Inloggen
COMMERCIE COMPAGNIE VAN MIDDELBURG - ID 14316


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1850-06-03 / 1876-07-11 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1849
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Commercie Compagnie, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Delivery Date: 1849-09-18
Technical Data

Gross Tonnage: 408.00 lasts
Gross Tonnage 2: 774.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1850
Datum agenda: 1850-06-03
Register nr: 18500399
Scheepsnaam: COMMERCIE COMPAGNIE VAN MIDDELBURG
Type: Bark
Lasten: 408
Gebouwd in provincie: Zeeland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Commercie Compagnie
Plaats: Middelburg
Kapitein op moment van verzoek: Butijn, M.
Opmerkingen: eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1849-09-18 COMMERCIE COMPAGNIE VAN MIDDELBURG
Manager: Commercie Compagnie van Middelburg, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Eigenaar: Commercie Compagnie van Middelburg, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Middelburg / Netherlands

Date/Name Ship 1864-01-31 CORNELIA ADOLPHINE
Manager: Firma P.C. de Gijselaar & Zonen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1873-07-27 THORWALD
Manager: George Frederik Egidius, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: George Frederik Egidius, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij acte 41 van 1849
van het schip COMMERCIE COMPAGNIE VAN MIDDELBURG
Eigenaar:

Commercie Compagnie Middelburg 1/1e part

Directeuren: Johan Jacob Sprenger
Pieter de Stoppelaar
Mr. Hendrik du Buisson Becius
Jonkhr. Pieter Damas van Citters
Jonkhr. Willem Reinbrand Boddaert

Bijlage bij acte Amsterdam no. 2 van 1864
Barkschip CORNELIA ADOLPHINE

Eigenaren:
Firma P.C. de Gijselaar & Zoen, Amsterdam, (boekhouders en 7/32e part)
Firma Jeremias Meijjes & Zonen, Amsterdam (2/32e part)
Grijpink, A., Amsterdam (2/32e part)
D.W. van Meeteren, Amsterdam (1/32e part)
E.W. Cramerus, Amsterdam (1/32e part)
Firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (2/32e part)
N.C. Bouwer, Amsterdam (1/32e part)
J. Westendorp Jut, Amsterdam (1/32e part)
J. van Oosterwijk Bruyn, Amsterdam (1/32e part)
Firma Reune & Oort, Amsterdam (1/32e part)
Firma H. Höweler & Zonen, Amsterdam (1/32e part)
Mr. W. Bunk, Amsterdam (1/32e part)
K. Koopmans, Amsterdam (1/32e part)
H.J. Koenen, Amsterdam (1/32e part)
H. Costerus Hibma, Amsterdam (1/32e part)
M.J. Waller, Amsterdam (1/32e part)
G.E. Weijland, weduwe R.J. Scholten, Amsterdam (1/32e part)
J.G. de Roever, Amsterdam (1/32e part)
R.L. Scholten, Amsterdam (1/64e part)
J.R. Scholten, Amsterdam (1/64e part)
C.Ph. Girod, Rotterdam (1/32e part)
E.W. Wichers, Grave (1/32e part)
W.H. de Heus, Utrecht (1/32e part)
en E. de Gijselaar, Grokum (1/32e part)

Ship Events Data

1854-11-04: Damaged
New York, 4 november. Gisteren is alhier voor noodhaven binnengelopen de Nederlandse bark COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. Horn, van Havana naar Antwerpen bestemd. Het schip heeft zeilen, tuig, stuurrad, nachthuis, rondhuis, de boot uit de davits verloren en meer andere averij aan de romp bekomen. Ook de lading is beschadigd. Bij het binnenkomen alhier heeft men nog buiten de bank een anker met 35 vadem ketting verloren.
1855-03-05: Stranded
Antwerpen, 5 maart. De Nederlandse bark COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. J.H. Horn, van Havana met een lading suiker naar deze stad bestemd, is gisteren namiddag onder het opslepen nabij Bath aan de grond geraakt. Het schip is met hoog water niet vlot gekomen en men heeft dus heden lichters afgezonden. Het schip behoort te huis te Middelburg.
1857-05-13: Collision
Point de Galle (opm: Galle, Sri Lanka), 13 mei. Het alhier ter rede liggende schip (opm: bark) COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. H.J. Horn, is in een storm driftig geraakt en onklaar aan het Engelse schip HARRIET gedreven, waardoor beide schepen schade bekomen hebben.
1859-00-00: Collision
Vlissingen, 18 februari. Het Nederlands schip COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. Barkey, en de Engelse brik JACKSON, kapt. Elliott, zijn gisterenavond ter rede van Rammekens in aanzeiling geweest. Men zegt dat de beide schepen op de Calloot aan de grond zijn geraakt; de COMMERCIE COMPAGNIE moet aldaar verloren, doch de JACKSON zwaar lek weer vlot gekomen zijn. (Volgens het Handels en Effecten Blad zou de COMMERCIE COMPAGNIE slechts de kluiverboom verloren en enige schade aan het koper bekomen hebben.)
1859-08-08: Damaged
Batavia, 8 augustus. Het schip COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. Brukes (opm: G.J. Braker), van Middelburg alhier aangekomen heeft de grote mast gebroken en meer andere schade bekomen, Het is de 1e dezer naar Onrust vertrokken om te repareren.
1863-08-27: Sold at auction
Het in veiling d.d. 27 augustus l.l. verkochte schip COMMERCIE COMPAGNIE is thans genaamd CORNELIA ADOLPHINE.
1873-03-25: Sold at auction
Advertentie. Verkoping. J.R. Bos Janszen, W.Y. van Reinouts en E.C.A. Koli, makelaars, zullen op dinsdag 25 maart 1873, des avonds ten 6 uur, in De Brakke Grond, ten overstaan van de notaris A.D.F.J. Meijjes, publiek verkopen een extra ordinair, welbezeild, gekoperd en kopervast barkschip genaamd CORNELIA ADOLPHINE, gevoerd door kapt. J.G. de Roever en gemeten op 398 lasten of 754 tonnen met de complete inventaris, alles breder bij biljetten omschreven. Het schip ligt aan de Oosterdoksdijk.
Adres bij de bovengemelde makelaars of de cargadoors Hoyman & Schuurman te Amsterdam.
1876-07-11: Final Fate: Foundered, gezonken

New York, 11 juli 1876. Het Nederlandse barkschip THORWALD, kapt. Gundersen, van Pascagoula naar Cherbourg, is op Sand Eiland Spit (bij Pascagoula; pos: 30º11’ NB 88º03’ WL) gezonken.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

In het Bevolkigsregister 1851-1853 (-1860) van Amsterdam staat Marinus Butijn, geboren 11 april 1811 te Bath, scheepsgezagvoerder, weduwnaar, Nederl. Hervormd, wonend in de Gietersstraat te Amsterdam.

Marinus Butijn werd geboren op 13 april 1812 te Rilland en Bath als zoon van Job Butijn en Johanna Lammers (zie www.zeeuwengezocht.nl)

Getrouwd met Trijntje Aukes Faber

 

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt M.Butijn als gezagvoerder gedurende:

  • 1850 t/m 1853 van de bark “Commercie Compagnie”, gebouwd in 1849 te Middelburg, 768 ton o.m., varend voor de Commercie Compagnie te Middelburg;
  • 1854 van de brik “Jeannette” ex Catharina Maria, gebouwd in 1851 te Capelle aan de IJssel, 258 ton, varend voor F.Smelt te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

NRC 0juli 1849114

Rotterdam, 8 juli. Op de 5e juli is van de werf der Commercie-Compagnie te Middelburg met het beste gevolg te water gelaten het barkschip de COMMERCIE-COMPAGNIE, groot ongeveer 500 Java-lasten, gebouwd door de scheepsbouwmeester A. Otto, voor rekening van de Commercie-Compagnie. Het zal gevoerd worden door kapt. M. Butijn en is bestemd voor de vaart op de Oost-Indiën. Onmiddellijk daarop is wederom de kiel gelegd voor een schip, berekend op 300 Java-lasten.

 

NRC 31 mei 1850114

Rotterdam, 30 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende schepen:….

….Voor Middelburg: PHOENIX, kapt. Kasse, PAULINE, kapt. Post en COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. Butijn.

 

Javasche Courant 02 oktober 1850114

Te Batavia zijn gearriveerd:….

….30 september. Ned. India COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. M. Butyn, van Middelburg de 22e september…..

 

NRC 20 mei 1852114

Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende 32 schepen, als: ….

….Voor Middelburg: COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. M. Butijn; PHOENIX, kapt. P.J. Kasse; PAULINE, kapt. B.J. Post.

 

NRC 11 augustus 1854114

Rotterdam, 10 augustus. Het aan de Commercie Compagnie te Middelburg toebehorende barkschip COMMERCIE COMPAGNIE, van Hong Kong met circa 500 Chinese werklieden te Havana aangekomen, is aldaar, naar men verneemt, door de Nederlandse consul met bijstand der Spaanse autoriteiten in beslag genomen en de gezagvoerder M. Butijn voorlopig gearresteerd wegens ontrouwe handeling ten opzichte zijner verantwoording aan de voornoemde eigenaars van zijn schip.

 

NRC 27 augustus 1855114

Middelburg, 25 augustus. Heden morgen is alhier door het provinciaal gerechtshof uitspraak gedaan in de zoveel gerucht gemaakt hebbende zaak van M. Butijn, gewezen gezagvoerder van het schip de COMMERCIE COMPAGNIE. De beschuldigde is van al de hem ten laste gelegde feiten vrijgesproken en op vrije voeten gesteld. Een grote menigte toehoorders woonde de terechtzitting bij, hetwelk kan getuigen van de algemene belangstelling, welke deze zaak bij het publiek heeft verwekt. De beschuldigde had tot advocaat gesteld, mr. P.J.G. van Diggelen alhier.

 

NRC 14 maart 1856114

Rotterdam, 14 maart. In de zitting van de Hoge Raad der Nederlanden, burgerlijke kamer, van 7 dezer is gepleit in zake M. Butijn, voormalig gezagvoerder van het barkschip COMMERCIE-COMPAGNIE, eiser, tegen de Commercie Compagnie te Middelburg, verweerderesse. De conclusie van het openbaar ministerie is bepaald op de 27e dezer. Voor de eiser zijn opgetreden de procureur Mr. G. van der Jagt. Wz. en de advocaat Mr. A. de Pinto; voor de verweerderesse de procureur Mr. C.J. François en de advocaat Mr. D. van Eck.

 

 

 

Datum vanaf: 1850
Kapitein: Butijn, Marinus

Familiegegevens en opleiding

Er is bij diverse opgaven, o.a. in www.zeeuwengezocht.nl  verwarring inzake de volgorde van de initialen, J.H. of H.J.

 

Jacob Hendrik Horn werd geboren ca 1800 te Tonningen, Denemarken

Hij was getrouwd met Alida Reppers, geboren 19 januari 1804 te Middelburg en overleden 17 maart 1878.

Jacob overleed op 20 mei 1858 te Point de Galle op Ceylon volgens uittreksel journaal gehouden aan boord van het particulier Ned. barkschip Commercie Compagnie van Middelburg. Hij is ten huise van den heer Loret logementhouder, aan de gevolgen van een val uit het tussendek in hetruim gevallen, overleden.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.J.Horn werd met nr.859 effectief lid van Zeemanshoop per 04 december 1851 op voorspraak van P.J.Kasse. Zijn schip was de "Adolph Eduard"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 28 oktober/04 november 1851 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Jacob Horn, geen leeftijd vermeld, voerend de kof “Adolph Eduard”, wonend te Middelburg, op voordracht van kapitein P.J.Kasse.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 april 1853 staat de mededeling van kapitein J.H. Horn “dat hij per overlandmail naar Indië gaat om het schip Commercie Compagnie overtenemen en vervolgens een inlandsche reis te doen eer hij terugkomt.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1857 vraagt de weduwe J.H.Horn om een uitkering, die haar in de vergadering dd 27 augustus 1857 wordt toegekend “onder gehoudenheid van nadere overlegging van doodsacte.” met ingang van 01 augustus 1857.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 01 september 1857 staat de mededeling dat per 01 augustus 1857 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.H.Horn  geb. Rippens (sic).023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer          jaren       type           scheepsnaam                          naam reder/boekhouder

        859             1851-1852  kof             Adolph Eduard                       Boddaert & Co te Middelburg

                                 1853       geen opgave van schip en boekhouder

        465                  1854       geen opgave van schip en boekhouder

                            1855-1856  bark           Commercie-Compagnie        Commercie Compagnie te Middelburg

 

Bouma025 vermeldt H.J.Horn als gezagvoerder gedurende:

*    1852 t/m 1856 van de sch.kof “Adolf Eduard”, gebouwd in 1851 te Middelburg, 166 ton o.m., varend voor Boddaert & Co te Middelburg;

*    1854 t/m 1858 van de bark “Commercie Compagnie”, gebouwd in 1849 te Middelburg, 768 ton o.m., varend voor de Commercie Compagnie te Middelburg.

      deze twee opgaven overlappen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Horn, Jacob Hendrik

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.J Bruker was met vlagnummer R47 in de periode 1859 t/m 1872 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Geen

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein G.J.Bruker met vlagnummer R47 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1859, 1862, 1863 bark “Commissie Compagnie” 406 last   de Commercie Compagnie, Middelburg
  • 1864 t/m 1867 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt G.J.Bruker als gezagvoerder gedurende:

  • 1859 t/m 1864 op de bark “Commercie Compagnie”, gebouwd in 1859 te Middelburg, 768 ton o.m., varend voor de Commercie Compagnie te Middelburg. Het schip werd in 1864 verkocht naar P.C.de Gijselaar & Zn te Amsterdam en herdoopt in “Cornelia Adolphine”.

 

Overige bijzonderheden

Ene kapitein Bruker (dezelfde?. Zo ja, dan is hij erg laat lid van het zeemanscollege geworden)) was in 1831 gezagvoerder op de Twee Anthonies (schip in combinatie met een kapitein Bruker wordt niet genoemd bij Bouma025 en van Sluijs013). Hij had aan boord de kajuitjongen Jacob Bouten (zie aldaar). Het schip vertrok vanuit Rotterdam naar Java. Daarna ging de reis naar Canton en toen terug via St.Helena. Inmiddels hadden Engeland en Frankrijk partij gekozen in het conflict inzake de afscheiding van Belgie en de toegang tot Nederland geblokkeerd. Het schip werd door de Engelse marine opgebracht naar Portsmouth. Pas na ruim drie maanden werd het schip weer vrijgegeven en zeilde men naar Hellevoetsluis.066.

In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview met G.Knol, directeur der Commercie-compagnie te Middelburg. Op p. 99 van de enquete komt ter sprake “… de treurige geschiedenis van het schip de Commercie-compagnie, dat door den kapitein werd afgeloopen.” Op een vraag waaraan moest worden toegeschreven dat het schip door de kapitein kon worden afgelopen antwoordde de heer Knol: “Nadat het eene reis had gedaan werd het bevracht voor Engeland op Calcutta; daar aangekomen moest echter de charterpartij te niet gedaan worden. Toen is de kapitein van de eene naar de andere plaats gevaren om vracht te krijgen, en liet niets van zich hooren, zoodat men eindelijk door tusschenkomst van verschillende gouvernementen het schip in Havanna in beslag nam.”

Het is niet duidelijk of het hier gaat om kapitein Bruner of zijn opvolger kapitein J.G. de Roever

 

Datum vanaf: 1859
Kapitein: Bruker, G.J.

Familiegegevens en opleiding

Zie bij Bijzonderheden en de publicatie “Kotte Reisbeschrijving van Johannis Gerrit de Roever. Een uitgave van de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders, 2009, 96 pp.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093

Naam kapitein                             Naam schip                          vertrek                          aankomst

J.G. de Roever                             Cornelia Adolphina            geen melding               04 feberuari 1865

                                                       Cornelia Adolphina            08 mei 1865                 03 juli 1866

                                                         Cornelia Adolphina            05 januari 1867         11 december 1867

 

Bouma025 vermeldt J.G.de Roever als gezagvoerder gedurende:

1858 t/m 1860 van de bark “Phoebus” ex Japan, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 513 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam.(hij was opvolger van kapitein C.F.Beck). Het schip werd in 1860 gesloopt;

1862 t/m 1863 van het fregat “Anna en Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor P.C. de Gijselaar & Zn te Amsterdam. In 1863: Verongelukt te North Shields en met de lading verkocht”.

1864 t/m 1873 van de bark “Cornelia Adolphine” ex Commercie Compagnie, gebouwd in 1849 te Middelburg, 768 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1874 verkocht aan G.F.Egidius te Amsterdam en herdoopt in “Thorvald”;

1874 t/m 1878 van de bark “Pieter Adolf”, gebouwd te Newburyport in 1864, 849 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In::”Eenige voorvallen uit mijn zeemansloopbaan” (Ons Zeewezen april en juli 1933) beschrijft beschrijft J.C.de Roever het zeemansleven van zijn vader J.G.de Roever, aan de hand van diens dagboekaantekeningen. De volgende gegevens heb ik hierna in het kort overgenomen. In latere afleveringen van hetzelfde tijdschrift gaat de schrijver in op zijn eigen zeemanshistorie (zie aldaar).

Eind 2000 kwam de heer K.Suyk te Heiloo, namens de Vereniging Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, in het bezit van een transcriptie van voornoemd dagboek van J.G.de Roever, waarvan het origineel in bezit is van mevr. J.H.A.de Graaf-de Roever (geb. 1908, Ravellaan 20 te Heemstede), de kleindochter van J.G.de Roever. Tevens bezat zij een korte notitie van haar grootvader persoonlijke herinneringen.. In het navolgende is ook hieruit geput.

     Johan Christiaan de Roever ging in juli 1877, als jongen van 15 jaar, naar St.Nazaire, waar zijn vader (Johannes Gerrit) lag met de bark “Pieter Adolf”, voor een reis naar Cardiff. Het schip was aldaar binnengekomen uit Soerabaja met een lading suiker om in St.Nazaire te lossen. Aldaar werd vervolgens een lading mijnstutten ingenomen voor Cardiff en in Cardiff zou hij dan weer een lading kolen halen voor Padang.

     “Aanhoudende Westelijke winden en hooge zee op de kust van de Loire hielden het schip echter op tot den 21sten Juli. … Den 21sten Juli kon de “Pieter Adolf” eindelijk naar buiten gesleept worden en den 26sten d.a.v. kwamen wij ter reede van Cardiff ten anker.”

 

     Johannes Gerrit de Roever werd geboren op 21 december 1824 te Amsterdam als zoon van Lambertus de Roever (1790-1860) en Trijntje Bart. Vader Lambertus was timmerman en scheepsbeschieter, werkend aan de werf van de heer Baaij in de Kleine Wittenburgerstraat. Zijn grootvader de Roever had een zilversmidwinkel. Grootvader Bart was gezagvoerder op fluiten en koggen Alhoewel hij graag naar zee wilde, begon hij op de leeftijd van ruim 13 jaar zijn loopbaan als winkelbediende bij de.heer Malie, winkelier in galanterieën in de Kalverstraat. Het beviel hem daar absoluut niet en hij ging vervolgens zijn vader helpen als timmermansknecht. Inmiddels was hij in kennis gekomen met ene Hein Rademaker, commandeur van houtzagers, waar hij knecht werd op een jacht op de Zuiderzee. Na de dood van zijn moeder in maart 1841 kreeg hij de kans om naar zee te gaan en op 13 april van dat jaar (hij was toen 16 jaar) monsterde hij als kajuitwachter op de brik “Maria Jacoba” onder kapitein D.J.Bart. “In die jaren vervoerden die scheepjes ook vaak passagiers. Zoo zouden er die reis 13 mede gaan en het was hoofdzakelijk om die reden dat hij mede mocht.” Dit schip onderhield een geregelde dienst tussen Amsterdam en West-Indië en wel op de havens La Guaira, Puerto Cabello en Curacao. Hij maakte 6 reizen met dit schip tot december 1843 toen het van de 6de reis terugkwam en voor de sloop werd verkocht.

     In maart 1844 monsterde hij als lichtmatroos op het fregat “Stad Utrecht”, onder kapitein F.P.J.Jaski om naar Java te gaan. “Hij maakte de reis vandaar (d.i.Nieuwe Diep) naar Batavia (112 dagen), Tegal, terug naar Batavia en weder naar Amsterdam. Toen de “Stad Utrecht” in Januari 1845 in het Nieuwe Diep binnenkwam was het N.H.Kanaal dichtgevroren, zoodat de bemanning te N.D. werd afgemonsterd en per diligence naar Amsterdam gebracht.”

     In februari 1845 volgde hij het zg stuurmanscollege van de heer Teupken. Maar reeds op 09 april kwam hij aan boord van de bark “Sirius” onder kapitein H.Mulder “om mede te helpen dat schip te kielen, koperen en tuigen, met de bedoeling met dat schip naar zee te gaan; doch den 28sten van die maand moest hij monsteren, weder op zijn vorig schip”de “Stad Utrecht”, nu evenwel als “zwaar-licht-matroos” op een gage van ƒ 18,- per maand”. De daaropvolgende reis werd hij matroos en ”na 4 jaren in die functie te hebben gevaren, monsterde hij in Juni 1850 als 3de stuurman op het Ned. Fregatschip “Admiraal de Ruyter” Kapt. G.Titsing”. Uit een anekdote, die verderop in het artikel wordt vermeld, blijkt dat hij in deze 4 jaren ook heeft gevaren als matroos op de bark “Holland” onder kapitein (R.)Dekker (1847) op een reis naar Havana en op het fregat “Prins Hendrik” onder kapitein J.Goedkoop (1847) op een reis naar Bahia. Daarna was hij in 1857 ook nog 1ste stuurman op de bark “Phoebus” (onder kapitein C.F.Beck) op een reis van Cardiff naar Singapore. (Uit Bouma025 blijkt dat hij op dit schip in 1860 de gezagvoerder was).

     Hij trouwde op 08 februari 1855 te Amsterdam met Margaretha Onderberg, oud c. 27 jaar, eerst op het Stadhuis en daarna in de Doopsgezinde Kerk door dominee P.van der Goot. Op 13 december 1856 werd uit dit huwelijk zoon Johannes Gerrit geboren, doch op 11 januari 1857 overleed zijn vrouw “aan de gevolgen van een hartziekte”. Hij hertrouwde op 05 juli 1860 met Johanna Christina Onderberg, zuster van zijn eerste vrouw, oud 29½ jaar, eerst op het stadhuis te Amsterdam en later in de Doopsgezinde Kerk wederom door Dominee P.van der Goot. Op 12 september 1861 werd zijn zoon Lambertus geboren en op 08 december 1862 zijn zoon Johannis Christiaan.

     Via 2de stuurman en een examen in het voorjaar van 1861 “werd hij den 26sten Augustus van datzelfde jaar aangesteld als Gezagvoerder van het Ned. Fregatschip “Anna en Elise” toebehoorende aan de Heeren P.C.Gijselaar en Zonen te Amsterdam. Na met dit schip een reis naar Java en terug te hebben gedaan, had hij het ongeluk de d.a.v. reis de “Anna en Elise” na te North Shields een lading steenkolen te hebben geladen, uit de sluis van het Northumberland Dock komende te verliezen. Het schip raakte ongeveer 3 à 4 scheepslengten buiten de sluis terwijl het onder loodmans aanwijzing gesleept werd, aan de grond in de Tyne en is later, bij vallend water, gebroeken en totaal wrak geworden. Op publieke veiling bracht het schip, tuig, inventaris, provisie en lading ongeveer £ 1700,- Sterl. op.

“In het “Handelsblad” van 25 Mei 1863 vonden wij het bericht, dat volgens een brief van Kapt. de Roever, de Anna & Elisa

p 20 Mei door 2 stoombooten uit het Northumberlanddock werd gesleept, om naar Batavia te vertrekken. Buiten het bassin stootte het schip aan den grond, en raakte vast, de sleeptrossen knapten af en niettegenstaande de assistentie van 7 sleepbooten was het schip niet meer af te brengen. Onmiddellijk werden de steenkolen gelost, maar “te 11 ure zat het schip 14 voet geboeid en lag geheel op zijde, het water drong met kracht in en ten 7 ure was het geheel vol water geloopen”.   Den anderen dag werd het schip als geheel verloren beschouwd. (Uit: “Ons Zeewezen, 37, pp.185, 1938).

     Een maand na dit noodlottig verlies reisde vader met zijn “Patroon” naar Middelburg; het aldaar liggende barkschip “Commercie Compagnie” werd aangekocht, verdoopt in “Cornelia Adolphine” en hij kreeg onmiddellijk het bevel over dat schip.

     Met de “Cornelia Adolphine” deed hij van 1864 tot 1873, dus in tien jaren, slechts 6 reizen; maar men moet niet vergeten, dat daar reisjes bij waren van 2, ja soms 3 jaren, want zij gingen niet alleen naar Java en terug, maar soms ook naar China, Australië en Voor- en Achter-Indië. In een aparte anekdote beschrijft kapitein G.J.de Roever een ontzettende orkaan op 16-20 februari 1872 op reis van New-Castel (N.S.W.) naar Australië. Hij lichtte zijn bemanning in over het naderende einde, maar als door een wonder nam de orkaan af en ontsnapten zij aan de dood.

     In Maart 1873 werd de “Cornelia Adolphine” verkocht naar Noorwegen, doch in September van hetzelfde jaar werd mijn vader het bevel opgedragen over het Barkschip “Pieter Adolf” van dezelfde Reederij: P.C.de Gijselaar & Zonen.

     Met de “Pieter Adolf” maakte hij slechts 3 reizen, waarna ook dàt schip, het laatste van genoemde Reederij verkocht werd en zijn zeemansloopbaan een einde nam. Daar hij toen nog maar 54 jaar oud was, dacht hij er sterk over nog bij de stoomvaart over te gaan; nà verkoop van zijn laatste schip is hij echter gaan sukkelen en het bleek later dat hij aan een hartkwaal lijdende was, die hem in 1880 ten grave sleepte.

 

K.Suyk uit Heiloo maakte op basis van het dagboek van J.G.de Roever een overzicht van zijn reizen waarvan ik het volgende overneem::

01e reis      Brikschip “Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart

                   Amsterdam - La Guaira (Venezuela) - Pto Cabello (Venezuela) - Curacao - La Guaira - Pto Cabello - Amsterdam

       13 april - 11 september 1841. Kajuitsjongen, 16 jaar.

02e reis      Brikschip “Maria & Jacoba , kapitein D.J.Bart

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   25 december 1841 - 30 maart 1842. Kajuitsjongen, 17 jaar.

03e reis      Brikschip “Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   26 april - 02 september 1842. Kajuitsjongen, 17 jaar.

04e reis      Brikschip Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart.

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   02 september 1842 - 24 januari 1843. Kajuitsjongen, 17 jaar.

05e reis      Brikschip Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart.

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   03 maart - 18 juli 1843. Kajuitsjongen, 18 jaar.

06e reis      Brikschip Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart.

                   Amsterdam - La Guaira - Curacao - Amsterdam.

                   18 juli - 23 december 1843. Kajuitjongen, 18 jaar

                   Schip verkocht en gesloopt.

07e reis      Fregat “Stad Utrecht”, kapitein F.P.J.Jaski

                   Amsterdam - Batavia - Tagal - Samarang - Batavia - Amsterdam.

                   02 maart 1844 - 23 januari 1845. Lichtmatroos, 19 jaar.

08e reis      Fregat “Stad Utrecht”, kapitein F.P.J.Jaski

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passoeroeang - Batavia - Amsterdam

                   28 april 1845 - 12 april 1846.Zwaar lichtmatroos , 20 jaar.

09e reis      Fregat “Holland”, kapitein R.Dekker.

                   Amsterdam - Havana - Matanzas - Amsterdam.

                   13 november 1846 - 29 april 1847. Matroos, 21 jaar.

10e reis      Fregat “Prins Hendrik”, kapitein J.Goedkoop

                   Amsterdam - Bahia - Nieuwediep.

                   28 april - 08 november 1847. Matroos, 22 jaar.

11e reis      Fregat “Prins Hendrik”, kapitein J.Goedkoop.

                   Nieuwediep - Batavia - Oedjong Panka - Soerabaja - Passaroeang - Samarang - Pekalongan - Batavia - St.Helena - Nieuwediep.

                   22 december 1847 - 06 januari 1849. Matroos, 23 jaar.

12e reis      Fregat “Oost Indiën”, kapitein J.Engelenberg

                   Amsterdam - Batavia - Pangool - Patjitan - St.Helena - Nieuwediep

                   05 april - 05 februari 1850. Matroos, 24 jaar.

13e reis      Fregat “Admiraal de Ruijter”, kapitein G.M.Tissing.

                   Amsterdam - Batavia - Joana - Samarang - Banjoeangie - Amsterdam.

                   28 juni 1850 - 08 mei 1851. 3e stuurman, 25 jaar.

14e reis      Fregat “Admiraal de Ruijter”, kapitein G.M.Tissing.

                   Amsterdam - Batavia - St.Helena - Amsterdam.

                   12 juni 1851 - 28 februari 1852. 2e stuurman, 26 jaar.

15e reis      Fregat “Admiraal de Ruijter”, kapitein G.M.Tissing.

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passaroeang - Banjoewangi - Amsterdam.

                   28 mei - begin 1853. 2e stuurman, 27 jaar.

16e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                   Amsterdam - Melbourne - Batavia - Samarang - Soerabaja - Batavia - Simonsbaai (ZA) - Rotterdam.

                   Begin mei 1853 - 14 januari 1855. 2e stuurman, 28 jaar.

17e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                   Rotterdam - Batavia - Padang - Amsterdam.

                   16 april 1855 - half februari 1856. 1e stuurman, 30 jaar.

18e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Tjilatjap - Amsterdam.

                   16 april 1856 - eind maart 1857. 1e stuurman, 31 jaar.

19e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                  Amsterdam - Cardiff - Singapore - New Harbour - Singapore - Hongkong - Batavia - Cheribon - Batavia - Amoy (China) - Singapore Batavia - Amsterdam.

                   18 april 1857 - 01 mei 1860. Aangemonsterd als 1e stuurman; vanaf Batavia gezagvoerder.

                   Schip op 28 juni 1860 verkocht voor de sloop.

Vanaf nu varend als gezagvoerder.

20e reis      Fregat “Anna & Elise”, kapitein J.G.de Roever, 36 jaar.

                   Amsterdam - Batavia - Oedjong Pangka - Soerabaja - Panaroekan - Batavia - Amsterdam.

                   18 april 1862 - 27 februari 1863.

21e reis      Fregat “Anna & Elise”.

                   Amsterdam - Shields. Het schip verongelukt en raakt wrak bij North Shields (Engeland) op 10 mei 1863.

                   09 april - 08 jun 1863 (afmonstering equipage).

22e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Middelburg - Batavia - Soerabaja - Panaroekan - Batavia - Amsterdam.

                   16 maart 1864 - 17 maart 1865.

23e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Cardiff - Kaapstad - Batavia - Samarang - St. Helena - Amsterdam.

                   28 april 1865 - 25 juli 1866.

24e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passoeroean - Batavia - Amsterdam.

                   08 december 1866 - 21 januari 1868.

25e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - New Castle upon Tyne - Soerabaja - Bezoekie - Amsterdam.

                   23 maart 1868 - 17 februari 1869.

26e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Swartik (Zweden) - Adelaide - Rangoon - Batavia - Cheribon - Passoeroeang - Batavia - Amsterdam.

                   27 mei 1869 - 01 april 1871.

27e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Soderhamn (Zweden) - Elseneur - Adelaide - Melbourne - New Castle (Australië) - Hongkong - Macao - Samarang - Batavia - Tjilatjap - Amsterdam.

                   19 mei 1871 - 07 maart 1873.

28e reis      Bark “Pieter Adolf”.

                  Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Bezoeki - Probolingo - Melbourne - Newcastle (Australië) -Batavia - Tagal - Banjoewangi - St. Helena - Plymouth - St. Nazaire.

                   26 september 1873 - 23 juni 1875.

30e reis      Bark “Pieter Adolf “.In de transcriptie van het dagboek ontbreken pagina’s waarop wellicht verslag van 29e reis.

                   St. Nazaire - Cardiff - Padang - St.Helena - Amsterdam.

                   21 juli 1877(?) - 30 juli 1878.

 

 

Datum vanaf: 1864
Kapitein: Roever, Johannes Gerrit de

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Zeeuwse Archieven, Middelburg Archiefnummer ZA.701.1036.41

foto 033 - 035

Cedule
Naam schip COMMERCIE COMPAGNIE VAN MIDDELBURG

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Middelburg, 18 september 1849

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper zie bijlage

te voeren door kapt. Marinus Butijn

grootte in tonnen 774 tonnen

tuigage / aantal dekken 3 masten, 2 dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Middelburg

plaats / datum registratie Middelburg, 18 september 1840

nummer van registratie deel 58, folio 2 vak 6 en 7

notaris Mr. Adriaan Pieter van Deinse, voorzitter Arrondissements Rechtbank, Middelburg

prijs

bijzonderheden: Getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Middelburg


researcher/datum research: FM / 10/12/2015




Bijlage bij acte 41 van 1849
van het schip COMMERCIE COMPAGNIE VAN MIDDELBURG

Eigenaar:

Commercie Compagnie Middelburg 1/1e part

Directeuren: Johan Jacob Sprenger
Pieter de Stoppelaar
Mr. Hendrik du Buisson Becius
Jonkhr. Pieter Damas van Citters
Jonkhr. Willem Reinbrand Boddaert



researcher/datum research: FM / 09/12/2015

Naam COMMERCIE COMPAGNIE VAN MIDDELBURG
Archiefinstelling Zeeuws Archief, Middelburg
Jaar 1849
Toegang 701
Inventaris 1036

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3175-1864.2

DVD XIII – 8495 - 8498


CEDULE

Naam schip CORNELIA ADOLPHINE, voorheen genaamd COMMERCIE COMPAGNIE

plaats en datum acte eigendomsverklaring, Amsterdam, 31 januari 1864

type schip bark

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper rederij onder boekhouderschap van firma P.C. de Gijselaar & Zonen, Amsterdam (zie bijlage)

te voeren door kapt. J.G. de Roever

grootte in tonnen 398 lasten of 754 tonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 16 februari 1864

nummer van registratie deel 82, folio 188, recto, vak5

notaris

prijs NLG.

Bijzonderheden het schip lag te Middelburg en was recentelijk gekocht. De laatst uitgereikte zeebrief, in dato 20 januari 1862, no. 15, was ingetrokken






researcher/datum research: ML / 170609


Bijlage bij acte Amsterdam no. 2 van 1864
Barkschip CORNELIA ADOLPHINE

Eigenaren:
Firma P.C. de Gijselaar & Zoen, Amsterdam, (boekhouders en 7/32e part)
Firma Jeremias Meijjes & Zonen, Amsterdam (2/32e part)
Grijpink, A., Amsterdam (2/32e part)
D.W. van Meeteren, Amsterdam (1/32e part)
E.W. Cramerus, Amsterdam (1/32e part)
Firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (2/32e part)
N.C. Bouwer, Amsterdam (1/32e part)
J. Westendorp Jut, Amsterdam (1/32e part)
J. van Oosterwijk Bruyn, Amsterdam (1/32e part)
Firma Reune & Oort, Amsterdam (1/32e part)
Firma H. Höweler & Zonen, Amsterdam (1/32e part)
Mr. W. Bunk, Amsterdam (1/32e part)
K. Koopmans, Amsterdam (1/32e part)
H.J. Koenen, Amsterdam (1/32e part)
H. Costerus Hibma, Amsterdam (1/32e part)
M.J. Waller, Amsterdam (1/32e part)
G.E. Weijland, weduwe R.J. Scholten, Amsterdam (1/32e part)
J.G. de Roever, Amsterdam (1/32e part)
R.L. Scholten, Amsterdam (1/64e part)
J.R. Scholten, Amsterdam (1/64e part)
C.Ph. Girod, Rotterdam (1/32e part)
E.W. Wichers, Grave (1/32e part)
W.H. de Heus, Utrecht (1/32e part)
en E. de Gijselaar, Grokum (1/32e part)

ML / 170609

Naam COMMERCIE COMPAGNIE
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1864
Toegang 198
Inventaris 3175

Bronnen

Jaar: 1849
Bron: Zeeuws Archief Middelburg
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer ZA.701.1036.41

Jaar: 1864
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer Amst.198.3175-1864.2
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk