Inloggen
DIANA - ID 18399


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1875-02-04 / 1894-10-12 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1853
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Pillau, see Baltiysk, Prussia
Werfnummer:
Delivery Date: 1853-00-00
Technical Data

Net Tonnage 2: 325.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1875
Datum agenda: 1875-02-04
Register nr: 0
Scheepsnaam: DIANA
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Meijden, D., van der
Plaats: Harlingen
Kapitein op moment van verzoek: in eigendom bevaren
Opmerkingen: voorlopig
fiat

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1875-02-04 DIANA
Manager: Dirk van der Meijden, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Dirk van der Meijden, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Date/Name Ship 1876-03-09 DIANA
Manager: Firma Repko & Co., Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Repko & Co., Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Date/Name Ship 1877-03-04 ONDERNEMING
Manager: Johannes Alta Lzn., Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Johannes Alta Lzn., Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Ship Events Data

1879-10-13: Collision
Elseneur, 14 november 1879. De Nederlandse brik ONDERNEMING, kapt. Pot, van Hudiksvall met hout, is gisteren vroeg bij Laeso met een onbekend gebleven brik in aanvaring geweest, waardoor aan de bakboordzijde de reling met stutten gebroken en schade aan het hek veroorzaakt werd.
1890-10-23: Grounded
Harlingen, 23 oktober 1890. Het alhier te huis behorend brikschip ONDERNEMING, kapt. P. Kuiper Azn, dat met assistentie ener sleepboot heden nacht trachtte in de haven te komen, bleef door lage waterstand bij de stroomleidende dam aan de grond zitten. Ook met het getij van dezen middag kwam de ONDERNEMING niet vlot, niettegenstaande genoemde bodem slechts 42 d.m. diepgang heeft.
1894-10-12: Final Fate: Collision

Harlingen, 18 oktober. De bemanning van het overzeilde brikschip de ONDERNEMING, kapt. Veldhuis (opm: zie PGC 1810904), van hier naar Sundsvall bestemd, voor zoverre gered, is hier via Harwich aangekomen. De aanvaring geschiedde door het Deense stoomschip CHRISTIAN IX, van Kopenhagen naar Londen, op vrijdag 12 oktober 1894, des morgens circa 8 uur, bij dikke mist op ongeveer 4 mijlen van Skagerrif (opm: Skagerrev).

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Dirk van der Meijden werd per 01 januari 1863 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Garonne". De contributie werd betaald door zijn vrouw Elisabeth Hollenga. Hij werd overgeschreven naar de eerste klasse in 1863029-fol.031.

D.van de Meijden werd per 31 december 1863 met vlagnummer H21 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Neptunus", boekhouders Zeilmakers & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Elisabeth Hollinga028-fol.102.

D.van der Meijden was met vlagnummer H21 lid van het College in de periode 1863-1876034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

D.van der Meijden, woonachtig, te Groningen overleed in 1888035-11 februari 1889.

Het College “Zeemansvoorszorg” verzond 18 oktober 1888 een brief aan de Wed.D.van der Meijden-Hollenga te Groningen met antwoord op een verzoek om uitkering033.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer    periode      type           naam van het schip                                                 boekhouder/reder

  H21/H17 1863-1864 koftjalk     Neptunus (ex Drie Gebroeders, ex Geziena)034            Zeilmaker & Co, Harlingen

                   1865-1867 glj               Concordia (ex Nijssiena Gebka)                                     Repko & Co, Harlingen

                   1868-1870 brik            Almenum (ex Louise Helena)                                         Repko & Co, Harlingen

                      1873     bark           Allegonda Jacoba (ex Damon)                                       Repko & Co, Harlingen

                      1878     bark           Elisabeth (ex Helios)                                                         kap/eigenaar, Harlingen

                   1879-1880 bark           Elisabeth (ex Mittwoch)                                                   kap/eigenaar, Harlingen

                   1880-1882 bark           Elisabeth (ex Margaretha)                                        kap/eigenaar, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt D.H.van der Meijden als gezagvoerder gedurende:

*    1865 van de koftjalk “Neptunus” ex Drie Gebroeders, ex Geziena, gebouwd in 1850 te Muiden, 56 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen;

*    1866 t/m 1868 van de galjoot “Concordia” ex Nijssiena Gebka, gebouwd in 1856 te Veendam, 137 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1869 t/m 1871 van de brik “Almenum” ex Louise Helena, gebouwd in 1839, vermoedelijk te Leer, 264 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1872 van de brik “Daniël” ex Jonic, gebouwd in 1853, bouwlocatie niet vermeld, 335 ton o.m., eigenaar en thuishaven niet vermeld. Het schip is in 1872 verongelukt;

*    1880 t/m 1883 van de bark “Elisabeth” ex Margaretha, gebouwd in 1862, bouwlocatie niet vermeld, 337 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen. Het schip werd in 1883 verkocht naar Duitsland.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1875
Kapitein: Meijden, Dirk van der

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Klaas Hendrik Ebes werd per 26 juli 1872 met vlagnummer H12 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Almenum", boekhouders Repko & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Froukje Bruinsma, geboren te Harlingen 16 augustus 1848028-fol.133.

Hij was lid van het College in de periode 1872-1929034.

K.Ebes was van 1890-1897 en van 1915-1923 commissaris/bestuurslid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg"034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

K.Ebes was (in 1897) aan de beurt van aftreden als commissaris maar "(vertrok) naar Maassluis als havenmeester"035-15 februari 1897.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type           naam van het schip                                                 boekhouder/reder

        H12          1871-1874 brik            Almenum (ex Louise Helena)                                      Repko & Co, Harlingen

                           1875-1876 brik            Diana                                                                               Repko & Co, Harlingen

                           1877-1888 3/m sch.    Allegonda Jacoba (ex Maria Elisabeth, ex Alliës)     Repko & Co, Harlingen

                           1889-1895 bark           Geertruida Albertine

                                                                   (ex Marguérite Louise Régine)                                     Repko & Co, Harlingen

                               1906                           Admiraal Tromp

 

K.Ebes was van 1889-1896 kapitein op de houten bark “Geertruida Albertina”, gebouwd in 1863 door O’Brien, Bathurst, New Brunswick onder de naam “Nyanza”, 418/389 ton, varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip werd op 19 januari 1897 verkocht aan F.Gramsbergen te Delfzijl052.

 

Bouma025 vermeldt K.H.Ebes als gezagvoerder gedurende:

*    1872 t/m 1875 van de brik “Almenum” ex Louise Helena, gebouwd in 1839, vermoedelijk te Leer, 264 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1876 t/m 1877 van de brik “Diana”, gebouwd in 1853 te Pillau, 325 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip voer in 1878 voor J.Alta Lz te Harlingen en was herdoopt in “””Onderneming”;

*    1878 t/m 1889 van de 3/msch. Allegonda Jacoba”, ex Marie Elidabeth, ex Allies, gebouwd in 1856 te Canada, 331 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1890 t/m 1896 de bark “Geertruida Albertine” ex Marguerite-Louise Regine, gebouwd in 1863 te Bathurst New England, 389 ton o.m., varend voor Repko & Co te Delfzijl. Het schip voer in 1897 voor Gransbergen te Delfzijl en was herdoopt in “Dieuwerdina”.

 

Overige bijzonderheden

In een brief dd. 01 juli 1999 van de heer R.M.Eebes Sr te Heerhugowaard aan de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders zou er in het Hannemahuis een ingekleurd portret zijn van de Geertruida Albertine (Eebes vermeldt foutief de "Albertine Geertruida" maar op dit schip hebben volgens Bouma025 geen kapiteins met de naam Ebes gevaren) (Brief ter inzage van de heer K.Suyk te Heiloo).

 

In het dagboek van Celosse (zie Pronker 052) betreffende een reis met de “Amicitia”staat:

Vrijdag 1 Mei 1896 …. We praaiden een Harlinger bark “Geertruida Albertina” … die ons zo dicht langszij kwam dat onze kapitein een gesprek met hem kon voeren ….”. De ontmoeteing was in de Oostzee in de buurt van Hernosand om hout te laden.

 

Provinciale Groninger Courant 03 oktober 1892114

Harlingen, 30 september. Volgens alhier ontvangen bericht is het barkschip GEERTRUIDA ALBERTINA, kapt. Ebes, van Sundsvall naar Harlingen, wegens het loswerken der deklast, de 27e dezer te Arendal binnengelopen. Aan boord is alles wel.

 

Provinciale Groninger Courant 11 oktober 1892114

Harlingen, 8 oktober. Volgens alhier ontvangen bericht heeft het schip GEERTRUIDA ALBERTINA, kapt. Ebes, van Sundsvall naar Harlingen, met losgewerkte deklast te Arendal binnengelopen, op 3 oktober de reis voortgezet.

 

Provinciale Groninger Courant 02 mei 1893114

Groningen, 1 mei. Een opmerkelijk verschijnsel doet zich hier in de scheepvaart voor, n.l. dat onze schepen met lading cokes en steenkolen uit het Ruhrdistrict naar Zweden vertrekken. Zo is reeds vertrokken de ONDERNEMING, kapt. Velthuis, met 100 ton kolen en 150 ton cokes, en liggen tot vertrek gereed de BOTHNIA, kapt. Houwink, om 300 ton, en de GEERTRUIDA AMELIA, kapt. Ebes, om 400 ton cokes naar Zweden over te brengen.

 

NRC 03 januari 1897114

Advertentie. Verkoop barkschip GEERTRUIDA ALBERTINE. De notarissen Maronier en Van Alphen te Rotterdam zijn voornemens om op dinsdag de 19e januari 1897, des namiddags ten 2 ure, in het notarishuis aan de Geldersche Kade aldaar in het openbaar, in één zitting, te veilen en te verkopen het snelzeilend Nederlands barkschip GEERTRUIDA ALBERTINE, groot 388 87/100e tonnen, gevoerd door kapt. K. Ebes, te huis behorende te Harlingen, thans liggende in de Zalmhaven aan de werf van de heren Gebr. Kortlandt te Rotterdam, en aldaar dagelijks te bezichtigen, en zulks met al zijn rondhouten, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen, presennings, kajuits-, stuurmans-, bootsmans-, timmermans- en koksgoed en verdere inventaris, een en ander breder bij aanplakbiljetten omschreven. Informatiën en aanplakbiljetten zijn te bekomen ten kantore van genoemde notarissen, Zuidblaak 72 te Rotterdam, en bij de heren Repko & Co, cargadoors te Harlingen, terwijl mondelinge in lichtingen worden verstrekt door de heer K. Ebes, thans havenmeester te Maassluis.

 

 

Datum vanaf: 1876
Kapitein: Ebes, Klaas Hendrik

Familiegegevens en opleiding

Geert Hilbrandus Pot, scheepsgezagvoerder, beurtschipper, stuurman en stoombootkapitein, werd geboren te Harlingen op 27 augustus 1845 als zoon van Hilbrandus Geerts Pot, koopvaardijkapitein, (zie aldaar) en Trijntje Harmens Drost.

Hij trouwde op 20 april 1871 te Bolsward met Janke Wiebes Hoogeveen, geboren te Makkum op 07 januari 1844 als dochter van Wiebes Klazes Hoogeveen en Sijke Annes Bakker. Zij overleed te Wonseradeel op 04 juli 1893. Geert Hilbrandus hertrouwde op 14 februari 1894 met Rigtje Prins, geboren te Stiens op 03 maart 1863 als dochter van Yme Hendriks Prins en Joukje Huites Bakker. Zij overleed te Dokkum op 23 mei 1929.

Geert Hilbrandus overleed te Dokkum op 18 maart 1929.

 

Hij was stuurman op de “Nieuwland” van 1866-1869 en kreeg in 1866 een getuigschrift van zijn oom Pieter Geerts Pot, die gezagvoerder op de “Nieuwland” was051

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geert H.Pott werd per maart 1877 met vlagnummer 60 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Onderneming", boekhouder niet genoemd. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Janke Hoogeveen. Toegevoegd is de mededeling "Vertrokken en bedankt"028-fol.153.

Hij was met vlagnummer 60 lid van het College in de periode 1874-1880. G.H.Pott wordt vanaf 1874 in Sweijs als gezagvoerder genoemd, maar pas per maart 1877 als gewoon lid eerste klasse ingeschreven034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type           naam van het schip                                          boekhouder/reder

       H60           1872-1874 brik            Onderneming (ex-Vasco de Gama, ex-Eisenbahn)        J.Alta Lz, Harlingen

                                                                   op Falsterbo gestrand en wrak

                               1876        brik            Eendragt (ex Hermann Heinrich)                          L.Alta, Harlingen

                           1877-1879 brik            Onderneming (ex Diana)                                        J.Alta Lz, Hilversum

 

Bouma025 vermeldt G.H.Pott als gezagvoerder gedurende:

*    1872 t/m 1875 van de brik “Onderneming”, ex-Vasco di Gama, ex-Eisenbahn, gebouwd in 1846 te Elbing, 261 ton o.m., , varend voor J.Alta Lz te Harlingen Het schip strandde in 1875 bij Falsterbo en raakte wrak;

*    de schoener-brik “Eendragt” (ex-Hermann Heinrich), gebouwd in 1839 te Leer, 207 ton o.m., in 1877 varend voor L.& D.Alta te Harlingen;

*    de brik “Onderneming” (ex-Diana), gebouwd in 1853 te Pillau, 325 ton o.m., van 1877-1881, varend voor J.Alta Lz te Harlingen;

*    Voorts was Geert Hilbrandus stuurman op de bark “Nieuwland”051, gebouwd in 1857 te Elshout, 754 ton o.m., van 1859-1869 varend onder gezag van kapitein P.G.Pott (zie aldaar) voor rederij J.Vroege te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1877
Kapitein: Pott, Geert Hilbrandus

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Kuiper Az werd per januari 1875 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman van de brik "Zuiderzee". Hij was getrouwd met Hillegiena Kok. In 1877 werd hij overgeschreven naar de eerste klasse029-fol.047.

Pieter Kuiper Az, geboren 10 november 1848, werd per januari 1877 met vlagnummer 21 als lid 2de klasse overgeschreven naar de 1ste klasse bij het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was toen de "Maria Agnieta", boekhouders Repko & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Hillechiena Kok, geboren 07 november 1845. Ten tijde van de overschrijving had het echtpaar 1 kind: Albert (28 augustus 1875)028-fol.149.

Hij was met vlagnummer H21 lid van het College in de periode 1877-1906034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                                 boekhouder/reder

      H21            1877-1879 bark                     Maria Agnieta (ex Perseverance) Repko & Co, Harlingen

                           1880-1892 bark                     Onderneming (ex Diana)                       J.Alta Lz, Harlingen

                               1895        bark                     Mercurius (ex Josephine, ex Omoa)    I.& S.Wiarda, Harlingen

                           1897-1902 cl.bark (st) Admiraal Tromp (ex Maria)                  J.Nienhuijs, Amsterdam

 

P.Kuiper Az was van 1894-1896 kapitein van de houten bark “Mercurius” (ex-Josephine, ex-Omoa), gebouwd in 1866, 430 (392) ton, varend voor rederij I.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip is in 1896 verkocht voor de sloop aan S.de Boer te Makkum052

Kapitein P.Kuiper was in de periode 1897-1906 gezagvoerder van de stalen bark “Admiraal Tromp”, gebouwd in 1892 door Schömer Jensen & Vo te Tonning, Noord Friesland) onder de naam “Marie”, 364 ton. De reders bij de bouw waren van Ierssens & Co te Tonning. Het schip werd in 1897 gekocht door J.Nienhuis te Amsterdam. Het schip werd kort na 07 augustus 1906 vermist op reis van Rio Grande (Zuid Brazilië) naar Suriname052.

 

Bouma025 vermeldt P.Kuiper Az als gezagvoerder gedurende:

*    1877 t/m 1880 van de bark “Maria Agnieta” ex Perseverance, gebouwd in 1853 te Amble, 290 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1881 t/m 1893 van de brik ” Onderneming” ex Diana, gebouwd in 1853 te Pillau, 325 ton o.., vaend voor J.Alta Lz te Harlingen;

*    1894 t/m 1896 van de bark “Mercurius” ex Josephine, ex Omoa, gebouwd in 1866 te Nova Scotia, 349 ton o.m., varend voor I. & S. Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1896 verkocht naar Makkum voor de sloop;

*    1897 t/m 1907 van de stalen bark “Admiraal Tromp”, ex Marie, gebouwd in 1892 te Tønning, 397 ton n.m., varend voor J.Nienhuys te Amsterdam. Het schip is in 1907 vergaan

 

Overige bijzonderheden

Reizen met de bark “Admiraal Tromp” onder kapitein P.Kuiper worden beschreven door Meilof Hoedemaker, die deze als lichtmatroos meemaakte en zijn belevenissen optekende in “Herinneringen uit mijn zeilvaarttijd” (p.49 t/m 76) in het boek “Dwarsgetuigd. Herinneringen van Kaap Hoorn-vaarders” door K.Suyk Jr, De Boer Maritiem. Unieboek bv., Bussum, 1978. Tegen oktober 1897 vertrok het schip vanuit Amsterdam via IJmuiden naar Suriname. Hoedemaker beschrijft de slecht voeding aan boord en geeft een levendig verslag van een vechtpartij te Suriname, die door politie-ingrijpen werd gesmoord. De terugreis ging met een lading hout.

“De “Admiraal Tromp” was geen gelukkig schip. Op een der volgende reizen van Suriname naar Kopenhagen ging zij na een gedeelte der lading gelost te hebben, naar Amsterdam. Op deze reis viel een 17-jarige lichtmatroos, Houwink genaamd, bij donker worden overboord. Een sloep werd uitgezet bemand met beide stuurlieden en twee matrozen. Van de drenkeling, de sloep en bemanning werd niets meer gehoord, zodat allen omgekomen zijn. Een verlies van vijf man was een ramp, niet het minst voor kapitein Kuipers (sic). Het schip bleef de gehele nacht in de buurt van het ongeval en vervolgde eerst bij dagenraad de reis.

Het einde van de “Admiraal Tromp” kwam in 1906 toen het schip op reis van Rio Grande naar Paramaribo met man en muis is gebleven, vermoedelijk omgeslagen in een pampero.”

 

Voormelde ramp met de “Admiraal Tromp” werd behandeld door de Raad van Tucht voor de Koopvaardij. In het verslag wordt melding gemaakt van het volgende:

“Het slechts 397 ton metende barkschip ‘Admiraal Tromp’ was in november 1902 op haar thuisreis uit West-Indië. De eerste aanloophaven in Europa was Malmö; daarna werd gekoerst op de thuishaven Amsterdam. De oversteek was probleemloos verlopen en op 9 november vertrok het schip van Malmö; op 11 november voer het in de Noordzee ter hoogte van Doggersbank.  … Het journaal vermeldde nog dat er maanlicht was en een heldere sterrenhemel.

Door een nimmer duidelijk geworden oorzaak viel plotseling de 15-jarige scheepsjongen M.Meinsma van de campagne overboord. Hij stond daar op de uitkijk en zijn hulpgeroep betekende alle hens aan dek”. Middels een toegeworpen reddingsboei en ook het verminderen van de vaart van het schip werd geprobeerd hulp te bieden. Er werd een boot uitgezet die spoedig uit zicht verdween (het was nacht). Hoewel daarna werd geprobeerd de reddingsboot te traceren gelukte dat niet. De volgende ochtend om 8 uur werden vuurpijlen afgeschoten, maar alles zonder reactie. Na overleg met de bemanning werd door de kapitein besloten de reis voort te zetten en op 15 mei kwam het schip te IJmuiden aan.

Bij de getuigenverhoren door de Raad werd duidelijk dat de reddingsboot in uitstekende staat was en gedurende de reis ook steeds goed was onderhouden.

“Uit het door de Raad ingestelde onderzoek kon niet anders worden geconcludeerd dat de ramp aan een vijftal van de opvarenden van de ‘Admiraal Tromp’ nabij de Doggersbank overkomen, geen aanleiding is om gezagvoerder Pieter Kuiper ‘met enige blaam te treffen’”104.

 

 

Datum vanaf: 1880
Kapitein: Kuiper Az, Pieter

Familiegegevens en opleiding

Zowel in de BS-gegevens als in de monsterrollen wordt de naam geschreven als Veldhuis en Velthuis.

Richtinggevend voor verdere identificatie zijn de vermeldingen in de archieven van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg” van de namen van der Meer, Weissenbach en Rosema (zie hierna).

Een Hendrik Velthuis werd geboren op 09 november 1838 te Harlingen als zoon van Geert Hindriks Velthuis en Hiltje Willems van der Meer. Een Hendrik Velthuis, zoon van genoemd echtpaar Velthuis/van der Meer, overleed te Harlingen/Ooststellingerwerf op18 april 1843.

Een tweede Hendrik Veldhuis werd geboren te Wildervank op 29 november 1845 als zoon van wederom Geert Hendriks Veldhuis en Hiltje Willems van der Meer. Gezien het geboortejaar en de vermelding in de monsterrollen gaat het hier om de latere gezagvoerder.

Gezien de vermelding bij de inschrijving als lid van “Zeemansvoorzorg” te Harlingen moet Hendrik voor de eerste maal getrouwd zijn nà 1876. Hij zou na dat jaar getrouwd zijn met ene Grietje Weissenbach, geboren op 24 augustus 1850, maar de geboorteplaats is niet achterhaald. Gezien het volgend huwelijk in 1892, moet Grietje vóór die datum zijn overleden (of gescheiden). Een overlijdensdatum is niet gevonden

Hendrik trouwde te Delfzijl op 14 december 1892 als scheepskapitein met Siemke Rozema, geboren te Farmsum op 23 november 1868 als dochter van de voerrman Kornelis Rozema en Harmanna Schreuder. Zij overleed te Delfzijl op 03 juni 1913, 44 jaar.

Een overlijdensakte van Hendrik is niet gevonden Wèl werd in 1911 in Delfzijl nog het overlijden gemeld van de 11-jarige zoon van Hendrik en Siemke.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Hendrik Velthuis werd per september 1876 met vlagnummer 48 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Jetske", boekhouders K.Posthumus & Co. De contributie werd voldaan door de boekhouders. Hij was ongehuwd. Toegevoegd is "1877 Trekkend lid geworden ten behoeve zijner Moeder Weduwe H.Velthuis geb.van der Meer". Voorts is vermeld: " kapitein H.Velthuis thans voerende het brikschip Elisabeth van dezelfde reederij is in 1879 gehuwd met Grietje Weissenbach geboren den 24 Augustus 1850. Hertrouwde 14 dec 1892 met Siemke Rosema. Woont thans te Farnsum028-fol.147.

Hij was met vlagnummer H48 lid van het College in de periode 1876-1904034.

 

H.Velthuis was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 27 in de periode 1897 t/m 1906

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg uit Harlingen036

vlagnummer   periode    type          naam van het schip                      boekhouder/reder

      H48          1876-1877 kof            Jetske (ex Twee Gebroeders)      K.Posthumus & Co, Harlingen

                          1878-1881 bark          Elisabeth (ex George)                  K.Posthumus & Co, Harlingen

                          1882-1884 bark          Elisabeth (ex George)                  K.Posthumus & P.J.Holstein, Harlingen

                            1889       bark          Orion (ex William Leckie)          G.G.Albers Sr, Farmsum

                             1892      3/m sch.   Twee Gebroeders (ex Orion,

                                                                  ex William Leckie)                      H.G.Albers, Werkendam

                                                                  bij Larvik verongelukt

                          1895-1901 bark          Nijestein (ex Confidenza)           S.Barends, Delfzijl

                             1902                         16 juni bij Söderhamn gestrand en wrak

 

Bouma025 vermeldt H.Veldhuis als gezagvoerder gedurende:

*   1890 t/m 1892 van de bark “Orion” ex William Leckie, gebouwd in 1855 te Sunderland, 416 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela. Het schip voer in 1893 voor H.G.Albers te Werkendam en was herdoopt in “Twee Gebroeders”;

*   1893 van de bark “Twee Gebroeders” ex Orion, ex William Leckie, gebouwd in 1855 te Sunderland, 416 ton o.m., varend voor H.G.Albers te Werkendam.

Bouma025 vermeldt H.Velthuis als gezagvoerder gedurende:

*   1894 van de brik “” Onderneming” ex Diana, gebouwd in 1853 te Pillau, 325 ton o.m., varend voor J.Alta Lz te Harlingen. Het schip is in 1894 gezonken na aanvaring in het Kattegat/Noordzee;

*   1896 van de bark “Nijestein” ex Confidenza, gebouwd in 1869 te Varazza, 524 ton o.m., varend voor S.Barends te Delfzijl.

 

Gegevens uit het Gemeentarchief van Delfzijl

Monsterrol 1888-116, 19 december 1888, schoener “Advena”, kapitein Berend Harmannus Visser, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hendrik Veldhuis, 43 jaar uit Harlingen, kok, 3 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;

Monsterrol 1889-135, 19 november 1889, schoener “Orion”, kapitein Hendrik Velthuis, 43 jaar uit Harlingen. Voorts stuurman Pieter Bakker, 44 jaar uit Harlingen,bootsman/zeilmaker, kok, 4 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;

Monsterrol 1891-7, 12 februari 1891, schoener “Orion”, kapitein Hendrik Velthuis, 45 jaar uit Harlingen. Voorts stuurman Wietzo Velthuis, 41 jaar uit Harlingen, bootsman, kok, 4 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;

Monsterrol 1891-84, 29 augustus 1891, schoener “Orion”, kapitein Hendrik Velthuis, geen leeftijd vermeld uit Harlingen. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid;

Monsterrol 1892-19, 17 maart 1892, schoener “Twee Gebroeders”, kapitein Hendrik Velthuis, 46 jaar uit Harlingen. Voorts 1ste stuurman Jan Stieuwen, 38 jaar uit Terschelling, 2de stuurman Freerk Albers, 31 jaar uit Den Haag, bootsman, kok, 3 matrozen, lichtmatroos en 2 dekjongens;

Monsterrol 1895-31, 02 april 1895, bark “Nijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 49 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hillebrand Smid, 35 jaar uit Appingedam, bootsman, kok, 3 matrozen, 4 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1895-78, 24 juli 1895, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 43 jaar uit Farmsum. Voorts 1ste stuurman Hilbrand Smid, 35 jaar uit Appingedam, 2de stuurman Barend Barends, 22 jaar uit Groningen, kok, 4 matrozen, 3 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1896-38, 25 maart 1896, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 50 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hilbrand Smid, 36 jaar uit Appingedam, bootsman/zeilmaker, kok, 3 matrozen, 4 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1896-81, 18 juni 1896, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 50 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hilbrand Smid, 36 jaar uit Appingedam, bootsman/zeilmaker, kok, 4 matrozen, 3 lichtmatrozen, dekjongen en twee passagiers;

Monsterrol 1897-44, 22 april 1897, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 50 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hilbrand Smid, 38 jaar uit Appingedam, bootsman/zeilmaker, kok, 3 matrozen, 3 lichtmatrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1897-70, 27 juli 1897, bark “Neijenstein”, kapitein Hindrik Velthuis, 50 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Arend Vos, 29 jaar uit Noordbroek, kok, bootsman/zeilmaker, 4 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1897-82a, 15 september 1897, bark “Nijenstein”, kapitein Hindrik Velthuis, 51 jaar uit Farmsum. Voorts 2de stuurman Hayo Bos, 30 jaar uit Eenum, kok, zeilmaker, matroos en een dekjongen;

Monsterrol 1897-82b, 18 september 1897, bark “Nijenstein”, kapitein Hindrik Velthuis, 51 jaar uit Farmsum. Voorts 1ste stuurman Arend Vos, 29 jaar uit Noordbroek, matroos en 3 lichtmatrozen;

Monsterrol 1898-66, 27 juli 1898, bark “Nijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 51 jaar uit Delfzijl. Voorts 1ste stuurman Arend Vos, 30 jaar uit Noordbroek, 2de stuurman Barend Barends, 25 jaar uit Delfzijl, kok, 3 matrozen en 4 lichtmatrozen;

Monsterrol 1899-30, 31 maart 1899, bark “Nijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 52 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Arend Vos, 30 jaar uit Noordbroek, bootsman, kok, 4 matrozen, 3 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1899-42, 13 april 1899, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, geen leeftijd vermeld uit Farmsum. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid;

Monsterrol 1899-43, 13 april 1899, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, geen leeftijd vermeld uit Farmsum. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid;

Monsterrol 1899-52, 08 mei 1899, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, geen leeftijd vermeld uit Delfzijl. Is enige naam op de monsterrol;

Monsterrol 1899-69, 13 juli 1899, bark “Nijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, 52 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Arend Vos, 30 jaar uit Noordbroek, bootsman, zeilmaker, kok, 3 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1900-40, 14 april 1900, bark “Nijenstein”, kapitein H.Velthuis, 55 jaar uit Farmsum. Voorts 1ste stuurman J.Goëken, 60 jaar uit Delfzijl, 2de stuurman D.A.Formen, 22 jaar uit Groningen, bootsman, kok, 2 matrozen, 4 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1900-61, 18 juli 1900, bark “Nijenstein”, kapitein H.Velthuis, 54 jaar uit Farmsum. Voorts 1ste stuurman J.Goëken, 60 jaar uit Delfzijl, 2de stuurman D.A.Forma, 22 jaar uit Groningen, bootsman, kok, 2 matrozen, 4 lichtmatrozen, dekjongen en een passagier;

Monsterrol 1901-29, 02 april 1901, bark “Nijenstein”, kapitein H.Velthuis, 53 jaar uit Delfzijl. Voorts 1ste stuurman J.Goëken, 61 jaar uit Delfzijl, 2de stuurman G.Neut, 60 jaar uit Delfzijl, bootsman, kok, 3 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1902-11, 02 april 1902, bark “Nijenstein”, kapitein H.Velthuis, 56 jaar uit Farmsum. Voorts 1ste stuurman T.P. ter Wiel 24 jaar uit Gamswerd, 2de stuurman G.Neut, 60 jaar uit Zoutkamp, bootsman, kok, 3 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1903-26b, 30 juni 1903, bark “Nijenstein”, kapitein H.Veldhuis, geen leeftijd en woonplaats vermeld.. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid;

Monsterrol 1904-16, 28 maart 1904, bark “Nijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, geen leeftijd vermeld uit Delfzijl. Is enige vermelding op de monsterrol;

Monsterrol 1904-25a, 29 april 1904, schoener “Mathilde”, kapitein T.R.Wielema, 56 jaar uit Schiermonnikoog. Voorts 1ste stuurman H.Velthuis, 58 jaar uit Farmsum, 2de stuurman Th. de Groot, 27 jaar uit Schiermonnikoog, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1909-14b, 06 februari 1909, bark “Neijenstein”, kapitein Hendrik Velthuis, geen leeftijd vermeld uit Farmsum. Voorts een niet met rang aangeduid bemanningslid;

 

Samenvatting van de monsterrollen

  1. De voornaam Hendrik wordt in de monsterrollen soms ook gespeld als Hindrik. Voorts wordt de achternaam gespeld als Velthuis en Veldhuis.
  2. Er zijn in totaal 27 monsterrollen op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen zijn afkomstig uit het Gemeentearchief van Delfzijl.
  3. De monsterrollen zijn gedateerd van 1888 t/m 1909 met als leeftijden 43 t/m 63 jaar. De zeemanscarriére heeft derhalve minstens 20 jaar geduurd.
  4. Al woonplaats is aanvankelijk Harlingen genoemd en vanaf begin negentiger jaren steeds Farmsum/Delfzijl.
  5. Het overzicht van de monsterrollen luidt:

       *     1888               stuurman op de schoener “Advena”, kapt. Berend H.Visser                                     43 jaar

       *     1889-1891    kapitein op de schoener “Orion”.                                                                                 43-45 jaar

       *     1892               kapitein van de schoener “Twee Gebroeders”                                                            46 jaar

       *     1895-1904    kapitein op de bark “Nijenstein”                                                                                   49-58 jaar

       *     1904               stuurman op de schoener “Marhilde”, kapt. T.R.Wielema                                       58 jaar

       *     1909               kapitein op de bark “Nijenstein”                                                                                   63 jaar

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee” Jg 1895, p.120 t/m 124 staat een verslag van de “Raad van Tucht voor de Koopvaardij te Amsterdam inzake het gedrag van gezagvoerder H.Velthuis “bij gelegenheid van de aan het Nederlandsche brikschip “Onderneming”, op 12 Oktober 1894, overkomen ramp. Het verslag vermeldt het volgende:

Het schip is op 26 september 1894 van Harlingen in ballast vertrokken naar Sundswall. Het schip was technisch in orde. Zonder noemenswaardige voorvallen is de reis voortgezet tot 11 oktober 1894 tot nabij het vuur van Hirshald. Op 12 oktober werd het vuurschip van Skager Rif gepeild. Het was mistig met een dikke lucht en kalme zee. Er was uitkijk en regelmatig werd een stoot op de misthoorn gegeven. In de morgen van die dag werd de brik aan bakboord aangevaren door een Deens stoomschip de “Christian IX” onder kapitein P.Mollerup. De “Onderneming” zonk binnen twee minuten waarbij de stuurman A. van Gorkum en een jongen verdronken. Er was geen tijd scheepspapieren te redden. Later werd de scheepskist van de stuurman uit het water gevist, waarin het logboek. De rest van de bemanning ging aan boord van het stoomschip en werden afgezet te Kopenhagen, reisde daarna naar Londen waar zij op 15 oktober aankwamen.

De Raad oordeelde “dat de gezagvoerder H.Velthuis, noch de aanvaring, noch het verlies van twee menschenlevens had kunnen voorkomen en de ramp dus niet aan eenige schuld of nalatigheid zijnerzijd kan worden toegeschreven.”

Hij werd derhalve vrijgesproken

 

NRC 17 oktober 1895114

Delfzijl, 14 oktober. Het Nederlandse schip (opm: bark) NIJENSTEIN, kapt. H. Velthuis, alhier binnengesleept door de sleepboot ALBATROS, heeft zware slagzij.

 

Provinciale Groninger Courant 02 februari 1898114

Vlissingen (opm: geen datum). Het Nederlandse barkschip NIJENSTEIN is na te Middelburg de lading gelost te hebben, heden morgen aldaar in het dok gezet om de geleden schade te herstellen.

 

Provinciale Groninger Courant 10 oktober 1898114

Delfzijl, 10 oktober. Sedert een paar dagen liggen hier ter lossing vier zeilschepen met het inhebbende hout. Gisterenavond kwam hier ter rede het schip NIJENSTEIN, kapitein Velthuis, mede met hout beladen van de Oostzee, om hier te lossen. …

 

Provinciale Groninger Courant 03 september 1901114

Delfzijl, 31 augustus De Nederlandse schepen NIJENSTEIN, kapt. H. Velthuis, IDA, kapt. H. Leeuw, JAN SIEVERT, kapt. P. Arkema, en CHARLOTTE EN ANNA, kapt. N. Arkema, zijn reeds alle vier afgetuigd en hier opgelegd, daar geen lonende vrachten meer te krijgen waren, vermoedelijk zullen meerdere schepen spoedig volgen.

 

 

Datum vanaf: 1893
Kapitein: Velthuis, Hendrik

Monsterrollen

Opgemaakt Harlingen
Datum: 1875-02-04
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: DIANA
Schipper: Meijden, D. van der
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1875

Win 170375
Vlissingen, 13 maart. Uitgezeild DIANA, Van der Meijden naar Riga.
WIN 150575
Bolderaa, 7 mei. Aangekomen DIANA, Van der Meijden van Antwerpen.
NVEC 050675
Bolderaa, 28 mei. Uitgezeild DIANA, Van der Meijden naar de Wezer.
AH 240675
Brake, 31 juni. Binnengekomen DIANA, Van der Meijden van Riga.
AH 080775
Bremerhaven, 5 juli. Uitgezeild DIANA, Van der Meijden naar Sunderland.
WIN 040875
Sundswall, 26 juli. Binnengekomen DIANA, Van der Meijden van Antwerpen.
DT 070975
Vlie, 3 september. Aangekomen DIANA, D. van der Meijden van Sundswall.

1876

AH 260376
Vlie, 25 maart. Uitgezeild DIANA, Ebes naar Dundee.
AH 300476
Elseneur, 25 april. Hier geankerd DIANA, Ebes van Dundee naar Danzig.
AH 200676
Elseneur, 14 juni. Gepasseerd DIANA, Ebes van Danzig naar Wilhelmshaven.
AH 290776
Elseneur, 24 juli. Gepasseerd DIANA, Ebes van Wilhelmshaven naar de Oostzee.
AH 250876
Elseneur, 21 augustus. Gepasseerd DIANA, Ebes van Sundswall naar Harlingen.
VEC 091176
Delfzijl, 5 november. Binnengekomen DIANA, Ebes, van Riga naar Harlingen, als belegger, zal denkelijk alhier zijne lading hout lossen.

1877

DT 010877
Vlie, 29 juli. Uitgezeild ONDERNEMING, G.H. Pot naar Riga.
DT 210977
Vlie, 19 september. Binnengekomen ONDERNEMING, G.H. Pot van Riga.

1878

DT 031078
Vlie, 1 oktober. Binnengekomen ONDERNEMING, G.H. Pot van Hernösand.

1879

DT 010779
Helvoet, 29 juni. Binnengekomen ONDERNEMING, G.H. Pot van Riga.
NRC 141179
Elseneur, 11 november. De volgende noordwaarts bestemde Nederlandse schepen liggen hier wegens tegenwind ter rede:

MARNIX, kapt. Kuiper; MARIA AGNIETA; kapt. Kuiper, FRISIA, kapt. Boswijk; MINERVA, kapt. Maas; HARLINGEN, kapt. Fluchmacher; JACOBUS ANTHONIE, kapt. Mellema, SUSANNA ELISABETH, kapt. Bouchier; VRACHTZOEKER, kapt. Coole; ONDERNEMING, kapt. Pot; HOUTHANDEL, kapt. Koster; ZUIDERZEE, kapt. Bleeker; JANNA, kapt. Valk; JAN VAN BRAKEL, kapt. Draijer; ARABISTAN, kapt. Oldenburger; ARGO, kapt. Mensonides; ALBERT HOMANN, kapt. Scholten, BELLE, kapt. Eefting; CATHARINA, kapt. Jager; ALIDA, kapt. Albers; PETRONELLA, kapt. Tak; PEDRO, kapt. Jongman; CONCORDIA, kapt. Bos; DIRK HENDRIK, kapt. Potjewijd; OOSTZEE PACKET, kapt. Smit; GEERDINA, kapt. Flik; FENNA, kapt. Zeilinga; HARMONIE, kapt. Oldenburger; DRIE GEZUSTERS, kapt. Holstein; en BETTINA, kapt. Leffers.
NRC 191179
Elseneur, 14 november. De Nederlandse brik ONDERNEMING, kapt. Pot, van Hudiksvall met hout, is gisteren vroeg bij Laeso met een onbekend gebleven brik in aanvaring geweest, waardoor aan de bakboordzijde de reling met stutten gebroken en schade aan het hek veroorzaakt werd.
PGC 191179
Elseneur, 14 november. Het schip ONDERNEMING, kapt. G.H. Pot, van Hudiksvall naar Harlingen, heeft schade aan het hek, zijnde in het Kattegat aangezeild.

 

1880

NRC 070180
Cuxhaven, 4 januari. Het Nederlands brikschip ONDERNEMING, kapt. Pot, van Noorwegen naar Harlingen, is hier gisteren inkomende geankerd. Het heeft gebrek aan drinkwater.

Op 24-04-1880 wordt voor de ONDERNEMING door kapt. P. Kuiper Azn. te Harlingen de monsterrol getekend.

HV 010580
Vlie, 29 april. Uitgezeild
ONDERNEMING, Kuiper naar Hernösand.

1881


Op 09-03-1881 wordt voor de ONDERNEMING door J. Alta Lz. uit Harlingen een eerste (opm: bedoeld wordt nieuwe) zeebrief aangevraagd voor kapt. P. Kuiper Anz.

1883

NRC 200483
Harlingen, 18 april. Volgens een telegram aan de rederij alhier uit Burntisland ontvangen, is het schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, van hier heden aldaar aangekomen.

PGC 200683
Harlingen, 17 juni. Volgens particulier telegram is het brikschip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, van Norrköping, gisteravond behouden te Sundsvall aangekomen.

Van de 18de. Volgens particulier bericht is het schip LAMBERTHA, kapt. Bos, van Harlingen te Brevig gearriveerd.

1884

NRC 190784
Harlingen, 18 juni. Volgens een particulier bericht is het Nederlandse schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, heden van hier te Sundsvall aan gekomen.
NRC 310784
Harlingen, 29 juli. Het Nederlandse brikschip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, is volgens een particulier telegram hedenochtend van Sundsvall herwaarts vertrokken.
NRC 050984
Harlingen, 4 september. Volgens een bij de rederij ontvangen bericht is gisteren te Sundsvall gearriveerd het schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, van Harlingen.
NRC 150984
Harlingen, 12 september. Volgens een telegram aan de rederij is het schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, heden van Sundsvall naar Harlingen vertrokken.

1885

NRC 290485
Harlingen, 28 april. Het Nederlandse barkschip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, van Harlingen, is volgens een bij de rederij ontvangen telegram heden te Aberdeen aangekomen.
NRC 210785
Harlingen, 20 juli. Volgens particulier bericht is het Nederlandse schip STAD STEENWIJK, kapt. Leujes, van Harlingen heden te Sundsvall gearriveerd, en is het Nederlandse schip WATERGEUS, kapt. Kuiper, eveneens van Harlingen, te Borga gearriveerd. Volgens bij de rederij ontvangen berichten is het Nederlandse schip NICOLAAS, kapt. Burghout, mede van Harlingen, eveneens heden te Sundsvall aangekomen, is de ONDERNEMING, kapt. Kuiper, te Hernösand, en de ADELAAR, kapt. De Boer, beide mede van Harlingen, te Nyland gearriveerd.
NRC 170985
Harlingen, 16 september. Volgens een bij de rederij ontvangen bericht, is van hier te Sundsvall gearriveerd het schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper.

1887

NRC 260887
Harlingen, 24 augustus. Volgens heden bij de rederij ontvangen telegrafisch bericht is het Nederlandse brikschip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, van Harlingen te Sundsvall aangekomen. Alles wel.
NRC 140987
Harlingen, 13 september. Volgens particulier bericht zijn gearriveerd te Sundsvall het schip MARGUERITE LOUISE REGINE, kapt. van de Meer, en te Hernosand het schip ALBERTINE AMEUA, kapt. Meinsma, beide van Harlingen, en vertrok het schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, van Sundsvall naar Harlingen.
NRC 251087
Harlingen, 24 oktober. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is het Nederlandse schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, van hier te Sundsvall gearriveerd.

1889

NRC 190789
Harlingen (geen datum). Volgens telegram arriveerde het schip ONDERNEMING, kapt. Kuiper, heden van hier te Sundsvall.

1890

PGC 251090
Harlingen, 23 oktober. Het alhier te huis behorend brikschip ONDERNEMING, kapt. P. Kuiper Azn, dat met assistentie ener sleepboot heden nacht trachtte in de haven te komen, bleef door lage waterstand bij de stroomleidende dam aan de grond zitten. Ook met het getij van dezen middag kwam de ONDERNEMING niet vlot, niettegenstaande genoemde bodem slechts 42 d.m. diepgang heeft.

1892

PGC 040293
Harlingen, 1 februari. Het driemast schoenerschip ZEEMEEUW, laatst bevaren door kapt. Kuijper, zal thans bevaren worden door kapt. Koen, en het barkschip MERCURIUS, dat vroeger bevaren werd door kapt. Koen, zal nu bevaren worden door kapt. Kuijper, laatst gezagvoerder van het brikschip ONDERNEMING.

1893

PGC 040293
Harlingen, 1 februari. Het driemast schoenerschip ZEEMEEUW, laatst bevaren door kapt. Kuijper, zal thans bevaren worden door kapt. Koen, en het barkschip MERCURIUS, dat vroeger bevaren werd door kapt. Koen, zal nu bevaren worden door kapt. Kuijper, laatst gezagvoerder van het brikschip ONDERNEMING.
PGC 270393
Harlingen, 23 maart. Het Nederlandse brikschip ONDERNEMING, vroeger bevaren door kapt. Kuiper, zal thans gevoerd worden door kapt. Veldhuis.
PGC 020593
Groningen, 1 mei. Een opmerkelijk verschijnsel doet zich hier in de scheepvaart voor, n.l. dat onze schepen met lading cokes en steenkolen uit het Ruhrdistrict naar Zweden vertrekken. Zo is reeds vertrokken de ONDERNEMING, kapt. Velthuis, met 100 ton kolen en 150 ton cokes, en liggen tot vertrek gereed de BOTHNIA, kapt. Houwink, om 300 ton, en de GEERTRUIDA AMELIA, kapt. Ebes, om 400 ton cokes naar Zweden over te brengen.
NRC 241193
Harlingen, 23 november. Het heden alhier van Kotka gearriveerde brikschip ONDERNEMING, kapt. Velthuis, had in de haven komende nog de quarantaine vlag in top, daar door afwezigheid der geneesheer te Vlieland de bemanning van genoemd schip niet op de rede van Vlie geneeskundig kon worden onderzocht.

1894

PGC 181094
Harlingen, 16 oktober. Volgens een telegram uit Londen van kapitein H. Veldhuis, alhier gisteravond ontvangen, is het Nederlandse brikschip ONDERNEMING, 26 september van hier naar Sundsvall vertrokken, door een stoomschip overzeild en gezonken. De stuurman en de jongen zijn verdronken. Nadere bijzonderheden volgen nog.

Van Londen verneemt men nog dat het stoomschip CHRISTIAN IX in het Kattegat in aanvaring is geweest met het Nederlandse brikschip ONDERNEMING. De equipage werd, met uitzondering van twee man die verdronken zijn, gered. (opm: zie LC 191094 en AH 241194)
LC 191094
Harlingen, 18 oktober. De bemanning van het overzeilde brikschip de ONDERNEMING, kapt. Veldhuis (opm: zie PGC 1810904), van hier naar Sundsvall bestemd, voor zoverre gered, is hier via Harwich aangekomen. De aanvaring geschiedde door het Deense stoomschip CHRISTIAN IX, van Kopenhagen naar Londen, op vrijdag 12 oktober, des morgens circa 8 uur, bij dikke mist op ongeveer 4 mijlen van Skagerrif (opm: Skagerrev). De stoomboot boorde met een ongeveer 8 mijls vaart zover in de ONDERNEMING ter hoogte van de fokkemast, dat genoemde bodem binnen de tijd van 5 minuten zonk. De stuurman A. van Gorcum verdween onmiddellijk in de draaikolk, door het zinkende schip gemaakt, en hoewel de jongen K. Pries in de eerste ogenblikken er in slaagde zich aan de ankerketting der stoomboot boven water te houden, moest hij al spoedig loslaten en verdween eveneens in de diepte. De behandeling aan boord van de CHRISTIAN IX, die van Kopenhagen bestemd was naar Londen, wordt door de schipbreukelingen zeer geroemd. Van hun eigendomen hebben de geredden niets kunnen behouden.
AH 241194
Harlingen, 23 november. Aan de rederij van het alhier thuis behoord hebbende brikschip ONDERNEMING, ex-DIANA, kapt. Velthuis, dat de 16e oktober l.l. door het Deense stoomschip CHRISTIAN IX in de grond werd geboord (opm: zie PGC 181094), werd bij minnelijke schikking door de rederij van genoemd stoomschip een vergoeding toegekend. Aan de equipage werd eveneens verloren geraakte klederen terugbetaald.


 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 1875
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
AH = Algemeen Handelsblad
DT = De Tijd
LC = Leeuwarder Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
NVEC = Nieuwe Veendammer Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
VEC = Veendammer Courant
WIN = Winschoter Courant