Inloggen
WEGA - ID 7212


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1927
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
IMO nummer: 5362594
Nat. Official Number: 537 Z GRON 1927
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: Two masts
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Scheepswerven v/h. Gebr. G. & H. Bodewes, Martenshoek, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 719
Launch Date: 1927-08-20
Delivery Date: 1927-10-21
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 4
Power: 120
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Nr. 1538 Type C/D (270x340)
Speed in knots: 7.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 200.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 109.00 Net tonnage
Deadweight: 250.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 11300 Cubic Feet
Bale: 10500 Cubic Feet
 
Length 1: 35.90 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 32.32 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.66 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.38 Meters Depth, moulded
Draught: 2.60 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1927-10-21 WEGA
Manager: Albertus Klugkist & Abraham van Dijk, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Albertus Klugkist & Abraham van Dijk, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: QBWN
Additional info: Call sign 1934: PINL

Date/Name Ship 1938-01-07 WEGA
Manager: Albertus Klugkist, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Albertus Klugkist, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PINL

Date/Name Ship 1954-04-03 WEGA
Manager: C. Holscher's Kustvaartbedrijf N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Willem Salomons & Essel Klugkist, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PINL

Date/Name Ship 1955-08-16 TJOBA
Manager: N.V. Scheepvaartbedrijf Gruno, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Klaas Deen, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PHZK

Date/Name Ship 1964-07-21 WEGA
Manager: Konrad Schepers, Haren/Ems, German Federal Republic
Eigenaar: Konrad Schepers, Haren/Ems, German Federal Republic
Shareholder:
Homeport / Flag: Haren/Ems / German Federal Republic
Callsign: DCQW
Additional info: £ 3.300,--

Ship Events Data

1927-08-22: NvhN 22-08-1927: Martenshoek, 22 Aug. Bij de N.V. Scheepswerven v.h. G. en H. Bodewes, alhier, zijn met goed gevolg te water gelaten de stalen motorzeebooten „IRENE" en „WEGA", groot circa 280 ton D. W. voor rekening van de N.V. „Motorschip Irene" te Groningen en de heeren A. van Dijk en Klugkist, heiden te Groningen. De booten zijn van het verhoogde achterdektype en krijgen 4 cyl. 120 P.K. Brons-motoren. De schepen zijn gebouwd onder toezicht van de Germ. Lloyd en Scheepvaartinspectie voor de groote kustvaart. De kiel is gelegd voor een Dortmund-Eemskanaalschip va circa 940 ton, voor Duitsche rekening.
1927-10-20: Als WEGA, zijnde een motorvrachtchip, groot 565.72 m3, liggende te Martenshoek, door D. Loorbach, beëdigd scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Abraham van Dijk en Albertus Klugkist, schippers te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 537 Z GRON 1927 op 't achterschip in de lichtkap machinekamer stuurboordzijde.
1931-06-30: Het Volk 30-06-1931: De „WEGA” over een krib gevaren. Op onverantwoordelijke wijze gemanoeuvreerd. Amsterdam, 29 Juni. De Raad voor de Scheepvaart deed heden uitspraak in zake het varen over een krib op de Wester-Schelde voor net motorschip “Wega”. De Raad spreekt als zijn oordeel uit, dat het ongeval is veroorzaakt doordien op onverantwoordelijke wijze met het schip is gevaren. Daarmede toch is na het voorbijvaren van Ellewoutsdijk binnen de bank langs den aan stuurboord van hét schip gelegen dijk gevaren, ten einde uit den vloedstroom te blijven, zonder dat de leiding, welke het vuur van Borsele gaf, is vastgehouden. De vloedstroom heeft het schip vervolgens op een krib gezet, tengevolge waarvan de schroef van het vaartuig is afgebroken. Dat ongeval had kunnen worden voorkomen. Aan bakboord van het schip was een betrekkelijk ruim vaarwater aanwezig, zodat, wanneer voormeld licht als leiding was behouden en voorzichtig was gemanoeuvreerd, ook geen gevaar bestond, dat het schip op den Rug van Borsele zou worden gezet. De gemaakte manoeuvre zou, indien ze overdag waren gemaakt, wellicht te verdedigen zijn geweest, doch bij de heerschende duisternis is ze ontoelaatbaar te achten.
1934-01-25: Het Volk 25-01-1934: Het Nederlandsche motorschip “WEGA” is nabij de Eendracht aan den grond gelopen. De sleepboot “Betsy” van de Terneuzen Tugboat Company is ter assistentie uitgevaren, doch het schip is op eigen kracht vlotgekomen en heeft de reis van Engeland naar Antwerpen voortgezet.
1934-02-13: De Banier 13-02-1934: Terneuzen. Een aanvaring. Toen het Belgische sleepschip „Bernardine" alhier op de Wester Schelde ter hoogte van den Margarethapolder was gekomen, is het in aanvaring geweest met het uit de richting Vlissingen komende Nederl. zeemotorschip „WEGA". De „Benardine" werd hierbij onder de waterspiegel in den zijwand getroffen, waardoor een ijzeren plaat werd ontzet met het gevolg dat het schip water binnen kreeg. Met behulp van de pompen is men er in geslaagd het schip boven water te houden, waarna het de haven kon bereiken. De „Berdine" was op weg van Luik naar Terneuzen en geladen met Thomas Slakkenmeel. Het m.s. „Wega" heeft oogenschijnlijk geen schade bekomen en kon zijn reis naar Antwerpen voortzetten.
1934-05-15: NvhN 15-05-1934: Rotterdam, 14 Mei. Het Nederlandsche m.s.”WEGA” is gisteren op de Theems aan den grond gevaren, doch kwam weer vlot en zette de reis voort. Het schip heeft oogenschijnlijk geen schade.
1935-02-01: De Telegraaf 01-02-1935: Aanvaring in den mist op de Wester-Schelde. De „WEGA” had niet mogen oversteken. Amsterdam, 31 Jan In de zaak van de aanvaring tijdens mist van het motorschip „Wega" met een sleep op de Wester-Schelde, is de raad voor de scheepvaart van oordeel, dat deze aanvaring is te wijten aan den mist, in verband met het feit, dat, zoowel door de sleepboot als door de „Wega" niet geheel juist is gehandeld. De sleepboot heeft geen mistseinen gegeven. De kapitein van de sleepboot heeft voor den Raad erkend daarin te zijn te kort geschoten. Mij heeft het geven van seinen nagelaten, omdat hij overtuigd was. dat er toch niets aankwam. Juist omdat de “Wega" vrijwel stil lag, was het voor dit schip zeer moeilijk om, hetzij naar stuurboord, hetzij naar bakboord uit den weg te komen. Anderszins is het voor den Raad niet bevredigend, dat de „Wega", die wegens het slechte zicht ten anker wilde gaan. eerst nog het vaarwater wilde oversteken om haar plan ten uitvoer te brengen. Zij had ter plaatse waar zij zich bevond dadelijk buiten het vaarwater kunnen gaan en daar kunnen ankeren. Het is waar, dat in het algemeen de overstekende beweging van de „Wega" geoorloofd schijnt, nu zij geen mistsignalen hoorde van naderende schepen. Doch het blijft onder de heerschende weersomstandigheden — de Raad heeft den indruk gekregen, dat het wel zeer dik van mist moet zijn geweest — altijd een riskante manoeuvre, welke niet gedaan moet worden, indien zij gelijk hier, onnoodig is. De Raad komt derhalve tot de conclusie, dat bij deze aanvaring de mist een zeer voorname rol heeft gespeeld, doch dat overigens aan beide zijden tekortkomingen hebben plaats gehad, in dien zin echter, dat de meeste schuld aan de zijde van de sleepboot is gelegen.
1940-05-01: Haagsche Courant: 01-05-1940: De bemanning van de Sch. 15 „Bep” terug. De logger werd op 12 April door Duitsch patrouillevaartuig met geschutvuur tot zinken gebracht. Acht Scheveningers zaten 12 dagen te Bremerhaven in de gevangenis. Vandaag is de bemanning van den Scheveningschen motorlogger Sch. 15 „Bep", van de reederij J. J. van der Toorn, in haar woonplaats teruggekeerd. Op 12 April 's morgens, is dit vaartuig op 54° 25' N.B. en 4° 20' 0.L., op ongeveer 50 mijl van Terschelling door een Duitsch patrouille-vaartuig aangehouden, en nadat de bemanning daarop was overgesprongen, met kanonschoten tot zinken gebracht. De acht Scheveningers werden medegenomen naar Bremerhaven, waar zij in de politiegevangenis werden opgesloten. Daar zijn ze ondervraagd. Na 12 dagen konden zij vertrekken met twee kleine Groningsche kustvaarders. Deze zijn nog enkele dagen opgehouden, gedurende welken tijd de bemanning van de „Bep" moest verblijven in de marinehaven Wasermünde. Maandag j.l. kon de bemanning van de Sch. 15 vertrekken met deze kustvaarders, resp. de „Nato" en de “WEGA". De „Nato" is hedenmorgen te Rotterdam en de „Wega" hedenmorgen te IJmuiden binnengeloopcn. De bemanning van de Sch. 15 ..Bep" bestond uit : Nicolaas Pronk, schipper ; Maarten Pronk, stuurman ; Arie Korving, monteur ; Piet de Jong, 2e monteur ; Zier Spaans, kok ; Leen Spaans, matroos : Leendert de Jong, matroos en Piet de Jong, jong-matroos. De „WEGA” te IJmuiden. Hedenmiddag 1 uur is de Groningsche kustvaarder "Wega" de haven van IJmuiden binnengeloopen, met aan boord 4 leden van de bemanning van de Sch. 15. De „Wega" voer aanstonds door naar het hoogovenbedrijf te Velsen, waar de 4 opvarenden de Sch. 15, o.w de schipper N. Pronk, werden opgewacht door een officier van de marine. Zij werden dadelijk met een marinesloep naar IJmuiden gebracht, waar zij voor den positie- commandant van de stelling IJmuiden werden geleid, waar zij aan een uitvoerig verhoor werden onderworpen. Het oponthoud door den marine officier duurde ongeveer 2 uur. Schipper H. Pronk moest uit en te na vertellen, wat er zich op dien 12den April in de omgeving van Terschelling had afgespeeld. Nauwkeurig werd van zijn verklaringen aanteekening maakt. Terwijl schipper Pronk ondervraagd werd wachtten de stuurman A. Korving en de matrozen L. Spaans en S. Spaans in de gang. Ze droegen allen hun werk-visscherskleeding, waaruit men kon afleiden, dat de visschers in grooten haast den bewusten ochtend hun schip hadden moet verlaten.
De Maasbode 02-05-1940: Met de kustvaartuigen „WEGA" en “Nato” zijn gisteren de oprvarenden van den motorlogger Sch. 15 “Bep", welk schip benoorden Terschelling — daar het voor een Engelsch schip werd aangezien — door de Duitschers in den grond werd geschoten, weer in ons land teruggekeerd.
1940-05-06: De Tijd 06-05-1940: Weer erts voor de hoogovens. Nadat sedert geruime tijd geen erts voor de hoogovens te IJmuiden was aangevoerd, arriveerden Vrijdag het Nederlandse motorschip „WEGA" en het Nederlandse stoomschip „Zuiderburgh", respectievelijk van Helsingborg en Bilbao komend, met erts. ladingen voor dit bedrijf, lezen wij in „De Maasbode'. Eerstgenoemd schip was in een Duitse en laatstgenoemd schip in een Engelse haven gedurende enige tijd opgehouden geweest.
1940-05-10: Bij uitbreken van de oorlog, liggend te Harlingen, met een aantal andere Nederlandse kusters t.w. de “Beyerland”, de “Cascade”, de “Corsica”, de “Hebe”, de “Hoop”, de “Iris”, de “Jaba”, de “Libelle”, de “Ruja” en de “Waterweg”. De kapiteins van de kusters werden volkomen verrast door de inval van de Duitsers. Zij hielden krijgsraad en besloten te proberen de haven uit te breken. Door de kapitein van de “Waterweg” werd de Loodscommissaris gevraagd voor loodsen. Er werden drie loodsen beschikbaar gesteld die over de schepen werden verdeeld. Kapitein E. Klugkist van de “Wega” gaf de machinist van de “Waterweg” opdracht om de voorpiek vol te pompen, om het achterschip op minder diepgang te krijgen. Zo ook bij de andere schepen werden de voorpieken gevuld, welke allen spoedig klaar waren om te vertrekken. De schepen stoomden de haven uit over het ponton en onder de arm van de kraan door. (De haven van Harlingen werd door de Duitsers geblokkerd met twee dynamietladingen ondermijnende ponton kranen,verbonden middels een zware gespannen kabel, die door de Ned.marine om 2 uur s’middags werden opgeblazen.) Met enige moeite kwamen alle schepen buitengaats en gezamelijk voer men naar Den Helder.’s Nachts ging men ten anker onder Texel. De volgende dag werden de sluizen van Den Oever gepasseerd en werd de nacht doorgebracht bij de gasboei van Urk. 12.05.1940 Oranjesluizen te Amsterdam gepasseerd alwaar de schepen werden doorzocht op eventuele Duitse verstekelingen Later op de dag afgemeerd in de Ertshaven. 13.05.1940 Kapitein Klugkist kreeg opdracht om de papierrollen te lossen en zich gereed te houden voor vertrek naar Brielle. 14.05.1940 in de mist naar IJmuiden gevaren en om 09.00 uur afgemeerd voor de zeesluizen.

Herdenkingsbijeenkomst voor coasterbemanningen uit 1940: Joodse vluchtelingen boekstaafden ontsnapping naar Engeland.
Vier coasterbemanningen uit 1940 worden 6 maart (19..) in het Joods Historisch Museum in Amsterdam herdacht. De bijeenkomst is een initiatief van Harry Philips en is gewijd aan de bemanningen van coasters, die in mei 1940 met gevaar voor eigen leven honderden Joodse vluchtelingen vanuit IJmuiden naar Engeland brachten. Centraal staan de coasters Friso—Java-Wega en de Fiducia. De toen zesjarige Philips maakte met zijn ouders en broer de overtocht met de Friso. In totaal had de Friso 96 vluchtelingen aan boord. Na de oorlog belandde Philips in de Verenigde Staten, maar hij kwam later naar Nederland terug en ontdekte dat er officieel nooit een blijk van waardering was geweest voor kapitein Jan Klugkist van de Friso, evenmin als voor de rest van de bemanning. Philips: 'Ik hoop die openstaande rekening enigszins te vereffenen door een herdenking te houden. Daarbij zijn de familieleden van de kapiten Klugkist, onder wie zijn dochter Irene uit Dublin, de eregasten'. Op de bijeenkomst spreekt mr. Aron de Vries, zelf van Joodse bloede, die in de Tweede Wereldoorlog voer op de schepen van de Koninklijke Marine en de kustvaart. Hij ontkwam zo aan het gruwelijke lot dat zijn familie trof. Nabestaanden gezocht.
Klugkist vroeg maritiem publicist Alberd Kelder uit Hilversum voor de bijeenkomst geinteresseerden uit de scheepvaartwereld te benaderen. Kelder: 'De bijeenkomst moest plaats hebben na de restauratie van het Joods Historisch Museum, begin december vorig jaar. Maar omdat de restauratie uitliep, moesten we het uitstellen tot maart. Dat gaf ons de gelegenheid de bijeenkomst wat breder op te zetten; niet alleen voor de mannen van de Friso, maar ook voor die van de Java (kapitein J.Wensing), de Wega (kapitein E. Klugkist) en de Fiducia (kapitein A. Roos)
We zoeken ook nog nabestaanden van de bemanningen van die schepen.'
Chaos. De Friso had een aantal 'prominenten' aan boord. Naast de latere directeur van het Nederlands Instituut voor oorlogsdocumentatie Loe de Jomg, toen nog journalist bij De Groene Amsterdammer, maakten ook journalist Meyer Sluyser en VARA penningmeester W. Lebon de overtocht. De Jong heeft zijn ervaringen opgetekend in zijn “Koninkrijk der Nederlanden in de 'Tweede Wereldoorlog' (deel 3.pag.412 e.v.) Ook Sluyser deed dat in “Die en die is er nog...”(Bussum. 1950, pag. 418-422). Ger van der Burg beschreef de chaotische tonelen die zich in de meidagen van 1940 in IJmuiden afspeelden in zijn “Oorlogsstorm over Zee en Havens, IJmuiden 1939-1945' (Schoorl,1945,hoofdstuk 4). 'Van overheidszijde was niets geregeld voor het vertrek van al diegenen die bij een mogelijke Duitse bezetting in groote moeilijkheden zouden komen', schrijft Van der Burg.' Zelfs voor de Duits-Joodse vluchtelingen, die immers onder toezicht van de regering stonden, waren geen maatregelen getroffen. Tijdens de oorlogsdagen werd deze kwetsbare groep gewoonweg vergeten (...) Vooral dinsdag 14 mei speelden zich in Ijmuiden door de stroom vluchtelingen die daar gekomen waren in de hoop van daaruit naar Engeland te kunnen ontsnappen, chaotische taferelen af. Duizenden, die met auto's en bussen waren gekomen, zochten vertwijfeld een plaatsje op de vertrekkende schepen. Er werden grote bedragen, tot wel 1000 gulden, geboden voor een plaatsje op kleine vissersschepen, ja zelfs om mee te kunnen in een open boot. Toen plotseling het gerucht opdook, dat een aantal trawlers opdracht had ontvangen naar Engeland te vertrekken en zoveel mogelijk vluchtelingen mee te nemen, ontstond een wilde wedren op die schepen. Er werd zelfs gevochten om aan boord te komenen een aantal mensen, onder wie kinderen ,werd in het gedrang van de kade geduwd en kwam in het water terecht.
Treeplank. Loe de Jong kwam 14 mei tot de conclisie 'dat mijn leven werd bedreigd'. Ook hij wilde daarom het land verlaten. Zijn bijdragen in De Groene Amsterdammer waren 'ruimschoots voldoende om mij in het concentratiekamp te doen belanden'. Bij het Engelse consulaat in Amsterdam vernam de Jong dat de consul in Velsen visa zou verstrekken. Met medeneming van zijn ouders, zusje en twee grootouders vertrok de Jong daarheen om te ontdekken dat alleen reisdocumenten aan Britse burgers werden afgegeven. In de chaos raakten de familieleden elkaar kwijt .In Velsen 'dromden duizenden wanhopigen samen', aldus De Jong.' Duitse vliegtuigen verschenen,het afweergeschut dreunde... De een ging aan de kant van de weg zitten, de ander dwaalde rond. Ouders liepen radeloos naar hun kinderen en kinderen naar hun ouders te zoeken. De kans op ontsnapping leek van kwartier tot kwartier kleiner te worden en wel geheel te verdwijen toen, tegen vijf uur, een luidsprekerauto van de politie bekend maakte dat een ieder onmiddellijk naar zijn woonplaats moest terugkeren; zij die dat niet deden, zouden gearresteerd worden. Wie een auto had stapte in; anderen bestegen weer hun fiets. Weinigen bleven, onder hen mijn vrouw en ik.' De Jong liep samen met zijn vrouw en twee kennissen richting Ijmuiden, in een poging de wachtpost bij een spoorwegovergang, die hen eerder had tegengehouden, voorbij te komen.' Juist op dat moment reed ons een auto achterop waarin zich Meyer Sluyser en VARA-penningmeester Lebon, beiden met hun gezinnen bevonden... Sluyser kende mij en Lebon remde. Mijn vrouw kon er nog net in Lebons auto bij, daarin zaten al vier volwassenen en drie kinderen. Onze vrienden en ik sprongen op de treeplanken..Voor ons, die op de treeplanken stonden,w as het moeilijk vasthouden. In een bocht lieten onze vrienden de kap van de auto los .Zij sprongen op straat. Vijf bezettingsjaren zouden voor hen volgen. We reden weg. Enkele minuten later waren wij bij de Visserijhaven; de marine controleerde onze indentiteit. We konden toen aan boord gaan van de kustvaarder Friso. Even na acht uur stak de kapitein-eigenaar van wal en nauwelijks buitengaats werden wij beschoten.
Doodbedaard. Sluyser heeft zijn eigen versie van het verhaal.' Die avond bevond ik mij met wat vrienden in een Chevrolet op de grens tussen IJmuiden en Velsen. Iemand had de tip gekregen en gejaagd-sprekend doorgegeven, dat er aan de Noordersluis een groot schip zou liggen. 'Sluysers chauffeur, Lebon,wist echter de weg niet in IJmuiden. Als ze dachten dat ze de weg eindelijk gevonden hadden, waren daar weer onverbiddelijke militairen die hen terugstuurden .'Sluyser: De nerveuze spanning werd ondraaglijk. Geschut klonk vlakbij, Britse soldaten liepen langs de waterkant. Ze sjouwden met grote voetzoekers; de springladingen die de grote sluis moesten vernielen.' In plaats van bij de Noordersluis (waar inderdaad een groot schip lag:het s.s.”Bodengraven”van de KNSM), kwam het gezelschap terecht in de Ijmuidense Vissershaven. Daar lag de coaster “Friso”, ogenschijnlijk leeg. Sluyser; Daar lag een eenzaam kustvaardertje, Rustig. Op de kade liep een zenuwachtige marinier rond, revolver in de vuist. Over een loopplank kwam een vrouw de wal opstappen. Donker type. Zonverbrande huid. Heldere ogen. ”Jullie moeten zeker mee naar Engeland?” vroeg ze doodbedaard. 'kan het?' Ze draaide zich om en liep naar de schipper,d ie in de stuurhut stond.'Jan....dat er toch ook nog wel bij ,he?' 'Tuurlijk', riep de man terug.' Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Ik lig nog lang niet aan mijn merk. 'Op dat moment had de Friso al tachtig vluchtelingen in het ruim. Met de zestien mensen van het gezelschap van Sluyser en Lebon erbij kwam het totaal op 96 volwassenen en kinderen. Direct daarna vertrok de Friso, in het kielzog van de Java en gevolgd door de Wega en de Fiducia naar zee en arriveerde, na nog een luchtaanval te hebben doorstaan ,16 mei in Poole.

15.05.1940 aangekomen onder begeleiding van één Engelse torpedoboot (na gepraaid te zijn door 2 torpedoboten) op de rede van Harwich. Na lossen van de bagage van de Britsche Consul en de Hr. Sheperd, ten anker gegaan. De twee heren zijn met een andere kuster naar Engeland gevaren. 16.05.1940 Na ‘s nachts nog slaapgelegenheid te hebben geboden aan twaalf marinemensen, werd koers gezet naar Poole na overgenomen te zijn door de Netherlands Shipping & Trading Committee, te Londen. 18.05.1940 de haven van Poole binnengelopen. 28.05.1940 te Poole door de Britse Admiraliteit gevorderd voor de evacuatie van Duinkerken, Operatie “Dynamo”.
21.09.1940 Ingezet bij de evacuatie van Britse onderdanen van Saint Peter Port op Guernsey naar Weymouth.
1951-08-17: NvhN 17-08-1951: M.s. WEGA had motorschade. Het m.s. Wega, dat met een lading suiker op weg was van Londen naar Hamburg, werd ter hoogte van Borkum aangetroffen met motorschade. Het m.s. Volente, dat juist op weg was van Delfzijl naar Engeland met een lading stukgoederen, heeft het schip de haven van Delfzijl binnengesleept, waar de schade hersteld zal worden.
1955-08-12: Eemsbode 12-08-1955: Ms WEGA wordt TJOBA. De kustvaarder Wega, groot 270 ton, gebouwd in 1927 werd door de heren Salomons en Klugkist te Groningen, verkocht aan de heer Deen te Groningen. Deze zal het schip, dat voorzien is van een 160 pk Bronsmotor onder de naam Tjoba in de vaart brengen.
NvhN 16-08-1955: M.s. WEGA verkocht. Het kustvaartuig Wega van de rederij Salomons en Klugkist te Groningen, is verkocht aan de heer Deen te Groningen, die het schip onder de nieuwe naam Tjoba in de vaart zal brengen. De Wega is van het gladdektype en werd in 1927 gebouwd bij Gebr. Bodewes' Scheepswerven te Martenshoek. Het deadweight van deze coaster bedraagt ca. 266 ton. In de machinekamer staat een 120 p.k. motor opgesteld. De thuishaven blijft Groningen.
1961-01-28: NvhN 28-01-1961: Groninger coaster TJOBA in veiligheid. De kustvaarder “Tjoba” (200 ton) van de rederij K. Deen te Groningen, die volgens een gisteren gepubliceerd bericht in moeilijkheden zou verkeren aan de Engelse zuidkust, is veilig een haven binnengelopen, niet ver van de plaats van bestemming. De “Tjoba” zou inderdaad in een zware zee terecht gekomen zijn, maar het schip heeft niet om hulp gevraagd. Het alarm is afkomstig van een hefschroefvliegtuig van de Britse Marine, waarna een bericht zelfs door de BBC televisie werd uitgezonden. De reddingboot van Weymouth was uitgevaren met een sleepboot van de Marine om het schip bij te staan, hoewel geen verzoek hiertoe van de Nederlandse kapitein, de heer J.Westers was uitgegaan. De schipper van de reddingboot melde vrijdagmiddag dat hij de kuster naar Weymouth Bay begeleidde.
Het Vrije Volk 28-01-1961: Coaster TJOBA in veiligheid. Weymouth (AP) De Groningse kustvaarder Tjoba (200 ton) is gisteren na een harde strijd van 24 uur tegen metershoge golven en winden van orkaankracht veilig de Zuidengelse haven Weymouth ingeloodst door de marine-sleepboot Agile, die begeleid werd door een reddingsboot en een helikopter. Kapitein Jan Westers uit Rotterdam was met zijn in 1927 gebouwde coaster onderweg van Antwerpen naar Bridgeport. Het schip was geladen met 200 ton potas. Ter hoogte van West Bay werd de storm te zwaar en moest de Tjoba de gehele nacht de storm op het anker uitrijden. Het anker krabde echter en de Tjoba kwam door de windstoten van 50 km per uur angstig dicht in de buurt van Chesil Beach Head.
1964-02-05: NvhN 05-02-1964: M.s. TJOBA verkocht. Het Groninger motorkustvaartuig Tjoba is naar Frankrijk verkocht. Het schip, dat eerder in de vaart is geweest onder de naam Wega, is in 1927 gebouwd bij de Scheepswerf G. en H. Bodewes te Martenshoek. Het heeft een draagvermogen van 266 ton en behoort tot het gladdektype. De Tjoba gaat naar een scheepswerf te Makkum (Fr.) waar enige reparaties zullen worden uitgevoerd en het schip geschikt zal worden gemaakt voor de Franse kustvaart. (Zou dit aanvankelijk de bedoeling zijn geweest ?deze verkoop kwam uiteindelijk niet tot stand.)
NvhN 30-09-1964: Coaster TJOBA naar Duitsland verkocht. Het Groninger motorkustvaartuig Tjoba is verkocht aan de heer C. Schepers te Haren a. d. Ems (Duitsland). Het ongeveer 266 ton draagvermogen metende schip heeft jaren opgelegd gelegen in het dok bij de N.V. Scheepsbouw- en Reparatiebedrijf Gebr. Sander te Delfzijl. De Tjoba, die reeds eerder onder de naam Wega in de vaart is geweest, zal door de nieuwe eigenaar weer worden herdoopt in de oorspronkelijke naam Wega en in de vaart worden gebracht tussen de Ruhr en Hamburg v.v.
1969-04-00: Final Fate:
Verkocht voor de sloop aan Schulte & Muller, Haren/Ems en sloop gereed op 20.06.1969.

Afbeeldingen


Omschrijving: DE WEGA in Groningen tijdens de oplevering in oktober 1927
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Builders photographer

Omschrijving: WEGA
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: WEGA
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Real Photographs

Omschrijving: TJOBA in de haven van Belfast.
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Hocquard, D.P. (Dave)
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: TJOBA afgemeerd te Jersey (Channel Islands)
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Hocquard, D.P. (Dave)
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: TJOBA
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: TJOBA
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Duncan, Alex

Omschrijving: WEGA onder de Duitse vlag in het van Starkenborgh kanaal Groningen eind 60er jaren.
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname