Inloggen
MARIA - ID 4014


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1918-08-04 / 1964-07-08 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1910
Classification Register: Scheepvaart Inspectie (SI)
Nat. Official Number: 3238 WINSCH 1910
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: Klipperaak
Masten: One mast
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Otto Smith, Stadskanaal, Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1910-00-00
Technical Data

Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 50
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Linz-gloeikop Type (240x300)
Speed in knots: 6
 
Gross Tonnage: 93.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 63.00 Net tonnage
Deadweight: 152.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 27.80 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 25.12 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 5.03 Meters Breadth, moulded
Depth: 1.87 Meters Depth, moulded
Draught: 1.78 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-00-1926
Type: Fitted with engine
Omschrijving: 1926 bij Gebr. Niestern in Delfzijl verbouwd en van een motor voorzien: 2tew 2 cil 50 Pk Linz-gloeikop Type (240x300) 6 Kn.

Datum 00-00-1957
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: 11-04-1957, registratie bij het Kadaster van aanvulling voortbeweging: Deutz Type SA6 116 PK (1350 rpm) Nr. 2600728/33

Ship History Data

Date/Name Ship 1910-08-11 CHRISTINA
Manager: Christaan Boontjes, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Christaan Boontjes, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Hoogezand / Netherlands
Additional info: Binnenvaart

Date/Name Ship 1918-08-04 MARIA
Manager: Sibenus Balk, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Sibenus Balk, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PKMJ
Additional info: Aankoopprijs HFl. 10.250,-- (In de zeevaart)

Date/Name Ship 1923-01-21 ALIDA
Manager: Jelke van der Molen, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jelke van der Molen, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NCLV
Additional info: Aankoopprijs HFl. 10.500,--. / Callsign since 1934: PCLX

Date/Name Ship 1957-04-11 WILJA B
Manager: Spliethoff's Bevrachtingskantoor N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Hendrik en Siebe (tot 12.2.1958) Branbergen, Onderdendam, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PIPF

Date/Name Ship 1964-07-08 POINT RIVIEN
Manager: Unknown
Eigenaar: Unknown, France
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / France
Additional info: £ 7.400,--

Ship Events Data

1910-00-00: In 1910 als "CHRISTINA" gebouwd voor Christiaan Boontjes, Hoogezand. (Binnenvaart.) Op 04.08.1918 verkocht aan Sibenus Balk, Groningen en hernoemd "MARIA". (In de zeevaart.)
1910-08-06: Op 06-08-1910 eerste meting te Stadskanaal. Meetnummer: Hz1512N. Lengte: 29 m 10 cm, breedte: 5 m 03 cm, waterverplaatsing: 182,094 ton.
Eigenaar: Christiaan Boontjes, domicilie: Hoogezand.
1910-08-11: Dagregister deel 15, nummer 206, den elfden Augustus 1900 en tien. De ondergeteekende, Christiaan Boontjes, schipper, gedomicilieerd te Hoogezand verklaart de eenige eigenaar te zijn van het ijzeren klipperaakschip genaamd “Christina”, hebbende een dek en een mast, groot honderd twee en vijftig vierennegentig duizendste tonnen, gebouwd te Stadskanaal aan de werf van den scheepsbouwer O. Smith, thans aldaar liggende gevoerd wordende door hem ondergeteekende als schipper en welk vaartuig nog nimmer aan eenig kantoor van scheepsbewijzen is geboekt of overgeschreven. Geteekend, Augustus 1910. C. Boontjes. (In de kantlijn staat bijgeschreven 3238 en Blijkens verklaring d.d. 13 augustus 1910 van de beëdigden scheepsmeter H. Pieters te Hoogezand is nevensvermeld vaartuig gebrand als volgt: 3238 WINSCH 1910. De Bewaarder.)
1928-09-11: Op 11-09-1928 als ALIDA, zijnde een motorklipperschip, groot 264.21 m3, liggende te Groningen, door D. Loorbach, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Jelke van der Molen, schipper, gedomicilieerd te Bierum, voorzien van een nieuw brandmerk door het inbeitelen van 257 Z WINSCH 1928 op 't achterschip, in de stuurstoel, aan stuurboordzijde. (Opm.: Brandmerk 3238 WINSCH 1910 is verwijderd.)
1943-00-00: 20.06.1943 gevorderd door de Duitsers en naar Hamburg vertrokken. Verbouwd als wachtschip voor de Duitse Marine in Kiel. Kwam op 14 juli 1945 in Delfzijl en werd bij Scheepswerf Sander weer verbouwd tot kustvaartuig.
1953-11-23: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van het aan de grond lopen van het motorzeilschip Alida op Middelgrund, bezuiden Fejø. De Alida was beladen met 43,5 standaard hout waarvan 13 aan dek en op reis van Landskrona naar Rijswijk. Aan boord was kapitein van der Molen, zijn echtgenote en twee matrozen. De kapitein had altijd de wacht, als hij moet slapen, gaat hij ten anker. Het schip vertrok op 23 november 1953 om 01.00 uur en de kapitein besloot de route door de Bögestroom te nemen. Te 13.15 uur werd Masnedo gepasseerd en na het passeren van de rode boei van de Masnedosund voer men op zicht van prikken over de banken. Toen de rode prik van Stemme Tofte op circa 50 meter aan bakboord werd gepasseerd, werd het minder goed zicht. Te 16.00 uur liep de Alida aan de grond aan de oostkant van Middelgrund, bezuiden Fejø. Het lukte niet los te komen maar het schip maakte geen water. Op 27 november ving men aan een deel van de deklast te lossen buiten boord; hiervan maakte men vlotten. Nadat ongeveer 10 standaard was gelost, gelukte het op 29 november om 09.30 uur vlot te komen. Met de vlotten op sleeptouw voer men naar Fejø, waar aan gevangen werd de geloste lading weer over te nemen. Op 10 november 1953 arriveerde de Alida te Rijswijk. Oordeel van de Raad is dat de kapitein de kracht van de stroom verkeerd heeft berekend en zo op de ondiepte is gelopen. Hij voer geheel op de gis, want doordat een regenbui het zicht ernstig belemmerde, zag hij geen prik. Zijn fout was dat hij doorvoer in plaats van te stoppen tot de bui zou zijn opgetrokken. Daardoor is het ongeval mede aan zijn schuld te wijten. Bovendien hield hij vrijwel geen aantekeningen bij koersen en gepasseerde prikken. De Raad duidt hem dat wel euvel, hoewel bekend is, dat betrokkene, evenals vele kapiteins van dergelijke vaartuigen, over veel ervaringen vaardigheid bij het varen beschikt. In verband met deze omstandigheden wordt aan betrokkene, kapitein J. van der Molen, de straf van berisping opgelegd. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 9 augustus 1954.
1957-06-00: Liggend in het Vänermeer (Zweden) verhinderde een landverschuiving nabij Lila Edet de doorvaart door het Götakanaal. (Zelfs een halve papierfabriek werd meegesleurd in het kanaal.) Samen met een veertigtal andere schepen kon pas na zes weken wachten (er moest eerst een nieuwe doorgang worden gebaggerd) de reis worden voortgezet.

Samenstelling uit meerdere krantenberichten (door Ben Scholten). 11-06-1957. Drie doden. Miljoenen schade. Aardverschuiving splitst sulfaatfabriek in tweeën.
Gothenburg, Zweden (UP) — Drie mensen zijn gedood bij een aardverschuiving, die in de omgeving van Gothenburg plaats vond. Zij waren te laat weggegaan uit de grote sulfaatfabriek, die door de verschuiving letterlijk door midden werd gesneden. Een scheur in de grond, die steeds wijder werd had de 250 arbeiders al enkele uren voor de eigenlijke verschuiving gewaarschuwd voor het dreigende gevaar. Twee arbeiders werden ernstig gewond. De schade zal, volgens een schatting van deskundigen in de miljoenen lopen. De wal van de rivier de Göta werd door de verschuiving over een lengte van anderhalve kilometer in het water geschoven. Het scheepsverkeer op deze waterweg tussen Gothenburg en het meer Vänern, waar elke dag ongeveer 60 schepen gebruik van maakten, zal maandenlang gesloten moeten worden. Naar schatting liggen nu ongeveer 60 schepen opgesloten in het Vänern meer, die daar zullen moeten wachten tot de aardmassa's uit de rivier verwijderd zijn. Hierbij zijn 14 Groninger kustvaarders, die hout kwamen laden en door de gedwongen ligging grote schade aan hun reders berokkenen. De schepen zijn: Bruiser, Confidence, Egbert Wagenborg, Henriëtte B, Jan, Makkum, Paraat, Admiraal de Ruyter, Soli Deo Gloria, Tuko, Wilja B, IJsselborg, Taifoen. Een ernstig probleem is verder, dat olie uit de opslagplaatsen bij de sulfaatfabriek in de rivier stroomt die drinkwater levert aan de haven Gothenburg. Men is onmiddellijk gestart met pogingen dit wegvloeien van olie stop te zetten, maar niemand kan zeggen of men succes zal hebben. Deskundigen waarschuwen ervoor, dat men nieuwe verschuivingen kan verwachten. Ongeveer 30 families werden uit hun huizen geëvacueerd. De schade aan de sulfaatfabriek wordt geschat op ongeveer elf miljoen gulden. Verder kwamen meldingen binnen van grote schade op verschillende plekken langs de rivier, waar een achttien voet hoge vloedgolf op de oevers beukte.
11-06-1957: Van onze correspondent) Stockholm, dinsdag. Twaalf Nederlandse kustvaarders zijn na de aardverschuiving, die vrijdag bij het dorp Lilla Edet, 55 km noordelijk van Gothenburg plaatsvond en waardoor het scheepvaartverkeer op de Götarivier volledig lag gestremd, in de haven rondom het Vänermeer ingesloten. Dit lot wordt door 21 Zweedse, 16 Duitse en 2 Russische schepen en een Noors schip gedeeld. De namen der Nederlandse, voornamelijk uit de provincie Groningen afkomstige schepen, die bezig waren hout te laden, zijn: Tuko, Makkum, Paraat, Wilja B, Soli deo Gloria, IJsselborg, Henriëtte B, Confiance,' Egbert Wagenborg. Jan, Bruiser en Admiraal de Ruvter, die in totaal een thans tot werkeloosheid gedoemde bemanning van ten minste 130 knapen hebben.
05-07-1957 (Van onze correspondent) Gothenburg. donderdag. Kapiteins en bemanningen van de 94 kustvaarders van zes nationaliteiten hebben donderdagmiddag vier uur een zucht van verlichting geslaakt. Op dat moment werd bekend, dat de vaargeul door de logge leemmassa, die tijdens de aardverschuiving van 7 juni de 80 km lange Göta-rivier volledig had gestremd, eindelijk gereed was gekomen. Vier uur later deed de kustvaarder „Paraat" zijn naam eer aan door als eerste van de 14 Nederlandse schepen, die met 70 lotgenoten van andere landen een maand in het Vaner-meer ingesloten zijn geweest, door de 40 m brede vaargeul langs het gebied van de ramp richting Gothenburg te stevenen. Onmiddellijk daarna kwam de beurt aan de Soli Deo Gloria". Vrijdagmorgen omstreeks vier uur zullen de „IJsselborg". de „Bruiser" en de „Jan" volgen en daarna komt de beurt aan „Egbert Wagenborg", „Confiance", „Admiraal de Ruyter" en „Duurt". Daarachter lagen donderdagavond: „Taifoen", „Bab T", „Henriëtte B", „Tuko" en „Makkum",
05-07-1957 (Van onze Zweedse correspondent) Donderdagmiddag vier uur is de voorlopige vaargeul door de Gota rivier op de plaats waar deze op 7 juni vijftig kilometer noordelijk van de Zweedse havenstad Gotenburg door een aardverschuiving volledig werd gestremd, gereedgekomen. Drie uur later kon de eerste van de veertien Nederlandse kustvaarders die een maand lang in de havens rond het Vänermeer ingesloten zijn geweest, uit zijn isolement worden verlost. Dat was de „Paraat",' die, onmiddellijk door de „Soli Deo Gloria gevolgd, die richting Gothenburg, het gebied van de ramp passeerde. Deze twee Nederlandse schepen lagen er het gunstigst voor. De maar al te welkome „bevrijdingsactie" duurde tot donderdagavond negen uur. Men achtte het niet verantwoord de vaartuigen na het invallen van de duisternis door de vrij gebrekkige vaargeul te loodsen.. Vanmorgen. is het verkeer opnieuw geopend. Voor Nederlandse kustvaarders de „Bruiser", de „IJsselborg" en de „Jan", „Egbert Wagenborg", de „Confiance", de „Admiraal de Ruyter" en de „Duurt". De positie van „Bab I', „Taifoen", Tuko", „Henriëtte B." en „Makkum" is minder goed en het was de vraag, of deze schepen vandaag Gotenburg nog zouden kunnen bereiken. In totaal verdrongen zich donderdag op het Trollhatten kanaal tussen Lilla Edit en Trollhatten niet minder dan 94 schepen, veertien Nederlandse, 24 Duitse, 52 Zweedse, twee Russische, een Deen en een Noor die na in vier sluizen te zijn geschut een voor een door de vaargeul moeten gaan. Hiermee is vanzelfsprekend veel tijd gemoeid. Zodra donderdagmiddag het startsignaal voor het eerste schip, een kleine Zweedse tanker , werd gegeven, ging onder de bemanning van alle vaartuigen een gejuich op. „De hemel zij dank, eindelijk", zo riep men in zes talen.
1964-00-00: Final Fate:
In 07.1964 "Point Rivien" verkocht voor de visserij naar Paimpol, Frankrijk voor £ 7.400,--. Op 25.05.1979 gesloopt te St. Malo, Frankrijk.


Afbeeldingen


Omschrijving: De ALIDA, op 31 juli 1955 gefotografeerd te Vänersborg
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Boman, J. Robert

Omschrijving: De ALIDA, liggend te Hoogezand aan de werf van Boon, Molema & De Cock.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Werf

Omschrijving: De ALIDA, liggend te Rotterdam
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Foto Maas, Rotterdam

Omschrijving: Wilja-B 1910 ex Alida ex Maria.
Collectie: Gernaat, Ben Th.
Vervaardiger: Gernaat, B. Th. (Ben)

Omschrijving: Het schip als WILJA-B.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Wilja-B 1910 ex Alida ex Maria.
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Port Rivien 1910 ex Wilja-B ex Alida ex Maria at Saint Malo on 21-05-1959.
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Hocquard, D.P. (Dave)
Bronnen

Jaar: 0000
Bron: GRONINGER ARCHIEVEN
Omschrijving: Notaris D.L. de Koe te Sappemeer, toegang 106, inv. nr. 146, aktenummer 226, 13 aug. 1910.