Inloggen
NEPTUNUS - ID 8808


Kroniekberichten

Datum 06 oktober 1896
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 3 oktober. Het Spaanse stoomschip HUGO, de 24e september l.l. op de Bosplaat bij Ameland gestrand, is na ledig gepompt te zijn, en nadat door de stoomschelpenzuiger NEPTUNUS een geul was gegraven, door de sleepboten HERCULES en NEPTUNUS van de Amsterdamsche Sleep- en Bergingsreederij, hedenmorgen vlot en naar de Vlierede gebracht, alwaar het thans geankerd ligt.

Afbeelding
Datum 22 oktober 1896
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Harlingen, 19 oktober. De sleepboot MAARTEN TROMP heeft vruchteloos getracht het schip BOTHNIA leeg te pompen. De sleepboot NEPTUNUS is heden alhier van Terschelling aangekomen en zal met laag water beproeven het schip leeg te pompen. (opm: de pogingen slaagden op 20 oktober)

Afbeelding
Datum 30 oktober 1896
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Nieuwe Diep, 28 oktober. Door de sleepboot HERCULES zijn alhier aangebracht de kapitein en acht man van de Deense schoener FLORA, van Kotka naar Londen, welk vaartuig vol water was verlaten. De FLORA is in het Stortemelk drijvende aangetroffen door de sleepboot NEPTUNUS, die het schip op sleeptouw heeft genomen en koers heeft gezet naar Terschelling.

Afbeelding
Datum 11 november 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Men schrijft ons uit Harlingen:
Aan het Noorderhoofd der buitenhaven ligt sedert een paar dagen het schoenerschip FLORA als wrak in zeer gehavende toestand en heeft veel bekijks. Met verlies van masten en inventaris op zee drijvende, terwijl de bemanning door de HERCULES naar Nieuwediep werd gebracht, maakte zich de NEPTUNUS van Terschelling gereed, om het schip aan te halen en binnen te slepen; maar bij de FLORA gekomen, zag men dat reeds een visserman zich van het gezag over de bodem had meester gemaakt; toch deed de NEPTUNUS wat zij voornemens was en bracht de FLORA hier binnen, maar beide partijen bleven aan boord en schijnen haar standpunt te willen inhouden. De lading, bestaande uit 970.000 duigen of staven voor vaatwerk, heeft in de storm misschien 70.000 stuks verloren; de overige zwollen door het zeewater, zodat men ze niet gemakkelijk zal kunnen lossen. Van lekken bespeurde men niets.

Afbeelding
Datum 22 juni 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlieland, 21 juni. De in de Noordzee verlaten schoener FAMILIEN, van Drammen, beladen met pijpaarde, werd hedennacht door de sleepboot NEPTUNUS binnengebracht.

Afbeelding
Datum 20 december 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 16 december. De galjoot ANNA, geladen met hout, thuisbehorende in Delfzijl, zal door de sleepboot NEPTUNUS daarheen gesleept worden.

Afbeelding
Datum 06 januari 1898
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Nieuwediep, 5 januari. Het in de Eierlandse gronden gestrande schip is de Noorse bark MENTONE, kapt. Waldersen, van Savannah naar Hamburg. Het werd door de sleepboten HERCULES, TITAN en NEPTUNUS vlot gesleept en naar Nieuwediep gesleept. Met uitzondering van de gezagvoerder had de bemanning het schip reeds verlaten en was op Texel geland.

Afbeelding
Datum 28 januari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Terschelling, 26 januari. Nadat de 24e ’s morgens bericht was ontvangen dat in de Terschellinger gronden een stoomboot was gestrand, werd de bootsman order gegeven met de reddingsboot van station Terschelling naar de plaats des onheils te vertrekken, waaraan zo spoedig doenlijk gevolg werd gegeven. Na een aanvankelijk moeilijke tocht om door de branding te geraken, bereikte zij het gestrande schip, dat bleek de Deense stoomboot LIVADIA te zijn, geladen met koloniale waren; vooral suiker van Bremen naar Amerika. Het weer was toen goed, de sleepboten TITAN en NEPTUNUS lagen op zijde, zodat de bemanning van de LIVADIA het schip niet wilden verlaten en de reddingsboot, na een doelloze tocht, terugkeerde. Het weer, dat aanvankelijk best was, werd in de avond buiige met veel regen. In de voornacht schoot de wind uit en nam gaandeweg in hevigheid toe, zodat het weldra een vliegende storm werd. Nu werd de toestand van de LIVADIA en het volk dat er zich op bevond gaandeweg minder. Toen in de avond van de 24e het weer goed was, ging het grootste gedeelte van de bemanning van de NEPTUNUS en ook enigen van de TITAN op het gestrande schip over om daar hulp te verlenen, daar voor zover men kon zien, het schip en zijn machine nog in volmaakte orde was. De NEPTUNUS die al de kleren van het gestrande scheepsvolk had overgenomen, bracht de 25e twee man van de equipage, zijnde de derde machinist en jongen te Terschelling. Het stormweer bleef aanhouden, de stoomboot geraakte toch bij vloeiend water, zonder assistentie vlot en stoomde aanvankelijk flink voort, doch de stroom kreeg haar te pakken en dreef haar tegen de wal in het oude Oostgat. Aanhoudend gaf zij noodseinen, ten teken dat hulp werd verlangd. De sleepboot NEPTUNUS, die hier twee man en bagage had aangebracht, kwam spoedig terug in de hoop, de LIVADIA te zullen bereiken en het volk dat er zich op bevond, over te nemen. De reis was vruchteloos, daar ze door de felle branding die er heerste het doel niet kon naderen en tegen de middag weer in de haven kwam. Inmiddels was besloten dat de reddingsboot van West-Terschelling nogmaals zou beproeven het schip te naderen, terwijl door de plaatselijke reddingscommissie ook de boot van het station Midsland werd ontboden. In de namiddag eerst poogden beide boten, bij onstuimige zee, onderscheidene malen het schip te naderen, doch werden telkens door de hevige branding teruggeslagen. Zo werd het gaandeweg donker en moest men de poging tot redding staken. De reddingsboten werden naar het duin gebracht, daar men het plan had de volgende morgen opnieuw de redding te beproeven. Nu werd het weer langzamerhand bedaarder en hoopte men dat het volk het op het wrak van de LIVADIA zou kunnen uithouden. Was nu besloten dat de reddingsboten in de vroege morgen van heden zouden uitgaan, ook de sleepboot NEPTUNUS zou in de vroegte met twee boten van het loodswezen, bemand door loodsen, vertrekken. De NEPTUNUS was spoedig op de plaats des onheils, dank zij het meer effen water en de loodsen hadden het geluk in zes tochten 41 man van het gestrande schip op de NEPTUNUS over te brengen, die allen hier in veilige haven bracht. Van de 41 man waren er 23 van de bemanning van de LIVADIA, 13 Terschellingers en 5 Nieuwediepers. Komt de loodsen een woord van dank toe, voor de menslievende daad die zij verricht hebben, ook de bemanning van de reddingsboten van West-Terschelling en Midsland mogen op onze dank bogen voor hun pogingen tot redding van de schipbreukelingen. De LIVADIA is gebroken en zal totaal weg zijn. Tot lossing van enige inhoud liggen vaartuigen langszijde.

Afbeelding
Datum 19 december 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Hollum, 18 december. Op Bornrif is een stoomschip gestrand. De sleepboot NEPTUNUS is van Terschelling, de sleepboot HERCULES van Nieuwe Diep naar de strandingsplaats vertrokken. Ook een reddingboot vertrok derwaarts.

Afbeelding
Datum 09 oktober 1901
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Terschelling, 8 oktober. Bij de Vlie is een bark gestrand. De sleepboot NEPTUNUS gaat er heen met de reddingboot WEST-TERSCHELLING.

Afbeelding
Datum 03 april 1902
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Vlieland, 2 april. In de Noordergronden is een grijs geschilderde Zweedse bark gestrand. De sleepboot NEPTUNUS en schuitjes zijn in de nabijheid.

Afbeelding
Datum 03 april 1902
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Terschelling 2 april. De Zweedse bark ALBERT EHRENSVAERD, kapitein Bentsson, is in de Noordergronden nabij Terschelling gestrand. Het schip was op reis van Marstrand naar Beira met planken. Negen opvarenden zijn door een blazer van boord gehaald. De kapitein is met twee man aan boord gebleven. De sleepboot NEPTUNUS is in de nabijheid. De bark maakt veel water en is vermoedelijk wrak.

Afbeelding
Datum 03 april 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Vlieland, 2 april. Het gestrande Zweedse barkschip is zonder hulp vlot geraakt. De equipage was reeds geland. . De sleepboten NEPTUNUS en HERCULES gingen weer naar buiten en tracht thans het schip binnen te brengen. Het is zwaar lek en drijft op de plankenlading.

Afbeelding
Datum 04 april 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 3 april. De ALBERT EHRENSVAERD is gisteren avond drijvende gevonden door de sleepboten HERCULES en NEPTUNUS en heden te Nieuwediep binnengesleept. Het heeft roer en een gedeelte van de achtersteven verloren en meer andere schade. Het blijft op de lading gezaagd hout drijven.

Afbeelding
Datum 04 november 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Terschelling, 2 november. Het gestrande stoomschip is het Noorse stoomschip STAUT, kapt. Norbreg, met hout van Archangel naar Antwerpen. Van de equipage zijn 13 man door de sleepboot NEPTUNUS hier aangebracht. De zee loopt over het schip heen en dit zal waarschijnlijk wrak worden.

Afbeelding
Datum 18 november 1902
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Delfzijl, 16 november. Het in dit jaar nieuw gebouwd Engels stoomschip IRISBROOK, kapitein Donald Kerr, metende 5000 m³ netto, gisteren nabij Terschelling N.N.W. van de Brandaris gestrand, op reis van Pensacola naar hier met een lading balken, waar het 12 uur heeft gezeten, doch weder vlot gebracht door de vijf Amsterdamse sleepboten: TITAN, NEPTUNUS, CYCLOP, HERCULES en SIMSON, is hier hedenmiddag aangekomen. Om het vlot komen te bevorderen zijn ruim 300 balken van de deklast geworpen.

Afbeelding
Datum 14 juni 1903
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Harlingen, 13 juni. Het Noorse schoenerschip MARIA, alhier lek binnengesleept, werd heden door de sleepboot NEPTUNUS naar Terschelling gebracht om aldaar gesloopt te worden. Daar de MARIA zwaar lek was, had men het ruim gedeeltelijk gevuld met ledige vaten, waardoor het schip drijvende kon blijven. (opm: de MARIA is afgetuigd en op 13 juni door de sleepboot NEPTUNUS van Harlingen naar Terschelling gesleept)

Afbeelding
Datum 15 november 1905
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Terschelling, 13 november. De Ned. tjalk CONCORDIA, schipper Hylkema, van Orth auf Fehmarn met graan naar Rotterdam, is met slagzijde, wegens het overgaan der lading, door de sleepboot NEPTUNUS alhier binnengebracht.

Afbeelding
Datum 26 november 1907
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Harlingen, 25 november. Het Ned. tjalkschip l’ESPOIR de l’AVENIR, kapitein Karsies, van Fehmarn naar Hamburg, werd heden met verlies van anker alhier binnengesleept door de sleepboot NEPTUNUS.

Afbeelding
Datum 21 maart 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 20 maart. Het met lijnkoeken van Neuss naar Neufahrwasser bestemde Nederlandse schip L’ESPOIR DE L’AVENIR strandde bij paal 8. Door de sleepboot NEPTUNUS werd het vlot en met gebroken roer alhier binnengebracht.

Afbeelding
Datum 28 april 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 26 april. Het Nederlandse schip VIJF GEBROEDERS raakte op de Riepel vast en werd later voor de sleepboot NEPTUNUS vlotgesleept.

Afbeelding
Datum 25 november 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

(Geen datum of plaats). Scheepsramp bij Terschelling. Men seint ons hedenochtend van Terschelling: er zit een schip in de gronden. Het is gebroken. Sleepboten en de reddingboot zijn er heen, maar kunnen het schip niet bereiken.
Later seint men ons: Het schip is de Italiaanse schoener FERNANDO, het is geheel verloren. Zeven man van de equipage zijn verdronken, twee man zijn op het schip gebleven, vier man zijn aangebracht. Bij de pogingen tot redding is de reddingboot omgeslagen, drie redders verdronken.
Van Vlieland seint men ons: de FERNANDO, kapt. Francisco Arpe, was met hout op weg van Riga naar Swansea. Tot de twee man, die nog aan boord zijn, behoort de kapitein.
Hedenmiddag seint men ons uit Terschelling: de equipage der FERNANDO bestond uit 14 man. Er zijn er thans vijf aangebracht. Van de twee, die nog op het wrak zitten, ligt er één met gebroken benen. Nu is de reddingboot van Paal 7 uit om te trachten die twee schipbreukelingen te redden. De omgeslagen reddingboot is de WEST-TERSCHELLING, die weg is.
De Scheepvaart verneemt heden van Terschelling: de kustwacht meldt, dat van 12 uur tot 2.30 uur hedennacht af en toe blauw licht is gezien N.W.t.W van de Brandaris. Thans is in die richting een zeilschip te zien, waarvan een der masten nog boven water is, waarin zich nog volk bevindt. De sleepboot ATLAS is in de nabijheid, de sleepboot NEPTUNUS is met de reddingboot van hier vertrokken.

Afbeelding
Datum 25 november 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

(Geen datum) Scheepsrampen bij Terschelling. Naar men ons nog meldt zijn er nog pogingen gedaan om de twee op het wrak der FERNANDO achtergebleven ongelukkigen te redden. De sleepboot NEPTUNUS heeft met de reddingboot een tocht gedaan, maar kon door de invallende duisternis het wrak niet meer bereiken, waar dus de kapitein en de gekwetste matroos moesten blijven.

Afbeelding
Datum 26 november 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

(Geen plaats of datum) Men seint ons hedenochtend van Terschelling: De man met het gebroken been is van het wrak der FERNANDO gehaald, maar kapt. Arpe is verdronken. De redding is geschied door de reddingboot van paal 7, opgesleept door de sleepboot NEPTUNUS. Van andere zijde meldt men ons, dat kapt. Arpe vanmorgen om zes uur overboord gesprongen is en zo de dood gevonden heeft. Uit een telegram uit Cuxhaven aan de Hamburgischer Correspondent zien wij nog, dat de FERNANDO zondagavond (opm: 22 november) van daar naar Swansea was vertrokken, gesleept door de VULCAN. Maandag namiddag ca. 2 uur brak ter hoogte van Terschelling de sleeptros en door het slechte weer kon de verbinding tussen beide schepen niet hersteld worden. De FERNANDO poogde toen zeilen bij te zetten, maar ze vlogen in flarden van de masten. Later verloor de sleepboot het schip geheel uit het oog en moest terugkeren.

Afbeelding
Datum 01 april 1909
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad van Tucht. De Raad van Tucht behandelde in zijn zitting van gisteravond de zaak van de Nederlandse zeilaak L’ ESPOIR DE I'AVENIR, kapitein A. Karssies, geboren te Wildervank, thans wonende te Rotterdam, Het vaartuig, dat geladen was met lijnkoeken, vertrok de 26e februari 1908 van Neuss aan de Rijn met bestemming naar Neufahrwasser. Door breken van het stuurtoestel strandde het schip op de 20e maart 1908 bij de noordkust van Terschelling, nabij paal 7. Het scheepsjournaal vermeldt o.a. nog dat de 10e veel wind stond en ‘s morgens om zes uur het stuurtoestel brak. Kort daarop brak de ketting. Door de hoge zeeën sloeg het water over dek en werden zware schokken gevoeld. Met oostenwind werd rechte koers genomen naar het zuidwesten. Men was nu helemaal aangewezen op de zeilen, waarmee men trachtte te manoeuvreren, doch zonder succes. De kapitein, thans beheerder van een hulpeloos schip, zocht onder de wal hulp te krijgen, daar hij thans niet zeewaarts durfde zeilen en keerde met dit doel om bij paal 7. Het lood werd voortdurend gaande gehouden en het schip, dat twee meter diepgang had, stootte in het water, dat twee-en-een-halve vaam diep was. Door die stoot brak het stuurtoestel. De zeilaak werd tenslotte met behulp van de sleepboten NEPTUNUS en TERSCHELLING van de firma Zur Mühlen Terschelling binnengesleept. Nog werd gehoord in deze zaak getuige Hendrik Siebelink, matroos aan boord van de zeilaak. Hij weet niet veel nieuw licht in deze zaak te ontsteken, daar hij pas voor het eerste jaar als matroos meevoer en nogal last had van zeeziekte. Toch herinnert hij zich, dat men bij vier vaam water het eerste anker over boord gooide, dat brak; dat het tweede anker op 2½ vaam werd gepresenteerd en dat voortdurend gelood werd. Toen volgde de stoot, waardoor het stuurtoestel brak. Na deze getuigenverklaring werd de zaak geschorst en zal uitspraak worden gedaan op woensdag 7 april a.s.

Afbeelding
Datum 08 april 1909
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad van Tucht.
De Raad van Tucht deed gisteravond uitspraak in de zaak van de Nederlandse zeilaak L'ESPOIR DE l'AVENIR, kapitein A. Karssies, geboren te Wildervank, thans wonende te Rotterdam. Het vaartuig, dat geladen wan met lijnkoeken, vertrok de 26e februari 1908 van Neuss aan de Rijn met bestemming naar Neufahrwasser. Door het breken van het stuurtoestel strandde het schip op de 20e maart 1908 bij de noordkust van Terschelling, nabij paal 7. De zeilaak werd tenslotte met behulp van de sleepboten NEPTUNUS en TERSCHELLING van de firma Zur Mühlen Terschelling binnengesleept. Overwegende, dat de verklaringen van de kapitein en van de matroos van de aak volkomen stroken met het scheepsjournaal en dat de kapitein geen gebrek aan zeemanschap kan worden verweten, is de Raad van oordeel, dat de gezagvoerder geen blaam kan treffen en spreekt hem mitsdien vrij van alle schuld.

Afbeelding
Datum 31 augustus 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Geestemünde, 29 augustus. Het te Bremen huisbehorende driemast schip MABEL RICKMERS geraakte op 12 maart jl. op reis van Bangkok naar Bremen tussen Ameland en Schiermonnikoog op strand, doch werd door de sleepboten HERCULES, TERSCHELLING en NEPTUNUS van de bergingsdienst Zur Mühlen te Amsterdam vlot en naar Bremen gesleept. Het Seeamt alhier heeft aan de bergingsmaatschappij 80.000 Mark hulploon toegekend.

Afbeelding
Datum 04 januari 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden

De redding van de BERENDINA.
Men schrijft van Terschelling aan „L. en V.": 't Is half vier in de nacht van 30 op 31 december 1910. De lucht buiig, nu en dan sterhelder, dus goed vuurgezicht. Alles is in rust op Terschelling, behalve de uitkijk op de sleepboten in en buiten de haven en de lichtwachters op de Brandaris.
Daar in eens wordt die stilte verbroken, een vuurpijl gaat van af de toren de lucht in en voort daarop, begint men aan de zware stoomfluiten van de sleepboten te trekken en maakt alles wat slaapt wakker en is het met de rust voor honderden voor goed afgelopen. 't Is een lopen en draven, naar familieleden en vrienden; men klopt op de ramen en roept: “guusjen, tis guusjen" en voort gaat het, meerdere mannen porren. Allen spoeden zich naar de haven, om een plaatsje op één van de sleepboten van Zurmühlen te krijgen. Enkele anderen gaan naar de LYONS, kapitein Gardener. Deze laatste neemt een tiental roeiers mee voor de reddingsvlet. Zwart is de straat van het toekijkende volk, zwart ook de lucht van rook en damp der boten. SIMSON van Zurmühlen, schiet vooruit. TEXEL, NEPTUNUS en TERSCHELLING volgen allengs, maar de LYONS heeft geen stoom op. De vuren uitgehaald; afgewerkte stoom; slechte kolen; telegraaf stuk; ja, wat hoort men dan al niet! De stem van kapitein Gardener klinkt luid en is duidelijk verstaanbaar, boven alle rumoer. Eindelijk met slakkengang gaat de LYONS voorwaarts en zal zeker te laat komen.
Wij gaan naar het strand, bij paal 7 en zien dan in zee, voor de wal, de vuren van de zoekende stoomboten, maar geen in nood verkerend schip. Vermoedelijk reeds vernield en men loopt mijlen ver langs het strand, maar vindt niets. Terug naar paal 7, naar de reddingsboot, waarbij men in het huis de telefoon hoort bellen, in verbinding met de vuurtoren. Steeds beweren de lichtwachters dat er een schip in nood moet zijn, liggende in zee maar wij zien van de wal niets, dan heel ver in zee ,een enkel klein licht als van een passerende stoomboot. De nieuwe motorreddingsboot kruist langs de gronden en kan ook al niets vinden. Eindelijk is het dag geworden en keren de sleepboten naar de haven terug, maar worden nu beter ingelicht, door de lichtwachters, die verder in zee, een vaartuig met twee masten ontdekt hebben, liggende voor anker. Nu is het stomen, stomen, om eerst te zijn. Wie wint, verdient. De LYONS, hoewel eerst op goed nummer liggende, moet het afleggen tegen de Hollandse stoomschepen en komt laatst en te laat om iets te verdienen. De SIMSON heeft reeds op sleeptouw genomen: de Groninger gaffelschoener BERENDINA kapitein Wijnstok, geladen met 240 ton gerst bestemd voor Rotterdam en komende van Samsö in Denemarken. De bemanning beweerde reeds twee dagen zonder zoet water te zijn geweest, doordat de watertanks lek geslagen waren. Het vaartuig, lag zoveel op zij, door overlopen van de lading, dat de luiken aan bakboord te water kwamen, en verder zeilen gevaar opleverde, waarop men ten anker ging. Het vaartuig, dat in 1910 is gebouwd, was dicht gebleven. De aankomst in de haven gaf weer veel bekijks. „Swal buit" zegt men al, d.w.z. een kleine verdienste voor de sjouwerlieden. Men kent ze blijkbaar beter.

Afbeelding
Datum 18 januari 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart, BERENDINA
Omtrent de behandeling van de ramp-zaak van de BERENDINA voor de Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam delen we nog het volgende mede: Als eerste getuige werd gehoord de gezagvoerder Wijnstok. Getuige heeft diploma grote vaart, verkregen wegens dienstverrichting. Hij verklaart dat zijn schip bruto 170 register ton en 137 ton laadruimte heeft. De laatste reis was naar Flensburg, daar werd gecharterd naar Selvig. Gevraagd naar de diepligging van het schip, verwees getuige naar het journaal, waaruit enige pagina's zijn verwijderd. Naar deze informaliteit werd een gestreng onderzoek ingesteld. Het zee journaal mist juist de pagina's die voor de beoordeling van de wijze van laden en het diep liggen van het schip nodig zijn. De schipper weet niet hoe deze pagina's verdwenen of geschonden zijn. Niettemin werd hem een ernstige berisping toegediend over het niet in orde hebben van het journaal, waarbij hem gewezen wordt op de straf, gesteld op het niet in gerede houden van de scheepsboeken. Zijn verklaringen voortzettend zei getuige 15 december het schip geheel te hebben volgeladen. Hij had toen 2½ dag in lading gelegen. De stuurman was de laatste dag kooiziek van dronkenschap. ‘s Avonds toen men op de ree lag is de stuurman boven gekomen; hij heeft daarbij de andere jongens drank gegeven, zodat het volk dronken werd en drukte ging maken over de koffie. De kok heeft wel eens een draai om zijn oren gehad van de schipper. Ook zekere Bos, een matroos, die volgens de schipper zeer leugenachtig was. Met het schip, dat te diep lag en een weinig slagzij lag, zou zee gekozen worden, doch de volgende ochtend was het scheepsvolk met de boot weggegaan. Het schip lag in open zee. Er was de schipper niets van bekend, dat het volk naar de politie zou gaan. Dezelfde dag is de schipper met twee vissers, die hij had aangenomen, naar Holtenau gestevend. Daar werd getracht nieuw volk te krijgen. Op 27 december is men te Cuxhaven aangekomen. Twee dagen later was men tegenover Ameland, doch daar verkeerde de ZW wind tot storm. 30 december Werd het weer zo slecht, dat 's morgens 4 uur de lading over stuurboord overging. Het schip had zoveel slagzij, dat de luiken onder water waren. Hij durfde niet de Dollard binnenlopen. Bij de wind gaand kreeg het schip opnieuw slagzij. Ook toen gelukte het hem weer de luiken vrij te krijgen. De volgende dag 's middags te 8 uur ging de lading opnieuw slagzij maken, doch nu aan bakboord. Toen was er niets meer aan te doen, daar men te dicht onder de kust was. Te 12 uur kreeg men Terschelling in 't zicht, te 3 uur, tegenover de Brandaris, heeft men het anker geworpen. De TEXEL en de NEPTUNUS hebben hulp geboden en het vaartuig naar Terschelling gesleept. Op een vraag van een van de leden van de Raad verklaarde de schipper niet te hebben geweten, dat zijn bemanning naar de consul wilde gaan. Hij ontkende dat de verstandhouding te wensen liet. Nog de vorige dag hadden de jongens een stuk chocolade voor de schippersvrouw meegebracht. Eveneens werd nauwkeurig geïnformeerd naar de wijze van laden, die niet geschiedde met inachtneming van de door de wet gevorderde voorzorgen.
Terugkomend op de behandeling van de schepelingen, zei de schipper “met 'n driftige kop” wel eens een klap te hebben gegeven, „maar niet zo, dat de armen of benen er bij hingen." Een van de leden van de Raad wees op het bestaan van de monsterrol, die de schipper de verplichting oplegt, het scheepsvolk goed te verzorgen.
Als 2e getuige werd gehoord de knecht Hinst uit Holtenau, die na het weglopen van de bemanning is aangenomen. Naar de lading heeft hij niet omgekeken, 45 jaren vaart hij reeds, hij kan dus wel wachtdienst verrichten. Hij verklaarde, dat te Ameland het weer zeer slecht werd en gaf een relaas van het slagzij bekomen van het schip. Het schip kwam in gevaarlijke positie, alles was van dek geslagen en het drinkwater was ook weg. Men is toen naar Terschelling gesleept.
De derde getuige Muller, matroos uit Kiel, was ook te Holtenau gemonsterd. Hij legde gelijke verklaring af als de vorige getuige. De volgende getuige, stuurman Smit, uit Leens, heeft nooit zeevaartkundig onderwijs genoten. Hij werd in juli gemonsterd op Hollandse haven terug. Lezen van de kaart kan hij niet. Eens ging de reis naar Helgoland van daar naar Hull. De stuurman ging daar weg; hij kreeg de laatste dag een trap van de kapitein. Toen werd Smit stuurman. De eerste reis daarna ging naar Zweden. Aan boord was veel ruzie. De kapitein was driftig. De jongens kregen slechts NLG 10 per maand en deed een van de drie het werk niet goed, dan kregen zij slaag, dat het bloed over dek liep.
De schipper: „Dat is niet Waar, Een enkelen draai om de oren."
De stuurman: „Elke dag. Ook kregen de jongens trappen onder de ribben."
De voorzitter: „Dikwijls?" De stuurman: “Vele keren. Bijna dag aan dag."
De schipper: „Mooi!"
De stuurman: „Te Flensburg zouden wij om die „klopperij" naar de consul gaan. De jongens durfden niet, maar daar spr. het niet wilde aanzien, zou hij meegaan. De schipper beloofde NLG 10 opslag te geven per maand, indien de stuurman niet naar de consul ging”.
Voor de gerst werd ingenomen, waren natte lijnkoeken gelost, een bewijs, dat het schip lek was. Bij het gerst laden waarschuwde de stuurman reeds dat de gevelingen onvoldoende waren. Bij het afvaren helde het schip. De avond van 14 december was spr. dronken, doch de 15e, toen hij nuchter was, waarschuwde de stuurman, dat het zo geen zee kiezen was. De 16e is men des ochtends 6 uur naar de wal geroeid.
Men wilde van de consul gedaan krijgen om af te monsteren. Spr. was ook wel met een revolver bedreigd. Over Kopenhagen is hij met de jongens naar Holland teruggekomen.
De kapitein ontkende het schieten met de revolver. Dat is slechts uit „gekheid" gebeurd, tot vermaak op het dek. Getuige de lichtmatroos Paul Rudolf Palm is te Zwolle op de H.B.S. geweest en zou tot officier worden opgeleid. Hij ging liever varen en is in de grote vakantie naar de schoener gegaan. Eerst zou hij niets verdienen, doch later kreeg hij NLG 5 per maand. De voorzitter: „Hoe was 't aan boord?" Getuige: „We werden dikwijls geslagen. Met de hand in het gezicht, zodat de neus bloedde. Vijf maanden lang heeft hij het volgehouden. Hij sliep in de roef. De ligging was goed, het eten vaak niet. Palm was te Groningen aan boord gekomen; eerst was 't een pleziervaart. Later niet meer. In 't laatst van de reis werden de jongens ook met de revolver bedreigd. Dronken was de schipper nooit, maar hij mocht wel gaarne iemand afranselen."
Er waren geen reddingsmiddelen. Op een desbetreffende vraag van een van de leden van de Raad verklaarde getuige dat het in de laatste tijd met het slaan beter ging, vooral toen de jongens eenmaal konden sturen.
Een van de leden van de Raad: “Is u opgestookt door de stuurman?" Getuige: „Niemand." De lichtmatroos Bremhahr uit Musselkanaal, 17 jaar oud, heeft ook 5 maand gevaren om later stuurman te worden. Hij had zich laten aanmonsteren als kok. Koken ging wel. Van de schipperderij wist hij niet veel. Hij verklaarde overeenkomstig lichtmatroos Palm, met dien verstande dat hij het revolverschieten nooit ernstig had genomen. Het voornemen weg te lopen werd door de stuurman opgevat.
Om 11 uur 's ochtends en om 5 uur 's middags kregen ook de jongens drank aan boord. Thuis had getuige nooit drank ontvangen, doch door het oorlam 's ochtends en 's middags was hij aan drank gewoon geraakt. De voorzitter en ook een van de leden van de Raad dienden de kapitein over het verstrekken van drank aan jongens van 16 en 17 jaar een ernstige vermaning toe. Harms Bos, 15 jaren oud en uit Dorkwerd afkomstig, heeft ook vijf maanden gevaren. Zijn ervaringen waren dezelfde als die van de beide andere jongens. Hij kwam te Londen aan boord. Ook deze jongen kreeg thuis nooit drank, doch leerde drinken door den dagelijkse borrel. De voorzitter, mr. Pleyte, gaf de drie jongens een geduchte vermaning en bond hun op 't hart nimmer, van wie ook, een borrel aan te nemen. Spr. noemde het een groot schandaal, dat deze jongens in het buitenland dronken langs de weg hadden gelopen. Als de jongens vertrokken zijn, vroeg mr. Pleyte de stuurman: „Heb je dat potje niet op 't vuur gezet en als getuige dit bleef ontkennen, wees spr.; hem op de lelijke rol in deze gespeeld. Hij heeft niet op zijn stuk gestaan en niet royaal weg de kapitein het onmenselijke van zijn handelwijze onder het oog gebracht, doch voor NLG 10 verhoging zich het zwijgen laten opleggen. Tegen de schipper voerde spr. aan, dat kwade trouw de journaalbladen heeft weggemaakt. Het schip heeft te diep gelegen. Spr. meende, dat de kapitein ernstig in zijn plicht te kort is geschoten. Een van de raadsleden wees hem op het onverantwoordelijke om zee te kiezen met één stuurman, die zijn vak slecht kent, en drie onbevaren jongens. De zitting werd vervolgens gesloten en de uitspraak op later bepaald.

Afbeelding
Datum 03 oktober 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Ook een schip uit onze provincie is zondagmorgen in de storm met man en muis vergaan. De tjalk (opm: schoeneraak) OSCAR van Zuidbroek, die zondagmorgen met klein zeil in de gronden van Terschelling kruiste, werd plotseling door een hoge zee belopen en sloeg om op het ogenblik, dat de sleepboten NEPTUNUS en SIMSON, benevens de BRANDARIS op weg waren, assistentie te verlenen. De BRANDARIS vond daar ter plaatse een sloep half vol water en een reddingsboei met de naam OSCAR. Tegen de middag spoelden nog verschillende voorwerpen aan. Schipper van genoemde tjalk was Schothorst, die met stuurman, matroos, vrouw en vier kinderen zijn verdronken

Afbeelding
Datum 19 april 1913
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Terschelling. 19 april. In de Westergronden bij Terschelling is gestrand een volschip. Sleepboten en de motorreddingboot zijn ter assistentie derwaarts vertrokken.
(Later bericht.) Het gestrande vaartuig is het Duitse volschip PARNASSOS, van Pisagua met salpeter naar Hamburg bestemd. Het werd gesleept van Queenstown. De sleepboot moest het vaartuig loslaten. Hedenmorgen verliet de bemanning, bestaande uit 27 personen, het schip met eigen boot en werd door een vissersvaartuig opgenomen. Na van dit vissersvaartuig op een sleepboot en van daar op de motorreddingboot BRANDARIS te zijn overgezet, werden ze door deze hier aangebracht. De gezagvoerder is met de sleepboot NEPTUNUS naar het schip teruggekeerd. Het schip zit gevaarlijk.

Afbeelding
Datum 21 januari 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Terschelling, 19 januari. De kustwacht meldt, dat een stoomschip gestrand is, NNW van de lichttoren. Om de schoorsteen zijn 3 witte banden zichtbaar. Het is overigens slecht zicht, maar opklarend.
Later bericht. De kustwacht van Ameland meldt, dat het gestrande vaartuig een Hollandse stoomtrawler is, er waaien 2 Hollandse vlaggen in de voortop. De reddingboot is uitgegaan.
Later bericht. De kustwacht van Ameland meldt, dat de reddingboot is teruggekeerd. De bemanning van de trawler is met eigen sloep van boord gegaan en door de motorreddingsboot opgenomen.
Later bericht. De kustwacht van Terschelling meldt, dat de motorreddingsboot met de bemanning van de op Bornrif gestrande trawler IJM 127, ZAANSTROOM 4, aan boord, om zes uur aangekomen is. De sleepboot NEPTUNUS met voorgemelde trawler op sleeptouw is NNO van de Brandaris en koerst west.

Afbeelding
Datum 28 maart 1917
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 27 maart. Omtrent het bij Ameland aan de grond gelopen schip vernemen wij, dat dit het Duitse stoomschip CERES is, geladen met kolen van Rotterdam naar Stockholm. De bemanning, bestaande uit 19 koppen, weigert het schip te verlaten en vraagt assistentie van sleepboten. Vermoedelijk is het schip verloren. De sleepboten NEPTUNUS en TERSCHELLING zijn van Terschelling ter assistentie naar het gestrande stoomschip vertrokken.
Later bericht. Het gestrande stoomschip CERES is iets naar de wal toegeslagen. De bemanning is nog aan boord. Sleepboten met werklui uit Ameland zijn in de nabijheid om te trachten het schip te lossen. Door de hoge zee kunnen ze evenwel nog niet aan boord komen. Later bericht. Om de CERES te lichten wordt de lading gelost.

Afbeelding
Datum 03 april 1917
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Nes (Ameland), 31 maart. Het gestrande stoomschip CERES zit nog steeds op dezelfde plaats. Ploegen werklui zijn bezig met het overboord zetten van de steenkolen. Ongeveer 800 ton was er gisteravond uit. Drie sleepboten zijn steeds in de nabijheid.
1 april. De sleepboot die bij het gestrande Duitse stoomschip CERES ligt, seinde dat er onder het werkvolk op genoemd stoomschip oproer was uitgebroken. Vermoedelijk wilden genoemde personen uit Ameland en Terschelling van boord. Daar sleepboten geen communicatie met het schip konden krijgen, gingen reddingboten uit, die aanvankelijk wegens de branding het schip evenmin konden bereiken. Bij een nieuwe poging hedennacht zijn zowel de bemanning als het werkvolk, tezamen ongeveer 70 koppen, van boord gehaald. Het werkvolk is overgegeven aan de sleepboot NEPTUNUS, die ook de bemanning op Ameland heeft geland. Er staat 8 voet water in het stoomschip CERES.

Afbeelding
Datum 03 augustus 1917
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 1 augustus. Het is de sleepboten NEPTUNUS en TERSCHELLING nog steeds niet gelukt het stoomschip COURIER vlot te brengen. Het schip heeft een vrij groot gat in de bodem en maakt daardoor veel water. Sleepboten blijven in de nabijheid. De zee is kalm.

Afbeelding
Datum 12 augustus 1918
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 9 augustus. De schoener HORIZON (zie vorig No.) is door de sleepboot NEPTUNUS hier voor de haven aan de Noordwal aan de grond gezet.

Afbeelding
Datum 13 augustus 1918
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 10 augustus. Inzake het Nederlandse schip HORIZON, dat voor een paar dagen op een mijn is gelopen, drijvende door de sleepboot NEPTUNUS uit het mijnenveld is gehaald en op de Noordwal nabij Terschelling is gezet, wordt nog het volgende gemeld: Aan stuurboord is door de mijn een groot gat geslagen, het voorgedeelte zit onder water en de tuigage is overboord. Men heeft het schip, nadat de deklast was gelost, van voornoemde Noordwal gehaald en naar een plaat in de Zuiderzee gebracht en aldaar omhoog gezet. Later heeft men getracht het schip naar Harlingen te slepen, maar wegens de te grote diepgang is de HORIZON hedenavond om zes uur, in de Oostmeep aan de grond gevaren en blijven zitten.

Afbeelding
Datum 14 augustus 1918
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

Schoener op een mijn gelopen. Te Harlingen is gisteravond binnengebracht door de sleepboot NEPTUNUS van de firma Zur Mühlen, de bij Terschelling op een mijn gelopen drie-mast schoener HORIZON, kapt. W. van der Veen, behorende aan de rederij Piet Hein te Rotterdam. Het schip heeft zeer geleden, een mast is overboord geslagen en het heeft een groot gat aan bakboordzijde. Het is geladen met hout en ijzerdraad en was op weg van Trelleborg naar Rotterdam.

Afbeelding