1816
Op 21-06-1816 wordt voor MARTHA EN ELISABETH door C. Bosscher & Zoon uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Roelf Cornelis Dahl.
RC 170816
Amsterdam, 15 augustus. Sedert onze laatste van Texel uitgezeild R.C. Dahl naar Suriname.
LCO 040916
Volgens een brief van kapt. R.C. Dahl, voerende het brlkschip MARTHA EN ELISABETH van hier naar Suriname gedestineerd, geschreven 2 mijlen Noord van Goudstaart den 21 augustus, was hij aldaar, met Z.Z.O. Wind zeilende; het schip was, niettegenstaande het zwaar zeilen, volkomen dicht gebleven en de equipage en passagiers waren in een goeden welstand.
OHC 140916
Kapt. L. Gerrits, van Amsterdam te Bordeaux gearriveerd, heeft den 23 augustus buiten het Kanaal in goeden staat zeilende gezien het schip MARTHA EN ELISABETH, kapt. R.C. Dahl, van Amsterdam naar Suriname.
1817
OHC 180117
Te Suriname zijn gearriveerd R.C. Dahl en M. Spreeuw van Amsterdam.
OHC 200517
In het begin van maart zou van Suriname vertrekken MARTHA EN ELISABETH, kapt. R.C. Dahl naar Amsterdam.
RC 070617
Amsterdam, 5 juni. Sedert onze laatste van Texel binnengekomen R.C. Dahl van Suriname.
Op 14-08-1817 wordt voor MARTHA EN ELISABETH door C. Bosscher & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Klaas Scholl.
1818
RC 160518
Amsterdam, 14 mei. Met kaptein G. Kaleshoek (opm: JONGE LODEWIJK ANTONIE), den 26 maart van Surinamen vertrokken en den 10 mei in Texel binnengekomen, heeft men berigt, dat de schepen de SURINAAMSCHE VRIENDEN, kapitein Cornelis Kraay, en MARTHA EN ELISABETH, kapitein Klaas Scholl, het eerste circa drie weken en het laatste zeven dagen voor hem gezeild zijn naar Amsterdam.
1819
CCR 090119
De Nederlandse brik MARTHA EN ELISABETH, kapt. Scholl arriveerde hier gister namiddag van Amsterdam en St. Eustatius. Dezelve zeilde op den 15den oktober van Amsterdam en van St. Eustatius verleden maandag.
CCR 160119
Den 14 januari 1819. De ondergetekende verzoekt aan het publiek geen crediet te verlenen aan de equipage van de Nederlandse brik MARTHA EN ELISABETH, dewijl zulks door hem niet zal worden voldaan. C. Scholl, Kapt.
CCR 230119
Den 20sten januari 1819. De ondergetekende kapt. van ’t Nederlandse schip MARTHA EN ELISABETH, verzoek aan allen en iegelijk die enige vordering ten lasten den ondergetekende en zijn gemelde onderhebbend schip, mocht hebben om hunne rekeningen in te leveren, als mede de gene die hem schuldig zijn te komen afbetalen voor of uiterlijk op den 8sten februari aanstaande, vermits den ondergetekende precies op den 12den februari van hier staat te vertrekken. Claas Scholl, Kapt. van bovengemeld schip.
CCR 060319
Curaçao, 26 februari. Uitgeklaard MARTHA EN ELISABETH, Scholl naar New Orleans
1820
Op 07-02-1820 wordt voor MARTHA EN ELISABETH door Bosscher & Bouwman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Gerrit Swart.
RC 040520
Amsterdam, 2 mei. Het schip MARTHA EN ELISABETH, kapt Gerrit Swart, van Amsterdam naar Curaçao, is den 20 april in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gepraaid door kapt. H.J. de Bloom, van Surinamen, den 28 dito te Texel binnen.
CCR 030620
Curaçao, 1 juni. Ingeklaard brik MARTHA EN ELISABETH, Swart van Amsterdam.
CCR 170620
Naar Amsterdam het brikschip MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart. Zal op den 31ste juli aanstaande van hier vertrekken. Gelieve men zich te adresseren ten kantore van ondergetekende Theod. Jutting.
CCR 220720
Curaçao, 20 juli. Uitgeklaard MARTHA EN ELISABETH, Swart naar Amsterdam.
RC 160920
Amsterdam, 14 september. Volgens de laatste berichten van Curaçao is het fregat de VROUW JEANNE, kapt. G. Coster, van Surinamen naar Amsterdam, hetwelk aldaar den 6 juni wegens bekomen lek binnengelopen is, na dat de lading gelost was om te repareren, afgekeurd en verkocht geworden. De lading was overgescheept in de MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart, en SARA MARIA, kapt. P. Bostijn, welke eerste bereids den 22 juli naar Amsterdam vertrokken was.
1821
OHC 220321
Den 18 maart heeft deszelfs reis vervolgd, het te Falmouth binnen gelopen schip MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart van Amsterdam naar Curaçao.
CCR 300621
Den 29sten juni 1821. Naar Amsterdam het brikschip MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart. Zal zonder uitstel op ultimo dezer maand vertrekken. Voor vracht of passage vervoege men zich ten kantore van Ths. Jutting & Abm. de Veer junior.
OHC 200921
Amsterdam, 18 september. Binnengekomen den 17 september MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart van Curaçao.
1822
Op 19-03-1822 wordt voor MARTHA EN ELISABETH door Bosscher & Bouwman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Gerrit Swart.
CCR 150622
Curaçao, 13 juni. Ingeklaard brik MARTHA EN ELISABETH, Swart van St. Maarten.
RC 220822
Amsterdam, 29 augustus. Te St. Eustatius is gearriveerd G. Swart (opm: MARTHA EN ELISABETH) van Amsterdam; dezelve is, na aldaar de goederen voor dat eiland gelost te hebben, naar St. Martin verzeild, alwaar hij insgelijks gearriveerd is, en zou den 6 juni zijn reis naar Curaçao voortzetten.
RC 170922
Amsterdam, 15 september. Kapt. J.J. Bart, voerende het schip MARIA EN JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), van Curaçao in Texel binnen, meldt van de rede van Texel van den 11 september, dat hij, den 31 juli, des morgens, van Curaçao vertrokken zijnde, tegen de avond aangezeild is geworden door het schip MARTA EN ELIZABET (opm: MARTHA EN ELISABETH), kapt. G. Swart, mede van Curaçao naar Amsterdam bestemd; beide de schepen hadden schade bekomen; kapitein Bart had de zijne, welke aan het schip en tuig was, zo goed mogelijk hersteld, doch zou dezelve bezigtigd moeten worden; het schip was echter volkomen digt.
1823
AC 230723
Het schip MARTHA EN ELISABETH (opm: brik), kapt. G. Swart, in 37 dagen van Amsterdam, laatst van Cowes, te Curaçao gearriveerd, zou den 15 juli de terugreis aannemen.
AC 230823
Texel, 21 augustus. Heden is alhier gearriveerd het schip MARTHA ELISABETH, kapt. G. Zwart (opm: brik MARTHA EN ELISABETHA, kapt. Gerrit Swart), van Curaçao.
1824
Op 06-03-1824 wordt voor MARTHA EN ELISABETH door C. Bosscher & Bouwman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Gerrit Swart.
OHC 250524
Kapt. H. Welger, voerende het schip WILHELMINA, van Suriname in Texel binnen, heeft in het Kanaal gesproken, den 10 mei bij Goudstaart kapt. G. Swart, voerende het schip MARTHA EN ELISABETH, van Amsterdam naar Curaçao.
CCR 190624
Van Amsterdam is alhier aangekomen in een overtocht van 42 dagen van Texel, het brikschip de MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart.
CCR 030724
Den 18den juni 1824. Naar Amsterdam, zal zonder uitstel bepaald op den 31sten juli aanstaande van hier vertrekken het brikschip de MARTHA EN ELISABETH, kapitein Geruit Swart. Voor vracht of passage vervoege men zich ten kantore van Ths. Jutting & Abm. de Veer junior.
OHC 090924
Amsterdam, 8 september. Den 7 september bij Texel binnengekomen MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart van Curaçao.
1825
Op 19-05-1825 wordt voor MARTHA EN ELISABETH door C. Bosscher & Bouwman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Pieter Kerkhoven.
AC 100825
Door Alkmaar is langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd: Den 1 augustus MARTHA EN ELISABETH, kapt. P.J. Kerkhoven, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop.
AC 120825
Texel, 10 augustus. Gisteren na posttijd uitgezeild: MARTHA EN ELISABETH, kapt. J.P. Kerkhoven, naar de Kaap de Goede Hoop.
1826
AC 250126
Aan de Kaap de Goede Hoop is, voor 15 november aangekomen het schip MARTHA EN ELISABETH, van Amsterdam.
AC 080426
Amsterdam, 7 april. Den 25 december 1825 zijn van de Kaap de Goede Hoop, naar Batavia gezeild, de schepen WATERLOO, kapt. Hensken en MARTHA EN ELISABETH, kapt. Kerkhoven.
RC 180726
Amsterdam, 15 juli. Scheepvaartberichten: Het schip MARTHA EN ELIZABETH, kapt. J.P. Kerkhoven, zou, volgens brief van Rio de Janeiro van den 6 mei, acht of tien dagen daarna gereed zijn om, in plaats van naar Antwerpen (zijnde deszelfs destinatie veranderd), naar Amsterdam te vertrekken.
OHC 170826
Amsterdam, 16 augustus. Den 15 augustus bij Texel binnengekomen MARTHA EN ELIZABETH, kapt. J.P. Kerkhoven, van Rio de Janeiro.
OHC 261026
Naar Batavia en de Kaap de Goede Hoop. Het snelzeilend gekoperde brikschip MARTHA EN ELISABETH, kapitein Jacob Pieter Kerkhoven, zal gereed zijn te zeilen den 15 november eerstkomende; voor goederen en passagiers gelieve men zich te vervoegen bij de cargadoors J. IJpelaar, B.D. Bosscher, C. de Grijs en Zonen en H.F. Zeystra, te Amsterdam.
LCO 181226
Amsterdam, 16 december. Uit gezeild J.P. Kerkhoven naar Suriname.
1827
BC 070827
Batavia, 6 augustus.
Advertentie. Wordt ter kennis van het publiek gebracht, dat aan het postkantoor te Batavia, pakketten voor brieven geopend zijn, om te worden verzonden naar Amsterdam, Nederlands schip ABEL TASMAN, D.F. Baas en het schip MARTHA EN ELISABETH, J.P. Kerkhoven.
OHC 171127
Te Batavia zijn gearriveerd de schepen MARTHA EN ELISABETH, kapt. J.P. Kerkhoven, van Amsterdam , laatst van de Kaap de Goede Hoop, en ABEL TASMAN, kapt. D.F. Baas, van Amsterdam, in 105 dagen; eerst gemelde zou tussen den 10 en 15 augustus de terugreis aannemen
1828
RC 290528
Advertentie. R. Hoijman, G.J. Roland Holst, H. van der Sluijs, H.J. Rietveld en P.H. Bodeman, makelaars, zullen op maandag de 2e juni 1828, des avonds ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen: een extraordinair welbezeild gekoperd brikschip, genaamd MARTHA EN ELISABETH, laatst gevoerd door nu wijlen kapt. Jacob Pieter Kerkhoven, lang 25 ellen, wijd 7 ellen 55 duimen, hol 3 ellen 59 duimen, het verdek 1 el 52 duimen Nederlandse maat. Breder bij de inventaris en bericht bij de makelaars.
AH 160728
Amsterdam. In lading ligt naar Batavia via Rio de Janeiro ASTREA, kapt. C. Brandligt. Adres bij Coopman, de Witt en Lenaertz.
Op 11-10-1828 wordt voor de ASTREA door mede eigenaar Coenraad Brandligt uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor zichzelf, gevolgd door een aanvraag op 04-11-1828 van een Turkse pas.
S. Parma
Monsterrollen Waterschout te Amsterdam, 6 november 1828
brik “Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Batavia,
19 bemanningsleden, i.c.
opperstuurman, onderstuurman, derde stuurman, bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, doktor, hofmeester.
1829
RC 080129
Amsterdam, 6 januari. Kapt. C. Brandligt, voerende het schip ASTREA, van Amsterdam naar Batavia, meldt van de rede van Margate in dato 31 december, dat hij, na reeds in de Hoofden (opm: ter hoogte van het Nauw van Calais) geweest, doch tot de Maas teruggedreven te zijn, aldaar is binnengelopen en spoedig Duins (opm: The Downs) dacht te bereiken.
RC 150129
Amsterdam, 13 januari. Het schip ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam naar Batavia, is de 5e dezer met verlies van een anker en touw uit Deal weggedreven.
RC 220129
Amsterdam, 20 januari. Omtrent het schip ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam naar Batavia, ter rede van Margate binnen, meldt men, volgens brieven van Londen tot de 13e dezer, dat het de 1e dito door de N.W. storm genoodzaakt werd Margate te verlaten, waarbij men een anker en een gedeelte van de ketting moest laten slippen; vervolgens voor Deal geankerd zijnde, was het de 4e dito, bij een harde wind en hagelbui uit het N.W. (terwijl de kapitein, om schikkingen tot het voortzetten zijner reis te maken, aan de wal was en men 100 guinjes (opm: guineas) vorderde om hem naar boord te brengen, waartoe hij, op zijne ankers en kettingen vertrouwende, eerst niet kon besluiten en zulks des avonds bij harde N. en N.N.W. wind geheel onmogelijk werd), van daar weggedreven en de 8e dito met verlies van twee ankers en kettingkabels, doch overigens in goede staat, te Dartmouth binnengelopen.
RC 310129
Amsterdam, 29 januari. Het schip ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam naar Batavia, te Darmouth binnen, heeft de 20e dezer de reis voortgezet
OHC 070529
Te Port a Prayo het schip ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam naar Batavia gedestineerd.
S. Parma
Monsterrollen Waterschout te Amsterdam, 28-07-1829
brik “Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, boekhouder de kapitein zelve,
16 bemanningsleden i.c.
stuurman, onderstuurman, doktoor, timmerman, bootsman, kok, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen, hofmeester, leerling.
NIH 300729
Batavia, 29 juli. Aangekomen ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam, den 26 december 1828 vetrokken
JC 010829
Den 27. juli zijn te Batavia gearriveerd het schip JOHANNA CORNELIA, kapt. P.S. Schuil, den 16. april januari van Rotterdam vertrokken, en de gekoperde brik ASTREA, kapt. C. Brandligt, met 5 passagiers en kinderen en 100 man koloniale matrozen, den 26. december 1828 van Amsterdam vertrokken.
JC 010929
Advertentie. Het brikschip ASTREA, kapitein C. Brandligt, zal tussen den 15 en 20sten september aanstaande, naar Kaap De Goede Hoop en Nederland vertrekken. Wattendorff, Hipp en Zimmerman.
NIH 300929
Batavia, 23 september. Vertrokken ASTREA, kapitein C. Brandligt naar Amsterdam.
1830
RC 200230
Amsterdam, 18 februari. Het schip ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Batavia naar de Kaap de Goede Hoop en Amsterdam, is de 18e november, op 35º40’ ZB 20º45’ OL van Greenwich, aan boord alles wel zijnde, gepraaid door kapt. C. Rieckels, van Batavia te Vlissingen binnen.
AH 170330
Carga lijsten Amsterdam. Van Batavia ASTREA, kapt. C. Brandligt met koffie, suiker, tin, huiden en sapanhout.
S. Parma
Monsterrollen Waterschout te Amsterdam, 28-07-1830
brik “Astrea”, kapiten Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, boekhouder de kapitein zelf.
17 bemanningsleden i.c.
stuurman, onderstuurman, doktor, timmerman, bootsman, kok, zijlemaker/matroos, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, hofmeester, leerling
AH 110830
Advertentie. In lading ligt te Amsterdam naar Batavia. Het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt & Lenaertz; Van Olivier & C.; Hoyman & Schuurman en De Vries & Co.
Op 13-08-1830 wordt voor de ASTREA door mede eigenaar Coenraad Brandligt uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor zichzelf.
1831
JC 190531
Batavia, 18 mei. Heden arriveerden alhier de brik ASTREA, kapt. C. Brandligt, met Zr.Ms troepen en vier vrouwen, de 7 september vertrokken van Amsterdam en het schip ONDERNEMING, kapt. J.P. Middel, met een passagier, den 25 november vertrokken van Vlissingen.
NIH 150631
Van Batavia den 5 juni vertrokken ASTREA, kapt. C. Brandligt naar Soerabaja.
NIH 310731
Den 2 juli op de rede van Soerabaja aangekomen ASTREA, kapt. C. Brandligt van Batavia.
JC 060931
Den 4 september van Batavia vertrokken ASTREA, kapt. C. Brandligt naar Amsterdam.
AH 081031
Den 28 mei lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. korvetten ANNA PAULOWNA, DE LEIJE en POLLUX. De Hollandse schepen DE JONGE JAN, kapt. Bonn, de IJSTROOM, kapt. A.F. Oosterlo, DE DRIE MARIA'S, kapt. Glazener, DE ONDERNEMING, kapt. J. Middel, ASTREA, kapt. C. Brandligt.
1832
AH 140132
Batavia, 3 september. 15 augustus is nog Straat Sunda gepasseerd ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Batavia naar Amsterdam.
AH 200332
Texel, 17 maart. Binnengekomen: ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Batavia en de Kaap de Goede Hoop.
AH 280432
Advertentie in lading te Amsterdam: Naar De Kaap de Goede Hoop. De gekoperd tweedeks brik ASTREA, kapt. Coenraad Brandligt, van Amsterdam. Adres bij De Vries en Co.
S. Parma
Monsterrollen Waterschout te Amsterdam, 13-07-1832
brik “ Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Kaap de Goede Hoop en Batavia, boekhouder de kapitein, correspondent den Vries & Comp.
18 bemanningsleden, i.c.
opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, 8 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen, hofmeester, kajuitoppasser.
Op 26-07-1832 wordt voor de ASTREA door mede eigenaar Coenraad Brandligt uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor zichzelf.
AH 160832
Texel, 14 augustus. Vertrokken: ASTREA, kapt. C. Brandligt, naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia.
MCO 210832
Vlissingen, 18 augustus. Heden is alhier ter rede gekomen ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Batavia op order, met stukgoederen.
MCO 110932
Vlissingen, 8 september. Gisteren is van hier gezeild het schip ASTREA, kapt. C. Brandlicht, naar Batavia.
MCO 180932
Vlissingen, 15 september, Den 12 dezer is alhier gearriveerd THE ANN, kapt. C. Hardy, van Morrinson’s Haven, met steenkolen. De ASTREA, kapt. Brandligt, is uit zee terug gekomen, met schade.
S. Parma 260932
De brik “Astrea” in dok te Vlissingen: 26 september 1832 “... ‘s middags om 12 uur wierd ons en de heele equipage de kapitein Parma voorgesteld door den heer C.Brandligt ...”.
S. Parma 211032
De brik “Astrea” in de Wielingen uitgevaren van Vlissingen: 21 oktober 1832 “... Om 11 uur waren buiten aan het havenhoofd kwamen onze patroon verzeld van de heeren visiteurs aan boord klaarden uit kregen ons buskruid weder aan boord maakten zijlen zeilden op de rhede heeschen de heksloep en zetten koers de Wielingen uit naar zee waarop de heeren visiteurs en de waker als ook mede onzen patroon den Heer Brandligt het schip verlieten ...”.
1833
AH 110333
Rio de-Janeiro, 5 januari. Binnengekomen: ASTREA, kapt. C. Brandligt, (opm. Sikke IJsbrands Parma) van Amsterdam.
OHC 230433
Volgens brief van kapt. Parma, voerende de brik ASTREA, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia, in dato Rio de Janeiro 14 januari, was hij, na onder de linie door stilte te zijn opgehouden, aldaar in goeden staat binnen gelopen; van de vijandelijke maatregelen onderricht zijnde, had hij besloten de reis niet voort te zetten, maar nadere berichten af te wachten.
AH110533
Rio de Janeiro, 15 januari. In 1832 zijn in deze haven 9 Nederlandse schepen aangekomen, waarvan zich op dit ogenblik alleen nog hier bevindt de HERSTELLER, van Dordrecht, kapt. C. van der Wind; voorts is hier den 5den dezer binnengelopen om vers water in te nemen de Nederlandse brik ASTREA, kapt. Sikke IJ of Ysbrand Parma, van Amsterdam over Vlissingen, naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia bestemd. Beide schippers zijn onderricht geworden van de vijandelijke maatregelen van Engeland en Frankrijk en hebben daarop besloten nadere berichten af te wachten voor aleer tot hun vertrek te besluiten.
RC 101033
Het schip ASTREA, kapt. S.Y. Parma, van Amsterdam naar Batavia, te Rio-Janeiro binnen, heeft de 1e augustus de reis voortgezet.
JC 301033
Den 24 oktober Straat Sunda doorgezeild ASTREA, Parma van Rio de Janeiro den 1 augustus naar Batavia.
RC 261133
Rotterdam, 25 november. Aan de Kaap de Goede Hoop is aangekomen J.M. Besant van Rio de-Janeiro met het naar de Kaap de Goede Hoop bestemde gedeelte der lading van de te Rio de-Janeiro binnengelopen brik ASTREA, kapt. S.Y. Parma, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia.
JC 271133
Batavia, 24 november. Vertrokken ASTREA, Parma naar Amsterdam met vier gepasporteerde militairen.
1834
AH 100134
Rio de Janeiro, 27 augustus 1833. De brik ASTREA, kapt. Parma, welke hier zo lang is opgehouden geweest, is eindelijk naar Batavia vertrokken op de tijding dat de vijandige maatregelen van Engeland en Frankrijk hadden opgehouden.
RC 060234
Rotterdam, 5 februari. Kapt. Kraay rapporteert dat hij de volgende schepen gepraaid heeft, als: de 28e oktober 1833, in Straat Sunda, de brik ASTREA, kapt. S.Y. Parma, van Amsterdam naar Batavia, laatst van Rio-de-Janeiro, aan boord was alles wel: de 4e december, bij het omzeilen van Kaap de Goede Hoop, het schip CONCORDIA, kapt. J.H. Backer, van Batavia naar Amsterdam.
AH 250234
Binnengekomen. Texel, 23 februari. HOLLAND, kapt. G.W. Barneveld Kooy, van Surabaya en Batavia. Door kapt. Van Barneveld Kooy, zijn gepraaid de 28e oktober 1833, in de Straat Sunda; het schip PRINSES LOUISE, kapt. Keyzer en de brik ASTREA, No. 315.(opm. Zeemans College Amsterdam, toebehorend aan kapt. C. Brandligt, die voor deze reis zijn opperstuurman Sikke IJsbrand Parma als kapitein had aangesteld) Buenos-Ayres, 10 november.
AH 280234
Binnengekomen: Batavia, 29 oktober 1833. ASTREA, kapt. Sikke Ysbrands Parma, van Amsterdam, laatst van Rio de Janeiro.
RC 080434
Rotterdam, 7 april. Kapt. Anne Glazener, van Batavia in Helvoetsluis binnen, rapporteert het volgende: op de 28e november 1833 laatstleden, op 08º ZB 101º50’ OL, toonde de brik ASTREA, kapt. Parma, van Batavia naar Amsterdam, een noodsein, waarop ik haar inwachtte. De kapitein gaf mij te kennen, dat zijn brik zeer lek was en verzocht, dat ik enige dagen bij hem zou blijven. De 3e december meldde kapt. Parma mij, dat de lekkage hetzelfde bleef, hij met een pomp het schip lens kon houden en voornemens was het eiland Mauritius aan te doen, zijnde op 13º40’ ZB 89º30’ OL.
AH 050534
Binnengekomen: Texel, 3 mei. Zr.Ms. fregat MAAS, kapt. luit. Coops, van Helvoetsluis, gesleept door Zr.Ms. stoomschip SURINAME, kapt. luit. Franck, van Helvoetsluis; ASTREA, kapt. S.Y. Parma, van Batavia.
AH 060534
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. S.Y. Parma, van Batavia met koffie, suiker, sapanhout en bindrottingen.
AH 100534
Scheepstijdingen. De Franse brik LE JACQUES, van Bordeaux, kapt. A. Cahanac, van l’Orient naar Valparaiso bestemd, is gepraaid door kapt. S.Y. Parma, voerende de brik ASTREA, van Batavia in Texel binnen, op 3º30′ NB 25º46′ WL van Parijs, hebbende 20 dagen reis, alles wel aan boord zijnde.
AH 051234
Advertentie. J. Boelen, makelaar, zal op maandag de 13e december 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ verkopen een extra ordinair welbezeild gekoperd Nederlands brikschip, genaamd ASTREA, laatst gevoerd door kapt. S.Y. Parma, volgens Nederlandse meetbrief lang 23 ellen 96 duimen, wijd 4 (opm. 6)ellen 90 duimen, hol 3 ellen 91 duimen en alzo gemeten op 108 lasten of 204 tonnen. Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaar. (opm: de kapitein tevens eigenaar was sinds 1828 Coenraad Brandligt; de brik werd in mei 1835 binnen Amsterdam verkocht)
AH 171234
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 15 december 1834: Het gekoperd brikschip ASTREA, kapt. S.Y. Parma. NLG 6.350. In slag NLG 650. Opgehouden.
1835
Op 15-01-1835 wordt voor de ASTREA door mede eigenaar Coenraad Brandligt uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. de Lang.
AH 170135
Schepen in lading. Suriname. het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries en Comp.
AH 090735
Binnengekomen: Texel, 7 juli. ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname.
AH 110735
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker en katoen.
AH 050835
Advertentie. Schepen in lading. Suriname. De gekoperde tweedeks brik ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Visser en Comp.
Op 20-08-1835 wordt voor de ASTREA door Insinger & Co. uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.A. de Lang.
AH 020935
Uitgezeild: Texel, 31 augustus. ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname.
AH 031135
De DILIGENCE, kapt. H. Bos, van Amsterdam naar Batavia, 17 september gepraaid op 10º NB 23º WL.
De ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam naar Suriname, 4 oktober gepraaid op 22º NB 34º WL.
1836
RC 070136
Rotterdam, 6 januari. Van Suriname zou de 6e november 1835 vertrekken het schip THE REGENT, kapt. A. Allan, naar Rotterdam; de 15e dito het schip SURINAME, kapt. R. van der Mey en de 25e dito het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, beide naar Amsterdam.
RC 090136
Rotterdam, 8 januari. De schepen LEONIDAS, kapt. B.M. Corbière en ASTREA, kapt. J.A. Lang, zouden de 5 december van Suriname naar Amsterdam vertrekken.
AH 200136
Binnengekomen: Texel, 18 januari. ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname.
AH 200136
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker, katoen en koffie.
AH 130436
Advertentie. In lading naar Suriname. De gekoperde tweedeks brik ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries en Comp.
AH 060736
Volgens particulier bericht is het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam naar Suriname bestemd, de 2e juli naar zee gezeild.
AH 070736
Uitgezeild”: Texel, 5 juli. De 2e dezer na posttijd naar zee gezeild, ASTREA, kapt. J.A. de Lang, naar Suriname.
AH 161136
Binnengekomen te Texel, 14 november. ASTREA, kapt. J. Lang en DINA MARIA, kapt. A. Ahlers, beide van Suriname.
AH 161136
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker, katoen en koffie.
AH 271236
Uitgezeild: Texel, 24 december. JONGE JAN, kapt. T.B. Teunissen en ASTREA, kapt. J.A. de Lang, beide naar Suriname.
1837
AH 260537
In lading te Amsterdam naar Suriname. Het gekoperde tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang. Adres bij Hoyman en Schuurman. Sluit 3 juni.
RC 150637
Rotterdam, 14 juni. De brik ASTREA, kapt. J.A. de Lange, van Texel, met stukgoederen gedestineerd naar Suriname, in de nacht van den 10 en 11 dezer in zee door een Engelse brik overzeild en daardoor haar boegspriet en stengen aan stukken geraakt en het galjoen (opm: licht, ondersteunend deel van de boeg, waarop de boegspriet rust) afgebroken zijnde, is daarna, op de rede te Vlissingen ten anker willende komen, haar kabelketting gebroken. Een der loodsboten van Vlissingen haar de nodige adsistentie verleend hebbende, zo ligt gemelde brik thans in de Springer, doch zal moeten binnenkomen om te repareren.
AH 200637
Briel, 18 juni. De Nederlandse brik ASTREA, kapt. J.A. de Lang, is van Neuzen alhier terug en in ´s Rijks dok gehaald.
RC 250737
Rotterdam, 24 juli. Kapt. G.B. Flik, van Marseille te Rotterdam gearriveerd, heeft den 13 dezer, op 47º42’ N.B. 6º59’ W.L. in goede staat gepraaid de brik ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam naar Suriname, laatst van Vlissingen.
RC 191037
Rotterdam, 18 oktober. Kapt. L.H. Singer, van Suriname in Texel binnen, rapporteert, dat hij den 16 augustus, bij zijn uitzeilen van Suriname, aldaar in goede staat heeft zien binnenkomen de brik ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam.
1838
Op 09-01-1838 wordt voor de ASTREA door Insinger & Co. uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.A. de Lang.
ZP 280838
Te Amsterdam is den 27 augustus gearriveerd het schip: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Bahia met suiker.
AH 040938
In lading te Amsterdam naar: Suriname: het gekoperde tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J. A. de Lang, adres bij Hoyman & Schuurman en De Vries & Co.
1839
ZP 010539
In lading naar: Suriname: het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam (Oosterdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en De Vries en Comp.
ZP 021239
Het schip (opm: brik) ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam naar Suriname, te Portsmouth binnengelopen – bevorens gemeld – heeft de 28e november de reis voortgezet, doch is wegens tegenwind aldaar teruggekomen.
1840
ZP 150440
Volgens brief van Suriname van de 19e februari zouden van daar vertrekken de schepen MARIA FREDERIKA, kapt. De Weerd, 25 februari, TRITON, kapt. Kiers, DINA MARIA, kapt. Wrieburg, PHOENIX, kapt. Gorter en DE JONGE WILLEM, kapt. Van Meedevoort, alle 29 dito, WILHELMINA MARIA, kapt. Atkes, de 1e maart en ASTREA, kapt. De Lang en WILHELMINA, kapt. Klint, medio maart, alle naar Amsterdam.
Op 10-06-1840 wordt voor de ASTREA door Insinger & Co. uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.A. de Lang.
ZP 130740
Volgens brief van kapt. Jansen, voerende het schip BRISEIS, van Amsterdam naar Dartmouth, in dato Dungeness 8 juli, was hij de 6e dito, na die dag op de hoogte van de Singels een storm doorgestaan en voortdurend westelijke wind gehad te hebben, aldaar ter rede geankerd. Nog rapporteert kapt. Jansen, dat aldaar ter rede lag een vloot van over de honderd schepen, waaronder enige koffen, een hoeker, een bark, benevens de brik ATTALANTE, kapt. Brouwer, van Rotterdam naar Suriname, en had in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gezien de DRIE VRIENDEN, kapt. Sipkes Fzn, van Amsterdam naar Batavia, ASTREA, kapt. De Lang, van dito naar Suriname, en MARIA EN JACOBA, kapt. Bart, van dito naar Laguayra en Curaçao, welke waarschijnlijk mede aldaar ter rede zouden ankeren.
PGC 170740
Gezien de schepen de DRIE VRIENDEN, kapt. Sipkes, van Amsterdam naar Batavia, ASTREA, kapt. De Lange, van Amsterdam naar Suriname, en MARIA EN JACOBA, kapt. Bart, van Amsterdam naar Curaçao.
1841
AH 130741
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker en cacao.
1842
AH 170142
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker en katoen.
AH 180242
Advertentie. In lading naar Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lange, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
AH 090842
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker, katoen en hout.
AH 300842
In lading naar Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman. Sluit 6 september.
Op 26-09-1842 wordt voor de ASTREA door Insinger & Co. uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.A. de Lang.
1843
AH 130343
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker, katoen en thym.
AH 090543
Advertentie. In lading naar Suriname. Het gekoperd tweedeks barkschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries en Co. Sluit 15 mei.
AH 220943
Carga-lijsten Amsterdam: ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname met suiker en katoen.
AH 101043
Advertentie. In lading naar Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries & Co.
1844
SUC 150144
Paramaribo. In lading naar Amsterdam: Het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang. Adres bij J.L. Gellée.
SUC 070244
Paramaribo, 5 februari. Uitgeklaard het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Amsterdam, met suiker, koffie en katoen.
AH 210344
Texel, 19 maart. Binnengekomen ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
AH 020444
In lading naar Suriname: het gekoperde brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang. Adres bij Hoyman en Schuurman en de Vries en Co.
AH 200544
Texel, 18 mei. Uitgezeild ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
SUC 260644
Paramaribo, 23 juni. Binnengekomen ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Amsterdam, hebbende een 35 dagen reis.
AH 121144
Carga lijsten Amsterdam. ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname met koffie, katoen en kwasiehout.
1845
Op 19-02-1845 wordt voor de ASTREA door Insinger & Co. uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.A. de Lang.
AH 050445
Texel, 3 april. Uitgezeild ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
NRC 010845
Texel, 30 juli. Binnengekomen ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
NRC 150945
Texel, 12 september. Vertrokken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
1846
AH 040246
Texel, 2 februari. Binnengekomen ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
AH 110546
Texel, 9 mei. Uitgezeild ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
1847
NRC 250147
Texel, 23 januari. Gearriveerd ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
Op 19-03-1847 wordt voor de ASTREA door Insinger & Co. uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.A. de Lang.
AH 290347
Texel, 26 maart. Uitgezeild ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
RC 120647
Te Suriname is den 28 april aangekomen ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Amsterdam.
NRC 130747
Texel, 11 juli. Gearriveerd ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
NRC 190847
Texel, 17 augustus. Vertrokken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
RC 251147
Suriname, 28 oktober. In het begin van deze maand binnengekomen ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Amsterdam.
NRC 201247
Texel, 17 december. Gearriveerd ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
1848
NRC 290348
Texel, 27 maart. Vertrokken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
RC 080648
Aangekomen te Suriname, 28 april, ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Amsterdam.
NRC 110748
Amsterdam, 10 juli. Het schip ASTREA, kapt. De Lang, op de rivier van Suriname gereed liggende om met de vloed herwaarts te vertrekken, is volgens brief van daar van de 31e mei door de Amerikaanse bark MAISOISSET, kapt. Pausland, aangezeild, waardoor de gehele voorscheg, het galjoen, de kluiverpen, enz, gebroken en het stuurboordsanker door de boeg heen en krom gestoten was. Tevens vermoedde kapt. De Lang, dat ook onder water het schip zwaar ontzet was en hij verplicht zou zijn naar Paramaribo terug te keren om de geleden schade te herstellen.
AH 260748
Texel, 24 juli. Binnengekomen ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
NRC 110948
Nieuwe Diep, 8 september. Zeilklaar ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
NRC 160948
Texel, 14 september. Vertrokken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
1849
NRC 250149
Texel, 23 januari. Gearriveerd ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
Op 15-03-1849 wordt voor de ASTREA door kapt. J.A. de Lang, uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
AH 210349
Texel, 19 maart. Vertrokken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
SUC 080549
Paramaribo. In lading naar Amsterdam ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Amsterdam. Adres bij H. Degenhard.
SUC 300849
Paramaribo, 28 augustus. Uitgeklaard ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Amsterdam met suiker, katoen en arrowroot.
NRC 231049
Texel, 21 oktober. Gearriveerd ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
RC 041249
Nieuwe Diep, 2 december. Zeilklaar ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
NRC 101249
Texel, 7 december. Vertrokken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
1850
SUC 190150
Paramaribo, 18 januari. De 16e dezer arriveerde alhier het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam, hebbende 40 dagen reis.
SUC 050350
Paramaribo, 2 maart. Heden zijn van hier uitgezeild het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, naar Amsterdam met 317 vaten suiker, 40 balen schone katoen en 338 pond arrowroot, en het schip BRAAMSPUNT, kapt. G.E. Swart, eveneens naar Amsterdam met 287 vaten suiker, 92 balen schone katoen en 6 stukken vierkanthout.
NRC 130450
Texel, 11 april. Gearriveerd ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
NRC 170650
Nieuwe Diep, 14 juni. Vertrokken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Suriname.
SUC 010850
Paramaribo, 31 juli. Gisteren is alhier binnengekomen het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam met een passagier, hebbende 43 dagen reis.
RC 161150
Volgens brief van Suriname in dato 6 oktober zou van daar den 10de of 12de oktober vertrekken ASTREA, kapt. J.A. de Lang naar Amsterdam.
NRC 101250
Texel, 7 december. Gearriveerd ASTREA, kapt. J.A. de Lang van Suriname.
1851
AH 120251
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ op maandag 10 februari: Het gekoperd brikschip ASTREA, gevoerd door kapt. J.A. de Lang: NLG 6.600, koper C.A. Schröder. (opm: de brik, vermoedelijk bouwjaar 1808, werd door makelaar Schröder namens onbekenden gekocht; de zeebrief werd in 1852 geroyeerd, met als reden ‘buiten de vaart gesteld’; mogelijk nog enige tijd als lichter of opslagschip gebruikt)