Familiegegevens en opleiding
Pieter Das werd geboren op 04 december 1820 te Kalkwijk, gem. Hoogezand als zoon van de schipper Jan Geerts Das en Jantje Jans Schuring.
Pieter trouwde op 01 april 1847 te Oude Pekela als schipper met Jaapkien Degenhart, geboren op 11 maart 1819 te Oude Pekela als dochter van de koopman Eltje Jans Degenhart en Hinderika Nannes Mulder. Jaapkien overleed op 16 april 1871 te Slochteren, 52 jaar, weduwe.
Pieter Jans overleed op 22 september 1866 te Slochteren, 45 jaar, logementhouder.
Burgerlijke Stand akten in de provincie Groninger vermelden Pieter Das als schipper in 1847, 1850, 1852, 1854, 1855, 1852, 1862, als logementhouder in 1862.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Das was met vlagnummer 59 in de periode 1853 t/m 1862 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein P.J.Das als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1851 van de bark-galjoot “Jacoba”, gebouwd in 1848 te Pekela, 179 ton o.m., varend voor H.J.Engelkes te Winschoten. Het schip werd in 1852 door dezelfde reeder herdoopt in “Christina Jacqueline” en kwam onder gezag van kapitein A.H.Dijkhuis;
* 1854 t/m 1857 van de kof “Alida”, gebouwd in 1844 te Groningen, 79 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar te Groningen;
Bouma vermeldt eveneens een P.J.Das in 1855 als gezagvoerder van een schip “Alida”, zonder bijzonderheden over type en bouw. De thuishaven is Oude Pekela en toegevoegd is dat hij lid was van het college de Trouw. Ik denk dat het hier een dubele opgave betreft waarbij alleen de thuishaven verschilt.
* 1856 van de brik “Truda”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 175 ton o.m., varend voor J.H.Rottinghuis te Delfzijl. Het schip is in 1856, komend met graan van Galatz, bij Sulina gestrand;
Betreft het hier een korte tussenreis of een andere kapitein Das met de initialen P.J.?
* 1861 t/m 1862 van de schkof “Wubbiena Frederika”, ex Broedertrouw, gebouwd in 1847 te Pekela, 122 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is in januari 1862 gestrand bij Elseneur en wrak geraakt.
De collectie monsterrrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
19 juni 1841, schip “Jantina”, kapitein Jan Jans Das, matroos Pieter Jans Das, 20 jaar.
06 juni 1848, kof “Jacoba”, kapitein Pieter Jans Das, 27 jaar uit Oude Pekela.
30 januari 1861, schip “Wubbina Frederika”, kapitein Pieter J.Das uit Oude Pekela.
Monsterrollen op het Gemeentearchief van Delfzijl
* 06 juli 1848, kof “Jacoba”, kapitein Pieter Jans Das, 27 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman Klaas Fokkes Rengeling, 30 jaar uit Oude Pekela, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen.
Overige bijzonderheden
In de permanente expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen hangt (december 2001) een schilderij van de bark/galjoot “Christine Jacqueline” ex Jacoba. Het schilderij is uit 1854, maar de naam van de schilder ontbreekt. In de toelichting staat dat de gezagvoerder van het geschilderde portret was de kapitein J.H.Rabe uit Winschoten. Het schip is in 1869 gestrand bij Thisted en vergaan. (zie hierna).
NRC 10 januari 1854114
Rendsburg, 3 januari. Alhier overwinteren onder meer de navolgende schepen, als…..
ALIDA, kapt. Das, van Korsoer naar de Maas; …..
NRC 22 december 1854114
Dantzig (opm: Gdansk), 18 december. De Nederlandse kof ALIDA, kapt. Das, met granen van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Amsterdam bestemd, is hier gisteren lek binnengelopen. De gedeeltelijk beschadigde lading moet gelost worden.
NRC 17 januari 1857114
Londen, 15 januari. Het Nederlandse schip TRUDA, kapt. Das, van de Donau naar Engeland bestemd, is bij de Sulina gebleven. De lading is verkocht.
NRC 04 september 1857114
Amsterdam, 3 september. De Nederlandse brik TRUDA, kapt. P.J. Das, is, volgens telegrafisch bericht van Galatz van de 1e dezer, lek uit zee bij de Sulina teruggekomen. Het schip maakt twee voeten water in het uur. Adsistentie zou worden afgezonden.
NRC 19 september 1857114
Galatz, 4 september. Het schip (opm: brik) TRUDA, kapt. P.J. Das, als vroeger gemeld bij de baai van Sulina lek geworden, is bij het naar binnen zeilen van deze haven op de baar aan de grond vastgeraakt.
NRC 22 september 1857114
Amsterdam, 21 september. Het schip GERTRUDE (opm: eerder geschreven als TRUDA), kapt. P.J. Das, bij de baar van Sulina lek geworden – zie ons nommer van 19 september – zal, volgens brief van Galata van de 11e dezer, weg zijn. De lading is zwaar beschadigd bevonden.
NRC 08 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. De hier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA, gevoerd geweest door kapt. Das, is geheel wrak. De inventaris is geborgen en men is nu bezig de lading aan land te brengen.
NRC 08 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. De hier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA, gevoerd geweest door kapt. Das, is geheel wrak. De inventaris is geborgen en men is nu bezig de lading aan land te brengen.
Provinciale Groninger Courant 11 februari 1862114
Elseneur (Helsingör), 3 februari. Het te Pekela te huis behorend kofschip WUBBINA FREDERIKA, kapt. Das, van Windau (opm: Ventspils) met hout naar Amsterdam, sedert de 16e januari alhier ter rede liggende, verloor in de afgelopen nacht de ankers, geraakte met een Pruisische bark in aanzeiling en strandde heden morgen op een kabellengte zuidelijk van de haven.
Provinciale Groninger Courant 13 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. Het schip WUBBINA FREDERIKA, kapt. P.J. Das, van Windau (opm: Ventspils) naar Amsterdam, bezuiden deze haven gestrand, is wrak, doch de inventaris geborgen en alhier aangebracht. Men is bezig de lading te bergen.
NRC 21 februri 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 16 februari. Het wrak van de op 3 dezer alhier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA is gisteren in openbare veiling voor 56 thaler verkocht.
Familiegegevens en opleiding
Abraham Hindriks Dijkhuis werd gedoopt op 01 september 1799 te Nieuwe Pekela als zoon van de landbouwer Hindrik Harmannus Dijkhuis en Jantje Abrahams.
Abraham trouwde te Veendam op 28 december 1836 als schipper met Hindrikjen Tiessens Frouwen, gedoopt te Veendam op 07 juli 1811 als dochter van de zeilmaker Ties Jans Frouwen en Grietje Hindriks (Rentes). Hindrikjen overleed te Veendam op 13 januari 1868, 56 jaar.
Abraham Hindriks overleed te Veendam op 20 april 1879, 79 jaar, zonder beroep.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Goningen vermelden Abraham Hindriks Dijkhuis als schipper in 1836, 1837, 1840, 1843, 1847, als koopman in 1866, 1867, als rentenier in 1868, 1874, zonder beroep in 1869, 1879.
Lidmaatschap van zeemanscolleges
A.H.Dijkhuis was effectief lid van het naamloze zeemanscollege in Pekel-A met vlagnummer 89 in de periode 1832 t/m 1839.
A.H.Dijkhuis was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer B2 resp. 26 in de periode 1845 t/m 1857
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein A.H.Dijkhuis als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1830 van de kof “Welvaart”, gebouwd in 1827, bouwplaats niet vermeld, 118 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip is in 1831 gezonken na stoten bij Bornholm. Wellicht weer gelicht want in Veritas uit 1837 weer een melding;
* 1835 t/m 1848 van de kof “Christina”, gebouwd in 1834 te Groningen, 170 ton o.m., varend voor J.Smit te Pekela;
* 1849 t/m 1852 op hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1851 t/m 1853 van de bark-galjoot “Christina Jacoba” ex Jacoba, gebouwd in 1848 te Pekela, 179 ton o.m., varend voor H.J.Engelkes te Winschoten.
De collectie monsterrollen in het Noordelijk Scheepvaartmueum te Groningen vermeldt:
20 maart 1815, schip “Concordia”, schipper Jacob Hindriks Schroge, scheepsjongen Abraham Hindriks Dijkhuis uit Pekela.
05 april 1817, smak “Nepthunus”, schipper Geert Geerts Smit, kok Abraham Hindriks Dijkhuis uit Nieuwe Pekela.
17 februari 1818, smak “Nepthunis”, schipper niet vermeld, kok Abraham Hinderks Dijkhuis, uit Nieuwe Pekela
14 mei 1828, schip “Welvaart”, kapitein Abraham H.Dijkhuis.
15 mei 1834, schip “Christina”, kapitein Abraham H.Dijkhuis.
12 februari 1845, kof “Christia”, schipper Abraham Hendriks Dijkhuis.
03 februari 1847, kof “Christia”, schipper Abraham Hendriks Dijkhuis.
18 februari 1850, kof “Christia”, schipper Abraham Hendriks Dijkhuis.
Overige bijzonderheden
In de permanente expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen hangt (december 2001) een schilderij van de bark/galjoot “Christine Jacqueline” ex Jacoba. Het schilderij is uit 1854, maar de naam van de schilder ontbreekt. In de toelichting staat dat de gezagvoerder van het geschilderde portret was de kapitein J.H.Rabe uit Winschoten. Het schip is in 1869 gestrand bij Thisted en vergaan. (zie hierna).
Krantenberichten
Provinciale Groninger Courant 22 december1837114
Advertentie. Mr. M. van der Tuuk, notaris te Veendam, zal op dinsdag 9 januari 1838 des namiddags te 4 uren, ten huize van logementhouder Evert van Linge, te Veendam, publiek verkopen:
-
Het Kofschip genaamd TWEE GEBROEDERS, groot volgens meetbrief 88 ton, indertijd bevaren door nu wijlen kapitein Jan Roelfs Bossinga, van Veendam en laatst gevoerd door G.H. Nagel, liggende thans te Dordrecht, en zulks met al deszelfs opgoederen, van masten, zeilen, ankers, touwen, boot en sloep, koksgereedschappen en verder toebehoren, waarvan de gedrukte inventaris te bekomen is ten kantore van de notaris en ter lezing liggende ten huize van verkoop.
-
2/32 Aandeel in het Kofschip de CHRISTINA, , gevoerd door kapitein Hindriks Dijkhuis (opm: mogelijk A.H. Dijkhuis) van de Nieuwe Pekela.
Familiegegevens en opleiding
Roelof Wilphorst werd geboren 07 januari 1829 te Helpman, gem. Haren als zoon van de landbouwer Egbert Wilphorst en Alberdina Margaretha Swartwolt.
Volgens de overlijdensakte bleef Roelof ongehuwd.
Roelof overleed op 19 december 1905 te Groningen, 76 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.Wilphorst werd met vlagnummer 642 per 03 juli 1855 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.A.de Haas. Als zijn schip is genoemd de “Joan Jacob”. Toegevoegd is “bedankt” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 26 juni/03 juli 1855 werd als lid voor de vlag voorgedragen/benoemd Roelof Wilphorst, oud 26 jaar, voerend de brik “Joan Jacob”, voor rekening van Mr. F.U.H.Reiger, wonend te Haren, met als adres bij en op verzoek van Mr. F.U.H.Reiger, op voordracht van kapitein J. de Haas.023
R Wilphorst was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 26 in de periode 1856 t/m 1863.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
642 1855-1859 brik Joan Jacob Mr.F.U.H.Reiger
1860-1862 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt kapitein R.Wilphorst als gezagvoerder gedurende:
* 1854 van de bark-galjoot “Christina Jacqueline” ex Jacoba, gebouwd in 1848 te Pekela, 179 ton o.m., varend voor H.J.Engelkes.
Bouma025 vermeldt R.Wilphorst als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1860 van de brik “Joan Jacob”, gebouwd in 1854 te Groningen, 202 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam.
In de ledenlijst van De Groninger Eendracht zoals opgenomen in de almanak van Wildervank/Nieuwe Pekela van 1862 wordt R.Wilphorst met vlagnummer 26 vermeld als gezagvoerder van de “Jan Jacob”
Overige bijzonderheden
In de permanente expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen hangt (december 2001) een schilderij van de bark/galjoot “Christine Jacqueline” ex Jacoba. Het schilderij is uit 1854, maar de naam van de schilder ontbreekt. In de toelichting staat dat de gezagvoerder van het geschilderde portret was de kapitein J.H.Rabe uit Winschoten. Het schip is in 1869 gestrand bij Thisted en vergaan. (zie hierna).
Familiegegevens en opleiding
Jan Hendrik Rabe werd geboren 05 februari 1822 te Winschoten als zoon van de herbergier, later koemelker Theodorus Frederijkus Rabe en Lammichijn Hindriks Huttinga.
Hij trouwde op 28 juli 1849 te Haren als scheepskapitein met Hilligje Wilphorst, geboren 10 november 1821 te Helpman, gem. Haren als dochter van de landbouwer Egbert Wilphorst en Alberdina Margaretha Swartwolt.
Hilligje hertrouwde op 18 april 1861 te Winschoten met de zilversmit Theodorus Mulder die op 23 november 1889 te Winschoten overleed als commissionair.
Hilligje overleed op 11 augustus 1911 te Winschoten, 89 jaar, weduwe.
Jan Hendrik overleed op 07 juli 1855 te Paramaribo, zeeman, 33 jaar, wonende op het Nederlandse schip de “Christina Jacqelina”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Rabe was met vlagnummer R264 in de periode 1849 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
J.H.Rabe staat vermeld als lid voor de vlag van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 69 in 1856. (dit moet 1855 zijn, het jaar van zijn overlijden).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag is vermeld dat zijn weduwe een uitkering heeft gekregen van f 95,- voor haar en haar twee kinderen voor een periode van 6 maanden. Hieruit is te concluderen dat kapitein Rabe is overleden in juni/juli 1855058. In 1858 en 1859 is de jaarlijkse uitkering f 205,60 voor haar en twee kinderen incl. schoolgeld058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.H.Rabe met vlagnummer R264 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de kof “Sara Anna Cornelia” 75 last varend voor H.J.Engelkens te Winschoten
Bouma025 vermeldt kapitein J.H.Rabe als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1854 van de sch.kof “Sara Anna Cornelia”, gebouwd in 1845 te Wildervank, 100 ton o.m., varend voor Engelkes & Co te Pekela;
* 1855 van de bark-galjoot “Christina Jacqeline” ex Jacoba, gebouwd in 1848 te Pekela, 179 ton o.m., varend voor H.J.Engelkes te Winschoten. Het schip werd in 1867 verkocht aan J. van Leyden Cz te Krommenie en herdoopt in “Johanna Elisabeth, varend onder kapitein J.J.Valom. Het strandde in 1869 bij Thisted en geraakte wrak.
Overige bijzonderheden
In de permanente expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen hangt (december 2001) een schilderij van de bark/galjoot “Christine Jacqueline” ex Jacoba. Het schilderij is uit 1854, van de hand van A.J.Engelkes. In de toelichting staat dat de gezagvoerder van het geschilderde portret was de kapitein J.H.Rabe uit Winschoten. Het schip is in 1869 gestrand bij Thisted en vergaan. (zie hierna).
Familiegegevens en opleiding
Harm werd geboren op 12 mei 1830 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Hindrik Harms Bosker en Grietje Nannes Baas.
Ham is onfetrouwd gebleven.
Harm Hendriks overleed op 18 augustus 1864 te St.George, Bermuda, schipper, 33 jaar
“Op 16 juni 1865 is bij mij, K.M.Brouwer, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela, ontvangen een brief van het Departement van Marine ten geleide van een akte van overlijden, waaruit blijkt dat op 18 aug. 1864 is overleden Harm Hendriks Bosker, oud ca 33 jaren, van beroep schipper, laatst gewoond hebbende te Nieuwe Pekela en aldaar geboren, gezagvoerder van het driemastgaljootschip “Christine Jacqueline”115.
Familiegegevens en opleiding
Jacob Jans Valom werd geboren 29 oktober 1822 te Farmsum als zoon van de scheepskapitein Jan Jacobs Valom en Geessien Meinderts de Jonge. Hij was de broer van kapitein Martin Jans Valom.
Hij trouwde op 30 maart 1848 te Delfzijl als stuurman met Agatha Gezina Onnekes, geboren 16 mei 1816 te Groningen als dochter van de gemeentesecretaris Hindrik Onnekes en Grietje IJzebrands Stuurwold. Agatha overleed te Farmsum op 01 januari 1899, 82 jaar.
Jacob Jans overleed op 04 maart 1874 te Farmsum/Delfzijl, 51 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Valom was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 88 in de periode 1855 t/m 1874
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vanwege de konsekwente vermelding bij Bouma van een J.J.Valom, moeten de monsterrollen uitsluitsel geven of er dan van Jacob Jans of Jan Jacobs sprake is geweest. Volgens de monsterrollen is Jacob Jans als gezagvoerder gaan varen vanaf ca.1850 op de kof “Agatha” en wel t/m 1873 wederom op een kof “Agatha”. Hij overleed in 1874.
Ik concludeer dat onderstaande reeks schepen uit Bouma inderdaad onder gezaghebben gestaan van Jacob Jans Valom
Bouma025 vermeldt kapitein J.J.Valom als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1853 van de tjalk “Agatha”, gebouwd in 1837 te Delfzijl, 57 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl;
* 1854 t/m 1855 van de smak “Agatha”, gebouwd in 1840 te Delfzijl, 62 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl;
* 1856 t/m 1858 van de bark/galjoot “Zeven Gebroeders” ex Urania, gebouwd in 1828 te Kinderdijk, 222 ton o.m., varend voor J.H.Rottinghuis te Delfzijl. Het schip is in september 1858 gestrand bij Christiansand op reis van Archangel naar Antwerpen (en als wrak verkocht013);
* 1860 t/m 1863 van de 2-mastschoener “ St Catharina” ex Bertha, gebouwd in 1853 te Larochelle, 128 ton o.m., varend voor J.A.Rottinghuis te Delfzijl. Het schip is bij Scaw verongelukt;
* 1865 van de kof “Johann Heinrich” ex Harmina Catharina, gebouwd in 1828 te Veendam, 101 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum;
* 1865 van de 2-mastschoener “Agatha” ex Omonica, gebouwd in 1841, bouwlocatie niet vermeld, 134 ton o.m., varend voor Tuk & Kruymel te Amsterdam. Het schip is in 1865 gestrand bij Libau en wrak geraakt;
* 1867 t/m 1869 van de bark-galjoot “Johanna Elisabeth” ex Christina Jacqueline, ex Jacoba, gebouwd in 1848 te Pekela, 179 ton o.m., varend voor J. van Leyden Cz te Krommenie. Het schip strandde in 1869 bij Thisted en raakte wrak;
* 1871 van de kof “Hoop”, gebouwd in 1842 te Muiden, 62 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum;
* 1872 t/m 1874 van de kof “Agatha”, ex Hoop, gebouwd in 1842 te Muiden, 65 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum;
Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl
Monsterrol 1838-2, 10 maart 1838, tjalk “Vrouw Hillechiena”, kapitein Augustinus Alberts Wolkammer, 44 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Albert Augustinus Wolkammer, 22 jaar uit Farmsum, kok Jacob Jans Valom, 15 jaar uit Farmsum en een matroos;
Monsterrol 1840-3, 05 februari 1840, kof “Geziena Jantina”, schipper Roelf Fokkes Paaij (moet zijn Taaij), 59 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Harm Geerts Roodland, 35 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en de lichtmatroos Jacob Valom, 17 jaar uit Farmsum;
Monsterrol 1849-38, 30 april 1849, kof “Annegina”, kapitein Albert Jans Donga, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Hindrik Pieters Pot, geen leeftijd en woonplaats vermeld, stuurman Jacob Jans Valom, 26 jaar uit Delfzijl, 2 koks en 2 matrozen;
Monsterrol 1849-63, 28 juli 1849, kof “Annegina”, kapitein A.J.Donga, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Jan J.Kip, 25 jaar uit Delfzijl, stuurman Jacob Jans Valom, geen leeftijd en woonplaats vermeld en een matroos;
Monsterrol 1850-12, 07 maart 1850, kof “Agatha”, kapitein Jacob J.Valom, 27 jaar geen woonplaats vermeld. Voorts stuurman Reinje Harms Poort, 28 jaar uit Spijk, kok en een matroos;
Monsterrol 1854-19, geen datum vermeld, kof “Agatha”, kapitein J.J.Valom, geen leeftijd vermeld uit Delfzijl. Voorts stuurman E.H.G.Fiek, geen leeftijd en woonplaats vermeld, stuurman Geert de Boer, 49 jaar uit Delfzijl, 2 koks en een matroos;
Monsterrol 1855-83, 16 november 1855, galjootbark “Zeven Broeders”, kapitein J.J.Valom, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts bootsman, kok, 4 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1856-A1, 30 januari 1856, galjootbark “Zeven Broeders”, kapitein Jacob Jans Valom, geen leeftijd vermeld uit Delfzijl. Voorts matroos, 2 lichtmatrozen en een kajuitwachter;
Monsterrol 1856-A3, 13 februari 1856, galjootbark “Zeven Broeders”, kapitein J.J.Valom, geen leeftijd en woonplaats vermeld, kok en een matroos;
Monsterrol 1856-A6, 21 februari 1856, galjootbark “Zeven Broeders”, kapitein J.J.Valom, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts 2 matrozen;
Monsterrol 1856-A7, 22 februari 1856, galjootbark “Zeven Broeders”, kapitein J.J.Valom, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman E.A.Rooze, 36 jaar uit Groningen en 2 matrozen;
Monsterrol 1869-6, 26 februari 1869, galjoot “Johanna Elisabeth”, kapitein Jacob J.Valom, 45 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Eildert Antoons Roose, 49 jaar uit Groningen, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een kajuitwachter;
Monsterrol 1871-43, 16 juni 1871, kof “Agatha”, kapitein Jacob Jans Valom, 48 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Pieter de Groot, 28 jaar uit Groningen;
Monsterrol 1872-19, 01 maart 1872, kof “Agatha”, kapitein Jacob Jans Valom, 49 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Klaas Oosterveld, 38 jaar uit Delfzijl, kok en een matroos;
Monsterrol 1873-24, 04 maart 1873, kof “Agatha”, kapitein Jacob J.Valom, 50 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Roelf B.Moedt, 32 jaar uit Appingedam en een matroos;
Monsterrol 1873-93, 11 juli 1873, kof “Agatha”, kapitein Jacob Jans Valom, 50 jaar uit Farmsum. Voorts een kok.
Monsterrol 1873-129, 15 september 1873, kof “Agatha”, kapitein Jacob Jans Valom, 50 jaar uit Farmsum. Voorts kok en een matroos.
Samenvatting van de monsterrollen
-
Jacob Jans is in de monsterrollen ook vermeld als Jacob, Jacob J. en met alleen de initialen J.J.
-
Er zijn in totaal 17 monsterrollen met de vermelding van Jacob Jans op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen. Alle monsterrollen zijn afkomstig uit het Gemeentearchief van Delfzijl.
-
De monsterrollen zijn gedateerd van 1838 t/m 1873 met als leeftijden 15 t/m 50 jaar. De zeemanscarriére van Jacob Jans heeft dus minstens 35 jaar geduurd.
-
Als woonplaats is altijd Farmsum/Delfzijl opgegeven.
-
Het overzicht van de monsterrollen luidt:
* 1838 kok op de tjalk “Vrouw Hillechiena”, kapt. Augustinus A.Wolkammer 15 jaar
* 1840 lichtmatroos op de kof “geziena Jantina”, kapt. Roef F.Taaij 17 jaar
* 1849 stuurman op de kof “Annegina”, kapt. Albert J.Donga 26 jaar
* 1850-1854 kapitein op de kof “Agatha” 27-31 jaar
* 1855-1856 kapitein op de galjootbark “Zeven Broeders” 32-33 jaar
* 1869 kapitein op de galjoot “Johanna Elisabeth” 45 jaar
* 1871-1873 kapitein op de kof “Agatha” 48-50 jaar
Overige bijzonderheden
In de permanente expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen hangt (december 2001) een schilderij van de bark/galjoot “Christine Jacqueline” ex Jacoba. Het schilderij is uit 1854, maar de naam van de schilder ontbreekt. In de toelichting staat dat de gezagvoerder van het geschilderde portret was de kapitein J.H.Rabe uit Winschoten.
Het schip werd in 1867 verkocht aan J. van Leyden Cz te Krommenie en herdoopt in “Johanna Elisabeth, varend onder kapitein J.J.Valom. Het strandde in 1869 bij Thisted en geraakte wrak.
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”dd 21 december 1855 staat de mededeling een bedrag van f 27,- is gestort in de Armenkas van het College “door tusschenkomst van den Heer Burgemeester van Delfzijl … als ingehouden boete van de Matrozen van het schip de ‘Zeven Gebroeders’.064a.
Deze opmerking hier geplaatst omdat volgens Bouma alleen J.Valom in aanmerking komt als gezagvoerder van de “Zeven Gebroeders”. Maarde donatie is vreemd omdat ik geen relatie van schip, kapitein of reder kan vinden met het zeemanscollege in Dordrecht.
|