Familiegegevens en opleiding
Harmannus werd geboren op 15 september 1821 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Jan Klaassens en Aaltje Meilofs Potjewijd.
Harmannus Klaasens trouwde op 20 januari 1848 te Nieuwe Pekela als schipper met Margrietha Bartelts Wijchers, geboren op 05 oktober 1826 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Bartelt Jacobs Wijchers en Engeltje Klaassens Tiktak. In de huwelijks akte tekenden de broeders van de bruidgom met de naam KLASENS. Margrietha overleed op 07 mei 1896 te Nieuwe Pekela, 69 jaar.
Harmannus Klaasens overleed op 11 december 1912 te Nieuwe Pekela, 91 jaar, weduwnaar, zonder beroep.
Burgerlijks Stand akten vermelden Harmannus Klaasens/Klasen als schipper/scheepsgezagvoerder in 1848, 1849, 1853, 1873, 1878. zonder beroep in 1912
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.J.Klasen was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 49 in de periode 1849 t/m 1851.
H.J.Klasen was effectief id van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 49 in de periode 1848 t/m 1912. (in de ledenlijsten wordt hij t/m 1915 als lid vermeld)
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.J.Klasen Jan Frederik 06 september 1860 31 januari 1861
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.J.Klaasen/Klasen als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1851 van de kof “Alida Jantina”, gebouwd in 1826 te Pekela, 93 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
* 1852 t/m 1858 van de kof “Margaretha”, gebouwd in 1849 te Pekela, 113 ton o.m., varend voor H.S.Kalkma te Hoogezand;
* 1859 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip voer in 1860 (vermoedelijk) voor kapitein/eigenaar W.R.Lukens, geen thuishaven vermeld, en was herdoopt in “Jacoba”.
* 1860 t/m 1872 van de schoenerbrik “Jan Frederik”, gebouwd in 1859 te Nieuwendam, 217 ton o.m., varend voor W.& AH Meursing te Amsterdam;
* 1861 t/m 1870 van de 2-mastschoener “Hooite Wicher”, gebouwd in 1860 te Nieuwendam, 171 ton o.m., varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam;
Een portret van dit schip hangt in het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela;
* 1871 t/m 1874 van de composietbark “Anna Elisabeth”, gebouwd in 1870 te Amsterdam, 830 ton o.m., varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip voer in 1875 voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Merapi”;
* 1875 van de bark “Thorbecke Ia”, gebouwd in 1874 te Nieuwendam, 953 ton o.m., varend voor W.H.Meursing te Amsterdam. Het schip voer in 1876 voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Sindoro”;
* 1876 t/m 1880 van de bark “Thorbecke Ib”, gebouwd in 1875 te Amsterdam, 962 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Nieuwendam.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
02 februari 1836, kof “Vriendschap”, kapitein Jan Klaassens, kajuitwachter Harmannus Jans Klasen uit Nieuwe Pekela.
30 januari 1837, kof “Vriendschap”, kapitein Klaas J.Klasen, kajuitwachter Harmannus J.Klasen uit Nieuwe Pekela.
Geen datum, 1838, kof “Vriendschap”, kapitein Klaas Jans Klasen, lichtmatroos Harmannus Jans Klasens uit Nieuwe Pekela.
02 december 1846, kof “Alida Jantina”, schipper Harmannus Jans Klasen (Klasens), 25 jaar uit Nieuwe Pekela.
14 februari 1849, kof “Margrietha”, schipper Harmnnus Jan Klasen, 27 jaar uit Nieuwe Pekela.
19 februari 1857, kof “Margrietha”, kapitein Harmannus Jans Klasen, 36 jaar uit Nieuwe Pekela.
04 febriari 1863, schoener Hooite Wicher, kapitein Harmannus Jans Klasen, 41 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
In de permanente tentoonstelling van het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela hangt het portret van de schoner “Hooite Wicher” uit 1865 onder kapitein H.J.Klasen. Het schip voert de vlag nummer 49 van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela.
Melding van het door een zware stortzee overboord slaan en verdrinken op 11 mei 1870 van een matroos van de schoener “Hooite Wichger (sic)”, kapitein Harmannus Jan Klasen. Het schip zeilde op dat moment op 48o24’NB/ 16o10’WL.
Een overeenkomstige melding van het overboord slaan en verdrinken van een tweede matroos op hetzelfde schip en op dezelfde locatie.115
Uit een extract uit het journaal van de kof “Margrietha”, kapitein Harmannus Jan Klasens, op een reis van Napels naar Amsterdan, zeilende op dat moment op de hoogte van Malaga, blijkt dat op 6 juli 1855 de kok is overleden.115.
De “Hooite Wicher” maakte in de tweede helft van de zestiger jaren twee reizen. “Het geringe aantal overtochten … was te wijten aan een late start; pas in januari 1867 vertrok zij weer – voor het eerst in drie jaar – naar Buenos Aires en bevoer de Parana. De tweede reis, begin 1869, eindigde in kustvaart van mei tot november.”
p.25
“De twee oudste schepen, die op Zuid-Amerika voeren, de Jan Frederik (1859) en de Hooite Wichger (1860) liet W.H.Meursing na september 1874 alleen nog op de Oostzee varen. De laatstgenoemde werd – net als de brik Raphaël – gebruikt om zelf ingekochte planken te vervoeren, die in Amsterdam werden verkocht door Bontekoning & Aukes. …:”
Uit: Scheepsbouw en rederij in de overgang van zeil naar stoom. De Meursings en de bark Baarn. Door Petra Vermeulen. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders 2012, 59 pp.
Zie vooral Archief van de firma Meursing op het Stadsarchief van Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
Geen gegevens kunnen vinden op internet. Wellicht Amsterdam, vanwege de connectie met rederij Meursing.
Lidmaatschap van zeemanscolleg(e)
Een J.H.Klasen was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 44 in de periode 1872 t/m 1920 (of later),
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Klasen Hz als gezagvoerder gedurende:
* 1871 t/m 1876 van de 2-mastschoener “Hooite Wicher”, gebouwd in 1860 te Nieuwendam, 171 ton o.m., varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam;
Een portret van dit schip hangt in het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela;
* 1874 t/m 1882 van de schoenerbrik “Jeannette”, gebouwd in 1869 te Nieuwendam, 222 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip werd in 1882 verkocht naar Denemarken.
Geen vermelding in de monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen onder de diversen spellingen van de familienaam
Zie voor nadere informatie vooral ook het Archief van de Firma Meursing op het Stadarchief van Amsterdam, nr. 648
Overige bijzonderheden
Melding van het door een stortzee overboord slaan en verdrinken op 22 maart 1877 van de stuurman van de schoener “Jeanette”, kapitein J.Klasen Hz, gedestineerd van Gronton (Leith) naar Genua. De stuurman verdronk op 41o40: NB/ 4o15”OL.115
Familiegegevens en opleiding
Pieter Teensen Pieters Teensma werd geboren te Schiermonnikoog op 12 december 1831 als zoon van Pieter Teens Pieters Teensma en Lollina Martens Kruizinga.
Hij trouwde op 31 juli 1856 te Schiermonnikoog als gezagvoerder met Riemada Lollina Zeilinga, geboren op 18 augustus 1834 te Schiermonnikoog als dochter van Jacob Abrahams Zeilinga en Meins Remts Danhof. Zij overleed op 12 mei 1859 te Schiermonnikoog.
Pieter Teensen hertrouwde op 28 juli 1861 te Nieuwendam als gezagvoerder met Lollina Jaski, geboren op 01 april 1834 te Nieuwendam als dochter van Benjamin Christiaans Jaski en Neeltje Edes Zeilinga. Zij overleed te Amsterdam op 24 oktober 1880.
Pieter Teensen overleed op 16 februari 1894 in de Prins Hendrikstichting aan de Voorstraat te Egmond aan Zee.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.T.P.Teensma werd met vlagnummer 687 per 30 september 1856 ingeschreven als effectief lid van het zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein F.C.Jaski. Als zijn schip werd genoemd de “Cornelia en Geertruida”. Toegevoegd is “bedankt” 002.
In de Algemene Vergaderingen van 23/30 september 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Pieter Teense Pieters Teensma, oud 24 jaar, voerend de brik “Cornelia & Geertruida”, voor rekening van en met adres bij F.C.Jaski, op voordracht van kapitein F.C.Jaski.023.
P.T.Teensma was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1856 t/m 1869 met vlagnummer 687.
P.T.Teensma was met vlagnummer 65 in de periode 1862 t/m 1883 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
687 1856-1857 brik Cornelia en Geertruida F.C.Jaski
1858-1860 brik Elisabeth Johanna H.Hattink
1860 sch.br. Cornelia Wilhelmina B.W.Kaars Sijpestein te Krommenie
1861 schoner Fortuna geen opgave
1861-1867 galj. Sophia Maria B.W.Kaars Sijpestein te Krommenie
1868-1869 galj. Sophia Maria W.& A.H.Meursing
Bouma025 vermeldt D.F.P.Teensma als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1858 van de brik “Cornelia & Geertruida, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 257 ton o.m., varend voor F.C.Jaski te Amsterdam.
Vanwege de opgave in de AAKZ neem ik aan dat het hier om kapitein P.T.P.Teensma gaat, temeer omdat ik in “Schiermonnikoger Geslachten” geen kapitein Teensma met de initialen D.F.P. kan terugvinden
Bouma025 vermeldt P.T.Teensma als gezagvoerder van/in:
* 1856 t/m 1858 van de brik “Cornelia & Geertruida”, gebouwd in 1856 op de werf “De Nachtegaal” van W.H.Meursing te Amsterdam, 257 ton, varend voor F.C.Jaski te Amsterdam;
* 1859 t/m 1860 van de schoenerbrik “Elisabeth & Johanna”, gebouwd in 1854 op de werf “Koning William” van C.E.Duytz & Zn te Amsterdam; 216 ton, varend voor H.Hattink te Amsterdam;
* 1861 van de 2-mastschoener “Cornelia Wilhelmina”, gebouwd in 1853 bij Pauw te Muiden, 138 ton, varend voor B.W.Kaars Sijpesteyn te Krommenie;
* 1862 t/m 1868 van de galjoot “Sophia Maria”, gebouwd in 1862 bij W.& A.H.Meursing te Nieuwendam, 190 ton, varend voor B.W.Kaars Sijpesteyn te Krommenie;
* 1869 t/m 1873 van hetzelfde schip maar nu varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam;
Zeetijdingen 30 januari 1873: “Overzeilt bij Heissant. (=Ouessant). (Sweys);
Handelsblad 31 januari 1873. Amsterdam 30 januari 1873: “Volgens telegram uit Cardiff van gisteren, is het Nederlandsche schip “SOPHIA MARIA”, kapitein Teensma van Amsterdam met stukgoed naar Curaçao, gezonken (vermoedelijk overzeild). De kapitein en één man zijn gered, de overigen verdronken.”;
Handelsblad 05 juni 1873. Amsterdam 04 juni 1873: “Volgens brief van kapitein Teensma was het Nederlandsche schip “SOPHIA MARIA” van hier naar Curaçao bestemd, in de nacht van 27 januari l.l. door het Engelsche s.s. Brittania overzeild en onmiddellijk daarna gezonken, waarbij 5 man het leven verloren, de kapitein en één matroos werden drijvende op een klein gedeelte van het achterschip, door een sloep van bovengenoemd stoomschip gered, aan boord gebracht en aldaar zeer liefderijk behandeld. Kapitein Teensma roemt zeer het gedrag van de gezagvoerder Toyles van het s.s. Brittania, die zich nog twee uur ter plaatse van het ongeluk ophield om zoveel mogelijk de overige opvarenden van de “SOPHIA MARIA” te redden. Daar er echter niet het minste spoor van hen ontdekt werd, vervolgde hij de reis en bracht ons te Cardiff aan land.” (Hoedemaker);
* 1873 van de schoener “Hooite Wichger”, gebouwd in 1860 bij W.& A.H.Meursing te Nieuwendam, 171 ton, varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam;
* 1874 van de composietbrik “Ida Geertruida’, gebouwd in 1865 op de werf “De Nachtegaal” van W.& A.H.Meursing te Amsterdam, 455 ton, varend voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1875 van de composietbrik “Gedeh” ex Ida Geertruida, gebouwd in 1865 bij W.& A.H.Meursing te Amsterdam, 455 ton, varend voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
P.T.P.Teensm Cornelia Wilhelmina 13 december 1860 28 juni 1861
Fortuna 16 augustus 1861 10 december 1862
Sophia Maria 01 juli 1862 23 januari 1863
Sophia Maria geen melding 23 januari 1863
Sophia Maria 10 april 1863 26 oktober 1864
Sophia Maria 12 maart 1865 geen melding
Sophia Maria 05 mei 1868 08 deember 1868
Overige bijzonderheden
Gegevens tevens ontleend aan de Dorpsbode 39(5):1985. Bijdrage 17.
NRC 26 mei 1869
Malaga, 18 mei. Heden is alhier binnengelopen het schip (opm: galjoot) SOPHIA MARIA, kapt. P.T. Teensma, van Triëst naar Rio Janeiro bestemd, zijnde de 14e dezer, bij de Malaga vuurtoren, in peiling NNW op een afstand van 2 mijlen, in aanzeiling geweest met het Italiaanse barKschip BARTHOLOMEO, kapt. Antello, van Genua naar New-York bestemd. Eerstgenoemd schip verloor boegspriet, voorsteng, scheg en stagen, enz. De bark heeft daarbij zeer weinig schade bekomen.
Familiegegevens en opleiding
Geert Plukker werd geboren op 05 november 1837 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Klaas Plukker en Heiltje Jans Prijee.
Geert trouwde op 30 januari 1873 te Nieuwe Pekela als zeeman met Geertje Korter, geboren 18 april 1836 te Harlingen als dochter van Geert Jans Korter en Wietske Kiers Hagedoorn. Geertje overleed te Nieuwe Pekela op 28 maart 1898, 61 jaar, weduwe.
Provinciale Groninger Courant 11 november 1896
Amsterdam, 9 november. Volgens alhier ontvangen particulier telegram is het Nederlandse schip (opm: bark) CAPELLA, kapt. G. Plukker, op reis van Rotterdam naar Riga, bij Domesnaes (opm: Kolkasrags, Letland) gestrand (opm: op 15 oktober) en wrak geworden. Een gedeelte der bemanning is gered en te Riga geland, de kapitein en een matroos zijn verdronken.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelde Geert Plukker als zeeman in 1873 en als schipper/scheepsgezagvoerder in 1879, 1881.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Plukker was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 102 in de periode 1880 t/m 1896.
G.Plukker was eeffectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela, met vlagnummer 20 in de periode 1877 t/m 1896.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.Plukker als gezagvoerder gedurende:
* 1877 van de schoenerbrik “Neutraal”, gebouwd in 1872, bouwplaats niet vermeld, 139 ton o.m., varend voor G.H.Stratingh te Pekela;
* 1878 t/m 1886 van de 2-mastschoener “Quintus” ex Hooite Wicher, gebouwd in 1860 te Nieuwendam, 171 ton o.m., varend voor F.W. v/d Elst & Co te Schiedam;
* 1887 t/m 1890 van de 2-mastschoener “Gezusters”, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 213 ton o.m., varend voor J.A. de Groot te Pekela;
* 1891 t/m 1892 van hetzelfde schip maar nu varend voor A. de Groot te Pekela. In 1892 werd het schip verkocht naar Elseneur;
* 1893 t/m 1896 van de bark “Capella” ex Frau Sophie, gebouwd in 1858 te Bremerhaven, 501 ton o.m., varend voor B.B.Drenth te Pekela. Het schip is bij Domesnaes gestrand en wrak geraakt.
In de ledenlijsten van het college “Voorzorg” in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart worden in de periode 1881 t/m 1920 ook de schepen van de leden vermeld. Ten aan zien van G.Plukker met vlagnummer 20 is dat de “Quinus” in de periode 1881 t/m 1886, de “Twee Zusters” in de periode 1887 t/m 1892 en de “Capella” in de periode 1893 t/m 1897.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
27 januari 1852, kof “Frouwina Elisabeth”, kapitein Meilof Jans de Jonge uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 3 matrozen en een scheepsjongen Geert Klaassen Plukker, 15 jaar uit Nieuwe Pekela.
07 maart 1853, kof “Frouwina Elisabeth”, kapitein Meilof J. de Jonge, 63 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een scheepsjongen 16 jaar uit Nieuwee Pekela.
02 februari 1854, schoener “Frouwina Elisabeth”, kapitein meilof Jans de Jonge, 64 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen waaronder Geert Klaassen Plukker, 17 jaar uit Nieuwe Pekela en een scheepsjongen.
25 februari 1858, schip “Hinderika”, kapitein Freerk H.Plukker. Voorts stuurman, matroos, 2 lichtmatrozen waaronder Geert Plukker, en een kajuitwachter.
11 juni 1858, schoenerkof “Aurora”, kapitein Jan Kappen Brouwer, 48 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Plukker, 20 jaar uit Nieuwe Pekela, kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een kajuitwachter;
07 oktober 1869, kof “Annechiena Elzina”, kapitein Hendrik Kl. Plukker, 34 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorst stuurman Geert Kl. Plukker, 31 jaar uit Nieuwe Pekela, matroos en een lichtmatroos.
05 maart 1870, kof “Albertine”, kapitein Pieter P.Schuur. Voorts stuurman Geert Plukker, kok, en 2 lichtmatrozen.
07 april 1874, kof “Willemina”, kapitein Harm Gerrits de Jonge, 47 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Geert Plukker, 36 jaar uit Nieuwe Pekela en een kok.
21 maart 1888, schoenerbrik “Gezusters”, kapitein G.Plukker, 50 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen.
30 juni 1889, schoener “Gezusters”, kapitein Geert Plukker, 45 jaar (zal een verschrijving zijn) uit Oude Pekela. Voorts kok en een matroos;
15 augustus 1889, schoener “Gezusters”, kapitein Geert Plukker, 51 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts kok en 3 matrozen;
11 oktober 1889, schoener “Gezusters”, kapitein Geert Plukker, 51 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Pieter Kleve, 41 jaar uit Veendam, kok, 3 matrozen en een dekjongen;
17 februari 1890, schoenerbrik “Gezusters”, kapitein Geert Kl. Plukker, 52 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, matroos/bootsman, matroos en een lichtmatroos.
04 maart 1891, schoener “Gezusters”, kapitein G.Plukker, 53 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, matroos/zeilmaker, matroos en een lichtmatroos.
29 maart 1892, bark “Capella”, kapitein Geert Plukker, 54 jaar uit Nieuwee Pekela. Voorts een stuurman en een kajuitwachter.
In 15 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Geert en Geert K./Klaassen Plukker.
Het overzicht luidt:
1852-1853 scheepsjongen op de “Frouwina Elisabeth” onder Meilof J. de Jonge 15-16 jaar
1854 lichtmatroos op de “Frouwina Elisabeth” onder Meilof J. de Jonge 17 jaar
1858 lichtmatroos op de “Hinderika” onder Freerk H.Plukker geen leeftijd
1869 stuurman op de kof “Annechiena Elzina” onder Jan Kappen Brouwer 31 jaar
1870 stuurman op de kof “Albertine” onder Pieter P.Schuur geen leeftijd
1874 stuurman op de kof Willemina” onder Harm Gerrits de Jonge 36 jaar
1888-1891 schipper op de schoener “Gezusters” 50-53 jaar
1892 schipper op de bark “Capella” 54 jaar
Overige bijzonderheden
Mulder085 vermeldt:
“09.11.1896 Volgens ontvangen telegram is het Nederlandse schip “Capella”, kapt. G.Plukker, tijdens een reis van Rotterdam naar Riga bij Domesnaes gestrand en wrak geworden. De kapitein en een matroos zijn verdronken.”
Provinciale Groninger Courant 11 augustus 1893114
Londen, 7 augustus. Het Nederlandse brikschip CAPELLA, kapt. G. Plukker, van Riga naar Bremen bestemd, is bij Kastrup gestrand doch met assistentie weder vlot gekomen. Er was geen akkoord gemaakt. Het schip is door duikers nagezien en onbeschadigd bevonden.
Provinciale Groninger Courant 26 september 1893114
Londen, 23 september. Het barkschip CAPELLA, kapt. G. Plukker, van Bremen naar Kroonstad, is op de Weser aan de grond geraakt en verlangt assistentie.
Provinciale Groninger Courant 28 september 1893 114
Bremerhaven 25 september. Het schip CAPELLA, kapitein G. Plukker is lek en moet lossen.
Provinciale Groninger Courant 29 september 1893114
Bremerhaven, 26 september. Het barkschip CAPELLA, kapt. G. Plukker, dat in de afgelopen nacht in de Kaisershaven werd gebracht, is vermoedelijk niet zo zwaar beschadigd als men denkt. Terwijl maandag l.l. nog 76 duim water in het schip stond, had men dit heden morgen met de hand- en windmolenpomp lens gepompt. Het barkschip zal heden worden onderzocht.
Provinciale Groninger Courant 30 september 1893114
Bremerhaven, 26 september. Het schip CAPELLA, kapt. G. Plukker, dat gisteren nog 56 duim water in had, is heden lens gepompt en zal worden nagezien.
NRC 12 december 1893114
Elseneur, 11 december. Het Nederlandse barkschip CAPELLA, kapt. Plukker, van Wyborg naar Gent, met een lading hout, liep hier binnen met verlies van ankers en kettingen en een gebroken spil.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Geen
Overige bijzonderheden
In: De eeuw van mijn vader door Geert Mak, 1999, Uitg. Atlas, staat op p.18 een weergave van een tekst uit een notitieboekje van de grootvader van Geert Mak, een zeilmaker uit Schiedam. Deze notitie luidt: “Een stagzeil en een brinkzeil voor de Quintos, van der Elst …”. Ik neem aan dat deze notitie stamt uit de negentiger jaren van de 19e eeuw, en dan is via Bouma025 te concluderen dat het hier gaat om de 2-mast schoener Quintus, ex Hooite Wicher, gebouwd in 1860 te Nieuwendam, 171 ton o.m. en van 1887 t/m 1902 onder gezag van kapitein P.Boeijing, varend voor rederij P.van der Elst & Co te Schiedam. Het schip werd in 1902 verkocht voor de sloop.
|