Familiegegevens en opleiding
Hinrich (Hendrik Gerdes (Geert) Ruhaak werd geboren op 29 mei 1840 te Alblasserdam als zoon van kapitein Gerd Henrichs Ruhaak en Johanna ‘t Hoen.
Hij trouwde in 1865 te Overschie met Dederica van de Berg
Hij woonde in 1880 te Overtschie waar hij in 1891 directeur van de Nederlandse Scheepvaart Maatschappij te Amsterdam wordt en tevens leraar praktische zeevaartkunde op de zeevaartschool te Rotterdam. Hij is na 1891 tevens jaren raadslid en wethouder te Overschie.
Hij overleed om 1905 te Rotterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.G.Ruhaak was met vlagnummer R94 in de periode 1869 t/m 1906 effectief lid van het Rotterdams zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1901 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat in dat jaar de oud-gezagvoerder en effectief lid H.G.Ruhaak voorzitter van de Maatschappij werd, na het overlijden van kapitein Jb. Hus058.
H.G.Ruhaak was president van de Maatschappij van 1901-1904058.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 01 juni 1893 wordt verslag gedaan van de uitreiking van de medailles voor de best gehouden kompasjournalen in de periode 1890-1891 waarbij goud wordt uitgereikt aan kapitein H.Sluiter en brons aan kapitein H.G.Ruhaak. De zilveren medaille voor kapitein J.Vernes zal, wegens afwezigheid van betrokkene, worden nagezonden.023. Een overeenkomstige opmerking staat in het tijdschrift “De Zee”, Jg.15, 1893, pp.24-25.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.G.Ruhaak als gezagvoerder gedurende:
* 1868 t/m 1870 op de bark “Nieuwland”, gebouwd in 1842 op de werf van de gebr. Pot te Elshout, 114 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;
* 1870 t/m 1878 van het fregat (c.q. houten bark) “Johanna en Margaretha”, gebouwd in 1870 door Rijkee & Co te Katendrecht, 1133 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam ( ook 052);
* 1879 t/m 1880 op het fregat “Ster der Hoop” ex Star of Hope, gebouwd in 1868, 1312 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;
* 1881 t/m 1884 op het 3/m schip ” Gebroeders Smit”, gebouwd in 1875 op de werf van Jan Smit te Alblasserdam, 1534 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
* 1885 t/m 1895 op het schroefstoomschip “Smit”, gebouwd in 1885 te Alblasserdam op de werf van Jan Smit Cz, 1280 ton n.m., 750 pk, varend voor J.Smit te Alblasserdam.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.G.Ruhaak met vlagnummer R94 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 fregat “Johanna & Margaretha” 598 last varend voor J.Vroege te Alblasserdam
* 1877 fregat “Johanna & Margaretha” 1135 ton n.m. varend voor J.Vroege te Alblasserdam
* 1878 fregat “Ster der Hoop’ 1193 ton n.m. varend voor J.Vroege te Alblasserdam
* 1880, 1881 fregat “Gebrs. Smit” 1534 ton n.m. varend voor J.Smit Cz , Alblasserdam
* 1882, 1883 fregat “Gebrs. Smit” 1376 ton varend voor J.Smit Cz, Alblasserdam
* 1885 t/m 1888,
1890, 1891 ss. “Smit” 1259 ton varend voor J.Smit Cz Alblasserdam
* 1892 t/m 1902 geen vermelding van schip en boekhouder
Overige bijzonderheden
H.G.Ruhaak vervoerde per 22 januari 1869 vanuit Brouwershaven met de “Nieuwland” 1 landmachtofficier naar Indië en arriveerde te Batavia op 27 mei 1869 na een reis van 125 dagen065.
In het tijdschrift De Zee Jg.1895, p.541-544 staat een artikel door oud-gezagvoerder H.G.Ruhaak met als titel “Eenige denkbeelden ter voorkoming van Aanvaringen op Zee.”
In het tijdschrift De Zee, Jg 1896, p 328-329 staat een artikel van H.G.Ruhaak met als titel “Denkbeelden ter voorkoming van aanvaringen op zee.”
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Hij werkte eerst 5 jaar als stuurman voor de reder Jan Vroege te Alblasserdam en later als gezagvoerder op de schepen “Nieuwland”, de “Johanna en Margaretha”, de “Ster der Hoop” en het fregat “De Gebroeders Smit” Daarna werkte hij voor reder Jan Smit Cz te Alblasserdam op de “Gebroeders Smit” en het eerste stoomschip “Smit”.
In 1880 woonde hij in Overschie en na zijn loopbaan als kapitein werd hij in 1891 directeur van de Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij te Amsterdam. Hij was tevens leraar practische zeevaartkunde op de zeevaartschool te Rotterdam. In Overschie was hij jarenlang gemeenteraadslid en wethouder064.
Familiegegevens en opleiding
Eise Jans Carst werd geboren te Schiermonnikoog op 11 april 1849 als zoon van Jan Eises Carst en Lambertha Feyes Coerkamp.
Hij trouwde te Schiermonnikoog op 02 december 1875 als zeeman met Grietje Gerrits Teensma, geboren te Schiermonnikoog op 17 december 1853 als dochter van Gerrit Jans Teensma en Neeltje Haaikes Zeilinga. Zij voer in de periode 1896-1898 met haar man op het schroefstoomschip “Smit”, is op één van de reizen naar het Verre Oosten overleden en te Shanghai begraven.
Eise hertrouwde te Schiermonnikoog op 12 mei 1899 als “oud gezagvoerder” met Maria Adriana van der Worm, geboren 22 februari 1857 te Schoonhoven als dochter van Nicolaas van der Worm en Jacoba Cornelia Kuylenburg. Zij overleed op 16 juli 1939 te Schiermonnikoog.
In beide huwelijken bleef Eise kinderloos.
Eise Jans was o.a. wethouder van Schiermonnikoog en overleed te Schiermonnikoog op 05 januari 1928.
Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog, rij 29.15. Het graf is eigendom en beschermd.117.
Een portret van Eise Jans Carst en Maria Adriana van den Worm staat op p. 54 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensoenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.J.Karst/Carst was met vlagnummer 10 in de periode 1887 tot nà 1919 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”. Daar de vermelding van ledenlijsten in de Almanak voor Koophandel en Zeevaart is stopgezet na 1919 is het mogelijk dat het lidmaatschap tot een later jaar is voortgezet.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.J.Karst/Carst als gezagvoerder gedurende:
* 1884 t/m 1889 op de bark “Thorbecke V”. gebouwd in 1883 bij A.H.Meursing te Nieuwendam, 793 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam.
Scheepstijdingen 24 december 1890 - “Op Menado gestr. en afgek. (de lad. v. £4200 verk.)” (Sweys);
* 1891 t/m 1893 op de ijzeren bark “Gezusters van Haaften”, gebouwd in 1885, 968 ton, varend voor van Vessem te Rotterdam.
Scheepstijdingen 26 maart 1893 - “verkocht naar Hamburg” (Bouma);
* 1896 t/m 1898 op het schroefstoomschip “Smit”, gebouwd in 1885 bij J.Smit Cz te Alblasserdam, 1280 ton, 750 pk, varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.
Scheepstijdingen: “op de South Black Rock (Korea) gestooten en gezonken” (Sweys). . Het schip was op weg van Newchang naar Yokohama. De bemanning werd gered;
* 1900 t/m 1902 op het ijzeren schroefstoomschip “Java”, ex Koninging Emma, gebouwd in 1879 bij Richardson, Duck & Co te Stockton, 2531 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. In 1902 verkocht voor f 55.000, - naar sloperij Maltha te Rotterdam;
* 1902 op het schroefstoomschip “Timor”, gebouwd in 1900, bouwlocatie niet vermeld, 3608 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland.
In de Staat der Nederlandse Zeemacht en Koopvaardij wordt de “Timor” niet meer vermeld nà 1904. In de Jaargangen 1906 en 1911 is ook geen verwijzing naar een kapitein E.J.Carst gevonden.
Een portret van de bark “Gezusters van Haaften” staat op p. 57 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensoenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009.
Het portret van het schip, passerende op weg naar Java” hangt in de achterzaal van het hotel van der Werf te Schiermonnikoog.
Overige bijzonderheden
Foto van de bemanning van het ss Smit met kapitein E.J.Karst (nr.100) beschikbaar047.
In het kasboek 1899-1927 van het Pensioenfonds “Goede Voorzorg” is in 1900 een storting ad f 3-, opgenomen onder vermelding “E.Karst voor de mast”.
De “Thorbecke V” was op 09 november 1889 onder gezag van kapitein E.J.Karst van de rede van Amoerang, op de noordkust van Celebes, vertrokken met de bestemming Menado. De lading was vooral koffie. Al op 11 november ankerde het schip op de rede en werd verankerd om de lading te lossen. In de volgende dagen werd het weer onstuimiger en begon het stuurboordanker te krabben. Het belandde tenslotte op het strand. Besloten werd het schip te verlaten. Het schip geraakte wrak en verliet de bemanning het schip.
De Raad van Tucht voor de koopvaardij deed op 18 april 1890 uitspraak en meende dat de gezagvoerder geen blaam trof. Hij werd vrijgesproken. 104.
De bark “Gezusters van Haaften” onder kapitein E.J.Karst vertrok op 06 mei 1892 van Lytleton, Nieuw Zeeland en nam “doubtless eastern route via Cape Horn”. Was op 15 augustus in Gravesend.121
Provinciale Groninger Courant 26 juli 1898
Alblasserdam, 24 juli. Volgens bij de reder ontvangen bericht van kapt. Karst van het op Zuid BlackRock verongelukte stoomschip SMIT vertrok de bemanning op 16 juni van Nagasaki naar Batavia.