Inloggen
FRANKA - ID 2284


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1940
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
IMO nummer: 5089946
Nat. Official Number: 7410 Z ROTT 1949
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Raised quarter deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Scheepswerf 'Waterhuizen' J. Pattje, Waterhuizen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 180
Launch Date: 1940-08-11
Delivery Date: 1940-10-12
Technical Data

Engine Manufacturer: D. & Joh. Boot N.V., Motorenfabriek 'De Industrie', Alphen aan den Rijn, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 6
Power: 300
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Industrie nr. 3198 Type VD6A (280x400)
Speed in knots: 9.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 397.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 206.00 Net tonnage
Deadweight: 520.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 29500 Cubic Feet
Bale: 28500 Cubic Feet
 
Length 1: 46.68 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 43.87 Meters Registered
Beam: 7.97 Meters Registered
Depth: 2.70 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1940-10-12 FRANKA
Manager: Generalinspekteur für das Deutsche Strassenwesen, Cologne (Köln), Germany
Eigenaar: Generalinspekteur für das Deutsche Strassenwesen, Cologne (Köln), Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Cologne (Köln) / Germany

Date/Name Ship 1946-03-00 FRANKA
Manager: Leeuwe Stienstra, Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Leeuwe Stienstra, Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Schiedam / Netherlands
Callsign: PEDO

Date/Name Ship 1953-08-20 LEO S
Manager: Dammers & Van der Heide's Scheepvaart- & Handelsbedrijf N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Leeuwe Stienstra, Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Schiedam / Netherlands
Callsign: PFOF

Date/Name Ship 1956-03-12 DIET
Manager: Maritima Scheepvaart- en Handelmaatschappij N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Rederij Oldenburger & Braam, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder: Hayeltjo Oldenburger & Jan Braam
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PDQA

Ship Events Data

1940-00-00: Het schip was besteld door de Rederij Franka (Okko Bosma & Leeuwe Steenstra.) Ten gevolge van financiële problemen van Okko Bosma namen de bank en de werf het schip in beslag. Leeuwe Steenstra nam tijdens de bouw het contact over. Het schip werd na de proefvaart onder Duits toezicht geplaatst. Werd op 19 december 1940 ondergebracht bij de Organisation Todt. Werd bij Scheepswerf Boele te Bolnes omgebouwd voor dienst op de Kanaaleilanden en voer, onder commando van de Duitse kapitein Horst Schmidt, met bouwmateriaal. Augustus 1944 in St. Malo door een Brits vliegtuig tot zinken gebracht. Op 9 september 1945 door een Brits bergingsbedrijf geborgen, door de Nederlandse sleepboot 'Nestor' naar Rotterdam gesleept. Hersteld bij Scheepswerf P. Smit en, na de proefvaart op 6 maart 1946 op de Nieuwe Waterweg, weer in de vaart.
1940-08-17: NPGC 17-08-1940: Waterhuizen. Te water gelaten. Van N.V. Scheepswerf „Waterhuizen", J. Pattje, alhier, is met goed gevolg te water gelaten het motorkustschip „FRANKA", groot 540 ton D.W., onder klasse British Corporation en Scheepvaartinspectie, in aanbouw voor Nederl. rekening. Het schip zal van een 340 P.K. Industriemotor worden voorzien.
1947-12-31: Bijvoegsel tot de Nederlandse Staatscourant van Woensdag 9 Februari 1949, no.28.
No.30 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart in zake het stoten van het motorschip „Franka" op de Galloper. Betrokkene: T. W. Pomp, kapitein. Op 31 December 1947 heeft het motorschip „Franka" op reis van IJmuiden naar Plymouth nabij het Galloper vuurschip aan de grond gestoten. In overeenstemming met het voorstel van de inspecteurgeneraal voor de scheepvaart besliste een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij artikel 29 der Schepenwet, dat de Raad een onderzoek zou instellen naar de oorzaak van dit stoten. Bovendien besliste genoemde commissie, eveneens in overeenstemming met het desbetreffende voorstel van de inspecteur- generaal voor de scheepvaart, dat het onderzoek tevens zou lopen over de vraag of niet het ongeval mede is te wijten aan de schuld van de kapitein van de „Franka" T. W. Pomp, wonende te Nieuw- Buinen. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 23 December 1948, in tegenwoordigheid van de inspecteur voor de scheepvaart L. Korstanje. De Raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek der Scheepvaartinspectie, waarbij processen-verbaal van de verhoren van de kapitein en de stuurman van de „Franka", benevens van het scheepsdagboek, en hoorde de kapitein, voornoemd, als betrokkene buiten ede. Als getuige onder ede werd gehoord de stuurman T. van Strien. De door de kapitein gebezigde zeekaart Adm. 1406 was ter tafel. De voorzitter zette de betrokkene, aan wie voormelde beslissing bij deurwaardersexploot was betekend, doel en strekking van het onderzoek uiteen en gaf hem gelegenheid tot zijn verdediging aan te voeren hetgeen hij daartoe dienstig achtte, hem daarbij het laatste woord latende. Uit de verklaringen en bescheiden is de Raad het volgende gebleken: Het motorschip „Franka" is een Nederlands schip en behoort toe aan L. Stienstra, te Schiedam. Het meet 396,60 bruto-registerton en wordt voortbewogen door een Industriemotor van 300 pk. De bemanning bestond uit acht personen. Op 30 December 1947 te 15.30 uur vertrok de „Franka" met een lading potas van IJmuiden, bestemd voor Plymouth. De diepgang was vóór 10', achter 11'. De route werd genomen langs de Nederlandse kust naar Goeree vuurschip, van waar langs de G.H.-route over de Noordzee werd gevaren. Het was vrij goed weer, met nu en dan motregen. Het zicht was ongeveer 4 mijl, de wind Zuidwest 4. Te 23.10 uur werd Goeree vuurschip gepasseerd. Te 0 uur van 31 December kwam de stuurman op wacht. Te 4 uur nam de kapitein de wacht over. De „Franka" had toen boei G.H. 4 recht vooruit op 4 mijl afstand. De koers was W.½.Z. De stuurman maakte er de kapitein opmerkzaam op, dat hij een kwart streek zuidelijker stuurde, daar het schip om.de Noord werd gezet. De log was uit, doch wees iets te veel aan. Na G.H. 4 heeft de kapitein geen andere boeien gezien; hij vond dit echter niet zo vreemd, daar hij het zeer waarschijnlijk achtte, dat ten gevolge van het stormweer, dat eind December had geheerst, boeien zouden zijn gedoofd of verdreven. Tegen 6 uur werd vrij ver om de Zuid een schip gezien. Betrokkene heeft geen radiopeilingen genomen toen hij geen boeien meer zag, maar toen hij volgens zijn gis te 7.40 uur ter hoogte van G.H. 1 moest staan, nam hij een peiling van North Foreland; deze was 216° r.w. Hij wist, dat de peilingen met dit toestel 2° a 4° fout konden zijn. Te 7.50 uur werd North Foreland 216° gepeild. Deze peilingslijn liep bewesten de Galloperbank en daar de kapitein aannam, dat hij niet benoorden deze bank stond, kwam hij tot de conclusie, dat hij voorlijker stond, juist op de route 53, en veranderde daarom te 7.55 uur koers tot Z.Z.W. Te 8 uur kwam getuige Van Strien op wacht, doch de kapitein bleef op de brug. De stuurman had juist in de kaart de karakters van omliggende vuurschepen nagegaan, toen hij ongeveer te 8.20 uur op 2 streken aan bakboord een vuur zag, dat door de nevel een roodachtig schijnsel gaf, maar dat hij weldra verkende als dat van Galloper vuurschip. Onmiddellijk meldde hij dat aan de kapitein, dip juist bezig was weer een radiopeiling te nemen. Daarna peilde hij het vuur. De kapitein wachtte deze peiling niet af, liet haar ook niet in de kaart zetten, maar veranderde direct de koers tot recht op het vuurschip aan. De stuurman maakte hem er op opmerkzaam, dat deze koers gevaarlijk was. De kapitein realiseerde zich niet, dat de „Franka" zich bewesten de Galloperbank bevond en hij met deze koers over de bank zou lopen. Hij zei, dat hij wel meer binnen het vuurschip langs was gevaren en bleef doorliggen. Hij wist toen ook niet, dat op de bank op verschillende plaatsen bij laag water slechts l½ a 2 vadem water staat. Tegen 8.30 uur stootte het schip een paar keer. Toen kwam juist een geblokte ton in zicht, die aan de westkant van de bank ligt. Terstond nam de stuurman een kruispeiling. De kapitein stopte na het stoten direct de motor. Het schip bleef niet vastzitten en na overleg met de stuurman bracht de kapitein met westelijke koers de .Franka" naar diep water. Het schip bleef droog en men kon geen enkele schade constateren. Om deze reden achtte de kapitein het niet nodig te Plymouth een expert te laten komen en een certificaat van zeewaardigheid te vragen. De inspecteur voor de scheepvaart voert aan, dat betrokkene op onverantwoordelijke wijze heeft gevaren. Hij heeft niet geregeld de log afgelezen en heeft tegen 8 uur, nadat hij geen boeien meer had gezien en geen verkenning gehad, op een radiopeiling die mogelijk fouten had, aangenomen, dat hij op route 53 stond, en zijn koers ongeveer 6 streken veranderd. Hij nam aan bezuiden het vuurschip te staan, maar hij bevond zich ten noorden daarvan, dicht bij de bank. Toen hij het vuurschip zag, is hij, in plaats van te stoppen en te trachten een bestek te krijgen, recht op het vuurschip aan gaan liggen, waarna het schip stootte. Vervolgens wijst de inspecteur voor de scheepvaart er op, dat betrokkene artikel 13 van het Schepenbesluit heeft overtreden door niet te Plymouth de hulp van een expert in te roepen. Na dit stoten moest de kapitein vermoeden, dat schade aan zijn schip was ontstaan. De inspecteur voor de scheepvaart stelt de Raad voor om aan betrokkene zijn bevoegdheid om als kapitein te varen gedurende enige tijd te ontnemen. De Raad is van oordeel, dat het motorschip „Franka" op de Galloperbank is gestoten ten gevolge van de navigatie van de kapitein en dus het ongeval aan diens schuld is te wijten. Betrokkene, die te 4 uur de wacht had overgenomen en te 4.40 uur boei G.H. 4 was gepasseerd, heeft daarna geen der beide volgende boeien waargenomen en had, daar hij over een richtingzoeker beschikte, die hij drie uur later gebruikt heeft, beter gedaan met reeds nadat hij boei G.H. 3 had gemist, een radiopeiling op de Engelse kust te nemen. Hij zou dan begrepen hebben, dat hij niet zover om de West was uitgezet als hij later verondersteld heeft en hij zou, toen het licht van Galloper vuurschip verkend was, daardoor niet, zoals thans geschiedde, zijn verrast. Het nalaten van vroegtijdiger radiopeilingen heeft intussen het vastlopen niet veroorzaakt. Immers, toen betrokkene tijdens de daarop gevolgde wacht van de eerste-stuurman het Galloper vuurschip in zicht kreeg, terwijl Z.t.W.½W. werd gestuurd, heeft hij opnieuw gedurende 5 tot 10 minuten gelegenheid gehad zijn positie te bepalen, maar die gelegenheid verkeerd gebruikt. Het lichtschip werd gezien ongeveer twee streken aan bakboord en de koers werd dienovereenkomstig gewijzigd. Dat betekende, dat over en in de lengterichting van de bank werd gevaren, terwijl betrokkene wist, dat het laagwater was. Hij ging niet in op een waarschuwing van zijn eerste-stuurman en zeide, dat hij al zo dikwijls zo had gevaren, waarmede hij niet bedoeld kan hebben een koers binnen langs het lichtschip, omdat dit met de plaats, waar betrokkene wist zich te bevinden, niet verenigbaar was. Zo was het welhaast onvermijdelijk, dat het schip zou stoten. Na aankomst te Plymouth heeft betrokkene nagelaten in verbinding te treden met een expert of een agent van een erkend particulier onderzoekingsbureau, hoewel het vermoeden was gerezen, dat schade aan het schip was ontstaan. Van deze verplichting werd hij niet ontheven, doordat hij voor zich zelf op grond van onderzoek aan boord de overtuiging had gekregen, dat er geen schade was. De Raad laat gelden, dat betrokkene voortdurend op de brug is gebleven en de verantwoordelijkheid is blijven aanvaarden. Hij heeft fouten gemaakt, waarvoor een straf moet vallen, zonder dat men hem verregaand roekeloos kan noemen. In deze omstandigheden is er aanleiding tot het uitspreken van een berisping. Mitsdien: Straft kapitein Teunis Watse Pomp, geboren 9 Januari 1904 te Onstwedde, wonende te Nieuw-Buinen, door het uitspreken van een berisping. Aldus gedaan door de heren prof. mr. J. Offerhaus, voorzitter, C. H. Brouwer, G. J. Barendse en L. Meulman, leden, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. A. Boosman, en uitgesproken ter openbare zitting van de Raad. (Get.) J. Offerhaus; A. Boosman.
1948-11-04: Trouw 04-11-1948: Nijpend tekort aan ruw zout. Naar wij van de zijde van zoutimporteurs vernemen, bestaat er momenteel een nijpend tekort aan ruw zout voor het zouten van haring. Enkele Scheveningse loggers zijn reeds over tijd met uitvaren, omdat zij moeten wachten op zout. De schepen met ruw zout uit het buitenland kwamen veelal te laat aan. De zendingen uit Tunis en Italië, welke in Augustus j.l. moesten arriveren, kwamen eerst half October aan. Men heeft zich moeten behelpen met Belgisch zout, dat in Terneuzen lag opgeslagen. Tevens zal nog zout uit de Russische zone in compensatie geleverd worden, doch ook dit is nog niet gearriveerd. Boekelo zal heden zout afzenden, doch men vreest, dat dit niet voldoende zal zijn. Intussen vangen de loggers veel haring en dagelijks komen de schepen met volle ladingen aan. Veel haring wordt geëxporteerd. Vier coasters vertrokken deze week uit Scheveningen met tezamen ruim 10.000 vaten haring, bestemd voor de Russische zone. Hedenmorgen liep de coaster „Franka" de Scheveningse haven binnen om 3000 vaten haring te laden. Deze export is een niet onbelangrijke deviezenbron. Zout is dus onmisbaar, opdat de visserij en de export niet in de knel komen.
1949-08-22: Op 22-08-1949 als FRANKA, zijnde een stalen motorschip, metende 1123.50 m3 bruto inhoud, volgens zeemeetbrief afgegeven te 's Gravenhage no. 6242 d.d. 01-10-1940, liggende te Rotterdam, door C. Matthijssen, asp. scheepsmeter te Rotterdam, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 7410 Z ROTT 1949 op het achterschip aan S.B. zijde in achterkant achterste dekhuis, 5.70 m. uit hekplaat, 1.55 m. uit lengteas en 1.60 m. boven het dek.
1950-08-12: Het Vrije Volk 12-08-1950: Tros in de schroef. Het 397 brt metende m.s. „Franka", eigenaar L. Stienstra te Schiedam, dat onderweg was van Glasgow naar Rotterdam, heeft Donderdag j.l. te Greenock een tros in de schroef gekregen. Het schip is in Glasgow in het dok gegaan.
1953-04-11: Het Vrije Volk 11-04-1953: Mist geeft last op de Waterweg. De mist heeft vanmorgen weer narigheid berokkend op de Waterweg. Het Ned. motorschip „Franka"was in de mist bij boei 18 voor anker gegaan. Maar ook het Belgische stoomschip „Rolla" zocht daar in de grijze nacht een goed heenkomen. De Belg raakte echter op drift en drukte de steven van de „Franka" in. De ankerkettingen van beide schepen raakten verward en daarom lieten ze hun ankers slippen. De Groningse kustvaarder voer toen naar de Merwehaven, de „Rolla" moest achterblijven voor nader onderzoek.
1953-10-26: Vertrokken uit Delfzijl naar Emden om aldaar een lading cokes in te nemen voor Noorwegen. Teruggekeerd naar Delfzijl voor reparatie om dat het te Emden een meerpaal had aangevaren met als gevolg zware boegschade.
1953-10-29: NvhN 29-10-1953: m.s. Leo S had aanvaring. Het Nederlandse motorschip Leo S, dat in Emden moest laden, kwam daar in aanvaring met een ducdalf, met het gevolg, dat het schip naar Delfzijl terugkeerde om de schade te laten repareren.
1954-01-14: De waarheid 14-01-1954: Kustvaarder heeft motorstoring. — Het 397 ton metende Nederlandse motorschip „Leo S" uit Schiedam heeft vandaag, op weg van Vaesteraas naar Soedertaelje (niet ver van Stockholm), machinestoring gekregen. Het schip moest voor anker gaan. Een sleepboot is ter assisentie uitgevaren.
1956-02-01: NvhN 01-02-1956: LEO-S wordt DIET. Het motorschip Leo S (ex m.s. Franka) is door de heer L. Stienstra te Schiedam verkocht aan de heren H. Oldenburger en J. Braam te Delfzijl, die het schip onder de nieuwe naam Diet in de vaart zullen brengen. De Leo S is van het raised quarterdek type en werd in 1940 gebouwd bij de N.V. Scheepswerf „Waterhuizen", J. Pattje te Waterhuizen. Het schip heeft een draagvermogen van plm. 520 ton en is voorzien van een 300 p.k. motor.
1956-10-31: NvhN 31-10-1956: Kok van kustvaarder gearresteerd. De rijkspolitie te water heeft de kok van de kustvaarder Diet, S. S., aangehouden die ervan wordt verdacht verschillende zaken in Harlingen te hebben opgelicht. De gearresteerde is intussen naar Leeuwarden overgebracht.
1958-08-06: Op 06-08-1958, tijdens de reis van Preston naar Hernösand (Zweden) IJmuiden binnengelopen met averij aan de hoofdmotor. Op 08-08-1958, na reparatie, reis naar Zweden vervolgd.
1958-11-26: Tijdens de reis van Frederikssund naar Preston met een lading schelpengrit, in zeer dichte mist gestrand in de rivier de Ribble. 26 november weer vlot gekomen en te Preston afgemeerd.
1959-02-08: Tijdens de reis van Amsterdam naar Aalborg met een lading kunstmest, gestrand in de Grote Belt, vlot gekomen op eigen kracht. Oorzaak: Kapitein Anne Bekkema was niet op de brug i.v.m. de bevalling van zijn vrouw.
1959-02-09: NvhN 09-02-1959: Bij Atnaes liep de Groninger kustvaarder Diet zondagmorgen aan de grond. Ook hier was een Svitser reddingboot spoedig ter plaatse, maar de Diet was al weer op eigen kracht vlot gekomen.
1962-06-21: Tijdens de reis van Rotterdam naar Avonmouth, aan de grond gelopen bij Shoal of the Lead en op eigen kracht en middelen vlot gekomen, onder toeziend oog van de reddingboot van Selsey, waarna de reis vervolgd.
1962-12-13: Penzance binnengelopen met averij aan de hoofdmotor tijdens de reis van Antwerpen naar Waterford. Op 16 december kon de reis, na reparatie omkeerbeweging hoofdmotor, naar Waterford worden vervolgd.
1963-01-05: NvhN 05-01-1963: In Engeland jonge zeeman (17) uit Muntendam verdronken. In het ijzig-koude water van de Medway bij Rochester in Engeland is gisteren de 17-jarige zeeman Harm Akkerman uit Muntendam verdronken. Akkerman moet van een ladder langszij de 500 ton metende Delfzijlster coaster „Diet" zijn gevallen. Niemand heeft dit echter gezien. De „Diet" lag gemeerd aan de Acorn-werf. Nadat de zeeman in de loop van de dag als vermist was opgegeven, ging de politie aan het dreggen. Reeds na korte tijd werd het stoffelijk overschot geborgen.
1963-03-01: Na weigering hoofdmotor in aanvaring met ligplaats te Dungarvan Pier. De kapitein dropte na de weigering het bakboordanker om te voorkomen dat de Dungarvan brug geraakt zou worden. Hierdoor raakte het schip de kade en liep daarbij schade op. 6 Maart na de lading gelost te hebben, vertokken uit Dungarvan.
1967-03-02: Na een technische storing aan de automatische stuurinrichting, nabij Lizard in aanvaring met de Nederlandse kustvaartuig 'Sea-Wyf' (1958-387 BRT).
1971-06-11: Tijdens de reis van Antwerpen naar Ipswich, op 8 mijl van Galloper lichtschip in aanvaring met onbekend vaartuig en hierbij lichte boegschade opgelopen. Op 16 juni vertrokken uit Ipswich naar Delfzijl voor reparatie. Aankomst 18 juni en opgelegd te Delfzijl.
1971-12-20: Final Fate:
Verkocht aan en gesloopt in april 1972 door Paul Bergsoe & Son te Masnedo, Denemarken.
NvhN 13-01-1972: Delfzijlster coasters voor sloop verkocht. Drie Delfzijlster kustvaarders zijn voor de sloop verkocht naar Vordingborg (Denemarken). Het zijn de motorschepen Diet en Dolores van de rederij H. Oldenburger en Braam en het motorschip Meta van de rederij H. Oldenburger en A. Bekkema. De Meta en de Dolores zijn inmiddels door de Deense sleepboot Frigga naar Vordingborg overgebracht en de Diet is op eigen kracht naar Denemarken vertrokken. De Diet heeft een draagvermogen van 525 ton en behoort tot het raisedquarterdektype. Het schip, dat eerder gevaren heeft onder de namen Leo-S en Franka, werd in 1940 gebouwd bij de NV Scheepswerf Waterhuizen, J. Pattje, te Waterhuizen. Het is voorzien van een 300 pk Industrie-dieselmotor. De Dolores (ex m.s. Da Capo) werd in 1948 eveneens bij deze werf gebouwd en heeft een draagvermogen van 750 ton. Dit schip behoort tot het shelterdek-type en is voorzien van een 600 pk Werkspoor-dieselmotor.De Meta (ex m.s. Grunda en ex Amigo) werd in 1934 gebouwd bij de NV Scheepswerf Gebr. Sander te Delfzijl en behoort tot het gladdektype. Het schip heeft een draagvermogen van 415 ton en het is voorzien van een 200 pk Brons-dieselmotor.


Afbeeldingen


Omschrijving: De in Duitse dienst varende FRANKA, cezonken te St. Malo, na een Brits bombardement begin augustus 1944.
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Kade

Omschrijving: 'Leo S.' (ex 'Franka')
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Skyfotos Ltd.
Onderwerp: Luchtfoto

Omschrijving: 'Diet' (ex 'Franka')
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Hocquard, D.P. (Dave)

Omschrijving: Diet 1940 ex Leo S ex Franka.
Collectie: Marhisdata - Rotterdam
Vervaardiger: Foto Dijkstra, Delfzijl

Omschrijving: Diet 1940 ex Leo S ex Franka
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Diet 1940 ex Leo S ex Franka.
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Clarkson, John

Omschrijving: Diet 1940 ex Leo S ex Franka
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Skyfotos Ltd.
Onderwerp: Luchtfoto

Omschrijving: Diet 1940 ex Leo S ex Franka.
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown