Inloggen
JOHANNA - ID 3261


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1918-05-08 / 1926-04-28 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1918
Classification Register: Germanischer Lloyd (GL)
Nat. Official Number: 10981 ROTT 1918
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Aux. Sailing Vessel
Type: Schoener
Masten: Three masts
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. van Diepen, Waterhuizen, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1917-11-25
Delivery Date: 1918-05-08
Technical Data

Engine Manufacturer: Machinefabriek Steyaard & Jannette Walen, Overschie, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 130
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Steyaard/Walen (Gloeikop) Type (390x425)
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 338.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 244.00 Net tonnage
Deadweight: 500.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 2: 41.07 Meters Registered
Beam: 7.70 Meters Registered
Depth: 3.61 Meters Depth, moulded
Configuration Changes

Datum 00-00-1926
Type: Shiptype/category changed
Omschrijving: In New York omgebouwd tot jacht met thuishaven Londen, Engeland.

Datum 00-00-1941
Type: Shiptype/category changed
Omschrijving: Na aankoop door nieuwe eigenaar in Canada, weer ingericht voor de vrachtvaart (onder USA vlag). De motor werd verwijderd en het schip werd dus zeilvrachtschoener.

Ship History Data

Date/Name Ship 1918-05-08 JOHANNA
Manager: N.V. Vrachtvaart-Maatschappij 'Neerlandia', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Motorschoenerschip 'Siegfried', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PFSB
Additional info: fl 180.000

Date/Name Ship 1921-11-15 IDA IV
Manager: Jan Westers Fzn, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jan Westers Fzn, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PCGB

Date/Name Ship 1926-04-28 WAWALOAN
Manager: Brian Merrick, London, Great Britain
Eigenaar: Yacht 'Wawaloam' Ltd, London, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain
Additional info: Van 1926 tot 1941 als motorzeiljacht in de vaart voor diverse eigenaren.

Date/Name Ship 1941-00-00 WAWALOAM
Manager: Louis Kennedy, Bridgewater, Canada
Eigenaar: Louis Kennedy, Bridgewater, Canada
Shareholder:
Homeport / Flag: New York (N.Y.) / U.S.A.
Additional info: Zeilvrachtschoener

Ship Events Data

1918-00-00: Documentatie beschikbaar gesteld door de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders uit hun collectie dat tot stand kwam door het samenvoegen van de collecties van drie grote verzamelaars, kenners en liefhebbers van de Nederlandse grote zeilvaart: de heren M. Hoedemaker, L. Smit en K. Suyk Jr.
Klik hier om het document te downloaden/openen
1919-12-20: Met een lading hout onderweg van de Oslofjord naar Poole door dagenlang laaghangende mist aan de grond gelopen op de Vliehors. De bemanning werd de volgende dag op Texel aan land gebracht. Twee maanden later geborgen. Werd door de rederij aan de verzekering geabandonneerd.

NRC 22.12.1919: Vlieland, 21 december: De Nederlandse 3 mast motorchoener 'Johanna', kaptein Bosselaar, van Frederikshamn met hout naaar Poole, is op de Westhoek van het Vliehors gestrand; de bemanning is door de reddingsboot van Eierland gered en te Cocksdorp geland. Sleepboten zijn bij de strandingsplaats aanwezig.
NRC 23.12.1919: Vlieland, 23 december: Een gedeelte deklast van de gestrande motorschoener 'Johanna' is overboord geslagen en wordt geborgen. De gestrande schoener is hoger op het strand geslagen en valt bij laag water droog. Het schip is ogenschijnlijk onbeschadigd. Een weinig tuigage is hier aangebracht.
NRC 24.12.1919. Vlieland, 23 december: Het bergen van de lading planken uit het gestrande motorschoenerschip 'Johanna' is opgedragen aan Cocksdorper vissers: het afbrengen van het schip aan de sleepdienst Wijsmuller te ’s Gravenhage. Vandaag is met het lossen begonnen.
NRC 30.12.1919: Rotterdam, 29 december: In tegenstelling met vroegere berichten vernemen wij thans, dat voor het bergen van de lading hout van de motorschoener 'Johanna', zowel al voor het schip zelf, met Bureau Wijsmuller’s Bergingsdienst, station Nieuwediep, een contract is afgesloten op basis 'no cure no pay'. De zeelichter 'Albatros', groot 570 ton, vertrok zaterdag van IJmuiden via Nieuwediep naar de strandigsplaats per sleepboot 'Hector', - lichter en sleepboot behoren beide tot het drijvend materiaal van genoemde bergingsdienst-, om de gehele lading hout van de 'Johanna' over te nemen, waarna de 'Albatros' naar Rotterdam wordt gesleept om aldaar de lading te lossen of mogelijk zelf de lading moet vervoeren naar Poole in het Engels Kanaal, woorvoor de 'Johanna' bestemd was.
NRC 17.02.1920: Oude Schild, 15 februari: Door vissers van De Cocksdorp is de lading hout geborgen uit het, op de Vliehors gestrande, motor-schoenerschip 'Johanna'. De kans op afbrengen van het schip is minder geworden.
NRC 26.02.1920: ‘s Gravenhage 25 februari: Niettegenstaande alle berichten, dat de motorschoener 'Johanna', welke op 21 december 1919 op de Vliehors in zeer gevaarlijke toestand gestrand was, onherroepelijk verloren zou zijn en niet kon worden afgebracht, is dit toch, nu het weer enige dagen goed gebleven is, aan de afdeling bergingsdienst Nieuwediep van Bureau Wijsmuller’s Zeesleepvaartmaatschappij te ‘s Gravenhage gelukt. De 'Johanna' is hedennacht vlotgebracht, nadat eerst zo goed als de gehele lading hout door voornoemde bergingsdienst geborgen en in zijn lichter 'Albatros' geladen was. Deze berging is zeer moeilijk geweest. Nimmer te voren is het zulk aanhoudend stormweer gebleven. De kustwacht van Eierland heeft over de maand Januari 30 van de 31 dagen stormweer moeten melden. In de meest zware storm werd het schip plat opzij geworpen en dit kon niet dan na de grootste inspanning van de bergers en materiaal weer gericht worden. Voorlopig is de 'Johanna' op zand gezet om enige gaten in de buitenhuid, veroorzaakt doordat het schip bij de stranding op zijn ankers gelopen is, te dichten. De schoener zal daarna naar Nieuwediep worden gesleept om aldaar in het droogdok van de Nederlandse Marine te worden opgenomen en hersteld. Ook de lichter 'Albatros' wordt naar Nieuwediep gesleept en de schoener kan, na reparatie, dan weer zijn lading in droge toestand overnemen.

RC 29.01.1920: De Raad heeft nog een onderzoek ingesteld naar de stranding van het motorzeilschip 'Johanna' op 20 december op de kust van Vlieland. Rederij is de Vrachtvaart Mij Neerlandia te Rotterdam.
Kapitein H. Bosselaar verklaarde, dat de 'Johanna' een nieuw schip was, dat goed stuurde, ook zonder motor. Het was bestemd van Frederikshamn (Noorwegen) naar Poole in Engeland met een houtlading. Onderweg stak een hevige storm op. Eerst is langs de Noorse kust gevaren en daarna overgestoken. Tijdens het slechte weder, gepaard met sneeuwstormen, is een reddingboot verloren en zijn zeilen weggewaaid. Het schip is een paar dagen blijven drijven, waarna een nieuwe storm opstak. Het kompas raakte defect, de twee chronometers stonden stil, één blad van de schroef was weggeslagen, de motor was defect en de log werkte niet goed. Langzaam dreef het schip op de wal. Men had in het geheel geen verkenning. De gezagvoerder vermoedde onder Texel te zitten, doch strandde op Vlieland. Later volgt de uitspraak.
1920-01-30: NRC 300120
De door de laatste storm op de Vliehors gestrande motorschoener JOHANNA is lek gestoten en ligt nu plat op zijde. Het schip is door de bergers verlaten. De kans voor afbrengen wordt geringer.
1920-02-26: AH 260220
’s-Gravenhage, 25 februari. De motorschoener JOHANNA is voorlopig op het zand gezet om enige gaten in de buitenhuid, veroorzaakt door het lopen op de ankers, te dichten. Daarna zal het schip naar Nieuwediep worden gesleept ten einde aldaar in het Marine dok te repareren.
1920-03-03: AH 030320
Nieuwediep, 3 maart. De schoener JOHANNA is hier binnengesleept om te dokken.
1920-05-12: AH 120520
Advertentie. F. Meyerdirck Jr., makelaar in schepen, zal ten overstaan van de deurwaarders J.H. Dupont Noordbeek en J.P.C.D. Brinkman, op maandag 31 mei 1920, des namiddags om 3 uur, in de veilingzaal ‘Frascati’ te Amsterdam bij opbod en afslag verkopen, het alhier in beschadigde staat binnengekomen Nederlandse stalen drie-mast motorschoenerschip JOHANNA, gevoerd door kapt. H. Bosselaar, gebouwd te Waterhuizen in 1918, volgens meetbrief lang 37,90 meter, wijd 7,65 meter, hol 3,80 meter, groot 450 ton draagvermogen, voorzien van ruw-olie motor 125 ipk, merk ‘Steyaard’, met deszelfs inventaris, zoverre als aanwezig.
Het voorgenoemde schip staat in een van de drijvende dokken in het Oosterdok (Pijp) te Amsterdam en is dagelijks te bezichtigen. Nadere informaties te bekomen bij de heer Alfred Schröder, Lloyd’s Agent, Herengracht 124/128, Amsterdam en bij bovengenoemde makelaar, Gelderschekade 10, alwaar bewijs van toegang voor de bezichtiging verkrijgbaar is en de verkoopcondities vijf dagen vóór en op de verkoopdag ter inzage liggen.
Het schip is inmiddels uit de hand te koop!
1920-06-27: RN 300620
Harlingen, 27 juni. Van Nieuwediep is hier binnengebracht de onlangs bij Vlieland gestrande schoener JOHANNA, welk schip zeer gehavend is en op de scheepswerf Welgelegen zal worden gerepareerd.
1921-11-02: Verkocht aan G. Warnderink Vinke voor Fl. 30.000,--. Deze verkocht het schip op 12 november aan Scheepswerf 'Welgelegen' in Harlingen voor Fl. 38.000,-- Doorverkocht op 14 november aan Scheepswerf van Diepen, Waterhuizen voor Fl. 38.000,--. Na de verkoop aan Jan Westers, Groningen door Scheepswerf 'Welgelegen' weer in zeewaardige staat gebracht.
1924-12-17: Aan de grond gelopen op reis Drammen naar Odense. De deklast werd geworpen en het schip kwam weer vrij.
1926-04-00: In april 1926 werd de IDA IV in Leith verkocht aan Jesse H. Metcalf, Providence (R.I.), die de schoener in Grangemouth door de Dockyard Company liet verbouwen tot een tweedeks jacht dat werd uitgerust voor semi-wetenschappelijk onderzoek in de zuidelijke Pacific. Op 4 juni ging het jacht naar zee.
1931-06-12: Op 12 juni 1931 werd de WAWALOAM, op de Hudson-rivier onderweg van Verdun naar New York, als gevolg van een aanvaring met het s.s. VIRGINIA zodanig beschadigd dat de assuradeuren het jacht tot een constructive total loss verklaarden. Het jacht bleef een aantal jaren In Philadelphia opgelegd, werd eigendom van Walden W. Shaw uit Chicago, Illinois en in 1938 vermoedelijk van Samuel C. Loveland Jr., New York. Kapt. L. Kenedy van Conquerall Bank kocht het jacht in 1939 om er weer een vrachtschip van te maken. Daarbij werd o.a. de oude motor vervangen door een 165 pk Gray highspeed diesel. De WAWALOAM kwam in een vaart tussen Nova Scotia en de West-Indies, met het vervoer van hout respectievelijk zout.
1942-08-06: Op reis met een lading melasse van Bridgetown (Barbados) naar St. John's, Newfoundland op de Atlantische Oceaan in positie 39.18 NB en 55.44 WL door de Duitse onderzeeboot 'U 86' met geschutvuur tot zinken gebracht. Alle opvarenden konden zich in een kleine sloep redden.

Afbeeldingen


Omschrijving: JOHANNA
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: IDA IV
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Kade

Omschrijving: JOHANNA gestrand op Vlieland december 1919
Collectie: Nierop, J.G.
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Stranding

Omschrijving: JOHANNA
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: JOHANNA op het strand tijdens lossen van de lading hout
Collectie: Klootwijk, Jan
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Stranding

Omschrijving: IDA IV in het dok te Grangemouth in april 1926 tijdens een verbouwing
Collectie: Haver, Jos
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Dok

Omschrijving: WAWALOAM wordt aan de werf uitgerust tot onderzoekingsvaartuig in juni 1926
Collectie: Haver, Jos
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Werf
Bronnen

Jaar: 1942
Bron: Book
Omschrijving: The Last Sail Down East (1965), van Giles M.Tod, "WAWALOAM" -One of the very few steel schooners to pass through New England waters in the last day of sail was the 142-foot WAWALOAM which had been built in Holland in 1918. A three-master, she was originally a Norh Sea trader under the Duch flag, but in 1926 she was made over into a luxurious yacht, sailing under the U.S. flag in the South Pacific. After several years she was laid up, but in 1939 Captain L. Kenedy of Conquerall Bank bought her while she lay at Philadelphia, turning her into a cargo vessel again. With the help of his mate, two schoolboys and his wife, Captain Kenedy did all the work that was needed, laying new decks, giving the schooner new spars, sails, and rigging, and fitting her with topmasts. She had an aged engine below deck; this was replaced with a high speed Gray 165 horsepower diesel which gave remarkable service, shoving the schooner along in a calm at six knots when she was deep with 550 tons of cargo in her. She turned out to be a good sailer if loaded or partly loaded, being narrow and with good lines, but when she was light, Captain Kenedy said that she was like a balloon on top of the water.The WAWALOAM was placed in the Nova Scotia-West Indies lumber-salt trade. A sixteen day passage was about average for her although she once made Barbados in fourteen days; her engine was a great help when the wind was light. Captain Kenedy liked his steel schooner, but she was not to last long. He wrote of her end:“A sub stopped us August 6th, 1942, 460 miles south of Cape Race, Newfoundland, and sank her with gunfire. They first shot the masts out of her with three well aimed shots. The captain of the sub took me aboard for a while and asked me her name, etc., and gave me a box of rockets and flares and asked if we needed food or water. He was quite polite and we felt good to get off with a whole skin. Next day we had a southerly gale shifting to west, and as we were in the Gulf Stream a bad sea made up. The mate’s dory was dumped and for end, and I took all hands into my dory, seven in all plus a dog. We used the other dory as a sea anchor and breakwater to windward which was very much help. Next day we bailed out the swamped one, and sailed northwest toward Nova Scotia. Six days later, having sailed 300 miles and being handy to Sable Island, we were picked up by the neutral Eire steamer IRISH ROSE after shooting off some of my German rockets.” Captain Kenedy’s description does not tell the hardships that he and his man suffered as they bobbled around in the tiny dories in the wild Atlantic. Only those who have weathered a Gulf Stream storm can know how really nasty it can get there, huge seas curling and breaking with terrific strenght behind them. That a deeply laden dory, her gunnels only inches above the water, could live under such conditions was due entirely to seamanship of her captain and his six men; only their thorough knowledge of small boat handling saved them.