|
Vlissingen, 18 augustus. Den 14 dezer is alhier ter rede gekomen ATHALIBA, kapt. J.J. Marcou, van Petersburg naar Ostende, met lijnzaad; en heden ASTREA, kapt. C. Brandligt, van Batavia op order, met stukgoederen. Voorts zijn, sedert den 14 dezer, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: DE 6 SOSKENDE, kapt. H. Petersen, van Kiobenhaven, met rogge; ANDREAS CAROLINE, kapt. J.B. Erboe, van Riga, met houtwaren; GARDENER, kapt. A.M. Jackson, van New York, met katoen en koffie; ODEN, kapt. A.J. Ohman, van Riga en FREDERIK EN HENDRIKA, kapt. N. Thogefer, van Castring, beide met haver; DIDO, kapt. J.J. Rass, van Koningsbergen, met tarwe; GROOTBURGLAND, kapt. C.H. Larnson, van Kusisbergen (opm: Koningsbergen), met gerst; HAABET, kapt. J. Albertsen, van Koningsbergen, met tarwe; ST. PETER, kapt. P.P. Joeger, van Flensburg, met haver en bonen; DE JONGE JAN, kapt. B.G. Peters, van Koningsbergen en FORTUNA, kapt. A.H. Berniff, van Riga, beide met rogge; WILHELM SOPHIA, kapt. H.C. Peters, van Riga, met tarwezaad; HENDRIKA, kapt. H.E. Martens, van Koningsbergen, met tarwe; DE JONGE JACOB, kapt. D. Wever, van Petersburg, met potas en tarwe; de JUNO, kapt. C. Iversen, van Riga, met rogge en gerst; de CESARE, kapt. F. Casiero, van Palermo, met stukgoederen; UNDINE, kapt. J.H. Vansclou, van Riga, en DE VROUW CATHARINA, kapt. C.B. Otten, van Libau, beide met tarwe; THERESIA JOSEPHINE, kapt. F. Ruter, van Memel, met houtwaren; HERMES, kapt. N.N. Raum en NICOLAAS, kapt. J.J. Hagen, beide van Rostock; DIE GUTE HOFFNUNG, kapt. C.J. Wiese, van Emden; ANNA REBECCA, kapt. B. Molenaar, van Koningsbergen; CHRISTINA, kapt. J. Lucht en DE HERSTELLING, kapt. C. Gust, beide van Emden, alle zes met haver; ALETTA, kapt. C.H. Slagter, van Libau, met rogge; CANADA?, kapt. J. L. Whice??, van New-Orleans, met katoen en koffie; SCOTT, kapt. R. Irving, van Buenos-Aires, met huiden; NAYADE, kapt. C.T. Hahl en de MARIA, kapt. A.H. Solter, beide van Marseille, met stukgoederen; PERUVIAN, kapt. J. Watson, van Philadelphia, met koffie; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. J. Smit, van Londen, met suiker; DIE HOFFNUNG, kapt. C. Shlobohm, van Petersburg, met tarwe; FREDERIK, kapt. W.A. Wagenaar, van de Marennes, met zout; CIBYLE, kapt. G.H. Apping, van New York, met katoen en rijst; GEBINA, kapt. M.D. Gerdes, van Havre-de-Grace, met huiden. Ook zijn sedert onze laatste weer omtrent dertig schepen van Antwerpen naar zee gezeild, de meeste met ballast.
|