1813
Op 17-12-1813 wordt voor de NEPTHUNUS door Muller & Koning een zeebrief aangevraagd voor kapt. Reindert de Jager.
1814
OHC 070414
Amsterdam, 5 april
Aangekomen te Harlingen R. de Jager, van Londen herwaards.
Op 02-05-1814 wordt voor de NEPTHUNUS door Harmens & Zonen uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Harmanus Harmens.
LCO 240814
Zeetijdingen
Sedert, onze vorige zijn in 't Vlie binnen gekomen het schip NEPTHUNUS, Kapt. H. Harmsz, van Dartmouth.
1816
Op 21-05-1816 wordt voor de NEPTHUNUS door Harmens & Zonen uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Harmanus Harmens.
1817
LCO 070517
Amsterdam den 5 mei.
In het Vlie zijn binnengekomen H. Harmens NEPTHUNUS , en J.W. Overmeer goede Verwagting, beide van Hull.
Op 13-12-1817 wordt voor de NEPTHUNUS door Harmens & Zonen uit Harlingen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Harmanus Harmens.
1818
LC 240218
Harlingen, 23 februari
Heden (opm: 23 februari) arriveerde alhier het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, van Londen.
LC 170318
Harlingen, 14 maart.
Den 12 maart zijn alhier uitgezeild: het smakschip de JONGE WILLEM, kapt. Klaas Pieters Faber, met haver naar Londen, het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met haver, tarwe, klaverzaad en ruw vlas naar Hull
LC 100418
Harlingen, 6 april.
Heden zijn alhier uitgezeild: het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met tarwe en haver naar Hull
LC 080518
Harlingen, 6 mei.
Den 6 dito is binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met ballast van Hull, en het kofschip MERCURIUS, kapt. Jacob B. van den Oever, met smeedskool, aardewerk, etc. van Newcastle.
LC 190518
Harlingen, 19 mei.
Den 18 dito is alhier binnengekomen het smakschip de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Clasen de Groot, met hout van Christiansand, en het kofschip VRIESLANDS WELVAART, kapt. Fokke Dirks van Veen, met rogge, linnen en weedas (opm: potas van wede; werd destijds gebruikt bij de bereiding van verven, zepen enz.) van Dantzig (opm: Gdansk), en is uitgezeild het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met tarwe en haver naar Hull.
Op 25-06-1818 wordt voor de NEPTHUNUS door Harmens & Zonen uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Harmanus Harmens
LC 140718
Harlingen, 13 juli.
Den 12 dezer is van hier uitgezeild het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met granen, schors en kaas naar Hull.
LC 040818
Harlingen, 3 augustus.
Den 1 augustus is alhier binnen gekomen het kofschip WINDLUST, kapt. G.R. Engelsman, met zout en wijn van Marennes (opm: in Charente-Maritime, Fr.), het tjalkschip LORD WELLINGTON, kapt. H.S. Hofhuis, met ballast van Londen, het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Hermanus Harmens, met ballast van Hull, en het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met hout van Memel (opm: Klaipeda).
LC 140818
Harlingen, 13 augustus.
Den 10 dito zijn alhier binnen gekomen het kofschip de JUFVROUW BIBIANA, kapt. J.H. Uiling, met hout van Noorwegen, het smakschip de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, met hout van Noorwegen, en is uitgezeild het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met schors enz. naar Hull.
LC 040918
Harlingen, 3 september. Den 30 augustus zijn alhier binnen gekomen het smakschip de JONGE SOPHIA, kapt. G.W. Moesker, ledig van Hoorn, het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met ballast in 48 uren van Hull, en is uitgezeild het tjalkschip ANNA MARGARETHA, kapt. Berent Lubbin, met pannen en steen naar Emden.
LC 180918
Harlingen, 18 september. Den 11 dezer is alhier binnen gekomen het kofschip de JONGE YPEUS, kapt. Harm H. de Weerd, met hennep en koper van St. Petersburg, en is uitgezeild het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met granen naar Hull.
LC 301018
Harlingen, 30 oktober
Den 29 dito is van hier uitgezeild het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met granen naar Hull, en het smakschip de HERSTELLING, kapt. Hendrik Janssen, met ballast naar Noorwegen.
LC 011218
Harlingen, 30 november.
Den 29 dito zijn alhier binnen gekomen het smakschip CATHARINA, kapt. Berend S. Beijen, met hout van Noorwegen, en het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met ballast van Hull.
1819
LC 090219
Harlingen.
Den 6 dito uitgezeild het smakschip de JONGE WILLEM, kapt. Klaas P. Faber, met granen naar Londen en binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met ballast van Londen.
LC 020419
Harlingen.
Den 28 dito binnen gekomen het kofschip NEPTUNUS, kapt. Hermanus Harmens, met ballast van Hull.
LC 160419
Harlingen.
Den 6 dito binnen gekomen het nieuw in de Lemmer gereed gemaakt kofschip HARMONIE, kapt. Berend J. Wijgers, ledig van de Lemmer.
Uitgezeild het schoonerschip HOPE, kapt. Enos Page, met boter naar Londen, het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met granen naar Hull.
LC 110519
Harlingen.
Den 8 dito binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met ballast van Hull
LC 040619
Harlingen.
Den 29 dito binnen gekomen het sloepschip WILLIAM, kapt. Georg Bulmer, met ballast van Londen en het smakschip de JONGE HENDRIK, kapt. A. Hasewinkel, met hout van Noorwegen.
Uitgezeild het smakschip de VROUW HELENA, kapt. Joseph Bolwijn, met ballast naar Noorwegen, het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met schors naar Leverpool (opm: Liverpool),
LC 060819
Harlingen.
Den 1 augustus binnen gekomen de kofschepen NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met zout en loodaarts (opm: waarschijnlijk loodaarde) van Liverpool, ARIUS JOHANNES, kapt. Hendrik van Wijk, met teer en potasch van Christiaanstad (opm: mogelijk Kristinestad, Finland).
LC 270819
Harlingen.
Den 25 dito uitgezeild het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met schors naar Hull.
LC 231119
Harlingen.
Den 17 dito binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met loodaarts (opm: waarschijnlijk loodaarde) van Christiaanstad (opm: mogelijk Kristinestad, Finland).
1820
LC 210320
Harlingen.
Den 6 dito uitgezeild het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harmens, met schors enz. naar Hull.
LC 300520
Harlingen.
Den 24 dito uitgezeild het smakschip de VRIENDSCHAP, kapt. Jan J. Kluin, met ballast op avontuur, en het tjalkschip de VROUW HILLEGINA, kapt. J.B. Jager, ledig op avontuur.
Binnengekomen de kofschepen de VRIENDSCHAP, kapt. Coert W. Stuit, met hout van Memel (opm: Klaipeda), de JONGE CORNELIS, kapt. Jelle Haijes van der Laan, met rogge van Elbing (opm: Elblag) en het kofscheepje NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met looderts van Leverpool.
LC 130620
Harlingen.
Den 9 dito binnengekomen het tjalkschip de VRIENDSCHAP, kapt. H. Popken, met hout van Noorwegen, het schonerschip the HOPE, kapt. William Barfield, met ballast van Londen.
Uitgezeild de kofscheepjes de VROUW GEZINA, kapt. H. Seede, met steen naar de Kleine Oost (opm: de Levant), de MORGENSTERN, kapt. M.M. Janssen, met pannen en steen naar Hamburg, NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met pannen naar Hamburg.
LC 010920
Harlingen.
Den 22 dito binnengekomen het tjalkschip MARIA SOPHIA, kapt. Rinse D. Lovius, met hout van Hamburg. Uitgezeild de kofschepen NEPTHUNUS, kapt. Harmanus Harms, de JONGE CORNELIS, kapt. Jelle Haijes van der Laan, beide met haver naar Londen.
1821
Op 16-02-1821 wordt voor de NEPTHUNUS door Harmens & Zonen uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Hein Harmens
LC 100721
Harlingen.
Den 30 dito Uitgezeild de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, met ballast, NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met dakpannen
LC 040921
Harlingen.
Den 30 dito binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met tarwe van Dantzig (opm: Gdansk),
LC 140921
Harlingen.
Den 6 dito uitgezeild het smakschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. H. Hulst, de kofschepen NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, met ballast op avontuur
LC 231021
Harlingen.
Den 12 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW ETTINA, kapt. A.J. Steven met hout van Noorwegen; het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met koolzaad van …
LC 261021
Harlingen.
Den 18 dito binnen gekomen de smakschepen de VROUW GESINA, kapt. T. Joosten, de DAGERAAD, kapt. Jan A. Smith, de VROUW CATHARINA, kapt. H. Sleehuis, de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.H. Hulst, alle met hout van Noorwegen; de sloepschepen WALTER MATTHEWS, kapt. A. Gallaway, WILLIAM, kapt. William Nazeby, beide met ballast van Londen. Uitgezeild de kofschepen EENDRAGT, kapt. H.J. Korter, NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, beide met ballast op avontuur.
RC 181221
Amsterdam, 16 december. Het schip NEPTUNUS, kapt. H. Harmens, met raapzaad en rogge van Husum naar Harlingen, is door zware storm bij Husum gestrand; de kapitein heeft echter de nodige maatregelen genomen om het schip en de lading te behouden.
1822
LC 130822
Harlingen,
Den 4 dito binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met zout van Liverpool, het schonerschip SOEBLORNSTEN, kapt. A. Tormen (opm: buitenlander), met hout van Noorwegen.
RC 071222
Rotterdam, 6 december
Vlissingen
Voorts zijn, sedert onze laatste, voor Antwerpen bestemd aldaar ter rede gekomen: NEPTUNES (opm: kof NEPTHUNUS), H. Harmens, van Faro
1823
1823 De aanvraag van de zeebrief voor de JONGE JACOBUS door Thomas Cornelis de Boer uit Antwerpen voor hemzelf is niet gevonden
DC 100623
Brielle, 6 juni. V. Plug is wegens de W. wind teruggekomen. Gisteren na posttijd arriveerden uit zee JONGE JACOBUS, kapt. F.C. de Boer (opm: kof, kapt. Thomas Cornelis de Boer, thuishaven Antwerpen), van Antwerpen
DC 211023
Hellevoetsluis, 17 oktober.
Den 19 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee ENGELINA (opm: kof), kapt. W.H. Bok, van Liverpool; NEERLANDS KROONPRINS (opm: hoeker), kapt. A. van der Meijden en DE JONGE JACOBUS, kapt. F.C. de Boer (opm: kof, ex NEPTUNUS, kapt. Thomas Cornelis de Boer, Antwerpen), alle van Cardiff; en zeilde in zee FORTUNA, kapt. C.N. Zilmer, naar Greifswald.
1824
Op 07-05-1824 wordt voor de JONGE JACOBUS door Thomas Cornelis de Boer uit Antwerpen een Turkse pas aangevraagd voor hemzelf
DC 071024
Vlissingen, 2 oktober. Van den 29 september tot heden, zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild le VOLTIGEUR, kapt. W. de Ruijter, naar Londen, met wijn en talk; de MARIA, kapt. J. Zirck, naar Liverpool, met boomschors, vlas en wol; SOKEN, kapt. A. Ash, naar Hull, met wol en vlas; de VIER GEZUSTERS, kapt. A.G. Oostra, naar Petersburg, met stukgoederen; JOHANNA MARIA, kapt. T.L. Fuhr, naar Flensburg, met ballast; ANTWERPEN, kapt. H.C. Schut, naar Leith, met boomschors; the LION, kapt. T. West, naar Lissabon, met tarwe; KLAZINA MARGARETHA, kapt. J.R. Schippers, en OTTO, kapt. E.J. Carst, beide naar Sandwich, met boomschors; SARAH MORILL, kapt. W. Freeman, naar St. Ubes, met ballast; le CHARLES, kapt. J.P. Bekman, naar Londen, met boomschors; NEPTUNES, kapt. E.J. Dik, naar Lissabon, met tarwe; the MARMION, kapt. Johm Howard, naar Waterford, met boomschors; MORGIANA, kapt. T.R. Blanchard, naar Portland, met ballast; de JONGE MATHILDA, kapt. C. de Vos, naar Lissabon, met tarwe; de COURIER, kapt. C. Cleijmans, naar Buenos Aires, met steenkolen; de JONGE JACOBUS, kapt. T.C. de Boer, naar Arbroath, met vlas.
DC 301024
Vlissingen, 23 oktober.
Naar Antwerpen bestemd de TWEE GEBROEDERS, kapt. P. Monier, van Hull, met ballast; OROMAZO, kapt. R. Roelofs, van Rio Janeiro, met koffie; de MORGENSTER, kapt. H.T. Veen, van Londen, met stukgoederen; the RESTITUTIVE, kapt. Th. Welcun, van Dundee, met ballast; the UNITY, kapt. J. Lyell, van Riga, met zaad; PROVIDENTIA (opm: schoener, Antwerpen), kapt. Th. van der Steen, van St. Jago, met wijn en fruit; de JONGE SOPHIA, kapt. J.F. Muijs (opm: J.F. Muys), met stukgoederen, en de VROUW CATHARINA, kapt. J. van der Schuit, met ballast, beide van Londen; de DRIE GEBROEDERS, kapt. C.J. Claassen, van Havre-de-Grace, met stukgoederen; de JONGE JACOBUS, kapt. T.C. de Boer, van Arbroath, met ballast; de VROUW MARIA, kapt. D.G. Robijns, van Marseille, met stukgoederen.
Op 01-11-1824 wordt voor de JONGE JACOBUS door Thomas Cornelis de Boer uit Antwerpen een Turkse pas aangevraagd voor hemzelf
1825
DC 151125
Brielle, 12 november.
Heden zeilden naar zee: JOHANNA ANNA ALIDA, kapt. J.J. Kortrijk naar Brest; NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. van der Meijden naar Colchester; CAROLINE, kapt. L. Soupat naar Havre; WILHELMINA JEANNE, kapt. R. Anker, ONDERNEMING, kapt. M. Roderkerk en PETER MARIL, kapt. C.L. Eggers, alle naar Liverpool; ROSE, kapt. T. Amise, en CERUS, kapt. J.M. le Borgne, beide naar St. Malo; VERWISSELING, kapt. A. Schaaf naar Ipswich; CARL EMIL, kapt. H.C. Vorbrodt naar Greifswalde; VROUW NEELTJE, kapt. J. Stroobuur naar Cherbourg; BUITEN VERWACHTING, kapt. C. van der Plas naar Dartmouth; JONGE JACOBUS, kapt. T.C. de Boer naar Belfast; TWEE GEBROEDERS, kapt. M. de Jong, VROUW MARIA, kapt. C. van der Weeg, en VROUW ANTONIA, kapt. W. Maas, alle naar Londen. De wind NO.
Op 15-10-1825 wordt voor de JONGE JACOBUS door Thomas Cornelis de Boer uit Antwerpen een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
1826
DC 060726
Vlissingen
Den 22 juni ll. was het brikschip, hetwelk de Amsterdams nommering No. 73 voert, bij Lezard. Van den 28 juni tot heden zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: COMMERCIE, kapt. K.A. de Vries, van Londen met stukgoederen; JOHANNES, kapt. E. Ziffer, van Rouen met pleistersteen; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. E.R. Bonhers, van de Marennes met zout; DE AREND, kapt. H. Elbring en L’ESPERANCE, kapt. A. van Geyt, beide van Londen, met stukgoederen; IKINA, kapt. G.S. Postema, van de Marennes met zout; THE BRILLIANT, kapt. Stadanna, van Guernsey met stukgoederen; HENDRIKA, kapt. T.F. Harding, van de Marennes en DE VROUW ANNA, kapt. H.H. Wijkmeijer van Tremblade, beide met zout; JACOMETTE, kapt. J. Besemer, van Batavia met koffie; AGNES, kapt. S. Stapeling, van Montevideo met huiden; ….. , kapt. L. Breton van Cherbourg met ballast; LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest van Londen en DE JONGE JACOBUS, kapt. T. C. de Boer van Liverpool, beide met stukgoederen; PEGASIA, kapt. S. Marens, van Alexandria met katoen; dit schip moet quarantaine houden.
1827
Op 2 mei 1827 wordt de zeebrief van de JONGE JACOBUS door Thomas Cornelis de Boer uit Antwerpen teruggezonden met de opmerking: schip verkocht.