1953-03-09: |
NvhN 10-03-1953: De NECTON gestrand en weer vlot. Het 250 ton metende Groninger motorschip Necton (ex-Rottum), dat eigendom is van de heer J. Hesseling, is Maandagochtend ten Zuidoosten van Stensoe in de Kalmar Sont (Zuid- Zweden) aan de grond gelopen. Gisteren werd tevergeefs gepoogd de Necton vlot te krijgen, doch heden is dat gelukt en kon het schip op eigen kracht Kalmar binnenlopen. De Necton was van Antwerpen op weg naar Oskarshamm.
Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van het aan de grond lopen, bezuiden Stensö, van het motorschip Necton, beladen met boomstammen, in de Kalmarsund op reis van Antwerpen naar Oscarshamn. Nadat een deel van de lading in een lichterwas gelost kwam het schip na enige uren weer vlot. Oordeel van de Raad is dat de stranding van de Necton te wijten is aan het feit dat de kapitein, toen hij door slecht zicht het vuur van Skansgrund niet zag, te lang is doorgelopen en het ten anker gaan zelfs nog uitstelde, toen hij uit lodingen kon opmaken, dat verder doorgaan zeer gevaarlijk was. Indien men bij het bevaren van een lastig vaarwater als de Kalmarsund niet tijdig betrouwbare gegevens heeft, moet men de pogingen om door te varen opgeven en ten anker gaan. Toen de kapitein de lichtenlijn van Morbylanga had gehad, maar het licht van Skansgrund niet zag, had hij nog enige tijd op het kompas kunnen door varen, maar had daarbij voortdurend moeten blijven loden. Hij had niet op geringer diepte dan 10 meter mogen komen en zeker bij deze diepte onmiddellijk ten anker moeten gaan. Het valt de Raad op, dat op de Necton niet veel aandacht aan de kompassen werd besteed. Deze moeten geregeld worden vergeleken. Zelfs nu bij slecht zicht werd dit nagelaten. De Raad is van oordeel, dat de onvoldoende navigatie van de kapitein het gevolg is van een gebrek aan ervaring, maar vertrouwt, dat de kapitein zijn fout inziet en zijn lering heeft getrokken. De Raad acht kapitein Harm R. Dost, geboren 21 april 1918, wonende te Groningen, schuldig aan het aan de grond lopen van zijn schip en straft hem door het uitspreken van een berisping. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 14 juli 1953. |