LC 130149
Harlingen voegde een coaster aan de „Grunniger voart" toe.
De proefvaart van de EMERGO is uitstekend geslaagd. Na een tocht van enige uren over de Wadden keerde de coaster met de verzekeringsvlag van „Oranje" in top — ten teken, dat het schip aangenomen was — in de haven van Harlingen terug en de reder R. de Winter keek zeer vergenoegd. Iedereen keek trouwens vergenoegd. Het was een bijzonder geval met deze coaster van 260 ton. Bij de invasie brachten de Duitsers het schip tot zinken, waarna het drie jaar onder water bleef. Als een wrak werd het naar de Harlinger werf Welgelegen gesleept en geducht onder handen genomen. Als nieuw lag het gisteren in de Harlinger buitenhaven te blinken en de naam EMERGO („ik ontkom", naar de Zeeuwse wapenspreuk) is dus zeer zinvol. De reder stond met kapitein Buitenkamp naar het weer te kijken. „We moet'n maar gaan, niet", zei de eerste, toen er juist weer een harde windvlaag over de haven streek. Even later stak de EMERGO, vol gasten en gepavoiseerd met het hele scheepvaartkundige alfabet aan vlaggen als gold het een pleziervaart, de kop buiten de pieren en er begon een zacht gedein, dat uren aanhield. De passagiers aan boord hadden daar weinig last van. Zij behoorden tot dat merkwaardige ras van kustvaartkapiteins in goede doen. Dat woord kustvaart moet er bij. In de eerste plaats om aan te geven, dat zij een dikkere duit achteruit hebben kunnen leggen, dan bijvoorbeeld de kapitein van de Queen Mary, wanneer hij met pensioen gaat en in de tweede plaats omdat zon kapitein niet een man is, die men zijn welstand aanziet. Hij is de man gebleven, die hij was, sterk gebonden door de tradities die het eenvoudige schippersvolk van oudsher kent. Deze mannen zijn ook in het vooronder begonnen, maar zij stonden reeds jong als kapitein op de brug en al varende kris kras door West-Europa losten zij de hypotheek van hun schip af. Zij werden daarin trouw bijgestaan door hun echtgenotes, die een lid van de bemanning uitspaarden. En het zijn natuurlijk allemaal Groningers. Daar hebben ze wat meer idee over het water dan in Friesland. In Groningen kunnen de schippers b.v. tweemaal zoveel hypotheek op een schip krijgen als in Friesland. Bovendien huldigen zij het principe: Beter een kleine baas dan een grote knecht.
Aan boord is het ons duidelijk geworden, dat de eerste indruk van een pleziervaart in plaats van een technische proefvaart niet zo heel ver mis was. Daar waren de gebruikelijke evenementen van een vaartocht van landrotten zoals de hoed, die over boord waait en de alwetende loods, die minnelijk in bijgewerkte nautische termen een vrouwelijke roergangster instrueert. Echt een pleziertochtje, waarbij ieder uit zijn gewone doen is. Er was ook de meneer, die wel eens op zee kwam en nog nooit zeeziek was geweest, maar deze tocht vond hij toch wel heel erg en bij wijze van uitzondering. De heren van de verzekering en de scheepvaartinspectie wandelden op het schip rond om alles te bekijken en te onderzoeken. Soms kwamen zij de reder ook wel eens tegen op het schip en deze had een royale hand van borrel schenken en sigaren weggeven. Het was een gezellige tocht. De EMERGO keek even tussen Vlieland en Terschelling, ging wat voor anker liggen slingeren en keerde toen terug naar Harlingen, gestuurd door de vaste vrouwelijke hand van mevr. v. d. Meer. De officiële instanties aan boord gaven te kennen, dat de tocht uitstekend geslaagd was, waarbij de reder zich van harte aansloot. 's Avonds werd aan de wal met een vorstelijk diner de proefvaart besloten. De kapitein zat met zijn vrouw — ze zijn pas getrouwd — aan het hoofd van de tafel en aan hun zijde de reder en zijn vrouw. De heer Van der Meer vertelde nog, dat hij zich nog wist te herinneren, dat reder de Winter evenals kapitein Buitenkamp nu, van Harlingen uit zijn eerste reis in het huwelijksbootje maakte. Nog deze week vaart de EMERGO het zeegat uit om opgenomen te worden in de „Grunniger voart".

NvhN 140149
Proefvaart van de EMERGO.
Woensdag heeft de coaster EMERGO (de voormalige ZALMHAVEN), van de reder R. de Winter te Groningen, in tegenwoordigheid van talrijke genodigden op de Waddenzee een geslaagde proeftocht gehouden. Bij bezichtiging van het schip bleek, dat de EMERGO een ingrijpende verbouwing had ondergaan. De machines waren bij de berging van het schip aan de Franse kust nog behoorlijk intact; verder werd een geheel nieuwe betimmering aangebracht en is aan de verblijven van officieren en bemanning de grootst mogelijke zorg besteed. De laadbomen van het schip, dat een laadvermogen heeft van 265 ton dwt., hebben een capaciteit van 2 ton. Het schip kan een snelheid ontwikkelen van 8 mijl. Een bevredigende ankerproef werd genomen. Na afloop van de proeftocht verenigden allen zich in een gezellig samenzijn in hotel „Centraal", waarbij de reder zijn grote tevredenheid betoonde over de EMERGO, die aan de gestelde eisen inderdaad voldoet.