Inloggen
NEPTUNUS - ID 4585


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1918-02-00 / 1920-11-18 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1918
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Aux. Sailing Vessel
Type: Schoener
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: G.J. van der Werff, Stadskanaal, Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1918-00-00
Technical Data

Engine Manufacturer: Machinefabriek Steyaard & Jannette Walen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Power: 45
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Steywal Gloeikop
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 145.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 99.00 Net tonnage
Deadweight: 200.00 tons deadweight (1016 kg)
 
Length 1: 29.80 Meters Length overall (Loa)
Beam: 5.84 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.23 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1918-02-00 NEPTUNUS
Manager: Jan Jacob Onnes, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: N.V. Maatschappij Zeilschip 'Neptunus', Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PMNR
Additional info: Aanv. WILLY

Ship Events Data

1918-00-00: Heette aanvankelijk WILLY maar heeft vermoedelijk niet als zodanig gevaren. Wellicht speculatiebouw van de werf.
1920-11-18: Final Fate:
Onderweg van Llanely naar Malmö tijdens stormweer vergaan op 15 mijl van de Smalls. 1 slachtoffer. Op 17 november vertrokken van Llanely (Carmathen, Wales) met een volle lading van 198 ton antraciet. De bedoeling was om door het Engels kanaal te varen. Bij vertrek was het prachtig weer, langzamerhand werd de wind welke eerst Oost was, later Zuidelijk werd steeds sterker. Er stond een hoge Zuid- Westelijke tot Zuidelijke deining. Toen de Zuidelijk was geworden, is men bij de wind over stuurboord ZW.t. W gaan koersen. 's Avonds om 20.00 uur werden de lichte zeilen geborgen en om middernacht ook de 2 gaffelzeilen. De wind nam toe tot harde koelte , de zee hoger. Zodat om 04.00 uur dicht gereefd werd. Terwijl men daarmee bezig was merkte de schipper dat de “NEPTUNUS” over stuurboort slagzij had gekregen en na de opvolgende zeeën niet meer ging rijzen. De lichten van de Smalls rif werden gepeild in het NNO. Men trachtte met de motor welke slecht draaide en telkens om de 5 of 10 minuten stopte het schip overstag te krijgen. Het grootzeil werd vastgemaakt om op de voorzeilen te halzen. Hetgeen mislukte, ook niet toen het schoenerzeil was weggenomen. Het schip luisterde niet meer naar roer en zeilen en bleef dwars liggen. De slagzij werd steeds groter en het water stond aan lij voortdurend aan dek. Hoewel vermoed werd dat de lading antraciet was overgegaan, was het niet mogelijk de lading te tremmen omdat geen toegang tot het ruim te verkrijgen was zonder dat er water in zou komen. Om 5.30 werden vuurpijlen afgestoken, maar hulp bleef uit. De sloep werd overboord gezet en de bemanning verliet de “NEPTUNUS” allen voorzien van een zwemvest. Inmiddels was er een stoomtrawler in zicht gekomen en het noodsein N.C. was gehesen, dat echter niet werd opgemerkt. Toen de boot te water was kwamen allen er goed en wel in, echter op 5 meter verwijderd van het schip sloeg de boot om en allen kwamen in het water terecht, maar kregen weer houvast aan het nog drijvende schip waarvan de masten nu reeds in het water kwamen. Al het losse hout aanboord zoals bomen, kamelen van de boot en haken werden in zee geworpen teneinde iets te hebben om op te kunnen drijven. Daarna sprongen de 5 mannen in het water, eerst hielden ze zich vast aan de boot, door de hoge zee dreven 2 man waaronder L. Schuitema de stuurman af. Op een gegeven ogenblik terwijl de kapitein en 2 man in de boot waren geklommen, riep de stuurman: Ik geef het op, ik kan niet meer. De kapitein sprak hem moed in, maande hem nog even vol te houden, omdat de trawler naderde. De boot sloeg opnieuw om en toen de kapitein boven kwam was de stuurman verdwenen. De boot waaraan men zich voortdurend vastklampte, sloeg onder de boegspriet van het nog drijvende schip, de kapitein hield zich aan de nok van boegspriet vast toen het achterschip plotseling wegzonk en hij met de spriet naar boven ging, waardoor hij gelegenheid had de naderbij komende trawler te wenken. Opeens verdween de “NEPTUNUS” in de golven en sleurde de kapitein mee, die op zijn zwemgordel weer boven kwam. Na een poosje werden de vier overlevenden door de boot van de trawler “De Kirkland” L.O. 76 (kapt. D.J. Davies) van Milfordhaven opgepikt. Er is nog een half uur naar de stuurman gezocht echter niet gevonden, daarna zijn de overlevenden te Milfordhaven aan land gebracht. De ondergang is mede te wijten aan het ontbreken van gevelingschotten of afdekken der lading ter voorkoming van overgaan van de lading.

2016-07-00: Bij onderzoek in het Kadaster (in 07-2016) dit schip (nog) niet kunnen vinden.

Afbeeldingen


Omschrijving: krantenart. aangaande het verlies van de schoener 'Neptunus' op 18 nov. 1920.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown