De torpedering van het motortankschip HERMES, kapt. Kornelis van der Woude, op 21 augustus 1940, op reis in ballast van Lissabon naar Curaçao.
De HERMES ontscheepte de loods voor de Taagmond ten 7 u.15 n.m. op de 20e augustus 1940 en zette koers naar Curaçao volgens de door de Britse marine-autoriteiten te Lissabon aangegeven route. Het schip was geheel en al onbewapend.
Op de 21e augustus ten 8 u. 50 n.m., toen het schip zich op 240 mijl afstand van Lissabon bevond, werd het zonder waarschuwing aan bakboordszijde, ter hoogte van de fokkemast, getorpedeerd, met het gevolg, dat het onmiddellijk zwaar slagzij over bakboord kreeg en, aangezien er gevaar van zinken bestond, werd herhaaldelijk draadloos het S.O.S.-sein tezamen met het bestek uitgezonden, terwijl terzelfder tijd de machines werden gestopt en de reddingboten te water werden gevierd, gereed voor schip verlaten zo zulks nodig zou blijken. De slagzij over bakboord nam steeds toe en dus besloot de gezagvoerder in de boten te gaan, daar mogelijkheid van kapseizen aanwezig scheen en er mede gevaar bestond van door een tweede torpedo getroffen te worden. De gehele état-major en het mindere scheeps-personeel werden met goed gevolg ontschept, doch tijdens het te water vieren der boten werd van één der matrozen een vinger verbrijzeld, hetgeen het enige ongeluk was dat voorviel. Er werd tot op een veilige afstand weggeroeid, waar gewacht werd met de bedoeling naar boord terug te keren als het schip drijvende bleef.
De volgende dag, 22 augustus, ten 1 u.30 v.m. werd, daar het schip nog drijvende was, besloten weder aan boord te gaan en te trachten het schip naar Lissabon terug te brengen. De boten werden te water liggende langszij gehouden voor het geval het nodig mocht zijn het schip met spoed te verlaten en terwijl de schade geïnspecteerd werd, gingen machinisten en stokers naar beneden in de machinekamer om stoom op te stoken voor de ladingpompen teneinde het schip recht op te brengen.
Ten 4 u. v.m. werd met pompen aangevangen, waardoor het schip gaandeweg rechtop kwam te liggen; inmiddels werden de reddingboten gehesen en gesjord. Ten 6 u. 30 v.m. werd opgehouden met pompen en koers gezet naar Lissabon, waar het schip zonder verdere wetenswaardigheiden te hebben ondervonden, veiling ten 6 u. 55 n.m. op de 23e augustus aankwam, na in de tijd van twee dagen en één nacht een afstand van 240 mijl onder eigen kracht te hebben afgelegd, hoewel in de scheepszij een kolossaal gat gaapte en het onzeker was of de schotten tussen de beschadigde en de onbeschadigde scheepstanks stand zouden houden. (NA 2.16.32 inv. 457)