Inloggen
TINA HOLWERDA - ID 6565


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1977
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
IMO nummer: 7637448
Nat. Official Number: 4827 Z GRON 1977
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Masten: Gearless
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Barkmeijer Stroobos B.V., Stroobos, Friesland, Netherlands
Werfnummer: 206
Launch Date: 1977-06-17
Delivery Date: 1977-08-18
Technical Data

Engine Manufacturer: Alpha Diesel A/S, Frederikshavn, Denmark
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 16
Power: 2450
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: B&W Alpha no. 12650 Type 16V23L-VO (225x300)
Speed in knots: 12.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 1599.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 1144.00 Net tonnage
Deadweight: 3025.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 80.95 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 74.56 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 14.23 Meters Breadth, extreme
Depth: 6.46 Meters Depth, moulded
Draught: 5.211 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-07-1996
Type: Shiptype/category changed
Omschrijving: Het schip is in 1995 verbouwd bij Scheepswerf Hoebee te Dordrecht tot zandschip/zuiger.

Ship History Data

Date/Name Ship 1977-05-31 TINA HOLWERDA
Manager: H. & P. Holwerda (Hendrik en Piet), Heerenveen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: H. & P. Holwerda (Hendrik en Piet), Heerenveen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Heerenveen / Netherlands
Callsign: PHYX

Date/Name Ship 1977-09-02 FENJA
Manager: H. & P. Holwerda (Hendrik en Piet), Heerenveen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: H. & P. Holwerda (Hendrik en Piet), Heerenveen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Heerenveen / Netherlands
Callsign: PEBS

Date/Name Ship 1986-03-00 TINA HOLWERDA
Manager: H. & P. Holwerda (Hendrik en Piet), Heerenveen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: H. & P. Holwerda (Hendrik en Piet), Heerenveen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Heerenveen / Netherlands

Date/Name Ship 1986-12-18 FENDA
Manager: Holwerda Shipmanagement B.V., Heerenveen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Scheepvaartmaatschappij Daan B.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PEBN

Date/Name Ship 1988-06-00 TINA H
Manager: Holwerda Shipmanagement B.V., Heerenveen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Scheepvaartonderneming Tina B.V., Heerenveen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Heerenveen / Netherlands
Callsign: PHYX

Ship Events Data

1977-06-01: Op 01-06-1977 als FENJA (bouwno. 206 van Scheepswerf Barkmeijer te Stroobos) zijnde een motorschip in aanbouw, nog niet gemeten, liggende te Stroobos, door M. Alberts, ambtenaar bij de Scheepsmetingsdienst te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 4827 Z GRON 1977 op het achterschip aan B.B. zijde in het achterschot van het brughuis, 4.40 m. uit hekplaat, 2.45 m. uit lengteas en 1.70 m. uit dek.
1977-06-18: Leeuwarder Courant 18-06-1977: Grootste schip van de Friese zeegaande vloot. Stroobos - Het is altijd een moment, waarop alle kijkers even de adem inhouden: de stapelloop van een schip, in dit geval het grootste schip van de Friese zeegaande vloot. De „TINA HOLWERDA" werd gebouwd bij Barkmeijer in opdracht van Frisian Shipping and Chartering te Heerenveen. De rederij heeft nu dertien schepen in de vaart. Barkmeijer is begonnen met de bouw van een zusterschip van de „Tina Holwerda", dat eveneens 3000 ton deadweight groot is. Voor meer nieuws zie pag. 13.
Grootste schip van de Friese zeegaande vloot. Stroobos - Gistermiddag is hier het grootste schip, varend onder Friese vlag, te water gegleden bij de scheepswerf Barkmeijer. Het is de 3000 ton deadweight grote „TINA HOLWERDA", gebouwd in opdracht van Frisian Shipping en Chartering te Heerenveen. De zeventienjarige Tina Holwerda, dochter van reder Hendrik Holwerda, doopte het schip met de gebruikelijke fles champagne tegen de boeg, hetgeen overigens pas na de tweede poging gelukte. Een enorme golf sloeg over de oever van het Kolonelscliep en de werf, toen het schip in zijn element terechtkwam. Frisian Shipping and Chartering heeft nu dertien schepen in de vaart. Het is een moderne vloot, die voor de helft bestaat uit schepen van twee jaar of jonger. De modernisering van de vloot zal nog worden voortgezet, aldus de directie. Bij Barkmeijer is intussen al een begin gemaakt met de bouw van een zusterschip van de „Tina Holwerda." De nieuwe aanwinst voor de zeegaande Friese vloot is 75 meter lang, 14.30 meter breed, holte 6.40 meter. Het schip voldoet aan de voorwaarden in de hoogste ijsklasse. „Tina Holwerda" kan op alle routes ter wereld worden ingezet. Er zijn speciale voorzieningen getroffen, zoals een versterkte boeg, voor werkzaamheden in de winterse Oostzee. De bouwkosten zullen 8,5 miljoen gulden bedragen. Het schip is gedurende vijf jaar verhuurd aan een Zweedse onderneming, die straks ook de nieuwe „Gera Holwerda" zal charteren. Een groot deel van de vloot vaart op havens in het Midden Oosten.
1986-12-19: Leeuwarder Courant 19-12-1986: FWZ stapt naar rechter Bond eist betaling van Holwerda BV. Heerenveen - De zeeliedenbond FWZ is een juridische procedure begonnen om de circa 2,5 ton die zeevarenden van de in financiële moeilijkheden verkerende rederii Holwerda in Heerenveen nog te goed zouden nebben, binnen te halen. Het betreft verlofdagen, die de Heerenveense rederij zou weigeren uit te betalen. Volgens districtsbestuurder E. Sarton behandelt Holwerda de ontslagen 234 werknemers op „welhaast middeleeuwse wijze", terwijl, zo meent de bond, „over de buitenlandse zeevarenden al helemaal niet wordt gerept". Nu de rederij niet bij machte en de bank niet bereia is de zaak met de FWZ te bespreken zegt de bond alle haar ten dienste staande legitieme middelen te willen gebruiken het geld, waarop de ontslagen werknemers alsnog recht hebben, binnen te halen. Zoals zaterdag al werd gemeld, gaat het om enkele tientallen opvarenden, die in het faillissement een „onduidelijke positie" innemen. De hypotheekbank bleek slechts bereid diegenen uit te betalen, die aan boord dienst deden. Zij die reeds verlof hadden, vielen buiten de regeling. Volgens de zeeliedenbond kan de claim mogelijk nog met een ton verhoogd worden zolang het niet duidelijk is of de bemanning van de Tina Holwerda bij aankomst nog wel gage ontvangt. Dit schip bevindt zich nog in volle zee. Volgens een woordvoerder van de rederij in Heerenveen wil het bedrijf wel degelijk met de FWZ overleggen en de verlofdagen betalen, maar zijn het de banken, die dit tegenhouden. Deze beschouwen de claims van de bemanning als tegoeden van andere schuldeisers, die pas aan de orde komen na een eventueel faillissement. Of dat faillissement er komt is mede afhankelijk van de opbrengst van de veiling, die gisteren in Groningen gehouden werd, zo meldt het bedrijf. Dat de bond via een juridische procedure poogt de verlofbetaling veilig te stellen noemt men bij Holwerda logisch, al vindt de rederij wel dat de FWZ daar rijkelijk laat mee is. De bond heeft destijds in het GAK-bestuur op dit faillissement aangedrongen. Om duidelijkheid te hebben over de opbrengst van de veiling besloot de rechter eerder de faillissementsuitspraak tot januari uit te stellen.
Weinig verhogingen. Bij de verkoping werden de schepen eerst afzonderlijk aangeboden in een eerste en een tweede veiling en tenslotte in een combinatie van vijf en een combinatie van drie vaartuigen geveild. Op de eerste veiling werd in twee gevallen de inzet, te weten ƒ 2.600.000 voor de Tina Holwerda en ƒ 1.600.000 voor de Fenix, niet verhoogd. Slechts enkele malen werd er fors geboden. Zo ging de Tjongerwal van ƒ 1.000.000 naar ƒ 2.200.000 en de Gera Holwerda van ƒ1.500.000 naar ƒ 2.850.000. Voor deze beide, meer dan drieduizend ton metende en in 1975 en 1977 gebouwde schepen, werd indertijd, naar werd gezegd, zon dertien miljoen betaald. Bij de tweede veiling werd maar eventjes in vier gevallen het bod niet verhoogd. De resterende schepen werden verhoogd met bedragen van 'slechts'ƒ 25.000 tot ƒ 350.000. Bij de aanbieding in twee combinaties werd maar één keer met ƒ 25.000 verhoogd. Reder Piet Holwerda, die samen met zijn broer Henk op de veiling aanwezig was, meende dat er, gezien de situatie op de vrachtenmarkt, nog redelijk geboden is. Duidelijk was evenwel, dat de biedingen ver beneden de werkelijke waarde lagen. Voor deze prijzen zijn de schepen wel te exploiteren, aldus een insider. Directeur Jan Oosthoek van de Nederlandse Scheepshypotheekbank gaf desgevraagd onmiddellijk toe, dat zijn bedrijf de schepen in de combinatie van de vijf had gekocht. De bank, die voor de betrokken schepen een vordering heeft van acht miljoen, zal nu proberen er een of meer reders voor te vinden. Desnoods zullen de schepen onder een goedkope vlag worden gebracht. Ook is de kans niet uitgesloten, dat deze vaartuigen in het vervolg weer onder de vlag van de Heerenveense rederij zullen varen. Voor een van de kustvaarders, waarvoor een langdurig chartercontract is afgesloten, werd er gisteren in elk geval al met de Holwerda s over een dergelijke oplossing gesproken.
1988-04-16: Leeuwarder Courant 16-04-1988: Vloot teruggebracht van 25 tot 6 schepen. Rederij Holwerda na drie jaar in rustiger water. Heerenveen - Met de verkoop van drie schepen is de vloot van Holwerda in Heerenveen nu teruggebracht tot zes eenheden. Dit zijn 'eigen' schepen, die niet zoals de deze week verkochte zeeschepen, eigendom zijn van een bankinstelling. Is de sanering van de Heerenveense rederij nu voltooid? Directeur Henk Holwerda zegt geen volmondig 'ja', maar de toekomst ziet er iets minder zorgelijk uit dan enkele jaren geleden. In de glorietijd begin jaren tachtig behoorde Holwerda tot de vier grootste Nederlandse reders van schepen voor de kleinhandelsvaart. Er werkten te land en op zee zon vierhonderd mensen. Nu zijn het er nog honderd. De vloot met het Holwerda-embleem telde 25 klein handelsvaartschepen, waarvan er negen waren ingezet in het zeegebied tussen noordwest- Europa en de Zwarte Zee. De schepen met de woorden 'Samsun Line' op de flanken waren een bekend gezicht in de Dardanellen en in de Bosporus. Maar op een gegeven moment bleven de betalingen van de verlader aan de rederij uit. Uiteindelijk bedroeg de niet inbare vordering van Holwerda op de 'Samsun Line' van de Londense zakenman Kamal ƒ 8,9 miljoen. De strop van de 'Samsun Line' viel samen met een dieptepunt op de internationale zeevrachtenmarkt: er was geen droog brood meer te verdienen op zee. De rederij kon niet meer voldoen aan haar financiële verplichtingen en de banken eisten een deel van de vloot op. Een aantal schepen bleef evenwel onder management van Holwerda. Het opgevaren resultaat van de schepen, zo dat er al was, ging naar de bank. „De banken bleven vertrouwen in ons houden. We waren dan ook door omstandigheden van buitenaf in moeilijkheden geraakt", zegt Holwerda. Van begin af aan eeft de directie toegegeven, dat de slechte situatie op de vrachtenmarkt mede te wijten is geweest aan de uitgebreide nieuwbouwprogramma's in de Westeuropese landen. De rederijen wilden de subsidies binnenhalen en „wij hebben daar ook aan meegedaan", aldus Holwerda. Toen de laatste van vier bestelde grote schepen voor de 'Samsun Line' van stapel liep bij Barkmeiier in Stroobos, bleek al dat de lucratieve dienst op de Zwarte Zee zou worden opgedoekt. Dat gebeurde in 1985. Slechte prijzen: De markt, toch al zwak, verslechterde in 1986. „Al wilde je de schepen weggeven, niemand wou ze hebben", herinnert Henk Holwerda zich. Toen eind vorig jaar, en ook nog dit voorjaar, de prijzen op de vrachtenmarkt aantrokken, vonden de banken (van huisuit geen reders) dat ze de laatste schepen uit de voormalige vloot van Holwerda moesten verkopen. Verhoging van de vrachtprijzen betekent ook verhoging van de prijs voor schepen. Henk Holwerda vermoedt, dat de prijzen dit jaar nog wel meer zullen aanhalen. „Dat is ook hoognodig, om de kosten en de afschrijving terug te verdienen. Als je, zoals het hoort, geld wilt reserveren voor een nieuw schip over een jaar of acht, dan moet er nog méér bij de vrachtprijzen. Maar veel verladers vinden, dat rederijen niet hoeven te verdienen, als je hoort welke prijzen ze voor de vracht willen betalen... . De Heerenveense rederij heeft sedert haar oprichting in 1955 „altijd de kosten terug kunnen verdienen, soms moeizaam, soms met een overschot", zegt directeur Holwerda. Een topjaar was 1973, toen de hele wereld schreeuwde om scheepsruimte. Holwerda bracht toen een vracht van de Amerikaanse oostkust naar Italië, nadat de kustvaarder eerst leeg van Portugal naar de verschepingshaven was gevaren. „De verlader vroeg niet naar een prijs. Hij wilde alleen de garantie dat de lading voor een bepaalde datum ter plaatse was. Tegen één gouden jaar staan er twintig van matige ontvangsten, dat is de realiteit. Bodemprijs: Een deel van de Westeuropese kleinehandelsvaartreders is het erover eens, dat bodemprijzen moeten worden bedongen bij verladers, die het transport van produkten vaak als een sluitpost zien. De Westduitsers houden daar al aardig de hand aan, zegt Holwerda. Wil de opzet slagen, dan zullen, behalve Nederland, de traditionele zeevarende landen als West-Duitsland, de Scandinavische landen inclusief Denemarken, daaraan deel moeten nemen. Ook Spanje zal moeten. Dit land heeft bij de toetreding tot de Economische Gemeenschap bedongen, dat zeegoederen naar en van Spanje in eerste instantie door Spaanse schepen moet plaatsvinden. De EG-onderhandelaars hebben deze voorwaarde, die indruist tegen de vrijhandels- ideologie van de Europese Gemeenschap, kennelijk over het hoofd gezien, ten nadele van vooral de Westeuropese rederijen. Goedkope vlag; Er zijn reders, die hun schepen onder goedkope vlag brengen, om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Voor een schip van 3000 ton, dat onder Nederlandse vlag f 3000 per dag kost, betekent dit een voordeel per dag van ƒ 500. Voor een schip tot 6000 ton bedraagt het voordeel per dag al gauw ƒ 800. Henk Holwerda houdt niet van de 'goedkope vlag' en voorlopig kan hij de zes hem resterende schepen daar ook niet onder brengen. Hij wijst in dit verband op de rijkssubsidieregeling voor scheepsnieuwbouw. „De Nederlandse vlag op een schip betekent, dat je bij buitenlandse verladers toch een streepje vóór hebt en dat ie een hogere vrachtprijs kunt bedingen. Maar het verschil in vaste lasten tussen bijvoorbeeld een Cypriotische vlag en de Nederlandse is te groot. De Holwerda-schepen van dit moment zijn de Haskerland, Opsterland, Schoterland, en Fenda. De Fenda is teruggekocht van de bank. Het is de voormalige Tina Holwerda. Twee schepen (Crispin en Clement) varen in timecharter voor een rederij in Liverpool in een dienst op Zuid-Amerika.
1991-12-07: Leeuwarder Courant 07-12-1991: Stormreis rond de Noordkaap: Door Symen Kingma. De grijze wolven hebben zich verzameld in de koude zeeën bij Spitsbergen en nu gaan ze op jacht in zuidelijke richting, opgestuwd door de poolwind. Ze worden eerst gesignaleerd bij Bereneiland. Bewesten de Noordkaap, op het topje van Noorwegen, bespringen ze het achterschip van de Nederlandse kustvaarder Tina H. De enorme grijze watermassa's die het schip belopen, maken niet alleen het leven aan boord ongemakkelijker, ze sturen ook het tijdschema van kapitein Jan Lohuis in de war. Bovendien, en het is niet het minst nadelige aspect van de noorderstorm, bedreigen de watermassa's de deklast hout die op de luiken is opgetast. Lohuis staat op de brug, wacht een minder agressief ogend golfbeeld af en stuurt de Tina H. met de kop in de wind. Met deze manoeuvre beschermt hij de deklading tegen de opdringende golven, die zich al tot binnen de gangboorden hebben gevochten. De brede bak, het voorschip van de Tina H., vangt de wit dooraderde huizenhoge golven op en daarna rijdt ze er dapper tegenop. Het kolkende, brullende water stormt onder het schip door, om uren later zichzelf te verpletteren op de rotsen van de Noorse westkust. Maar in hun zelfmoordpogingen kunnen de kille golven van de IJszee zomaar een schip meenemen, of tenminste de deklading. De kustvaarder bereikt tijdig de luwte van de Noorse fjorden, na een zware storm bij de Noordkaap
De kustvaarder Tina H. onder dreigende luchten, die storm voorspellen. Zon 1200 kubieke meter hout, het derde deel van de totale lading, is kundig vastgesjord door de bemanning van de Tina H, toen de sneeuw al op de kade lag in Archangelsk. Nederlandse houtvaarders hebben al vanaf het moment, dat ze zee kozen om in noordelijke landen hout op te halen, geworsteld met deklasten, die de stabiliteit van het schip aantasten. Het drijfvermogen van het materiaal is hoog, vandaar dan ook de mogelijkheid om hout bovenop de ruimen mee te nemen. Met behulp van de inhoud van brandstof- en watertanks kan de stabiliteit, of de 'trim' van een modern schip worden verbeterd, maar deze mogelijkheid was er niet op de zeilschepen van weleer. Toen verloor menig schip zijn lading, soms tot geluk van juttende kust- en eilandbewoners. Jan Lohuis gunt de Terschellingers en ook de Noren hun gratis pakket hout, maar dan zeer zeker niet afkomstig van de Tina H. De Almelose schipper heeft geen keus als de storm uit het noorden over de zee jaagt. Uur na uur houdt hij de kop van het schip in de golven, totdat aan het einde van de wacht stuurman Andries Hoekema op de brug verschijnt en het stuurapparaatje in zijn rechterhand neemt. Er staat een stuurwiel op de brug, maar het apparaat heeft een min of meer decoratieve functie. Het schip wordt elektronisch en automatisch bestuurd en er is op de wereld geen betere roerganger te vinden dan de automatische piloot. Nacht. De novembernacht valt vroeg op 71 graden Noorderbreedte en wanneer zware wolkenpartijen over de zee jagen krijgt de zon overdag slechts een schrale kans. De bemanning van de Tina H. wacht een lange nacht in een zeer eenzaam zeegebied, tussen de Noorse noordkust. Groenland in het Westen en Spitsbergen als laatste bewoonde gebied tot 3e Noordpool in het noorden. De oceaan likt langs de scheepsflanken, niet eens onvriendelijk. Maar het is een list, een poging om de Tina H. te misleiden, want van tijd tot tijd duikt een brok water op uit het duister en probeert de deklast aan te vallen. Schip en stuurman vangen de aanval op, de man op de brug staat op scherp. Hij tuurt in het donker om de hoogste rollers tijdig te ontdekken en met een subtiele beweging van zijn vingers te ontwijken. Het lukt, de deklast blijft intact, maar Lohuis en Hoekema tuimelen na afloop van hun wacht lichamelijk en geestelijk doodop in hun kooi. ..Het kan nog erger, hoor", lacht Jan Lohuis, als de depressie is weggewaaid en de Tina H. stampend in een nog steeds hoge deining de donkere wolken volgt in zuidoostelijke richting. Daar ligt de Noorse kust, waarvan elke zeeman weet dat ze levensgevaarlijk is bij westenwind en vooral als het schip voorzien is van een wind- en watervangende deklast. Maar 'lagerwal' kan ook beschutting bieden als er havens zijn. of baaien achter hoge bergen. De rotsen van de Noorse westkust grijn/en wreed en glad vanuit zee. Het schip dat door een van de openingen in deze dui/enden kilometers lange granieten muur glipt, is veilig voor het wolvenpak dat bij stormweer buiten de Noorse territoriale wateren op de loer ligt. De Tina H. begint na het duel met de Noordkaap-depressie een race tegen de tijd, een wedstrijd die is uitgelokt door drie uitdiepende depressies, waarvoor Noorse en Britse meteorologen alle schepen tijdig hebben gewaarschuwd. De fronten hangen nu boven IJsland, ook boven de Far Oer, en het derde ontwikkelt zich zuidwestelijk van lerland. De kracht van de lagedrukgebieden mag verschillend zijn (dat bij lerland drukt de barometer naar 942 millibar), er is een dramatische overeenkomst: ze bewegen zich alledrie in oostelijke nchting en ze zullen zwaar tot zeer zwaar weer veroorzaken in het zeegebied op de route van de Tina H.
De Friese kustvaarder is vijf dagen eerder vertrokken uit de monding van de Dwina, toen het goed weer was. De Russische winter was al voelbaar in de stad, die is genoemd naar de aartsengel Michael: Archangelsk. Nederlandse schippers en handelaren kwamen hier voor het eerst in 1584 en een verdwaalde sticker in een kantoor van een van de houtwerven herinnert aan het jubileum, dat zeven jaar geleden kon worden gevierd: Archangelsk 1584 Holland staat er op. De ondernemende Nederlanders laadden hout voor hun land, waar de grootste handelsvloot van Europa in aanbouw was. Maar nog liever namen ze bont mee, want dat leverde veel meer geld op. De tocht overzee was niet alleen gevaarlijk, maar verliep meestal ook moeizaam. Landkaarten van dit gebied, een uithoek van de wereld, bestonden nauwelijks en zeker niet in West-Europa. Er was een vaag beeld van de geografische situatie bij de monding van de Dwina-rivier. Schippers en handelaren die de concurrentie op de Oostzee uit de weg gingen, probeerden na een zeiltocht 'rond Samojeedenlandt en Moscovien een boterham te verdienen. Gedetailleerde zeekaarten ontbraken. Later zouden Nederlandse cartografen zeelieden vragen om zelf kaarten te maken op door hen ter beschikking gesteld papier. Buitenlandse koopvaardijschepen zijn langs de kaden van de zaagmolens in Archangelsk meer dan ooit welkom, zegt Iwan Efdokimov. Hij is namens Inflot de manager voor Archangelsk. Inflot, de voormalige staatsonderneming die is geprivatiseerd, treedt in alle Sovjethavens op als agent voor westerse rederijen en bevrachters. Arctische route; Iwan heeft intussen meermalen West-Europa bezocht om bestaande relaties te verstevigen en zo mogelijk nieuwe aan te knopen. „Archangelsk is een belangrijke haven, ook een uitvalsbasis voor het arctische gebied. Wat we nodig hebben is een betere infrastructuur van de haven en betere verbindingen met het achterland. Misschien nog wel belangrijker is de noodzaak van een modern communicatiesysteem in de haven zodat we gemakkelijk verbinding kunnen krijgen met de schepen die er liggen. We moeten heel veel investeren om de haven en alles wat erbij hoort te moderniseren. Daarom willen we meer maritieme activiteiten zien." De haven is in de winterperiode ontoegankelijk gebied voor buitenlandse schepen. De Russen maken in het winterseizoen, dat een maand of vijf kan duren, wèl gebruik van de haven. Een loods, die de Tina H. van de ene zaagfabriek naar de andere brengt, wijst trots op een ijsbreker die nu nog werkeloos aan de kade ligt. In de wintertijd vaart hij op dit schip om de route om de noord open te houden. Deze zeeweg door het pakijs loopt van de Witte Zee via de Barentszee (Murmansk) en langs Nova Zembla naar de Beringstraat, tussen de Oostkaap van de Russische republiek en Alaska. Langs deze route varend wordt de zeeweg tussen Europa en het Verre Oosten met enkele duizenden mijlen bekort. Dat is economisch interessant. Een Franse proefexpeditie heeft de arctische route deze zomer verkend met hulp van Russische ijsbrekers, maar de voortgang van de expeditie viel tegen. De Terschellinger navigator Willem Barents stond er vier eeuwen geleden veel slechter voor toen hij, op zoek naar de Noordoostelijke Doorvaart, zijn schip verloor in het ijs van Nova Zembla. Barents stierf na de beroemde overwintering, toen hij en zijn mede-expeditieleden vanuit het arctische gebied in twee kleine open sloepen onderweg waren naar de Noordkaap. Diplomaat: De Barentszee oogt leigrijs als de Tina H. op een sombere morgen zich daar vertoont, wulps wiegend op de deining die op zee altijd 'swell' wordt genoemd, op weg naar Delfzijl. Over bakboord, dat is links vanaf het achterschip gezien, ligt het schiereiland Kola, over stuurboord maar nog ver weg, huivert Spitsbergen in de late herfst. Jan Lohuis, kapitein van de Tina H., prijst zich gelukkig dat het de laatste reis naar de Dwina is voor dit jaar. In april voer hij voor het eerst de Witte Zee op en er zouden nog vijf reizen volgen. Hij kent intussen de Russische walgasten die naar papieren komen vragen en intussen een Nederlandse Bolskayawodka meedrinken. Lohuis, die veel havens van de wereld heeft bezocht, denkt zijn Pappenheimers te kennen. In een Russische haven wijkt de diplomatie van de kapitein af van die in Saudi- Arabic. En in Shanghai of Singapore is opnieuw aanpassing vereist aan de plaatselijke omstandigheden. De zeekapitein is navigator, diplomaat, accountant en hoofd personeelszaken tegelijk. De Russen in Kola en Murmansk communiceren draadloos en luidruchtig, maar pas als de Noorse Vardo-radio antwoord geeft op Lohuis' verzoek om een weerbericht, voelt de bemanning zich echt op weg naar huis. In de hutten is het lekker warm, dank zij de machtige machine die de Tina H. voortstuwt onder toezicht van 'meester' Maarten Koopmans uit Pietersbierum en diens assistent Ferdinan Latumatan. De coaster, gebouwd in 1977 bij Barkmeijer in Stroobos voor rekening van rederij Holwerda in Heerenveen. biedt verder onderdak aan leerling-stuurman Bas Goris, de kok Misbah en de matrozen Jimmy Barael, Udin Jantra en Emir Emirsyah. Skûtsjes; De bemanningsleden hebben hun privévertrekken, het een wat groter dan de ander, want de hiërarchie aan boord begint al als het schip wordt ontworpen. Aan boord staat niemand op zn strepen, al is het rangverschil duidelijk. De officieren eten in hun eigen messroom, steeds onder het toeziend oog van het fameuze schilderij van het guitig ogende Zigeunermeisje, dat zowel op zee als in de huiskamer haar supporters heeft. Er staan tv-toestellen in de beide messrooms en eentje is voorzien van een videorecorder. Maar de films zijn inmiddels grijs gedraaid en het wachten is op een georganiseerde vervanging van de cassettes, zoals elk schip ook de beschikking krijgt over een wisselend boekenbestand. Op de brug, tijdens de wacht, is er volop tijd voor de discussie, die steeds dezelfde richting inslaat. Jan Lohuis is een fan van FC Twente, Andries Hoekema leeft op als de skütsjes zeilen en in het bijzonder wanneer Woudsend het klassement aanvoert. Maarten Koopmans beluistert de palavers zwijgend en draait geroutineerd een Drum. Als na het ronden van de Noordkaap, die in dit jaargetij enkele uren per dag wordt beschenen door een laagstaande, bloedrode zuiderzon, de noordenwind zich aandient en na enige uren zeer hard gaat blazen uit het noorden, is iedereen aan boord met zijn gedachien bij de storm. Vorig jaar moest de Tina H. onder een andere kapitein een oppert je zoeken bij de Noordkaap toen achterin komende zeeën de deklast hout verschoven. En Lohuis herinnert zich de nachtmerrie van de vorige reis, toen hij ter hoogte van Bergen dertig uur achtereen op de brug stond om zich een orkaan van het lijf te houden. Zon ervaring wenst hij niemand toe.
Depressies. De Tina H. weet wat van haar wordt verwacht als die watermassa's voor haar boeg opdoemen. Als de bemanning na de storm bij de Noordkaap het gevoel van onbeschrijflijke nietigheid in de waterwoestenij van zich heeft afgeworpen, doemen in het Westen nieuwe bedreigingen op. De depressies marcheren naar het schijnt in colonne over de Atlantische Oceaan naar het oosten. De BBC meldt voor 'early monday morning' storm voor de Noorse kust. Wegwezen, naar de beschutting van de wal, beslist Lohuis. Hij geeft zichzelf dertig procent kans om tijdig een oppertje, een plaatsje in de luwte, te bereiken. Vooralsnog laat de Noorse Zee zich van zijn beste kant zien. Er is deining, het bewijs van stormweer elders, maar er is ook tijd om naar boven te kijken. Daar ontplooit zich het Noorderlicht in al zijn bleke en pure grootsheid, van oosterkim tot in het westen waar een vertraagd vuurwerk lijkt te worden afgestoken. Moet je hier zien - en op het eenzame schip klinken de verbaasde uitroepen over deze stille uitbarsting van de natuur, totdat een opkomend wolkendek de mooiste effecten van de aurora borealis aan het gezicht onttrekt. Een uur voordat de wind, die lange tijd uit het zuidoosten waait, via 'de zuid' naar het Westen ruimt, steekt de Tina H. haar neus binnen de veilige omarming van een Noorse fjord. De hemel boven Trondheim kleurt rood in het avondlijk duister. Jan Lohuis, en hij niet alleen, is opgelucht. Terwijl twee mijl westwaarts enorme golven de weerstand van de rotsen beproeven, houden Lohuis en Hoekema het schip gaande in het stille fjordwater. Een poging om na de passage van de eerste depressie weer zee te kiezen wordt gestuit door het beestachtige weer buitengaats. Het getuigt van goed zeemanschap als Jan Lohuis via de radio een loods bestelt. Dat kost geld en overleg met het bevrachtingskantoor in Lubeck is nodig voordat er, weliswaar aarzelend, toestemming wordt gegeven om 'binnendoor' naar het zuiden te koersen. Een weergaloos mooie kruipdoor- sluipdoorroute tussen Stavanger en Kirkenes in het Noorden kronkelt zich tussen de zee en het Noorse vasteland. Bovendien is het een veilige route, bijvoorbeeld voor kleine schepen met een hoge deklading hout die de stormen in de herfst willen mijden. Verrassing; Terwijl depressie na depressie over de masten van de Tina H. jaagt, vaart het schip in de fjorden als geldt het een zomers reisje op het Sneekermeer. In de buurt van Bergen klaart het weer op en Lohuis durft het aan de zee weer op te zoeken, ondanks een formidabele deining die recht op de kust staat. De bemanning krijgt weer het Noordzeegevoel: het mag dan nog hard waaien, rondom is land en dat geeft, met die dekselse deklast als extra moeilijkheidsfactor, toch een veilig idee. De Duitse bevrachter deelt mee, dat de lading voor 99 procent zeker gelost moet in 'Delfsiel en iedereen aan boord scheert zich beter dan ooit en trekt een schoon overhemd aan. Dat doen ze niet voor de Groningers, maar voor de familie en aanstaande familie, die in de haven aan boord zal komen. Maar Axel in Lubeck gunt Lohuis, Hoekema, Koopmans en die anderen geen vrij weekeinde in het vaderland. De oproeplijst van Scheveningcn-Radio seint de letters PHYP uit en dat is de code Papa Hotel Yankee Papa voor de Tina H. Het telegram bevat de tijding: doorvaren naar Antwerpen en daar de deklading lossen. Andries wordt het moeilijk gemaakt om zijn vriendin telefonisch te bereiken aangezien het Sneker winkelbedrijf, waar ze werkt, slechts spaarzaam telefoongesprekken voor medewerksters wenst door te geven. Zeelieden hebben vaak het gevoel dat er op de wal geen begrip bestaat voor het zeemansleven en hier blijkt helaas hoezeer ze daar gelijk in hebben. Scheveningen-Radio. de brenger van goed en slecht nieuws, heeft kort tevoren het bericht rondgezonden aan 'all ships, alle schepen', dat de stormwaarschuwingen zijn ingetrokken. De kustvaarder. die geen zee te hoog gaat, vaart op het zuidelijke deel van de Noordzee in een romantische straal maanlicht en, later, tussen tientallen fel verlichte olieplatforms door. Op een morgen, na een vertraging van twee dagen wegens stormachtig weer, boort de Tina H. haar boeg door de mist in het oude Antwerpse havengebied, aan de korte tros van een sleepboot. De volgende bestemming is al bekend: in Delfzijl zout laden voor Zweden.
1995-00-00: Final Fate:
Het schip is in 1995 verbouwd bij Scheepswerf Hoebee te Dordrecht tot zandschip/zuiger. In juli 1996 in de vaart als SWALINGE voor Swalinge Scheepvaart B.V., Yrseke (PHYP).
2008-02-14: 14.02.2008 om omstreeks half vijf op het Kanaal Gent-Terneuzen de duwboot WILLEM LOURENS uit Ridderkerk geramd. Dat gebeurde bij slecht zicht in het Gentse deel van het kanaal. De duwboot maakte snel water, maar bleef drijven dankzij de koppeling met twee duwbakken. De brandweer van Gent zette snel pompen aan boord, die de duwboot drijvend hielden. Nadat bergers van sleep- en bergingsbedrijf Multraship uit Terneuzen een inspectie hadden uitgevoerd werden duikers en de drijvende bok DELTA van Van der Straaten uit Hansweert naar de WILLEM LOURENS gedirigeerd. In de loop van de avond werd de boot door de bergers naar een werf getransporteerd. De SWALINGE lag toen al bij scheepswerf De Schroef in Sluiskil om de geringe schade aan de bulbsteven te laten inspecteren.
2021-10-00: Op 23-12-2021 gearriveerd bij Scheepswerf Kooiman Hoebee B.V., Dordrecht om verlengd te worden met 40 meter. 24-01-2022 de nieuwe sectie gearriveerd bij de werf.

Afbeeldingen


Omschrijving: TINA HOLWERDA nabij het Loodsstation 'Westereems' 15 mei 1986.
Collectie: Olinga, Frits J.
Vervaardiger: Olinga, F.J. (Frits)
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: TINA HOLWERDA
Collectie: Tuil, J. (Jan)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: TINA HOLWERDA
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: TINA HOLWERDA op de Westerschelde
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Jan H.

Omschrijving: FENJA te Harlingen. (Vermoedelijk begin 80er jaren. De dokken van Welgelegen lagen in ieder geval nog in de Nieuwe Willemshaven.)
Collectie: Goudriaan, J. (Koos)
Vervaardiger: Goudriaan, J. (Koos)

Omschrijving: FENJA te Harlingen. (Vermoedelijk begin 80er jaren. De dokken van Welgelegen lagen in ieder geval nog in de Nieuwe Willemshaven.)
Collectie: Goudriaan, J. (Koos)
Vervaardiger: Goudriaan, J. (Koos)

Omschrijving: FENJA te Harlingen 02-1986.
Collectie: Olinga, Frits J.
Vervaardiger: Olinga, F.J. (Frits)

Omschrijving: FENJA
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Piet J.

Omschrijving: FENDA
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Smallegange, J.W.F.

Omschrijving: FENDA 14 april 1988 Antwerpen
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Jan H.
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: TINA H op de Westerschelde
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Jan H.

Omschrijving: SWALINGE 6 september 2003.
Collectie: Bolhuis, R.J. van (Riemer)
Vervaardiger: Bolhuis, Riemer J. van

Omschrijving: SWALINGE bij Padmos Stellendam 22 augustus 2007
Collectie: Grootenboer, Ton
Vervaardiger: Grootenboer, Ton
Onderwerp: Werf

Omschrijving: SWALINGE bij Padmos Stellendam 22 augustus 2007
Collectie: Grootenboer, Ton
Vervaardiger: Grootenboer, Ton
Onderwerp: Werf

Omschrijving: SWALINGE in de Pas van Terneuzen 24 augustus 2008.
Collectie: Esman, Marius T.J.A.
Vervaardiger: Esman, M.T.J.A. (Marius)

Omschrijving: SWALINGE aankomst IJmuiden 28 juli 2017
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Coster, Marcel
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: SWALINGE aankomst IJmuiden 28 juli 2017
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Coster, Marcel
Overige afbeeldingen


Omschrijving: m.v. "TINA H" - Holwerda Shipmanagement Data Sheet - pagina 1.
Vervaardiger: Holwerda Shipmanagement

Omschrijving: m.v. "TINA H" - Holwerda Shipmanagement Data Sheet - pagina 2.
Vervaardiger: Holwerda Shipmanagement