen. Ze hadden weinig geld op zak. Zonder ook maar iemand iets van hun plannen te vertellen zijn ze in Duinkerken verdwenen.
Het Vrije Volk 15-03-1960: Twee man gedrost van schip naar Legioen? (Van een onzer verslaggevers) De twintigjarige Vlaardinger Jacob van Hulst, machinist van de kustvaarder Adriana uit Groningen, is tegelijk met de vijftienjarige zoon van de familie Buntinx uit Heerlen, die op hetzelfde schip voer, op 9 maart in Duinkerken aan wal gegaan en niet teruggekeerd. Men vermoedt, dat het tweetal in het Vreemdelingenlegioen is terechtgekomen. Zij hebben hun passen van boord meegenomen, maar beschikten slechts over weinig geld. Vrijdagavond zijn hun ouders verwittigd van hun verdwijning. De heer en mevrouw Van Hulst zijn onmiddellijk per auto naar Parijs vertrokken, waar zij contact opnamen met het Nederlandse consulaat. Een vertegenwoordiger van het consulaat heeft hun de kazerne gewezen, waar hun zoon zich vermoedelijk zou ophouden. Hij ontraadde hun echter erheen te gaan, omdat dit geen enkel resultaat zou hebben. Ten einde te weten te komen, of de beide jongens inderdaad in Parijs zijn, probeerde men met een legionair in contact te komen. Dat gelukte en de soldaat — een Duitser, die al zes jaar in het legioen dient — beloofde, dat hij navraag zou doen. Hij zou daar echter minstens een dag voor nodig hebben. Vader en moeder Van Hulst konden echter niet langer in Parijs blijven. De vertegenwoordiger van het consulaat zegde toe, dat hij de resultaten, die de legionair zou bereiken, onmiddellijk naar Nederland zou doorgeven. Dinsdag had men in Vlaardingen echter nog niets gehoord. Boze ouders. Volgens het consulaat in Parijs zouden de jongens van plan zijn geweest, om naar Parijs te gaan, zo vertelde mevrouw Van Hulst ons. Zij zouden iets van hun plannen hebben verteld aan de consul in Lille (Noord-Frankrijk). De ouders van Jacob van Hulst zijn zeer verontwaardigd omdat deze consul niets zou hebben gedaan om de knapen tegen te houden. Zij begrijpen ook niet, wat hun zoon ertoe zou hebben gebracht om zijn schip te verlaten. In een brief, die hij op 4 maart verzond, schreef hij nog, dat hij gauw weer thuis zou zijn.
Het Vrije Volk 17-03-1960: Jongeman uit Vlaardingen in Duinkerken? (Van een onzer verslaggevers) Jacob van Hulst, de Vlaardingse jongeman, van wie werd gevreesd, dat hij in het Vreemdelingen- legioen was terechtgekomen, vertoeft waarschijnlijk in Duinkerken. Dit vertelde de vijftienjarige Heerlenaar Buntinx, die woensdag met de Duitse coaster Palma in Vlaardingen arriveerde. Buntinx heeft tegelijk met Van Hulst de Adriana verlaten. Tegenover de politie vertelde hij, dat het hem aan boord van de Groningse kustvaarder niet beviel en dat hij daarom was weggelopen. Van Hulst zou nog in Duinkerken zijn. Woensdag zijn de heer en mevrouw Van Hulst naar Duinkerken vertrokken om te proberen hun zoon te vinden.
Het Vrije Volk 18-03-1960: Gedroste Vlaardinger barman in Duinkerken. Vader en moeder Van Hulst zijn weer gerust. Hun zoon Jacob is veilig thuis. Woensdag vonden zij hem in Duinkerken, waar hij juist een vaste betrekking als barman had gekregen. Ze brachten hem echter tot andere gedachten en nu is het korte avontuur van de 20-jarige zeeman Jacob van Hulst ten einde. Met de vijftienjarige Paul Buntinx uit Heerlen verliet hij op 9 maart de Groningse kustvaarder Adriana, toen het schip Duinkerken aandeed. De knapen waren van plan naar het Vreemdelingenlegioen te gaan. Eerst stapten ze naar de politie om het adres van een wervings-bureau te vragen, maar ze kregen te horen, dat Paul te jong was. De zucht naar avontuur had hen echter te pakken. Ze zochten onderdak in een café en verdienden hun brood door karweitjes te verrichten voor diverse caféhouders. Jacob speelde ook gitaar. Intussen keken ze uit naar een boot, ofschoon aanmonsteren niet eenvoudig zou zijn, want ze hadden hun monsterboekjes aan boord achtergelaten. Na enkele dagen kon de Heerlenaar toch een plaatsje krijgen als ketelbinkie op de Duitse coaster Palma. Dit schip arriveerde in de nacht van dinsdag op woensdag in Vlaardingen. Daar had Paul Buntinx niet op gerekend. De politie ontfermde zich over hem en zond hem naar zijn ouders. Eerst echter hadden de heer en mevrouw Van Hulst een gesprek met hem gehad. Ze kregen na herhaaldelijk aandringen van hem gedaan, dat hij vertelde waar hun zoon Jacob zich vermoedelijk ophield. Ze zijn onmiddellijk naar Duinkerken gereisd en vonden hem daar inderdaad. Donderdagmiddag waren ze in Vlaardingen terug. „Ach", zegt Jacob zelf over zijn avontuur, „ik was het varen zat en wilden eens wat anders. Het Vreemdelingenlegioen trok me aan." Het legioen zal het echter zonder hem moeten stellen. Voorlopig blijft hij aan de wal in Nederland.
|