Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Klaas Hendrik Ebes werd per 26 juli 1872 met vlagnummer H12 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Almenum", boekhouders Repko & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Froukje Bruinsma, geboren te Harlingen 16 augustus 1848028-fol.133.
Hij was lid van het College in de periode 1872-1929034.
K.Ebes was van 1890-1897 en van 1915-1923 commissaris/bestuurslid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg"034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
K.Ebes was (in 1897) aan de beurt van aftreden als commissaris maar "(vertrok) naar Maassluis als havenmeester"035-15 februari 1897.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H12 1871-1874 brik Almenum (ex Louise Helena) Repko & Co, Harlingen
1875-1876 brik Diana Repko & Co, Harlingen
1877-1888 3/m sch. Allegonda Jacoba (ex Maria Elisabeth, ex Alliës) Repko & Co, Harlingen
1889-1895 bark Geertruida Albertine
(ex Marguérite Louise Régine) Repko & Co, Harlingen
1906 Admiraal Tromp
K.Ebes was van 1889-1896 kapitein op de houten bark “Geertruida Albertina”, gebouwd in 1863 door O’Brien, Bathurst, New Brunswick onder de naam “Nyanza”, 418/389 ton, varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip werd op 19 januari 1897 verkocht aan F.Gramsbergen te Delfzijl052.
Bouma025 vermeldt K.H.Ebes als gezagvoerder gedurende:
* 1872 t/m 1875 van de brik “Almenum” ex Louise Helena, gebouwd in 1839, vermoedelijk te Leer, 264 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;
* 1876 t/m 1877 van de brik “Diana”, gebouwd in 1853 te Pillau, 325 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip voer in 1878 voor J.Alta Lz te Harlingen en was herdoopt in “””Onderneming”;
* 1878 t/m 1889 van de 3/msch. Allegonda Jacoba”, ex Marie Elidabeth, ex Allies, gebouwd in 1856 te Canada, 331 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;
* 1890 t/m 1896 de bark “Geertruida Albertine” ex Marguerite-Louise Regine, gebouwd in 1863 te Bathurst New England, 389 ton o.m., varend voor Repko & Co te Delfzijl. Het schip voer in 1897 voor Gransbergen te Delfzijl en was herdoopt in “Dieuwerdina”.
Overige bijzonderheden
In een brief dd. 01 juli 1999 van de heer R.M.Eebes Sr te Heerhugowaard aan de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders zou er in het Hannemahuis een ingekleurd portret zijn van de Geertruida Albertine (Eebes vermeldt foutief de "Albertine Geertruida" maar op dit schip hebben volgens Bouma025 geen kapiteins met de naam Ebes gevaren) (Brief ter inzage van de heer K.Suyk te Heiloo).
In het dagboek van Celosse (zie Pronker 052) betreffende een reis met de “Amicitia”staat:
Vrijdag 1 Mei 1896 …. We praaiden een Harlinger bark “Geertruida Albertina” … die ons zo dicht langszij kwam dat onze kapitein een gesprek met hem kon voeren ….”. De ontmoeteing was in de Oostzee in de buurt van Hernosand om hout te laden.
Provinciale Groninger Courant 03 oktober 1892114
Harlingen, 30 september. Volgens alhier ontvangen bericht is het barkschip GEERTRUIDA ALBERTINA, kapt. Ebes, van Sundsvall naar Harlingen, wegens het loswerken der deklast, de 27e dezer te Arendal binnengelopen. Aan boord is alles wel.
Provinciale Groninger Courant 11 oktober 1892114
Harlingen, 8 oktober. Volgens alhier ontvangen bericht heeft het schip GEERTRUIDA ALBERTINA, kapt. Ebes, van Sundsvall naar Harlingen, met losgewerkte deklast te Arendal binnengelopen, op 3 oktober de reis voortgezet.
Provinciale Groninger Courant 02 mei 1893114
Groningen, 1 mei. Een opmerkelijk verschijnsel doet zich hier in de scheepvaart voor, n.l. dat onze schepen met lading cokes en steenkolen uit het Ruhrdistrict naar Zweden vertrekken. Zo is reeds vertrokken de ONDERNEMING, kapt. Velthuis, met 100 ton kolen en 150 ton cokes, en liggen tot vertrek gereed de BOTHNIA, kapt. Houwink, om 300 ton, en de GEERTRUIDA AMELIA, kapt. Ebes, om 400 ton cokes naar Zweden over te brengen.
NRC 03 januari 1897114
Advertentie. Verkoop barkschip GEERTRUIDA ALBERTINE. De notarissen Maronier en Van Alphen te Rotterdam zijn voornemens om op dinsdag de 19e januari 1897, des namiddags ten 2 ure, in het notarishuis aan de Geldersche Kade aldaar in het openbaar, in één zitting, te veilen en te verkopen het snelzeilend Nederlands barkschip GEERTRUIDA ALBERTINE, groot 388 87/100e tonnen, gevoerd door kapt. K. Ebes, te huis behorende te Harlingen, thans liggende in de Zalmhaven aan de werf van de heren Gebr. Kortlandt te Rotterdam, en aldaar dagelijks te bezichtigen, en zulks met al zijn rondhouten, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen, presennings, kajuits-, stuurmans-, bootsmans-, timmermans- en koksgoed en verdere inventaris, een en ander breder bij aanplakbiljetten omschreven. Informatiën en aanplakbiljetten zijn te bekomen ten kantore van genoemde notarissen, Zuidblaak 72 te Rotterdam, en bij de heren Repko & Co, cargadoors te Harlingen, terwijl mondelinge in lichtingen worden verstrekt door de heer K. Ebes, thans havenmeester te Maassluis.