Inloggen
HILVERSUM - ID 2839


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1897-03-20 / 1917-06-24 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1883
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: General Cargo schip
Type Dek: Raised quarter deck
Masten: Two masts
Material Hull: Iron
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Tyne Iron Shipbuilding Company Ltd, Willington Quay-on-Tyne, Great Britain
Werfnummer: 51
Launch Date: 1883-10-00
Delivery Date: 1883-00-00
Technical Data

Engine Manufacturer: North Eastern Marine Engineering Company Ltd, Sunderland, Great Britain
Motor Type: Steam, Compound
Number of Cylinders: 2
Power: 600
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: 29 & 56-36
Speed in knots: 7.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 1505.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 926.00 Net tonnage
Deadweight: 2100.00 tons deadweight (1016 kg)
 
Length 1: 79.25 Meters Registered
Beam: 10.71 Meters Registered
Depth: 5.54 Meters Registered
Draught: 4.70 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1897
Datum agenda: 1897-03-20
Register nr: 0
Scheepsnaam: HILVERSUM
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Vink, A.
Plaats: Amsterdam
Opmerkingen: voorlopige
uitreiking door consul te Newport1897-03-20, uitreiking74-

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1883-00-00 ISLE OF FRANCE
Manager: Dixon, Robson & Co., Newcastle on Tyne, Great Britain
Eigenaar: Dixon, Robson & Co., Newcastle on Tyne, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Newcastle on Tyne / Great Britain
Callsign: JGKL
Additional info: Off.no. 88765

Date/Name Ship 1897-02-00 HILVERSUM
Manager: Firma Vinke & Co, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Stoomvaart Maatschappij 'Oostzee', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PBMV

Ship Events Data

1897-05-28: Damaged
Londen, 28 mei 1897. Het Nederlandse stoomschip HILVERSUM, van Amsterdam komende, is bij het binnenkomen van het dok te Grangemouth tegen den kaaimuur aangelopen, ten gevolge waarvan verscheidene platen aan bakboordszijde werden verbogen en een boegplaat en drie spanten zijn gebroken.
1898-10-17: Damaged
Warnemünde, 18 oktober 1898. Gisternamiddag is het Nederlandse stoomschip HILVERSUM, van Wyborg met planken naar Dordrecht, bij stormachtig weder 4 mijlen N.W. van Warnemünde geankerd en vroeg door middel van seinvlaggen een arts die met de grote loodsboot aan boord werd gebracht. De HILVERSUM had met slecht weer te kampen gehad en daardoor reeds ¼ deel van de nogal zware deklast verloren, tengevolge waarvan het schip zware slagzijde had gekregen. Om daarin te voorzien en het schip weder gelijklastig te brengen, was men onder de Deense kust geankerd en had de bootsman toen het ongeluk door uit te glijden, met de rechterarm tussen de kamraderen van de lier te geraken, waardoor dat lichaamsdeel ernstig werd gewond, zodat heelkundige hulp nodig was. Door het overgaan der lading was ook de roerketting gebroken die men moest herstellen.
1900-01-00: Sprang a leak
Londen, 22 januari 1900. Het stoomschip HILVERSUM, van Bilbao naar Middlesbro, dat met water in het ruim te Portland binnenliep, is onderzocht. Men is bezig de lading te verwerken. Er zijn stoompompen in het voorruim gezet.
1901-11-22: Collision
Dordrecht, 22 november 1901. Hedennamiddag ongeveer 3 uren had op de rivier voor de Handelskade een aanvaring plaats tussen het stoomschip HILVERSUM, komende van Rafsö, bestemd naar deze gemeente, en een ijzeren aakschip geladen met hout, komende van Duitsland. Laatstgenoemd vaartuig bekwam ernstige schade aan de boeg, en moest om zinken te voorkomen onder de Zwijndrechtse wal aan de grond worden gezet. Ook de HILVERSUM werd aan de boeg beschadigd.
1903-03-23: Damaged
Amsterdam, 25 maart 1903. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is het Nederlandse stoomschip HILVERSUM, dat de 23ste dezer van Rufisque (Senegal) naar Marseille is vertrokken, aldaar uit zee teruggekeerd met gebroken krukas.
1908-01-08: Damaged
Londen, 8 januari 1908. Volgens telegram uit Shields is het Nederlandse s.s. HILVERSUM van Blyth naar Italië bestemd met defecte machine uit zee teruggekeerd.
1908-11-00: Damaged
IJmuiden, 27 november 1908. Het s.s. HILVERSUM, van Rafsö naar Zaandam, kwam heden met zware bakboordslagzij alhier aan. Het schip had zwaar stormweer doorstaan, waardoor een gedeelte deklast verloren ging en de brug en de scheepsboten werden ingeslagen.
1910-11-27: Grounded
Maassluis, 28 november 1910. Het naar Newport uitgaande stoomschip HILVERSUM is gisteren bij Maassluis door een defect aan het stuurgerei aan de grond gevaren, doch kwam ‘s avonds met assistentie van de sleepboot KEVER weer vlot en werd naar Rotterdam teruggesleept om te repareren.
1911-01-25: Collision
Bayonne, 25 januari 1911. Het Nederlandse stoomschip HILVERSUM, heden van Sunderland alhier aangekomen, rapporteert nabij Hull in aanvaring te zijn geweest met de Engelse schoener PHANTON, naar Hartlepool bestemd.
1912-07-16: Damaged
IJmuiden, 16 juli 1912. Het Nederlandse stoomschip HILVERSUM, heden van Archangel aangekomen, is door het uit het roer lopen bij het binnenkomen in de grote schutsluis tegen het hardstenen contrefort gelopen. Het stoomschip bekwam een groot gat aan stuurboord voorsteven boven de waterlijn. Het sluishoofd bleef ogenschijnlijk onbeschadigd.
1913-02-05: Collision
Raad voor de Scheepvaart. Hierna diende de aanvaring tussen het stoomschip HILVERSUM, gezagvoerder J.H. Jongman, rederij de Stoomvaart Maatschappij ‘Oostzee’ te Amsterdam, en de hopper KAMELEON. De aanvaring geschiedde in de nacht van 5 februar1913i nabij IJmuiden.
1916-05-18: Collision
Kopenhagen, 18 mei 1816. De aanvaring van het stoomschip HILVERSUM met het stoomschip ARES had tijdens zware mist nabij Trelleborg plaats. De HILVERSUM ligt nog op de rede en eerst moet het gat in de boeg gedicht worden voordat de reis kan voortgezet worden.
1917-06-24: Final Fate: Mined

Op reis in ballast van Le Havre naar Barry in charter van een buitenlandse maatschappij voer de HILVERSUM vanaf Wight zonder escorte toen men op 24 juni 1917 des middags te 15.00 uur plotseling een drijvende mijn zag en bijna op hetzelfde ogenblik had een hevige ontploffing plaats aan het achterschip. De HILVERSUM voer toen in het Bristol Channel op 5 mijl ten oosten van Lundy Island. Het schip zonk zo snel, dat de beide te water gelaten reddingsboten kantelden door de zuiging van de HILVERSUM. Een boot wist men weder op te richten, waarmede een aantal leden der bemanning veilig aan boord van het Britse patrouillevaartuig H.M.S.Night Hawk wisten te komen. Van de 19 leden der bemanning bleven echter 6 man, waaronder de gezagvoerder, vermist. De HILVERSUM was op een door de Duitse onderzeeboot UC.51 gelegde mijn gelopen.
Klik hier om de afbeelding te bekijken

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

In het tijdschrift “De Zee” Jg 1889, 52 staat een veslag van de “Examens voor Rijkscommissie tot examineering van stuurlieden ter koopvaardij in Decemberzitting te Rotterdam”. Het diploma A als 1ste stuurman op de grote zeilvaart werd toegekend aan K.Schuring. (is dit dezelfde?)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.Schuring werd met vlagnummer 941 per 04 juli 1901 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 juli 1901 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd K.Schuring, gezagvoerder bij de KNSM, wonend op de Nassaukade 41 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J. de Vries.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

       941                          1901         stoomsch.      Hilversum                                            Stoomb.Maatsch.Oostzee

                                     1902-1908    stoomsch.      Farnsum                                               idem

 

Overige bijzonderheden

In een serie artikelen in het tijdschrift “Het Zeilend schoolschip” tussen 1947-1962 beschrijft Piet van Os onder het pseudoniem Pietos zijn zeilvaartherinneringen. In nr.28 april 1956 beschrijft hij een reisje in juni 1895 met het viermast ss “Rotterdam”, onder commando van kapitein Bonjer met als 1ste officier Schuring.

“Naar ik (aldus Pietos) verneem was de “Rotterdam” ’t eerste koopvaardijschip, dat door het Noord-Ooszee-kanaal van de Oostzee naar de Noordzee voer.”

 

 

Datum vanaf: 1901
Kapitein: Schuring, K.
College: Zeemanshoop, Amsterdam
Vlagnummer: 941
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jeppe Wiebes werd geboren op 17 maart 1866 te Schiermonnikoog als zoon van Jacob Martens Wiebes en Aafke Jeppes Teensma.

Hij trouwde op 28 juli 1892 te Schiermonnikoog met Trijntje Dobbinga, geboren op 24 augustus 1863 als dochter van Folkert Hendriks Dobbenga en Femke Louws Jaarsma en overleden op 18 april 1937 te Schiermonnikoog. Het graf vanTrijntje is aanwezig op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 2710.117

Jeppe overleed op 24 juni 1917 op zee.060

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg.13,p.39, 1891 staat een vermelding van de Examencommissie voor de scheepvaart, dat in de decembervergadering 1890 een diploma A 1ste stuurman groote zeilvaart is toegekend aan J.Wiebes.

 

Via de heer K.Suyk te Heiloo kreeg ik een fotokopie van een diploma met nummer 315:

“Diploma voor de Groote Zeilvaart volgens programma A.

Uitgereikt door de Commissie van examen, ingesteld naar aanleiding van het Koninklijk besluit van 18 Januari 1886 (Staatsblad no 10)

De Commissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman

aan boord van Koopvaardijschepen, benoemd bij de beschikking van de

MINISTER VAN WATERSTAAT, HANDEL EN NIJVERHEID

voor het jaar achttienhonderdnegentig.

Verklaart, dat in hare zitting, gehouden te Rotterdam op den 15 & 16 December door

Jeppe Wiebes geboren den 17 Maart 1866 te Schiermonnikoog

wonende te Schiermonnikoog met gunstigen uitslag examen is afgelegd als eerste Stuurman voor de Groote Zeilvaart.

De candidaat heeft voorts nog met gunstig gevolg examen afgelegd in de facultatief gestelde kennis der Fransche taal niet afgelegd  Engelsche taal niet afgelegd en Duitsche taal niet afgelegd.”

Rotterdam den 16 December 1890

Hieronder de handtekeningen van J.Wiebes en van 4 commissieleden

 

Gemeld diploma staat ook afgebeeld in 017 H.J. de Feyfer “Het licht der Zeevaart. Friese bijdragen aan het zeevaartonderwijs” Fryske Akademy Nr.469, 143 pp. Miedema Pers, Leeuwarden 1974. p.138. Daarbij een visitekaartje van Kapitein J.Wiebes Fregatschip “Europa”.017

 

Tevens een diploma met het nummer 3175

“In naam der Koningin

DIPLOMA

als eerste stuurman voor de groote Zeilvaart uitgereikt door den

Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, op grond van vóór het in werking

treden der wet afgelegd examen, krachtens art.9 sub a der wet van 28 Mei 1801

Staatsblad no 139), aan Jeppe Wiebes, geboren 17 Maart 1866

te Schiermonnikoog

Dit diploma geldt tevens als bewijs van bekwaamheid als Schipper in de groote zeilvaart

’s Gravenhage, den 19 October 1904”

Ondertekening door J.Wiebes en door de secretaris-Generaal als gemachtigde van de Minister.

 

De schepen van de kapitein

Van 1906-1908 was Wiebes gezagvoerder van het drie-mast stalen zeilschip de "Europa" (rederij W.A.Huygens te Bussum). Na de verkoop van dit schip ging hij over naar de stoomvaart. "Hij verdronk in 1916 na het op een mijn lopen van het ss "Hilversum"030. (publicatie bevat een portret van kapitein Wiebes).

 

Bouma025 vermeldt J.J.Wiebes als gezagvoerder van/in:

*   1897 t/m 1905 van de stalen bark “Amsterdam”, gebouwd in 1891-1893 bij van Huygens en van Gelder te Amsterdam, 1099 ton n.m., varend voor W.A.Huygens te Amsterdam/Bussum. Het schip werd in 1906 naar Noorwegen verkocht en herdoopt in “Sirdal”.zie ook 052.

*   1902 t/m 1904 van het stalen fregat “Nederland”, gebouwd in 1894 bij Huygens & van Gelder te Amsterdam, 1955 ton n.m., varend voor W.A.Huygens te Bussum (ook uit de Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardij).

*   1906 t/m 1909 van het stalen fregat “Europa”,gebouwd in 1897 bij Huygens & van Gelder te Amsterdam, 1910 ton.n.m., varend voor W.A.Huyygens te Bussum. In 1909 verkocht naar Lillesand in Noorwegen en herdoopt in “Lotus” (ook uit de Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardij).

 

Jeppe Jacobs Wiebes werd geboren te Schiermonnikoog in 1866 als zoon van een zeilvaartkapitein. Hij was van 1900-1903 gezagvoerder van het driemast stalen zeilschip de "Nederland" (rederij W.A.Huygens te Amsterdam resp. Bussum) als de opvolger van kapitein Sipke Rengers Brouwer. Hij maakte met dit schip reizen naar de Amerikaanse westkust, "een der laatste gebieden waar zeilschepen nog vracht vonden, graan uit het noorden en nitraat uit Chili. Op 25 november 1904 kwam de "Nederland" met zulk een lading weer eens in Rotterdam. Daar werd Wiebes afgelost door kapitein Sparrius ...".

     J.J.Wiebes was van 1900 t/m 1904 kapitein op het stalen fregat “Nederland”, gebouwd in 1894 bij Huygens & van Gelder te Amsterdam/Bussum, varend voor W.A.Huygens te Amsterdam052.

     Hij was van 1905-1908 kapitein van het stalen fregat “Europa”, in 1898 gebouwd bij Huygens & van Gelder te Amsterdam, 1910 ton, varend voor reder W.A.Huygens. Het schip werd in 1909 verkocht aan J.A.Henschien, Lillesand, Noorwegen025 en 052.

 

Overige bijzonderheden

Info via Marhisdata dd oktober 2010

Kapt. J. Wiebes 1900 – 1909.

Schip in 1909 verkocht naar Noorwegen, vaart verder als LOTOS voor A/S D/S LOTOS (J.A. Henschen), Lillesand.

In 1916 Noorse ASRA, Skib A/S Asra (Heistein & Son), Christiansand.

Op 5.5.1917 – onderweg van Belfast naar New York – getorpedeerd op 55º40’ N.B. 12º10’ W.L., 140 mijl WNW van Tony Island.

 

Onze researcher Marien Lindenborn bekeek andere bronnen, die leren:

Gezagvoerder op de LOTOS, ex-EUROPA, vanaf 1909 tot 1912 was G.O. Gregersen, en sinds 1912 tot verkoop in 1916 was E. Abrahamsen.

Na verkoop/verdoping (dus 1916-1917) tot naam ASRA was het kapt. Axel Blom.

De naam Wiebes komt ook niet voor in het Noorse kapiteinsregister van Malmstein.

Conclusie: De heer Wiebes is beslist niet met de ex EUROPA ten onder gegaan.

 

Info mevr. Pieperiet-Wiebes kleindochter van Jeppe Wiebes

Jeppe Wiebes die als kapitein van een groot zeilschip (de Europa ) de wereldzeeën bevoer. Aan het eind van de vorige eeuw niet waren er niet minder dan 86 Schiermonnikoger kapiteins wat voor zo´n kleine gemeenschap een record aantal was en getuigde van intelligentie en doorzettingsvermogen.

Mijn grootvader (van Henriëtte Pieperiet) maakte grote wereldreizen met de “Europa”, waarvan in hotel Van der Werff (op Schiermonnikoog) een schilderij in de gelagkamer en een scheepsmodel in de eetzaal te vinden zijn. Hij was vaak langer dan een jaar van huis, wat in die tijd geen uitzondering was. Als de “Europa“ dan eindelijk een Europese haven aandeed reisde Trijntje Dobbenga (mijn grootmoeder) met haar dochters naar Amsterdam en van daaruit ging ze per trein wel eens naar Kopenhagen, Rouen en zelfs een keer naar Petersburg! Het was in die tijd geen sinecure om zo´n reis te maken, maar de zeemansvrouwen hadden er alles voor over om hun dierbaren die ze maar zelden zagen te ontmoeten. Nadat Jeppe Wiebes vele jaren op zeilschepen had gevaren ging hij later over naar de stoomvaart en werd gezagvoerder van het s.s. “Hilversum”. Dit stoomschip liep tijdens de eerste wereldoorlog in 1917 op een mijn aan de zuidwestkust van Engeland en verdween in de diepte.

Het was, in ballast, op weg van Le Havre naar Barry (Wales) toen het op 24 juni 1917 op 5 mijl ten oosten van Lundy Island op een mijn liep, die gelegd was door de Duitse onderzeeboot “UC 51”. Volgens een verklaring van een overlevende van deze scheepsramp waren alle opvarenden al van boord voordat het schip zonk. Op het laatste moment wilde de kapitein nog papieren in veiligheid brengen. De sloep waarin hij zich bevond ging terug naar het in zinkende toestand verkerende schip. Toen zij daar aankwamen verdween het schip plotseling in de diepte en sleurde de sloep met inzittenden, waaronder Jan Wisse, met zich mee. De kapitein was Jeppe Wiebes uit Schiermonnikoog. De weduwe van de kapitein kreeg na maandenlange onzekerheid te horen dat hij was omgekomen. Uiteindelijk kreeg ze wat pensioen van de maatschappij, maar de dagen van zijn vermissing waren er afgetrokken. Waarschijnlijk is dit ook gebeurd met de vrouw van Jan Wisse.De rest van de bemanning wordt aan boord genomen door het Engelse HMS “Night Hawk” en in Millford (Eng.) aan land gezet. De “UC 51” is op 13 november 1917 in het Engels Kanaal tot zinken gebracht door de destroyer HMS “Firedrake”. Het s.s. “Hilversum”, 1.505 ton, is gebouwd in 1883 op de werf Tyne Iron Shipbuilding Co. Ltd. te Newcastle als” Isle de France” en in1897 aangekocht door de Stoomvaart Mij. Oostzee” (Vinke & co) te Amsterdam. De naam Hilversum komt van de woonplaats van de familie Vinke. De UC51 met de naam “Hans Galster” met als commandant Wilhelm Schreuder, was een mijnenleggende onderzeeëer van het type UCII. Van dit schip hangt het schilderij in de Demerstraat te Huijbergen. De Hilversum uit 1907 en gedeelte van de bemanning, waaronder de kapitein Jeppe Wiebes en machinist Jan Wisse uit Terneuzen, vonden hierbij de dood in de golven. De nabestaanden verkeerden in grote onzekerheid over het lot van de bemanning en kregen pas in 1917 een officiële bevestiging van de dood van hun familie-leden. De gedachte dat mijn grootvader Jeppe Wiebes misschien ergens als “Onbekend” ligt begraven, zoals zovelen hier op Vredenhof, heeft me altijd geïntrigeerd.

 

In maart 2003 verspreidde Ton F.J. Pronker een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Het derde behandelde schip was het:

“stalen fregat “Europa”, gebouwd in 1898 bij de werf Huygens en Van Gelder te Amsterdam. Reder W.A. Huygens te Bussum. Bij 1910 register ton had zij een laadvermogen van 3.300 ton. Zij werd gevoerd door de kapiteins G. Bona (tot 1905) en J. Wiebes.

De “Europa” vertrok 18 October 1906, gesleept van Rotterdam en kwam 21 October in Frederikshald (Z.O.Noorwegen) aan, om daar een lading gezaagd hout in te nemen. Daarmede vertrok zij op 28 November naar zee. Pas 20 december werd Dungeness gepasseerd en 22 December was men uit Het Kanaal. Madeira werd 28 December gepasseerd en 11 Januari 1907 ging de “Europa” over de Linie. Kaap de Goede Hoop hadden ze 11 Februari recht Noord en 21 Maart viel het anker ter reede van Melbourne na 113 dagen reis. Na lossing en ballast laden, ging het schip 25 April van Port Phillips Heads onder zeil. Op 1 Mei 1907 liep de “Europa” Newcastle NSW binnen om kolen te laden. Zij lag daar gelijk met de hierna te noemen “Willem Eggerts” die er 21 Mei aankwam. Op 7 Juni 1907 vertrok de “Europa” met een volle lading kolen uit Newcastle NSW om 22 Augustus ter reede van Caleta Colosa aan de Chileensche kust te ankeren. Met 76 dagen een lange reis; zeker vergeleken met de 54 dagen van de drie weken later vertrokken oude en kleinere bark “Willem Eggerts”. Pas op 24 December was het lossen van de kolen voltooid en omdat de “Europa” te laat was voor de beoogde lading salpeter naar Europa, vertrok zij (pas) 10 Januari 1908 in ballast naar Australië om daar graan te laden. Het werd weer een lange reis; na 99 dagen viel 19 April 1908 het anker binnen Port Phillips Heads. Het schip was toen te laat voor de beoogde lading graan en zeilde 24 April over de baai naar Melbourne om daar in droogdok te gaan. Na dokken en wachten op ladinsinstructies ging de “Europa” pas op 24 Mei 1908 uit Port Phillip Heads in zee om ballast naar Port Pirie aan de Spencer Gulf te zeilen. Na over de slechts 700 mijl 18 dagen te hebben gedaan kwam het schip 11 Juni ten anker ter reede van Port Pirie. Na ballast lossen op de reede en de lading nikkelerts langs de kade te hebben ingenomen werd 22 Juni 1908 de lange reis rond Kaap Hoorn en naar huis aangevangen. Na veel en zwaar storm weer kwam de “Europa” onder Kapt. J.Wiebes 12 September 1908 op 88 mijl beZ. voor de laatste maal onder Nederlandsche vlag rond Kaap Hoorn. Tussen 18 en 22 September volgden nog dagen met slecht weer en zeer veel ijsbergen op de route. De Linie werd 17 October en Floris (Azoren) 11 November gepasseerd. Het licht van de Lizard kwam 22 November ’s avonds in zicht en 24 November 1908 viel het anker voor de haven van Duinkerken na 126 dagen reis. Na lossing van haar lading streek de “Europa” de Nederlandsche vlag en werd zij naar Noorwegen verkocht.”

Tevens behandelde Pronker: “De “Nederland” … een stalen fregat, gebouwd in 1894 bij de werf Huygens en Van Gelder te Amsterdam. Reder W.A. Huygens te Amsterdam/Bussum. Bij 1854 register ton had zij een laadvermogen van 3.300 ton. Zij werd gevoerd door de kapiteins G. Bona, S.R. Brouwer, J. Wiebes, H. Sparrius en J. Wächter.”

 

In het artikel “De laatste kapiteins op de Kaap Hoornvaart van de Nederlandse Groote Zeilvaart kwamen allen van de Friesche Eilanden.” door T.F.J. Pronker in Tien Eeuwen Eylandt Flielandt. orgaan van de Cultuurhistorische Vereniging Eylandt Flielandt Jg. 16, nr. 4, december 2006, p. 2 t/m 12. wordt ingegaan op de laatste reis van de “Europa” onder kapitein Wiebes in 1906/08. Daarin de mededeling dat Wiebes op zee is gebleven toen zijn schip het s.s. “Hilversum”in 1916 op een mijn liep.

Ook verschenen in het “Kaap Hoorn Journaal” van de Stichting Kaap Hoorn-vaarders, december 2007, Nr.9.

 

In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121

p.85-87 Met erts van Australië naar Europa 1908 Europa

Hazelhoff Roefsema ontleent zijn citaten aan brieven van de stuurmansleerling Arie Metzelaar, “die in 1941 aan de hand van dagboekaantekeningen en naar huis gezonden brieven het charmante boek “Europa Ahoy” zou schrij ven.”

De volgende opgaven komen uit Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121

De bark “Amsterdam” onder kapitein S.(sic) Wiebes was in 1898 te Champerico en van 15 oktober-07 november 1898 te Tocopilla. Volgende haven was La Pallice en aankomst te La Rochelle op 09 april 1899. Het arriveerde op 18 juni te Amsterdam , was op 17 december te Rotterdam en werd wederomte Champerico geregistreerd op 10 mei 1900. Het schip rondde Kaap Hoorn van west naar oost.121

De bark “Nederland” onder kapitein S.(sic) Wiebes was op 11 december 1900 te Hamburg, op 02 juli 1901 te Sante Rosalia en van 23 oktober- 22 december te San Francisco. De volgende melding was op 21 april 1902 te Londen, na dus een ronding van Kaap Hoorn.121

De bark “Nederland” onder kapitein S.(sic) Wiebes was op 21 juni 1902 te Londen en op 09 oktober te Talcahuano en Valparaiso, op 28 januari 1903 te Tocopilla en op 15 april 1903 vertrok het schip van Dungeness naar Hamburg. Op heen- en terugreis was Kaap Hoorn gerond.121

Het fregat “Nederland” onder kapitein S. Wiebes was op 13 september 1903 te Hamburg, van 16 februari -09 maart 1904 te Los Angeles, op 11 april te Caleta Buena, op 09 juni te Iquique en was terug te Rotterdam op 12 oktober. Op heen- en terugreis werd Kaap Hoorn gerond.121

Het fregat “Europa” onder kapitein J.J. Wiebes was op 15 januari 1906 te Newcastle NSW en van 12 maart-22 mei te Taltal. Het keerde, via Kaap Hoorn terug te Rotterdam op 15 september 1906.121

Het fregat “Europa” onder kapitein J.J. Wiebes was in 1908 te Melbourne, op 11 juni te P.Pirie en keerde via Kaap Hoorn op 25 november 1908 terug te Duinkerken, waar het schip werd verkocht.121

 

 

NRC 15 juni 1899114

Rotterdam, 14 juni. De Nederlandse sleepboot CYCLOP passeerde heden Ouessant, op sleeptouw hebbende het Nederlandse barkschip AMSTERDAM, kapt. Wiebes, bestemd van La Rochelle naar Amsterdam.

 

Provinciale Groninger Courant 05 juli 1900114

Amsterdam, 4 juli. Het Nederlandse schip AMSTERDAM, kapt. J.J. Wiebes, de 27e februari vertrokken van Soerabaja naar Falmouth (opm: voor ontvangst van orders t.a.v. de loshaven), is bestemd voor St. Petersburg.

 

 

 

Datum vanaf: 1912
Kapitein: Wiebes, Jeppe Jacobs
Overige informatie: Geboren 1866 op Schiermonnikoog Gehuwd op 28-07-1892 met Trijntje Dobbinga Overleden tijdens de scheepsramp met het s.s. HILVERSUM

Afbeeldingen


Omschrijving: HILVERSUM
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: HILVERSUM
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: HILVERSUM
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: HILVERSUM
Collectie: Nierop, J.G.
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

NRC 130111. Londen, 12 januari 1911. Het stoomschip HILVERSUM is bevracht van de Wear naar Bayonnen met 1.900 ton (opm: ongetwijfeld steenkolen) tot Sh. 4/6.

RN 030717
Nederland en de oorlog. De HILVERSUM.
Volgens een bij de Stoomvaart Mij. ‘Oostzee’ uit Cardiff ontvangen telegram blijkt dat het stoomschip HILVERSUM op een mijn is gestoten en in het achterschip werd getroffen. Het schip zonk in twee minuten. Men is bezig geweest met het losmaken van de reddingboten doch deze konden niet vlug genoeg worden losgemaakt, zodat allen overboord sprongen. De 6 vermisten heeft men in het begin bezig gezien met een van de reddingboten, doch daarna zag men hen niet meer terug. Een Engels patrouillevaartuig heeft allen, die in de zee gesprongen waren, opgepikt. Men heeft vervolgens de plek afgezocht, doch van de 6 overigen niets kunnen ontdekken. Van de 6 vermisten zijn 5 Nederlanders en niet, zoals eerst vermeld werd 3. De vermisten zijn: De kapitein, de 2estuurman, de 3emachinist, de kok Smit en de bediende Huising en een Griekse stoker.

NRC 090817
Raad voor de Scheepvaart. De Raad heeft heden een onderzoek ingesteld naar het zinken van het stoomschip Hilversum ten gevolge van een ontploffing. De Hilversum behoorde aan de Maatschappij Oostzee; 6 opvarenden, onder wie de kapitein, hebben bij de ramp de dood in de golven gevonden. De stuurman Oosten verklaarde, dat de Hilversum op reis was van Rouen naar de zuidkust van Engeland. Ze mat 1.505 ton bruto. De bemanning bestond uit 19 koppen, behalve de kapitein. Van Rouen werd langs de Franse kust gevaren in konvooi met een 20-tal andere schepen onder bescherming van Franse torpedoboten. Deze gingen bij Wight weg. Alleen bleven twee gewapende treilers. Langs de zuidkust van Engeland werd doorgevaren. De Engelse mijnenvelden waren bekend. Op 24 juni 's middags 3 uur deed zich een geweldige ontploffing horen, waarop het schip onmiddellijk begon te zinken. Er waren twee goed uitgeruste sloepen aan boord en er waren meer dan voldoende zwemvesten. Deze waren geborgen in een kist op de brug. De kapitein en een roerganger bevonden zich bij de ontploffing op de brug. Getuige heeft zich naar de bakboord boot begeven met 9 man. De equipage bestond grotendeels uit Grieken. Het schip is zo vlug gezonken, dat de bakboord boot door de zuiging vol water is gelopen en omgeslagen. Tijd om zwemvesten aan te doen is er niet geweest. Het gelukte om de bakboord boot weer goed op het water te krijgen. Getuige is er met 5 man weer ingeklauterd. Van degenen, die in de andere boot zouden gaan, o.a. de kapitein, heeft men niets meer gezien. De tweede stuurman en de kok, die ook in de bakboord boot waren, zijn niet meer boven gekomen. De eerste machinist heeft zich op een reddingboei en een stuk wrakhout drijvende gehouden. Hij is na enige tijd bewusteloos door de bakboord sloep opgepikt. Later zijn allen door een Engels patrouillevaartuig gered. Van de stuurboord boot is niets meer gezien. De uitspraak volgt later.

AH 230817
Raad voor de Scheepvaart. De Raad deed gisteren uitspraak betreffende het vergaan van het stoomschip Hilversum. De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van de ramp is te wijten aan de ontploffing van een mijn. De reddingsmiddelen waren, voor zover is te beoordelen, goed in orde; dat desniettegenstaande 6 leden van de bemanning zijn omgekomen, is een gevolg van het buitengewoon snelle zinken van de Hilversum. De Raad merkt intussen op, dat het gewenst is in de tegenwoordige tijdsomstandigheden steeds in de gedeelten van de zee, waar mijnen verwacht kunnen worden, een uitkijk op het voorschip te hebben, hieraan nochtans toevoegende, dat allerminst is gebleken, dat de onderhavige scheepsramp zou zijn voorkomen, indien dergelijke uitkijk aanwezig was geweest.

Opm: bij de ramp zijn naast de kapitein Jeppe Wiebes omgekomen:
de 2e stuurman, de 2e machinist Jan Wisse uit Terneuzen, de kok Smit, de bediende Huising en een stoker van Griekse nationaliteit.

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten