1962-11-05: |
Leeuwarder Courant 05-11-1962: Vijf schipbreukelingen van „RANA" weer thuis. Vier anderen (onder wie kok uit Witmarsum) via Denemarken.
Vijf van de negen opvarenden van de Groninger kustvaarder „Rana" (499 ton), die vrijdagavond bij de ingang van de Jammerbocht aan de noordwestkant van Jutland verging, zijn zaterdagmiddag in Hoek van Holland aan land gegaan: zij werden gered door de Oostduitse bananenboot „John Brinckmann," die de schipbreukelingen overzette op de reddingboot „President Jan Lels" van de Hoek, toen de Oostduitser daar op korte afstand voorbij voer. De vier andere opvarenden van de „Rana," onder wie de kapitein Jan Klugkist (62) uit Delfzijl en de kok Rlemer Zijlstra (20) uit Witmarsum, zoon van de landbouwer Arjen Zijlstra, zijn door Britse treilers gered en zijn in Thyborön in Jutland aan wal gezet. Gisteravond zijn zij ook in het land teruggekeerd. De „Rana" was met graan op weg van Boston in Engeland naar Oslo. Het schip had in verband met het slechte werr enkele dagen voor anker gelegen in de Humber-mond, maar was tenslotte toch de Noordzee overgestoken. Al vrij spoedig kreeg de „Rana" slagzij doordat er zich in de scheepswand een lek moet hebben bevonden. Pompen hielp niet, want de lading graan zoog het water op. Kapitein Klugkist trachtte de haven van Skagen te bereiken of het schip op het strand van Jutland te zetten, maar het gelukte niet het steeds meer slagzij makende schip in de richting van de Deense kust te sturen. Tenslotte gaf kapitein Klugkist order het schip te verlaten. Vijf man gingen in de ene sloep: zij werden later opgemerkt door een vliegtuig, dat de Oostduitse bananenboot „John Brinckmann" in hun richting stuurde. De Oostduitser zette de vijf drenkelingen (stuurman H. L. Schippers uit Amersfoort, die bij het aan boord klimmen van de „Brinckmann" van de touwladder viel en op de sloep terecht kwam, waarbij hij een rib brak, tweede werktuigkundige H. Lalkens uit Appingedam, de matrozen B. J. M. Huijer uit Den Haag en H. A. J. Volman uit Arnhem en lichtmatroos J. P. Plat uit Beerta) voor Hoek var Holland over op de reddingboot „President Jan Lels." De kapitein en drie andere bemanningsleden (eerste machinist J. M. Hek uit Zaandam, kok R. Zijlstra uit Witmarsum en matroos G. Hek uit Woudenberg) gingen in de andere sloep en werden aan boord genomen van de Britse treiler „Ross Tern" uit Grimsby. Kapitein Klugkist liet zich later nog weer overzetten op de drijvende „Rana" om te trachten het schip met de te hulp geschoten schepen te bergen, maar hij moest de „Rana" ijlings verlaten, toen die plotseling zware slagzij begon te maken. Net toen de kapitein door de Britse treiler „Ross Jackal" was opgepikt, zonk de „Rana". De beide treilers zetten de schipbreukelingen in Thyborön aan de westkust van Jutland aan wal. Vijf van de negen opvarenden van de „Rana" zijn zaterdagmiddag in Hoek van Holland aan wal gegaan; onder hen bevonden zich stuurman Schippers uit Amersfoort (die aan boord van de reddingboot „President Jan Lels" werd begroet door zijn jonge echtgenote) en de zeventienjarige lichtmatroos Jopie Plat uit Beerta. De vier andere opvarenden, onder wie kok Riemer Zijlstra uit Witmarsum, werden in Jutland aan wal gebracht. |