Inloggen
JAVA - ID 16836


In dienst
Onder Nederlands Indische vlag tussen:1831-00-00 / 1832-07-10

Identification Data

Bouwjaar: 1831
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Unknown, Rembang, Netherlands East Indies
Technical Data

Gross Tonnage: 167.00 lasts
 
Ship History Data

Date/Name Ship 1831-00-00 JAVA
Manager: Brown, Henry en Lister, William, Rembang, Netherlands East Indies
Eigenaar: Brown, Henry en Lister, William, Rembang, Netherlands East Indies
Shareholder:
Homeport / Flag: Rembang / Netherlands East Indies

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Lister, William
Overige informatie: 0

Algemene informatie

 

Kapiteins en RA vermeldingen:

Type:

Scheepsnaam:

Lasten:

Gezagvoerder:

Eigenaar/Rederij:

Thuishaven:

RA jaar:

ship

JAVA

167

Lister, W.

Lister, W.

Batavia

1832

ship

JAVA

167

Lister, W.

Brown, H. en Lister, W.

Rembang

1832

 

 

 

Kronieken:

(Staat de bronvermelding naar een krant voor het bericht dan is dit bericht overgenomen uit de kronieken van marhisdata.nl. Staat de bronvermelding achter het bericht dan is dit opgezocht in delpher.nl en is het vaak een samengevat bericht en is het niet letterlijk overgenomen)

 

JC 011031               Te Soerabaija aangekomen schepen:Den 21 september: bark JAVA, kapt. W. Lister, van Batavia den 8 september

 

JC 221031               Samarang vertrokken. 13 oktober. O.a. barque JAVA, kapt. W. Lister, naar Banka.

 

JC 070432               Te Batavia gearriveerde schepen:Den 4 april: schip JAVA, kapt. W. Lister, den 25 maart van Singapore.

 

JC 231032               Batavia, 19 oktober, 1832. Wij zijn in de gelegenheid de navolgende bijzonderheden aan onze lezers mede te delen, nopens het verongelukken van het particulier schip JAVA, gezagvoerder Lister, hetwelk de 9e juli ll., de rede van Pontianak verlaten had; en aan welks boord zich bevond de, van zijn commissie ter westkust van Borneo, terugkerende majoor, thans luitenant-kolonel Henrici, en de sergeant Von Ende, aan die hoofdofficier toegevoegd.

De dag, na het verlaten van de rede van Pontianak, was het schip, des middags te 12 uren, nagenoeg tussen de tien à twaalf Engelse mijlen N.W. van Poeloe Datoe, als wanneer de lucht in het noordwesten sterk betrok, en uit die streek weldra een windbui opzette, die het water als kolommen stof in de hoogte wierp, en met bliksemsnelte naderde.

Onmiddellijk waren alle zeilen met de meeste spoed geborgen, en niets blijven staan dat het voorstengenstagzeil, maar, evenwel bij de eerste windvlaag viel het schip op zijde, zodat niemand zich op het dek staande kon houden, maar tot het touwwerk toevlucht moest nemen. Het roer geen werking meer kunnende doen, was het onmogelijk het schip voor de wind te sturen, waardoor alle hoop om hetzelve te doen rijzen verloren ging. In deze toestand bleef het schip nog circa vijf of zes minuten totdat een nieuwe heviger windvlaag, hetzelve geheel aan stuurboordzijde omver wierp, en met de kiel naar boven deed drijven.

Verschrikkelijk was nu de toestand der opvarenden en passagiers. Op een gedrongen en half in het water, op de onderzijde van de galerij aan bakboord staande, of op de kiel gezeten, verwachtte een ieder de dood, daar de zee hoe langer, hoe onstuimiger werd, en hen voor altijd in de diepte der golven dreigde te bedelven. Dan eindelijk gelukte het de inlandse scheepstimmerman, welke in zee gesprongen was, de op sleeptouw zijnde barkas te bereiken, en tot het schip te trekken, waardoor de gezagvoerder Lister, een gedeelte zijner equipage, de majoor Henrici, de sergeant Von Ende, drie bedienden, twee Chinese passagiers en drie inlandse vrouwen zich in dezelve konden begeven terwijl 17 ongelukkigen zich op de kiel bleven vastklemmen, totdat ook zij eindelijk na vele uitspanning en gevaren, een der andere sloepen los kregen, en daarmede de barkas volgden. Dan ook nu nog was alles gevaar, wat hen omringde. Te midden van een hemelhoge zee, zonder riemen of pagaaien, aan wind en storm overgelaten, brachten de schipbreukelingen meer dan vijftig uren zonder het minste voedsel of drinkwater door, alvorens de rivier Membauwang, bezuiden Pontiank, te bereiken, alwaar zij afgemat en in een aan de dood grenzende toestand aankwamen, en, door de spoedige hulp van de resident werden bijgestaan en naar Marianna’s oord overgebracht.

 Van de zich op het dek bevindende personen, tijdens het ongeluk plaats had, zijn slechts drie omgekomen, als: een Europese stuurman, een inlandse kok en een inlandse matroos, die van het dek in zee stortten, terwijl een Portugese bediende, zes Chinezen en twee inlandse vrouwen, welke zich tussendeks bevonden, een prooi der golven geworden  zijn.

Dan ook het Gouvernement lijdt door dit ongeluk, een groot verlies. Alle de aardrijkskundige opnamen en aantekeningen van de overste Henrici die hij, gedurende twee jaren, met een voorbeeldloze ijver, en met de grootste zelfopofferingen verkregen heeft, zijn, benevens een nog in vroegere dagen gered gedeelte der papieren van wijlen de heer Muller, geheel te gronde, en dus alle de vruchten zijner zending, welke zo veel licht over de westkust van Borneo zoude hebben kunnen verspreiden, verloren gegaan. Een schone verzameling oudheidkundige en natuurkundige voorwerpen, door gemelde hoofdofficier, gedurende zijn reizen in de binnenlanden en langs de kust verkregen, zijn benevens een collectie wapens en andere bijzonderheden een prooi der golven geworden; zonder dat de gelegenheid toegelaten heeft het allerminste te redden.

 

NS 290333              In een der bovenvermelde couranten vindt men nog een verslag nopens het verongelukken van het schip JAVA, gezagvoerder Lister, hetwelk de 9e juli des vorigen jaars, weinige uren nadat het de rede van Pontiank, op de westkust van Borneo, verlaten had, vergaan is. De meeste reizigers en zeelieden, die zich op dit schip bevonden, hebben zich in de sloepen kunnen redden, doch zijn niet, dan na  vele gevaren te hebben doorgestaan, aan land gekomen. Onder de geredden bevond zich de majoor Henrici, thans tot de rang van luitenant-kolonel bevorderd, die met een buitengewone zending op de westkust van Borneo belast was geweest en naar Java wilde terugkeren. Alle de papieren en goederen, die hij bij zich had, zijn echter een prooi der golven geworden, hetgeen te meer te betreuren is, vermits daarbij alle aardrijkskundige opnemingen en aantekeningen wegens Borneo, die genoemde overste gedurende twee jaren met voorbeeldloze ijver en zelfopoffering had verzameld, zowel als de nog geredde papieren van wijlen de heer Muller, verloren zijn gegaan. Hetzelfde lot heeft een fraaie verzameling van oudheidkundige en natuurkundige voorwerpen en van inlandse wapenen getroffen, die de heer Henrici gedurende zijn reizen in de binnenlanden van Borneo en langs de kust had bijeen gebracht. De gegronde hoop, dat zijn zending over de inwendige toestand van genoemd belangrijk eiland veel licht zou verspreiden, is daardoor gedeeltelijk vervlogen.

 

 

 

Officiële documenten:

Datum ZB:

Naam:

Type:

ex Naam:

Eigenaar:

Kapitein:

Thuishaven:

Reden ZB:

Foto nr.:

Invent. Nr:

Bijzonderheden:

1831.06.11 / 2

JAVA

Schip

 

Henry Browne

William Lister, mede-eig.

niet vermeld

nieuw gebouwd te Rembang

IMG 9380

2542

 

Bronnen:

Regeringsalmanakken

Uitgegeven zeebrieven

JC            =              Javasche Courant

RC           =              Rotterdamsche Courant