AH 011018
Raad voor de Scheepvaart. De Raad van de Scheepvaart behandelde het gebeurde met het 661 netto registerton metende stoomschip MENKAR, rederij Van Nievelt, Goudriaan & Co's Stoomvaartmaatschappij te Rotterdam, dat dit jaar op Wilton’s Scheepswerf te Rotterdam gebouwd, begin juli de eerste reis op de houtvaart onder commando van kapitein H.A. van Heukelom, naar Zweden, deed. De bemanning bestond uit 18 koppen, het schip had een certificaat voor de houtvaart en was in ballast naar een Zweedse haven vertrokken. De 8^ejuli van dit jaar was het met laden gereed, het had 528 standaards hout aan boord, deals, battings en latten, waarvan aan deklast 163 standaards. Het lag toen gemiddeld, althans volgens de verklaring van kapitein van Heukelom, die het eerst werd gehoord, 15³/₄voet diep. Toen het beladen was, maakte het drie graden slagzij aan bakboord. De MENKAR had één tank 176 ton groot, zonder dwarsschot; tank twee, grootte 46¹/₂ton, had wel een dwarsschot, tank no. 3, lopende over het gehele schip, was 84 ton groot en ook zonder dwarsschot. Voorts had het schip een voorpiektank van 88 ton twee vers watertanks ieder van 18 ton aan stuur- en aan bakboord en een achterpiek tank van 48 ton. De gezagvoerder had de tanks gedeeltelijk laten vollopen, in de tanks kon door de luchtpijp worden gepeild hoe hoog de lading stond. Bij aankomst in de Zweedse haven had het schip nog 153 ton kolen over waarvan 10 ton aan bakboord lag. De kapitein ging voor zaken naar de wal en hoorde daar dat het schip, tijdens het overpompen van het water, naar stuurboord was omgeslagen. De 1^estuurman P. Roos van Terschelling, verklaarde dat de MENKAR een gemiddelde deklast had van 12 voet. Het schip mocht niet meer hebben dan zes graden slagzij. Er was niet gepeild doch het peilen was mogelijk. De slagzij was te verhelpen door het laten leeglopen van tank twee en het voorzichtig laten vollopen van tank 3. Toen tank 3 volliep liep de slagzij eerst tot 11 graden op, dit werd verminderd tot zes graden. Daarop zou men tank 3 gaan peilen en onder het peilen sloeg het schip langzaam naar stuurboord om. Onmiddellijk is de deklading gekapt doch het achterschip raakte geheel onder water. De bemanning ging in de reddingsboot. Het water is binnengedrongen door een van de patrijspoorten van de kapiteinshut. Ook de machinekamer liep vol. Binnen de eerstvolgende 24 uren is het schip gelicht. De stuurman deelde mee, dat tank 3 slechts een luchtpijp had, twee zou beter geweest zijn. Die tweede is later aangebracht. De Raad zal later uitspraak doen.