Inloggen
ZEEUW (DE) - ID 9690


Kroniekberichten

Datum 10 augustus 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 8 augustus. Kapt. O. Kievyt, van Batavia te Helvoetsluis binnen, rapporteert bij de Kaap de Goede Hoop gezien te hebben de bark DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, kapt. P. Landberg, van Rotterdam naar Batavia, en den 26 mei gepraaid, op 7º26’ N.B. 23º10’ W.L. het schip DE ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofsteede, met Zr.Ms. troepen van Middelburg naar Batavia; aan boord was alles wel.

Afbeelding
Datum 31 augustus 1837
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Middelburg, 28 augustus. De 15e juni is het schip de ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofsteede, van deze stad naar Batavia, met schade aan tuig te Bahia binnengelopen.
(opm: zie AH 160837 en AH 260837)

Afbeelding
Datum 08 maart 1838
Krant ZP - Zeepost
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Straat Sunda passeerden: den 7 november 1837 het schip (opm: brik) ERASMUS, kapt. P.F. Marks, van Batavia naar Rotterdam, en den 12 november de schepen ROTTESTROOM (opm: brik), kapt. B.H. Kuiper, van Batavia naar Rotterdam, ABEL TASMAN (opm: fregat), kapt. H. Zeylstra, van Batavia naar Amsterdam, en VROUW JOHANNA ELISABETH (opm: bark), kapt. Bonn, van Batavia naar Rotterdam.
Te Batavia arriveerden, onder meer andere (opm: buitenlandse) schepen, den 10 november het schip VEREENIGING, kapt. Herman, van Samarang, den 12 dito VROUW MARIA, kapt. Kley, van Pekalongang, den 13 dito HELENA, kapt. Blom, den 6 augustus van Amsterdam herwaarts vertrokken, en de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. Van Barneveld Kooy, den 20 juli van Amsterdam herwaarts vertrokken. Den 14 november arriveerden de schepen JAVA’S WELVAREN, kapt. Van Delden, den 5 augustus van Amsterdam vertrokken, JACOB CATS, kapt. Van der Linden, den 6 augustus van Rotterdam vertrokken, en WALCHEREN, kapt. Bart, van Amsterdam, laatst van New York. Den 15 november arriveerden de schepen STAD SCHIEDAM, kapt. De Boer, op 6 augustus van Rotterdam herwaarts vertrokken, en ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, den 20 juli van Amsterdam vertrokken. Den 18 november arriveerde te Batavia het schip STAD DORDRECHT, kapt. Van Nassau, den 26 juli van Rotterdam vertrokken, en den 20 dito arriveerde de DE COCQ, kapt. Schuth, op 26 juli van Rotterdam vertrokken, terwijl den 21 november het schip NEPTUNUS, kapt. Van Duin, alhier van Amsterdam arriveerde, zijnde den 7 augustus van Amsterdam vertrokken.
Ter rede van Batavia lagen onder meer anderen de reeds voor den 15 november gearriveerde schepen MARGARETHA CATHARINA, kapt. J.H. Schippers, van Calcutta (opm: zie JC 011137), SUMATRA, kapt. Joosens (opm: een Nederland-Indische bark, kapt. R. MacIver, zie JC 020538 en 220838), van Padang, BATAVIA, kapt. Pronk, van Soerabaya, ZEEUW, kapt. Ter Hofstede, van Soerabaya, en ONDERNEMING, kapt. Dekker, eveneens van Soerabaya.

Afbeelding
Datum 03 april 1838
Krant ZP - Zeepost
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het schip ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofstede, van Batavia naar Middelburg, is den 29 maart bij Falmouth gearriveerd wegens gebrek aan proviand.

Afbeelding
Datum 10 april 1838
Krant ZP - Zeepost
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Men heeft vrees voor het Nederlandse schip (opm: fregat) DE ZEEUW, kapt. O.F. Kamp voor wijlen kapt. J.J. ter Hoffstede, van Batavia komende, gedestineerd naar Middelburg, den 29 maart bij Falmouth wegens gebrek aan proviand, hetwelk men zegt op de Banjaard gestrand te zijn (opm: zie o.a. ZZC 100438).

Afbeelding
Datum 10 april 1838
Krant ZZC - Zierikzeesche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Zierikzee, 10 april. In de morgen van zondag den 8 dezer, is op de Banjaard, bij het eiland Schouwen, gestrand het fregatschip DE ZEEUW, kapt. O.F. Kamp (voor kapt. J.J. ter Hofsteede, welke gedurende de reis met nog zes manschappen, zo aan boord als in de hospitalen te Batavia en St. Salvador, zijn overleden), geladen met koffie, suiker, enz., op deszelfs reis van Batavia naar Middelburg. De equipage en passagiers, waaronder zich de equipage van het verbrande schip DILIGENCE (opm: fregat, kapt. H. Bos, zie o.a. RC 071237), van Amsterdam bevonden, zijn allen gered en gedeeltelijk hier aangebracht (opm: zie ZZC 150339 en 210539), uitgenomen de Engelse loods en een jongen, die door vermoeienis als anderszins overleden zijn.
Het schip, welke nog maar kortelings te Middelburg gebouwd en deszelfs eerste reis zou volbracht hebben, zal geheel verloren zijn, als ook de lading, waarvan nog weinig of niets geborgen kan worden. Hetzelve moet een geruime tijd voor de wal geweest en tevergeefs op loodsen gewacht hebbende, op gemelde ondiepte zijn geraakt, waarna de sloepen zijn uitgezet en met dezelve een gedeelte der equipage en passagiers, waaronder zich vrouwen en kinderen bevonden, ten getale van 35 personen, met behulp van andere vaartuigen, behouden aan de wal zijn gekomen, met achterlating van meest al hun goederen. Het overige gedeelte der equipage, zijnde de eerste, tweede en derde stuurman en enige matrozen, zijn naderhand mede gered.

Afbeelding
Datum 11 april 1838
Krant ZP - Zeepost
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Volgens brief van Rotterdam in dato 10 april is aldaar, zo van Middelburg als van Zierikzee, de bevestigende tijding van het de 8e april op de Banjaard bij Schouwen totaal verongelukken van het schip de ZEEUW, wijlen kapt. Ter Hoffstede, van Batavia naar Middelburg – zie ons nommer 50 – aangebracht. De passagiers, waaronder kapt. Bos, gevoerd hebbende het schip DILIGENCE, en equipage zijn gered, behalve een jongen, die verdronken, en een Engelse loods, die na de ramp overleden is. Volgens brief van Middelburg in dato 9 april, was hetzelve toen tussen 8 en 9 uren reeds vol water en ten 1 ure omgeslagen, zodat schip en lading totaal weg zijn, en de equipage behouden op het eiland Schouwen aangekomen zijn. (opm: zie o.a. ZZC 100438)

Afbeelding
Datum 13 april 1838
Krant ZP - Zeepost
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Middelburg, 11 april. Omtrent het treurig voorval wegens het vergaan van het schip DE ZEEUW – zie ons nommer 51 (opm: ZP 110438, en o.a. ZZC 100438) – kunnen wij thans mededelen, dat laatstleden zondag (opm: 8 april) voormiddag tussen 11 en 12 uren, na herhaalde malen sedert donderdag voor gaats te zijn geweest zonder loodsen aan te treffen, het schip te dicht de wal genaderd zijnde, het roer is afgestoten, waarop is afgehouden en het schip in vlot water ten anker is gekomen, doch bij het vallen van de vloed begon hetzelve door de hoge zeeën te stoten, en bevond zich weldra in zulk een gevaarvolle toestand, dat men alleen op levensbehoud moest bedacht zijn. Ten 4 uren in de namiddag besloot men het schip te verlaten. De barkas met 19 personen is ten 9 uren des avonds op Schouwen aangekomen, maar de sloep, waarin zich de passagiers bevonden, heeft de gehele nacht in de branding omgedoold en grote gevaren doorgestaan, tot dat de mensen des morgens ten 6 uren door een vaartuig zijn opgenomen en naar Zierikzee vervoerd. De giek (opm: roeiboot) met de overige manschappen is te Burgsluis aangekomen, en bij deze laatste tocht, die zeer gevaarlijk was, is de aan boord geweest zijnde Engelse loods en een kleine jongen door vermoeienis bezweken.
De passagiers, mevrouw Schuurmans met haar drie kinderen en twee bedienden, en kapitein H. Bos (opm: van de DILIGENCE, zie o.a. RC 071237), zijn nog te Zierikzee verbleven. De manschappen uit de barkas en sloep zijn reeds hier aangekomen.
De bodem en lading zijn geheel verloren. Dit schone schip was in het jaar 1836 alhier nieuw gebouwd en voer onder administratie van de heren Van den Broecke, Luteyn & Schouten. Hetzelve vertrok van hier den 18 april 1837 en was den 29 november van Batavia gezeild, bevracht voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij.

Afbeelding
Datum 21 mei 1839
Krant ZZC - Zierikzeesche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Zierikzee, 18 mei. Op heden zijn door de edelachtbare heer burgemeester dezer stad, plechtig uitgereikt aan de schippers A. Visser Sr. en I. de Waerd, de zilveren medailles en getuigschriften, hun door Zijne Majesteit de Koning toegekend, voor hun belangeloos en menslievend gedrag, gehouden bij het verongelukken der schepen DE ZEEUW (opm: zie o.a. ZZC 100438), EURIDICE (opm: zie ZZC 210838) en TITUS (opm: zie o.a. LC 140839), op de kusten van het eiland Schouwen in 1838.

Afbeelding