Familiegegevens en opleiding
Jan de Jonge trouwde op 15 augustus 1850 te Harlingen met Grietje Ploeg, geboren op 31 januari 1823 te Franeker als dochter van Gooitsen Jacobs Ploeg en Rinske Douwes Douma. Zij overleed te Harlingen op 26 december 1888, 65 jaar, weduwe.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan de Jonge werd op 01 januari 1856 met vlagnummer H48 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Houthandel", boekhouders Hubert Jans & Co. Over de wijze van contributiebetaling is geen gegeven vermeld. Hij was getrouwd met Grietje Ploeg, geboren op 31 januari 1823.
Jan de Jonge was met vlagnummer 48 lid van het College van 1856-1875.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Jan de Jonge overleed op 18 mei 1875 te Gothenburg, laatst gevoerd hebbende de bark "Harlingen". Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van “Zeemansvoorzorg” van ¦875,- uit te betalen in 14 halfjaarlijkse termijnen028-fol.050.
Het College “Zeemansvoorzorg” verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.J.P.de Jonge-Ploeg te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H48 1857-1859 kof Houthandel Hubert Jans & Co, Harlingen
1861-1872 sch.bark Baudina Elisabeth Hubert Jans & Co, Harlingen
1875 bark Harlingen (ex James M.Churchill) Hubert Jans & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt J.P. de Jonge als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1860 van de kof “Houthandel”, gebouwd in 1830 te Pekela, 120 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen (Bouma noemt als kapitein J.de Jonge);
* 1862 t/m 1873 van de sch.brik “Baudina Elisabeth”, gebouwd in 1860 te Risør, 205 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;
* 1874 t/m 1875 van de bark “Harlingen” ex James M. Churchill, gebouwd in 1855 te Frankfurt Maine, 475 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen.
Overige bijzonderheden
In een verklaring voor de Nederlandse Consul te Buenos Ayres dd 06 mei 1867 ondertekende kapitein Jan Poppes de Jong als gezagvoerder van de schoener “Baudina Elisabeth” een overlijdensverklaring van Bouke Foppes Bakker.
De Harlinger Courant van 02 november 1874 vermeldt het volgende bericht096:
“Gothenburg 27 October. Het Ned. schip Harlingen, kapt. J.P. de Jonge, van Wasa naar Harlingen, alhier binnen, heeft de kiel verloren en moet lossen.”
Melding van het overlijden op 28 november 1864 van een matroos aan boord van de schoener “Boudina Elisabeth” op een reis van Frederikstad naar Harlingen.115.
Familiegegevens en opleiding
Klaas de Groot werd geboren te Harlingen op 20 september 1824 als zoon van Jacob Sjoerds de Groot en Metje Barteles Wagenaar.
Hij trouwde te Harlingen op 12 december 1850 met Johanna Henkes, geboren te Franeker op 09 augustus 1823 als dochter van Bernardus Henkes en Geeske Harmanus ter Brug. Zij overleed te Harlingen op 27 juli 1887 als weduwe, oud 63 jaar.
Klaas overleed op 27 december 1877 te Harlingen, 53 jaar.tresoar
Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”
Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp
In Appendix 5, p.323 staat een “Overview of Pupils of the Nautical College in Harlingen (1842-1864) en kennelijk degenen die aan de walvisvaart hebben deelgenomen waaronder:
Klaas de Groot, geboren te Harrlingen, 21 jaar, ingeschreven op 08 december 1845, drie jaar opleiding. In zijn leerlingenoverzicht wordt zijn gedrag gewaardeerd als “Bescheiden en zeer vlijtig” en zijn begrip als “redelijk vatbaar” (een 3 op een schaal van 5). Voorts is vermeld “Calculate the coincidence of the right ascensions of the Sun and Moon”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Klaas Jacobs de Groot werd per 26 februari 1855 met vlagnummer 27 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Drie Zusters", boekhouder H.van Schouwenburg. De contributie werd betaald door zijn vrouw Johanna Henckes, geboren op 19 augustus 1823.
Klaas de Groot was met vlagnummer 27 lid van het College in de periode 1855-1877034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Klaas Jacobs de Groot overleed op 27 december 1877 te Harlingen. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦1050,-. Op verzoek van de weduwe werd ¦525.- ineens uitbetaald en de rest in halfjaarlijkse termijnen van ¦75,-028-fol.045.
"De secretaris herdacht bij deze gelegenheid het eenigste lid der eerste klasse dat dat jaar (1877) aan de Vereeniging ontviel, zijnde kapitin Klaas de Groot in December overleden, en herinnert hoe hij altijd een ijverig voorstander was van het Collegie, terwijl hij als het ware de ziel was van het zilveren feest in het vorig jaar gevierd"035-07 februari 1878.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
27 1854 kof Catharina Elisabeth B.van Loon & Zn, Harlingen
november gezonken op de buitengronden van het Vlie.
Was op reis van Frederikstad naar Harlingen
26 1855-1861 kof Drie Gezusters H.van Schouwenburg, Harlingen
gestrand en wrak bij Drobak
1862-1863 kof Drie Gezusters (ex Triton) H.van Schouwenburg, Harlingen
1864 kof Drie Gezusters (ex Triton) J.Noyon, Harlingen
verongelukt bij Kopenhagen
1865-1868 brigt. Mercurius (ex Maria Margaretha) Hubert Jans & Co, Harlingen
1869 brik Engelina G.H.Stratingh, Nieuwe Pekela
1870-1872 sch.brik Victoria Hubert Jans & Co, Harlingen
1873-1875 sch.brik Baudina Elisabeth Hubert Jans & Co, Harlingen
gezonken op de Doggersbank
1876 bark Harlingen (ex James M.Churchill) Hubert Jans & Co, Harlingen
K.de Groot maakte in 1877, samen met Joh.J.Alta, J.G.Munneke en H.Boswijk, deel uit van een Commissie van Gezagvoerders ter viering van het 25-jarig bestaan van het College "Zeemansvoorzorg"031.
Bouma025 vermeldt K.de Groot als gezagvoerder gedurende:
* 1854 van de kof “Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1837, bouwplaats en tonnage niet vermeld, varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen. Het schip is in november gezonken op de buitengronden van het Vlie, op reis van Fredrikstad naar Harlingen;
* 1866 t/m 1868 van de galjoot “Mercurius” ex Maria Margaretha, ex Maria van Cammenga, gebouwd in 1830 te Emden, 148 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;
* 1870 t/m 1873 van de sch.brik “Victoria”, gebouwd in 1858 te Borga, 153 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;
* 1877 t/m 1878 van de bark “Harlingen” ex James M. Churchill, gebouwd in 1855 te Frankfurt Maine, 475 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen.
monsterollen uit het Gemeentehuis van Delfzijl
28 september 1868, brigantijn “Mercurius”, kapitein Klaas de Groot, geen leeftijd vermeld uit Harlingen. Voorts een kok
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant dd 12 april 1865 staat in de rubriek BINNENLAND het volgende bericht096:
“HARLINGEN, 11 April
Een onzer reederijen heeft weder een groot verlies geleden, door het vergaan van een schip. De drie Gezusters, kapt. K.de Groot, is in de nabijheid van Kopenhagen ll Vrijdag op Zaturdag nacht zoodanig in het ijs bezet geraakt, dat het vaartuig weldra zonk en met de lading verloren ging. De equipage is echter, volgens het telegraphisch berigt gered.”
Familiegegevens en opleiding
Jan Fluchmacher werd geboren te Harlingen op 08 februari 1835 als zoon van de varensgezel Ludwig Benjamin Fluchmacher en Grietje van Deulen.
Jan trouwde op 24 november 1864 te Harlingen met Jeltje Boterweg, geboren te Harlingen op 04 deceember 1834 als dochter van de koopman Coenraad Boterweg en Antje Jans Zwanenburg. Geen overlijdensgegevens gevonden van Jeltje.
Jan hertrouwde op 16 maart 1899 te Amsterdam als kantoorbediende met Coirnelia Forcke, gboren te Den Helder ca. 1863 als dochter van Hermanus Forcke en Helena Bakker. Cornelia overleed op 13 februari 1905 te Bloemendaal , 42 jaar.
Jan overleed op 15 juli 1919 te Amsterdam, 84 jaar, weduwnaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Fluchmacher werd per 21 februari 1868 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Remelia Geertruida". De contributie werd voldaan door zijn vrouw Jeltje Boterweg, geboren 04 december 1834. Hij werd overgeschreven naar de eerste klasse in 1875029-fol.038.
J.Fluchmacher werd per januari 1875 met vlagnummer 76 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Drie Gezusters", boekhouders Hubert Jans & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Jeltje Boterweg, geboren 04 december 1834028-fol.140.
Hij was lid eerste klasse van het College in de periode 1851 t/m 1862034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H76 1874-1877 kof Drie Gezusters Hubert Jans & Co, Harlingen
1877-1881 bark Harlingen (ex James M.Churchill) Hubert Jans & Co, Harlingen
gestrand bij Öland
1883-1898 bark Harlingen (ex Stad Leyden) Hubert Jans & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt J.Fluchmacher als gezagvoerder gedurende:
* 1875 t/m 1878 van de kof “Drie Gezusters”, gebouwd in 1827 te Harlingen, 152 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;
* 1879 t/m 1882 van de bark “Harlingen” ex James M. Churchill, gebouwd in 1855 te Frankfurt Maine, 475 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip is gestrand bij Øland;
* 1884 t/m 1893 van de bark “Harlingen” ex Stad Leyden, gebouwd in 1854 te Monnikendam, 372 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip werd op 22 maart 1893 geveild voor f 3900,- doch opgehouden en later uit de hand verkocht aan J.Alta & Zn te Harlingen om gesloopt te worden.
Overige bijzonderheden
Uit Handelsblad 6 november 1882:
"Harlingen 5 november 1882. Volgens particulier telegram is het barkschip "HARLINGEN", kapitein Fluchmacher, van Sundsvall herwaarts met eene lading op Aeland gestrand en vol water geloopen. Sleepboten zijn van Calmar ter assistentie ontboden"038.
Uit Handelsblad 13 november 1882:
"Harlingen 13 november 1882 Volgens particulier bericht is een accoord getroffen om het op Aeland gestrande Nederlandsche schip "HARLINGEN", kapitein Fluchmacher van Sundsvall herwaarts af en binnen te brengen tegen 45 pct, of indien afbrengen onmogelijk blijkt te zijn om de lading, tuig en inventaris te bergen tegen 50 pct., beide over de waarde van schip en lading. Eene poging tot lenspompen en afbrenging is mislukt, de equipage vertrekt herwaarts"038.
Harlinger Courant dd 05 december 1874, Scheepstijdingen.
Binnengekomen:
“Harlingen 3 Dec. 3 Gezusters, Fluchmacher, Sundsvall.
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Uitgegaan:
Harlingen 04 Maart Harlingen, H,Fluchmacher, Burnt-Island.”
In het Hannemahuis te Harlingen is aanwezig een portret door E.G.Schuur(?) van de 3/m bark `Harlingen` onder gezag van kapitein J.Fluchmacher. Het vlagnummer H76 is zichtbaar.
Foto gemaakt juni 2009
Jaarboek 2000 van het Fries Scheepvaart Museum en Oudheidkamer, p.25
In 2000 kwam het Museum door aankoop in bezit van “een op koper geschilderde afbeelding van het kofschip Drie Gezusters … Het scheepsportret (76 cm, hoog en 96 cm. breed) uit 1858 van het in 1828 gebouwde schip werd vervaardigd door een anoniem schilder. Het schip van 81 lasten was toen eigendom van de Harlinger rederij Hubert Jans. Het voer onder kapitein Roelf Bronnes Mulder (Nieuwe Pekela 1929 - 1859), die onder kapiteinsvlag nr. 69 bij het zeemanscollege Voorzorg in zijn woonplaats was ingeschreven. Onder nr. 3 van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg heeft de Drie Gezusters ook nog gevaren (betreft kapitein H.H.Boswijk - Parma034). De rederij verkocht het schip in 1882 toen het als lichter bij Terschelling in gebruik werd genomen.” (het heeft ook met nr. 69 van Zeemansvoorzorg gevaren onder kapitein J.Fluchmacher - Parma034)
|