Inloggen
CORNELIS HOUTMAN - ID 8703


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1826-03-24 / 1830-09-30 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1826
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma Cornelis van Swieten, Werf Hollandia, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Launch Date: 1825-12-24
Delivery Date: 1826-03-06
Technical Data

Gross Tonnage: 304.00 lasts
Gross Tonnage 2: 575.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 35.70 Meters Registered
Beam: 6.73 Meters Registered
Depth: 5.39 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1826
Datum agenda: 1826-03-24
Register nr: 18260229
Scheepsnaam: CORNELIS HOUTMAN
Type: Fregat
Lasten: 304
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hartsen, Gebr.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Duijff, J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1826-03-06 CORNELIS HOUTMAN
Manager: Firma Gebr. Hartsen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij acte 12 van 1826, eigenaren per medio maart 1826

firma Gebr. Hartsen, Amsterdam (boekhouders en 8/32e part)
firma N. & J.R. van Staphorst, Amsterdam (8/32e part
Sara de Haan, weduwe Cornelis Hartsen, Amsterdam (5/32e part)
firma Coudere D. & A.P. Brants, Amsterdam (2/32e part)
P. Bel, Amsterdam (2/32e part)0
firma A. & C. Oortman, Utrecht (2/32e part)
firma Buys & Zoon, Amsterdam (1/32e part)
G. Kramer, Amsterdam (1/32e part)
Weduwe Engel van de Stadt, Zaandam (1/32e part)
Wm. van den Broek, Amsterdam (1/32e part)
firma Van Vollenhoven, Amsterdam (1/32e part)

 

 

Ship Events Data

1829-02-19: Stranded
JC 210229
Batavia, 19 februari 1829. Volgens een bericht in de Canton Register van de 3e januari j.l. zou er in de nacht tussen den 17 en 18 september des voorgaanden jaars te Japan een vreselijke orkaan hebben gewoed, die een gedeelte der stad Nangazaki (opm: Nagasaki) en geheel Decima zou verwoest hebben. In de baai van Nangazaki waren 700 mensen omgekomen. Het schip CORNELIS HOUTMAN was met verlies van de bezaansmast op strand geraakt en de 18 oktober nog niet weder vlot. Men hoopte echter het volgende springtij het schip af te brengen. Van de Nederlanders had gelukkig niemand het leven verloren.
1830-09-00: Final Fate: Broken up

Op 30 september 1830 werd de zeebrief teruggezonden via de Ontvanger der Inkomende en Uitgaande Rechten en Accijnzen te Amsterdam, 'zijnde het schip gesloopt'.

Gezagvoerders

 

Familiegegevens en opleiding

WELLICHT Jacob Ynzen Duif.

Deze werd geboren/doorpsgezind gedoopt te Hollum op 25 februari 1787/10 februari 1811 als zoon van Ynse Jacobs Duif en Sjoeke Arends.

Als beroepen zijn opgegeven bakkersknecht en zeeman en hij trouwde op 18 september 1816 te Hollum met Tietje Barends Nagtegaal, geboren/gedoopt te Hollum c. 1793/05 februari 1815 als dochter van Barend Janzen Nagtegaal en Klaaske Jans. Zij overleed op 08 februari 1823 te Hollum.

Jacob hertrouwde te Ameland op 07 februari 1828 met Klaaske Jacobs Manje, geb/gedoopt te Ballum c. 1789/10 februari 1811 als dochter van Jacob Binnes en Sjoukje Alderts, van beroep diensmeid, overleden 19 juli 1828.

Hij trouwde voor een 3de maal te Ameland op 07 november 1830 met Grietje Feikes de Jong, geboren c. 1795 te Ameland als dochter van Feyke Foppes en Martje Wyttje, van beroep huishoudster, overleden 23 februari 1835 te Hollum.

Jacob overleed op 17 maart 1863 op Ameland als weduwnaar. Hij staat dan te boek als eigenaar van een overdekte hektjalk, de “Vrouwe Grietje”, 44 ton “dienende tot alle gebruik doch niet in vaste beurten.

Gegevens per e-mail van P.J.Borsch te Ameland dd 12 juni 2006.

 

Jacob Duijff werd geboren in 1765. Hij trouwde met Dieuwerke Hofker. Hij was koopvaardijkapitein op een postboot van Amsterdam naar Batavia en woonachtig in de Bikkerstraat 18 Amsterdam.

Dieuwerke overleed op 06 oktober 1842 te Amsterdam (CBG-advertentie)

Jacob overleed op 26 december 1844 te Amsterdam.

Dochter Trijntje Duijff was getrouwd met de koopvaardijkapitein Gribbert Gribbert de Jong die ook op Batavia voer

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Duyff werd met vlagnummer 20 effectief lid van Zeemanshoop. Als nadere mededeling staat vermeld: honorair lid geworden. Verder geen bijzonderheden002.

Vlagnummer 20 werd in 1822 ingenomen door kapitein R.Witzen. Deze overleed echter in hetzelfde jaar waarna in 1825 het nummer werd verstrekt aan kapitein J.Duyff019.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 november 1825 staat: “De Heer Sturk geeft te kennen dat de Heer J.Duyf verlangde te worden Effectief Lid & wordt naar aanleiding van art.9 zulks toegestaan, zullende hij de vlag voeren N.20.042. Ik heb geen artikel 9 kunnen vinden, dat een verklaring voor deze benoeming is. In het Reglement dd 17 december 1823 handelt art.9 over het rooster van aftreden van commissarissen.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 01 november 1825 is vermeld: "De President berigt dat Kapitein J.Duyff zijn verlangen had te kennen gegeven om van Honorair Lid Effectief Lid te worden, hetwelk door het Bestuur ingevolge Art.9 der wetten was goedgekeurt, zullende hij voeren Vlag No20."023.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 april 1829 staat een verzoek vermeld van kapitein J.Duyf om van het honorair lidmaatschap weer over te mogen gaan naar het effectieve lidmaatschap, nu hij het bevel heeft gekregen over het fregat “Olivier van Noord”. Het Bestuur gaat accoord en geeft hem het vlagnummer 20, dat hij ook al vroeger bezat.042.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 12 oktober 1830 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt een verzoek dd. 29 september l.l. behandeld, waarin kapitein Jacob Duijff bedankt als effectief lid, maar aansluitend wordt ingeschreven als honorair lid023. Hiervan ook melding in de Bestuursvergadering van 28 oktober 1830042.

 

J.Duyff was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blauwe Vlag" met vlagnummer 7 in 1827 t/m 1830 en met 5 in 1832 t/m 1840008.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 mei 1827 staat de mededeling van secretaris Biben dat kapitein J.Duyff hem heeft verzocht zijn vlag te mogen overdragen aan zijn opvolger op de “Cornelis Houtman” zijnde kapitein G. de Jong. Na enige discussie trekt de secretaris dit voorstel in en de reden zal wel zijn geweest, dat ern in deze maanden een Reglementswijziging werd voorbereid, waarin expliciet staat dat openvallende nummers niet zullen worden opgevuld.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 06 april 1829 staat een mededeling van de heer J.Duyf, die zijn lidmaatschap van de Commissie voor het Weldadig Zeemansfonds neerlegt “uit hoofde van zijn op handen zijnde vertrek naar China.”042.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         20                        1825-1826                 fregat               Cornelis Houtman                               Gebr.Hartsen

 

Bouma025 vermeldt J.Duyf als gezagvoerder gedurende:

*    1802 t/m 1822 op de pink “Jan en Cornelis”, gebouwd in 1796 in Holland bij van Swieten, 650 ton o.m., rederij niet vermeld;

*    1826 t/m 1827 op het 3/mschip “Cornelis Houtman”, gebouwd in 1825 te Amsterdam, 565 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*    1830 van het 3/mschip “Olivier van Noort”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 564 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

(Ene) J.Duyff was van 26 maart 1829 - 09 juli 1830 gezagvoerder op de "Olivier van Noort" op een reis naar Batavia. Op 26 maart werd de ligtmatroos Cornelis Cornelisse Kat vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart op dit schip geplaatst004. Volgens Bouma025 was J.Duyf(sic) in 1830 kapitein van de 3/m-bark "Olivier van Noort" varend voor rederij Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a in het Stadsarchief van Amsterdam011a bevindt zich een monsterrol op naam van Gribbert de Jong van de “Jan en Cornelis” dd 09 november 1820 met de toevoeging “met Jacob Duyff”.

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jacob Duijff op de:

“Jan en Cornelis”, dd 10 mei 1797; 18 mei 1798; 13 maart 1802; 16 april 1804; 26 oktober 1815; 09 juli 1817; 08 juli 1819; 09 november 1820 (“met Gribbert de Jong”);

“Cornelis Houtman”, 12 april 1826;

“Olivier van Noort”, dd 25 maart 1829.

 

Overige bijzonderheden

J.Duyf verzorgde per 21 augustus 1817 en 08 augustus 1819 met de Jan en Cornelis en per 08 mei 1826 met de Cornelis Houtman alle vanuit Texel troepentransporten naar Nederlands Oost-Indië. Het betrof detachementen van 3 officieren en 230 manschappen, 6 officieren en 200 manschappen, resp. 6 officieren en 260 manschappen. De reis met de Cornelis Houtman eindigde te Batavia op 31 augustus 1826 na 115 dagen, waarbij onderweg 1 officier was overleden065.

Bossenbroek065 vermeldt op p.89 een opmerking in het kader van de gezondheidstoestand op transportschepen: “Bepaald alarmerend was de gezondheidstoestand op de Jan en Cornelis die in 1817 van Texel vertrok. Volgens de literatuur overleden van het detachement van 3 officieren en 230 onderofficieren en manschappen onderweg maar liefs 40 man, terwijl het schip aan het einde van de reis ook nog een 160 zieken telde. … “. “ … een tiental soldaten van het detachement (bezweek) enige dagen na aankomst … alsnog in het hospitaal van Batavia. Welke ziekte aan boord heerste, is mij niet bekend; de ook voor die tijd lange reis, circa 200 dagen, en het tijdstip van overlijden - het merendeel stierf gedurende de laatste weken van de overtocht - doen vermoeden dat het schip met tegenslag te kampen heeft gehad en dat de scheurbuik vervolgens nog eens ouderwets’ in alle hevigheid woedde onder het detachement.”065

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” wordt het volgende gemeld109:

Tweede helft 1821:

      Cornelis werd door bemiddeling van zijn broer als matroos geplaatst op de “Jan (en) Cornelis”onder kapitein Duijf.

Oktober 1821 vanaf Batavia in de Indische Oceaan met de “Jan en Cornelis”:

      “Wij waren in Oktober van Batavia vertrokken Behalve onze kapt. Duif hadden wij noch een kapitein zijnde de Schoonzoon van kapt. Duif Kapt. Gribberd de Jong

December 1821 te Kaapstad met de “Jan en Cornelis”:

      Ongeveer 2 maanden later arriveerde de “Jan en Cornelis” te Kaapstad. “Onze kapitein was een ouderwetsche stijfkoppige Amelander. Het is hier wel de moeite waard om hier van een paar staaltjes te verhalen. Eens dat ik kort na mijn herstel aan ’t roer stond verweet hij mij mijne ziekte als zoude ik zelf daarvan de oorzaak zijn. Op ieder vorig schip heb je het schraal gehad en niet aan de wal geweest en nu heb je het vol op en eerst moest je noch eens aan de wal en daar ben je nu ziek van geworden en daar sta je naast een fatsoenlijk manskind en haast geen schoenen aan de voeten. Ik had uit zuinigheid in O.I. lang op bloote voeten gelopen om mijn goede schoenen te bewaren tot wij in het koude en het slechte weder kwamen, en stond nu het mmoy weder was met een paar oude schoenen die ik dacht dat mij noch wel dienen konde. Ik trok het mij evenwel niet zwaar aan.

      Wij voerden in die tijd noch behalve de middagbreedte op ’t gegist bestek.  tijdmeters hadden we (althans op de koopvaardijschepen0 noch niet en het bepalen der lengte op zee door Zons en maansafstanden waarvan ik de berekening op het kweekschool geleerd had scheen onze kapitein niet te kennen en ook geen vertrouwen in te stellen, en zoo hoorde ik hem eens brommen terwijl de Heer Scheidius met zijn schoonzoon bezig waren om afstand tusschen zon en maan te nemen: ja dat zal wat geven als wij daar op zeilen moesten dan zouden we misschien al lang hoog en droog op strand zitten allemaal …

      Op de Reede van de Kaap liggende voerend een sloep voorbij waar de man aan ’t roer aan ons vroeg in de Engelsche Taal naar een schip dat naar de Botanij(?) bestemd was en ergens in de omtrek liggen moest en deze kreeg van hem ten antwoord zie jenu niet wat vlag aan onze gaffel waait ik verstaa je niet  toen ons volk die het wel verstond het zijn Ed zeide antwoorde hij … goed … hem zeggen  goed ik niet.

      Aan de wal had de commandant van de Irene hem gevraagd om eenige van de oorlogsmatrozen die wij aan boord hadden omdat hij schraal van volk was. Dit had hij geweigerd zoo als hij verteld en gezegd ik heb die zieke kerels gezond gemaakt en nu zou jij ze gebruiken  ik bedank je  ik hoop ze zelve thuis te brengen

15 februari 1822 te Texel met de “Jan en Cornelis”:

      Na een stop in St.Helena “ankerden wij op den 15 Februarij van het jaar 1822 op de reede van Texel. … “

Eind 1870 met de “Waterloo” op weg naar Indië ter hoogte van Teneriffe:

      Abrahamsz maakt hier een opmerking over het “moderne” gebruik van de chronometer. Eerder was de normale manier de “bepaling der lengte op zee door middel van afstandmeting van Zon en maan, of Zon en Sterren, (die) noch zo gebrekkig was, dat vele van onze gezagvoerders van koopvaardijschepen, die niet kenden. Zoo als ik in 22 dit zag, op de Jan & Cornelis, Kapt. Duif, die dat zelfs als een nieuwigheid verachtte.”

 

Krantenberichten

AC                           Amsterdamsche Courant

BC                           BataviascheCourant

GRC                        GroningerCourant

HC                           Haagsche Courant

LC                           Leeuwarder Courant

LCO                         Leydsche Courant

OHC                        Opregte Haarlemsche Courant

RC                           Rotterdamsche Courant

UCO                        Utrechtsche Courant

 

LC 950502

Texel, 28 april. Uitgezeild JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duif naar Batavia.

 

RC 080702

Kapt. A. Roos, voerende het Schip MERCURIUS, van hier na de West-Indiën gedestineerd, meldt, in dato 5 mei, dat hij, in de Spaansche Zee (opm: Golf van Biscaye), op de breedte van 43 gr. 18 min., lengte 3 gr. 58 min., Kaap Finisterre Oost 30 mijlen, met een gunstige wind was zeilende; het schip en volk was in een besten staat; bij hem was mede, in goeden staat, zeilende het schip JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duyf, van hier na Batavia bestemd

 

AC 111202

Amsterdam, 10 december. In een brief, geschreven aan boord van het Lands fregat de EENDRAGT, geankerd in de SimonsBay, aan Cabo de Goede Hoop, wordt onder de dagtekening van 16 Augustus l.l., het volgende gemeld: Den 24sten mei vertrokken wij van Porto Prayo, en den 31 dito passeerden wij met ene frisse koelte de Linie. Den 24 Juni geraakten wij door slecht weervan onzeconvooi af, en den20 juli kwamen wij in dezebaai ten anker, alwaar wij reedsde JUNO en de PHOENIX vonden. Nu en dan kwam er een schip van onsconvooi binnen, zodat wij den 6 dezer weder allen bijeen waren. Hier zijn mede binnengekomen decompagnie schepen ARNESTEIN, kapt. P. Stokbroo en VREDE EN RUST, kapt. Uilke Barends en de Oorlogs Brik de AVANTURIER. Nadat wij van het convooi af waren, heeft de JUNO gepraaid het Pinkschip JAN EN CORNELIS, gevoerd door kapitein Jacob Duyff.

 

UCO 300303

Aan de Kaap de Goede Hoop is gearriveerd JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duyff van Batavia herwaards.

 

AC 090403

Zeetijding. Den 7 april bij Texel binnengekomen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duif van Batavia.

 

1810

 De pink JAN EN CORNELIS is opgenomen in een in november 1810 opgemaakte ‘Staat der Hollandsche Scheepen, voor en in de Stad Amsterdam en aan de particuliere Scheepstimmerwerven leggende in Slagtmaand 1810’. Op instructie van keizer Napoleon was een inventarisatie gemaakt van in Amsterdam liggende schepen die geschikt zouden zijn om een invasiemacht naar Engeland te transporteren. De 190 met naam en gegevens genoemde schepen omvatten zowel de fregatten, pinken, fluiten, brikken en hoekers als smakken, tjalken enzovoort. Veel van de genoemde schepen waren al enige jaren opgelegd, waarbij paalrot en vervuring vaak verwoestend huishielden. Vervuring is droogrot in de romp, waarbij het hout is aangetast door schimmels als gevolg van het gebruik van onvoldoende gedroogd hout op plaatsen met weinig of geen ventilatie. De meeste schepen zouden eerst na aanzienlijke reparaties in de loop van 1814-1816 weer naar zee gebracht worden, terwijl enkele schepen werden afgekeurd.

De gegevens voor de JAN EN CORNELISluidden:pink, kapitein J. Duijff,

afmetingen 136 x 32 x 15 voet verdek hoog 6 voet 5½ duim, 176 commercielasten, 350 gecalculeerde roggelasten, 700 gecalculeerde tonnen, boekhouder C. Hartsen.

 

Op 30-10-1815 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Cornelis Hartsen uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jacob Duijff.

 

LCO 091016

Amsterdam, 5 oktober. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de JAN EN CORNELIS(opm: pink), kapt. J. Duyf van Suriname

 

Op 26-06-1817 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Cornelis Hartsen uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Duijff.

 

RC 030917

Amsterdam, 1 september. Kapt. Coenraad BrandligtJr, voerende het schip AURORA, den 26 augustus van Batavia in Texel binnengekomen, meldt dat zijn schip in de best mogelijke staat is, en alle de schepelingen zich in volmaakte welstand bevinden.

Voorts rapporteert hij den 25 augustus in het Kanaal in goede staat gepraaid te hebben, de schepen JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. J. Duyff, CORNELIA, kapt. E. Sipkes (opm: fregat, kapt. Feijke Sipkes), en VROUWE IDA ALIDA (opm: fregat VROUW IDA ALEYDA), kapt. K. Sipkes, naar Batavia.

 

RC 171018

Amsterdam, 15 oktober. Met het schip (opm: fregat) de KOORNZAAIJER, kapt. A. Smit, den 11 oktober van Batavia in Texel binnengekomen, van waar het den 1 juni gezeild is, heeft men brieven van Batavia tot den 30 mei, volgens welke het schip JAN EN CORNELIS, kapitein J. Duyff, tegen medio juni van daar naar Amsterdam zoude vertrekken.

 

RC 311018

Londen, 27 oktober. Den 18 juni is te Batavia gearriveerd het schip JEUNE ANNETTE, Van den Broecke (opm: driemaster, thuishaven Brugge, kapt. Gaspard van den Broeke), en den 20 het schip BATAVIA, De Gelder, van Amsterdam; het schip JAN EN CORNELIS,Duijff, is den 12 juni vandaar naar Amsterdam gezeild.

 

RC 260119

Advertentie. C. de Grijs, T. van Olivier, F. der Kinderen, J. Corver en H. Salm, makelaars, zullen, op maandag den 8 februari 1819, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild, Pinkschip, genaamd JAN EN CORNELIS, gevoerd door kapitein Jacob Duijff, lang 136 voet, wijd 31 voet 9 duim, hol 14 voet 8 duim, het verdek 6 en 1 halve voet, alles Amsterdamse maat; gemonteerd met zes ijzeren gotelingen (opm: gietijzeren lichte kanonnen) en andere ammunitie van oorlog, naar advenant (opm: naar verhouding). Breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars, en bij Van Olivier en Comp

 

08 augustus 1819Vanuit Texel troepentransport naar Nederlands Oost-Indië. Het betrof een detachement van 6 officieren en 200 manschappen

 

HC 130819

Den Helder, 9 augustus. Gister is van onze rede vertrokken JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, met troepen naar Batavia.

 

RC 070919

Amsterdam, 5 september. Kapt. T.K. Kleijn, van Surinamen, den 31 augustus in Texel binnen, heeft den 17 augustus, 8 mijlen N.O. van Lezard (opm: Lizard), gepraaid het schip(opm: pink)JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, van Amsterdam naar Batavia.

 

RC 030220

Amsterdam, 1 februari. In de Tafelbaai, aan de Kaap de Goede Hoop, is gearriveerd J. Duijf (opm: kapt. Jacob Duijff, voerende de pink JAN EN CORNELIS).

 

RC 080220

Amsterdam, 6 februari. Het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, van Amsterdam naar Batavia, hetwelk den 2 november 1819 in de Tafelbaai is aangekomen, heeft den 6 dito deszelfs reis voortgezet; aan boord was alles wel.

 

RC 160520

Amsterdam, 14 mei. Kapitein L. Woutersen, voerende het schip de ZEEUW, welke, op zijn reis van Kanton (opm: Guangzhou) en Batavia naar Middelburg, aan de Kaap de Goede Hoop is aangeweest, heeft in de Straat Sunda, in volkomen goede staat, gepraaid het schip de JONGE CORNELIS, kapt. Jacob Duif (opm: pink JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duijff), van Amsterdam naar Batavia.

 

LCO 090620

Arrivementen: Te Batavia JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff

 

RC 110720

Amsterdam, 9 juli. Kapitein K. Sipkes, voerende het schip (opm: fregat) IDA ALEIJDA, meldt van Batavia, van 16 februari, dat aldaar weinig of geen Amerikaanse en met het zijne slechts vijf Nederlandse schepen lagen, zijnde een omtrent beladen voor Antwerpen; SOURABAYA (opm: fregat), J. Theunissen, en JAN EN CORNELIS, J. Duijff, beide grotendeels beladen.

 

RC 010820

Amsterdam, 29 juli. Brieven van Batavia, tot den 28 februari, melden, dat het schip SOURABAIJA, kapt. J. Teunissen, den 3 maart, en het schip JAN EN CORNELIS, kapt, J. Duijff, den 14 of 15 dito de reis naar Amsterdam zou aannemen.

Op 02-12-1820 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Gebr. Hartsen uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Duijff.

 

OHC 11012

Amsterdam, 9 januari. Den 8 januari is van Texel uitgezeild JAN EN CORNELIS, kapt, J. Duyffnaar Batavia.

 

RC 270121

Amsterdam, 25 januari. Het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duijff, van Amsterdam naar Batavia, is, volgens brief van Deal, den 17 januari aldaar wegens tegenwind, doch in goede staat, binnengelopen.

 

RC 010221

Amsterdam, 30 januari. Het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, van Amsterdam naar Batavia, den 16 januari wegens slecht weer en tegenwind te Deal binnengelopen, is volgens brief van daar van den 23 dito (over Ostende), dien ochtend met een schone N.O. wind vertrokken.

 

BC 070721

Schepen liggende ter rede van Batavia:

Zr.Ms. wachtschip TROMP; brik IRENE; de schepen CORNELIA, CORNELIA SARA, AURORA, FLORA, JAN EN CORNELIS.

 

OHC 27122

Den 10 augustus lag op de rede van Batavia JAN EN CORNELIS.

 

GRC 180122

Batavia, 14 september. Alhier te rede liggen thans JAN EN CORNELIS en ANTOINETTA JACOBA.

BC 160222

Batavia, 15 februari. Met het laatste schip alhier van Kaap de Goede Hoop aangekomen, zijn ons geen couranten medegebracht.

De mondeling ontvangen berichten, lopende tot 16 december a.p. (opm: verleden jaar), melden, dat aldaar acht Nederlandse schepen in de Tafelbaai geankerd lagen. Onder deze bevonden zich 's Konings brik IRENE, kapt.luit. Lucas, en de schepen JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. Jacob Duijff en de KOOPHANDEL kapt. Janssen (opm: pink, kapt. C.F. Jansen). De beide eersten hadden de reis naar het vaderland reeds weder voortgezet

.

LCO 200222

Amsterdam, 19 februari. Sedert onze laatste is bij Texel binnengekomen JAN EN CORNELIS, J. Duyff van Batavia.

Op 13-07-1822 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Gebr. Hartsen uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Kroon.

 

BC 080223

Batavia, 7 februari. Schepen liggende ter rede JAN EN CORNELIS

 

BC 220323

Batavia, 21 maart. Schepen liggende ter rede van Batavia JAN EN CORNELIS

 

BC 140623

Batavia, 13 juni. Schepen liggende ter rede van Soerabaja: JAN EN CORNELIS.

 

AC 070723

Van den 13 januari tot 18 februari zijn te Batavia gearriveerd de schepen RUBENS (opm: brik RUBBENS, thuishaven Antwerpen), kapt. T. Versluijs, van Antwerpen, ANNA, kapt. C.R. Scholte, en JONGE ADRIANA (opm: fregat), kapt. H.J. Bonn, beide van Rotterdam, PALEMBANG, kapt. L. Heijde, JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. J. Kroon, ROTTERDAM (opm: fregat), kapt. T.S. Waters, NORDLOH (opm: brik), kapt. J.H. Breukemeijer, en ONDERNEMING (opm: fregat), kapt. H. MurkLels, alle vijf van Amsterdam.

 

AC 220823

Ter rede van Batavia lagen den 22 maart Zr.Ms. wachtschip TROMP, de Nederlandse schepen NIEUWE ZEELUST, HAPSOEN, RESOLUTIE, JAN EN CORNELIS.

 

AC 250823

Volgens bericht van Batavia in dato 22 maart van kapt. J. Kroon, voerende het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, was hij voor een reis naar Sourabaija bevracht en hoopte binnen enige dagen tot het vertrek gereed te zijn.

 

AC 040923

Te Batavia is den 1 april uitgezeild JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. J. Kroon, naar Sourabaija.

 

AC 201023

Den 4 juni is te Sourabaija gearriveerd het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. Jan Kroon, van Bedoelang

.

RC 030124

Amsterdam, 1 januari 1924. Uittreksel uit een brief van Batavia van den 3 september 1823:

Er zijn tegenwoordig hier weinig Nederlandse schepen, namelijk ROTTERDAM, kapt. T.S. Waters, hetwelk op het punt van vertrek naar Rotterdam staat, JAN EN CORNELIS, kapt. J. Kroon, en PAKET VAN AMSTERDAM, kapt. J. Precht, binnen kort naar Amsterdam bestemd.

 

RC 050224

Ter rede van Batavia lagen den 4 oktober 1823 de Nederlandse schepen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Kroon, hetwelk alleen op het restant van deszelfs lading van Sourabaija wachtte om naar Amsterdam te vertrekken.

 

RC 160324

Den 1 november 1823 is van de rede van Batavia vertrokken het schip JAN EN CORNELIS, kapt. J. Kroon, naar Amsterdam.

 

RC 030424

Den 29 maart arriveerde te Portsmouth het schip JAN EN CORNELIS, kapt. Jan Kroon, van Batavia naar Amsterdam, met verlies van ankers en kabels, en lek, hebbende vijf maanden reis.

 

AC 070924

Advertentie. Uit de hand te koop: het Nederlands gebouwd, gekoperd Pinkschip JAN EN CORNELIS, groot circa 330 lasten, liggende alhier achter de werf Sint Jago, in de Bikkerstraat. Te bevragen bij de heer G. Kramer, scheepstimmerman aldaar.

(opm: bouwjaar 1796; laatste kapitein J. Kroon; de zeebrief werd in oktober 1824 ingeleverd wegens voorgenomen sloop)

 

HC 020126

Amsterdam, 30 december.Op den 24sten dezer is alhier, op de werf Hollandia, in tegenwoordigheid van een aanzienlijk getal aanschouwers, met het beste gevolg van stapel gelopen, het, voor rekening van de heren Gebroeders Hartsen, door den scheepsbouwmeester Cornelis van Swieten, gebouwde koopvaardij -fregatschip genaamd CORNELIS HOUTMAN, groot circa 400 lasten en bestemd voor de vaart op de Oost Indien. Dit is het eerste schip van die grootte , hetwelk sedert den jare 1796 al hier van stapel is gelopen, zijnde dit geweest het pinkschip JAN EN CORNELIS mede in der tijd voor rekening van de heren Hartsen gebouwd.

 

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Duyff, Jacob
Overige informatie: 0

Familiegegevens:

Gribbert de Jong werd geboren/gedoopt te Amsterdam op 24/28 juni 1795 als zoon van Gribbert de Jong en Klaartje (Clara, Claaske) Lubbertus.

Hij trouwde met Trijntje Duyff,  (dochter van kapitein Jacob Duyff, zie aldaar) geboren/gedoopt te Amsterdam op 13/18 mei 1798. Het echtpaar kreeg een zoon en een dochter, maar nadere bijzonderheden zijn mij niet bekend. Zij overleed op 05 juli 1878003 en 118

Gribbert overleed in 1860.118

 

  1. Gribbert de Jong, geboren 24-06-1795 in Amsterdam, gedoopt 28-06-1795 in Amsterdam, religie Hervormd, van beroep kapitein, overleden 04-06-1860 in Amsterdam. Doopgetuigen Creijn Rutgers en Hendrikje Lubberts in de Noorderkerk. Woonde op de Herengracht 303 te Amsterdam. Voer op het Fredatschip Maria. Hij trouwde met Trijntje Duijff, geboren 18-05-1798 in Amsterdam, (dochter van Jacob Klaasen Duiff en Dieuwke Cornelis Hofker) religie DG, overleden 06-07-1878 in Amsterdam.  Trijntje: C.C. Meijer Executeur-Testamentair.

                                      Kinderen:

  1.                          Jacob de Jong, geboren 20-10-1819 in Amsterdam.
  2.                         Catharina Petronella de Jonge, geboren 18-11-1822 in Amsterdam.

 

Gegevens van Tineke Bosch, Ameland, juni 2010

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.de Jong was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 147 en van 1832 t/m 1840 met nummer 33008.

 

G.de Jong is per 18 januari 1825 op voordracht van P.F.Wegener met vlagnummer 96 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Olivier van Noord. Toegevoegd in het register is "overleden"002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 11/18 januari 1825 wordt Gribbert de Jong voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij is dan 29 jaar, woont op de Haarlemmerdijk bij de Oranjestraat, is voorgedragen door P.F.Wegener en krijgt vlagnummer 96023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds per 21 mei 1826.003

 

Gribbert de Jong was effectief lid van Zeemanshoop van 1825 t/m zijn overlijden in 1860. Hij voerde de vlagnummers 96 (1825-1836), 55 (1836-1854) en 18 (1854-1860)

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt een opmerking vermeld van de heer Kooy, dat naast de kapiteins Krayer, Sipkes, Zeijlstra, Pakes en Heyde, ook andere kapiteins zich bij de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp in 1825, zich “door onverschrokkenheid, moed en zelfsopoffering hadden onderscheiden” zoals de kapiteins J.J.Bart, J.Ingerman, Gribbert de Jong e.a.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 mei 1827 staat de mededeling van secretaris Biben dat kapitein J.Duyff hem heeft verzocht zijn vlag te mogen overdragen aan zijn opvolger op de “Cornelis Houtman” zijnde kapitein G. de Jong. (zijn schoonzoon). Na enige discussie trekt de secretaris dit voorstel in en de reden zal wel zijn geweest, dat ern in deze maanden een Reglementswijziging werd voorbereid, waarin expliciet staat dat openvallende nummers niet zullen worden opgevuld.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1827 staat berichten van zowel B&W van Amsterdam als de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, waarin de ontvangst wordt gemeld van “4 bewijzen van Z.M. hoge tevredenheid over het gedrag van de kapiteinen Gt de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart geduurende de watervloed van 1825.” 042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 15 december 1828 “wordt besloten om de aandacht van de Directie van Lloyds te vestigen op de valsche tijding wegens het vergaan van het Schip Cornelis Houtman in de Lloydslijst van 2 dezer No 6382 vervat, ten einde H.Ed. opmerkzaam te Maken, hoe het opnemen van dergelijke losse en ongegronde gerugten, de geloofwaardigheid en het Crediet van hun bladen doet wankelen.” 042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juli 1860 verzoekt G. de Jong geb. Duijff om een uitkering die haar in de vergaxering van 30 augustus 1860 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1860.118

 

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 04 september 1827 werden missiven ingebracht van Burgemeesters en Wethouders van Amsterdam dd 16 en 21 augustus 1827 “wegens de uitkeering van bewijzen van Zijne Majesteits tevredenheid over het gehouden gedrag bij de watersnood in 1825 aan de kapiteinen G.de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart”.023

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 04 september 1860 staat vermeld dat per 01 augustus 1860 een uitkering in de 1e klasse wordt uitgekeerd aan de weduwe G. de Jong geb. Duyff.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermeld in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Scheepvaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        96                         1825-1826     fregat               Cornelia Sara                                        Gebr.Hartsen

                                      1827-1829     fregat               Cornelis Houtman                               idem

                                      1830-1835     fregat               Olivier van Noort/Noord                    idem

        55                         1836-1837     fregat               Olivier van Noord/Noord                   P.Hartsen

                                           1838           fregat               Olivier van Noort/Noord                    geen opgave

                                      1839-1840     fregat               Maria                                                     Gebr.Hartsen

                                      1841-1853     geen opgave van schip en boekhouder

         18                        1854-1859     geen opgave van schip en boekhouder

 

Vermeld in Bouma025:

*    1822 t/m 1827 van het 3/mschip “Cornelia Sara”, gebouwd in 1815 te Amerika, 280 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*    1828 t/m 1830 op het 3/mschip “Cornelis Houtman”, gebouwd in 1825 te Amsterdam, 565 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*    1831 t/m 1837 van het 3/mschip “Olivier van Noort”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 564 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*    1838 t/m 1839 van hetzelfde schip maar nu varend voor P.Hartsen te Amsterdam;

*    1840 t/m 1841 van het 3/mschip “Maria”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

Andere vermelding:

In 1824 was G.de Jong gezagvoerder van het Amsterdamse fregat "Cornelia Sara" (150 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouders waren de Gebr.Hartsen012.

 

n het Archief van de Amsterdamse Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich de volgende monsterrollen op naam van Gribbert de Jong:

Jan en Cornelis dd 09 november 1820 met de toevoeging “met Jacob Duyff”;

Cornelia Sara dd 09 mei 1822; 01 oktober 1823; 14 april 1825; 06 juli 1826

Cornelis Houtman dd 11 oktober 1827

Olivier van Noord dd 11 augustus 1830; 25 augustus 1831; 11 september 1832; 07 april 1834; 23 februari 1835; 10 mei 1836; 07 juni 1837 en 05 juni 1838.

 

Overige bijzonderheden

Gerrit Hermannus Smit werd per 07 april 1834 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Olivier van Noort” onder kapitein G.de Jong voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug op 31 december 1834004-532/1664.

 

G.de Jong verzorgde per 31 juli 1826 met de Cornelia Sara vanuit Texel een troepentransport van 2 officieren en 80 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 december 1826 na 123 dagen. Onderweg waren 2 militairen overleden.

Per 14 november 1827 vertrok hij vanuit Texel met de Cornelis Houtman en een transport van 2 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 22 maart 1828 na 129 dagen . Onderweg overleed 1 militair065.

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr080 staat vermeld:

Oktober 1821 vanaf Batavia in de Indische Oceaan met de “Jan en Cornelis”:

      “Wij waren in Oktober van Batavia vertrokken Behalve onze kapt. Duif hadden wij noch een kapitein zijnde de Schoonzoon van kapt. Duif Kapt. Gribberd de Jong … Wij waren van Batavia vertrokken gelijk met de oorlogsbrik Irene gecommandeerd door Mr Lucusse kapt. Luit.”

 

In de Dordtsche Courant van 08 februari 1841 staat het volgende bericht van de rechtbank te Amsterdam:

Gerbert de Jong kapitein van het fregat “Maria”, reder Hartsen te Amsterdam (vlag 55/96) veroordeeld voor het mishandelen van zijn opperstuurman M.F.Tijdeman en de kajuitwacht C.J.Huffnagel en krijgt 6 weken gevangenis en boete van f 25,-064

 

BRON??

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Jong, Gribbert de
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1826-04-12
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: CORNELES HOUTMAN
Schipper: Duijf, Jacob
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: Het van stapel lopen van ?t Schip Cornelis Houtman, van de Scheepstimmerwerf Hollandia op Wittenburg, op zaterdag 24 december 1825 (Atlas GAA)
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Sipkes, Joseph
Onderwerp: Werf

Omschrijving: De baai van Nagasaki met het eiland Deshima, rechts van het eiland het fregat "Corn. Houtman", kapt.G. de Jong van Gebr. Hartsen te Amsterdam.
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

1825

DC 120425

Amsterdam, 8 april. Gisteren is het stoomjacht, genaamd PRINCES MARIANNE, gebouwd door den scheepsbouwmeester Cornelis van Swieten, met de besten uitslag van de werf Hollandia, onder het oog van een talrijke menigte aanschouwers, te water gelopen. Gemeld stoomjacht is bestemd voor het veer van Middelburg naar Rotterdam en vice versa.

Er zal, zo men verneemt, op die zelfde helling, in de volgende week, de kiel gelegd worden voor een koopvaardijschip (opm: fregat), groot circa 400 lasten, voor rekening van de heren Gebr. Hartsen, kooplieden alhier, en welk schip de naam van CORNELIS HOUTMAN zal voeren.

NSC 311225

Amsterdam, 30 december. Op den 24 dezer is alhier, op de werf Hollandia, in tegenwoordigheid van een aanzienlijk getal aanschouwers, met het beste gevolg van stapel gelopen, het, voor rekening van de heren Gebroeders Hartsen, door de scheepsbouwmeester Cornelis van Swieten, gebouwde koopvaardij-fregatschip, genaamd CORNELIS HOUTMAN, groot circa 400 lasten en bestemd voor de vaart op de Oost-Indiën. Dit Is het eerste schip van die grootte, hetwelk sedert den jare 1796 alhier van stapel is gelopen, zijnde dit geweest het pinkschip JAN EN CORNELIS, mede in der tijd voor rekening van de heren Hartsen gebouwd.

1826

AC 050526

Amsterdam, 4 mei. Gepasseerde schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Hollandsch Kanaal:

Den 24 april ADRIANUS CATS, kapt. Dk. Sikkes Manje, van Cette naar Amsterdam; CORNELIS HOUTMAN, kapt. J. Duijf, van Amsterdam naar Batavia en China (opm: eerste reis)

Op deze reis werden de barghouten als proef met vilt bekleed om het 'indringen der wormen in de barghouten te  voorkomen. Zie het artikel uit het blad Boekzaal der geleerde uit januari 1828 bij publicaties.
RC 270526

Amsterdam, 25 mei. Volgens brief van kapt. J. Duif, voerende het nieuw gebouwd Nederlands schip CORNELIS HOUTMAN, van Amsterdam naar Anjer, in dato 11 dezer, des ochtends 7 ure, was hij toen 3 mijlen ten zuiden van Wight; aan boord was alles wel en het schip voldeed in alle opzichten buitengemeen.

1827

DC 220527

Vlissingen 18 mei. Kapt. Th. Versluys, voerende het schip VASCO DE GAMA, heeft, op de hoogte van Dover zeilende, gezien het schip CORNELIS HOUTMAN, kapt. Duyf, van Canton naar Amsterdam.


1828

JC 250328

Batavia, 22 maart. Gisteren arriveerde alhier het schip CORNELIS HOUTMAN, kapt. G. de Jong, met passagiers en Zr.Ms. troepen, den 14. november vertrokken van Amsterdam.
RC 300828

Amsterdam, 28 augustus. Volgens brief van kapt. G. de Jong, voerende het fregatschip CORNELIS HOUTMAN, in dato den 22 maart, was hij de vorige dag, na gedurende zijn reis veel ongestadig weer en stilte gehad te hebben, ter rede van Batavia gearriveerd met gezond volk, hebbende alleenlijk een der militairen verloren; hij zou zeer waarschijnlijk spoedig weer beladen worden, om de terugreis naar Amsterdam aan te nemen.
JC 010428

Te Batavia liggen ter rede: Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA, Zr.Ms. schoener WINDHOND en de Nederlandse koopvaardijschepen KOLONIST, BANTJAR, CORNELIS HOUTMAN, CORNELIA SARA, HAPIEPA HAWIEA en MARIA, benevens tien buitenlandse schepen.
JC 010728

Te Batavia ter rede liggende Nederlandse koopvaardijschepen CORNELIS HOUTMAN, ELIZABETH, VROUW MARIA, MASTORA, KOLONIST, DIEDERIEKA, MARZOEK, PEKALONGANG, BUITENZORG en VROUW CATHARINA ELIZABETH,
RC 061228

Rotterdam, 5 december. Uittreksel uit de Lloydslijst van 2 december:

Het Nederlandse schip CORNELIS HOUTMAN , van Amsterdam naar Japan, is te of bij Batavia vergaan vóór den 8 augustus. (opm. onjuist bericht, zie RC 161228)
AH 131228

Amsterdam, 11 december. Kapt. D.B. Lutjens, eergister van Batavia te Texel binnengekomen, heeft brieven van daar tot 3 augustus meegebracht. Tot op die dag was te Batavia nog niets bekend van het ongeluk dat volgens de Lloyd’s lijst van de 2e dezer aan het schip CORNELIS HOUTMAN zou zijn overgekomen. Dat bericht schijnt overigens nog nadere bevestiging te vereisen en er zijn zelfs redenen om het in twijfel te trekken. Kapt. Waldeck, voerende het schip FLORENTINA, onlangs te Antwerpen binnengekomen, is enige dagen later dan kapt. Lutjens van Batavia vertrokken. Beide kapiteins hebben elkander op St. Helena weer ontmoet. Kapt. Lutjens vroeg de kapt. Waldeck of er sedert zijn vertrek te Batavia iets bijzonders bekend was geworden, waarop deze laatste hem antwoordde dat hij hoegenaamd niets vernomen had. Niettemin zou het juist kapt. Waldeck zijn, die in Engeland het gerucht van het vergaan van het schip CORNELIS HOUTMAN verspreid heeft en door wiens rapport die tijding in de Lloyd’s lijst gekomen moet zijn.
RC 161228

Amsterdam, 14 december. Brieven van Batavia tot de 18e augustus geen de minste melding makende van enige ramp, welke het naar Japan bestemde schip CORNELIS HOUTMAN, kapt. G. de Jong, zou hebben getroffen, bestaat er alle reden om het rapport, door kapt. F. Walkden (opm: Waldeck) aangaande dit schip meegedeeld, voor ongegrond te houden. (opm. zie RC 061228)

1829

JC 210229  

Batavia, 19 februari 1829. Volgens een bericht in de Canton Register van de 3e januari j.l. zou er in de nacht tussen den 17 en 18 september des voorgaanden jaars te Japan een vreselijke orkaan hebben gewoed, die een gedeelte der stad Nangazaki (opm: Nagasaki) en geheel Decima zou verwoest hebben. In de baai van Nangazaki waren 700 mensen omgekomen. Het schip CORNELIS HOUTMAN was met verlies van de bezaansmast op strand geraakt en de 18 oktober nog niet weder vlot. Men hoopte echter het volgende springtij het schip af te brengen. Van de Nederlanders had gelukkig niemand het leven verloren.
JC 310329

Den 29 maart is te Batavia gearriveerd het schip CORNELIS HOUTMAN, kapt. G. de Jong, met drie passagiers, den 24e februari van Japan vertrokken.
JC 040429

Ter rede van Batavia liggende schepen: Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA,  en de koopvaardijschepen HORTENSE, JONGE ADRIANA, ANTHONY, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, MANOK, CORNELIS HOUTMAN, OEY SINJO, en CONCORDIA.
RC 210529

Amsterdam, 19 mei. In een brief van kapt. G. de Jong, voerende het schip (opm: fregat) CORNELIS HOUTMAN, liggende in de baai van Nangasacky (opm: Nagasaki), in dato 28 oktober, gericht aan de Factory der Nederlandsche Handel-Maatschappij, te Batavia en over Canton ontvangen, waarschijnlijk met een Chinese jonk, wordt het volgende gemeld:

“Na een zeer voorspoedige reis van 28 dagen van Batavia de baai van Nangasacky bereikt, de in hebbende lading reeds behoorlijk gelost en een gedeelte koper geladen te hebben, is des nachts tussen de 17e en 18e september ons het ongeluk overgekomen van door een hevige orkaan van onze ankers weggerukt en vervolgens op strand gezet te worden en daarbij de bezaansmast, kluiverpen, blinde- en bergspilts (opm: letterlijke, doch verminkte tekst) te verzeilen en nog andere aanzienlijk schade te bekomen.

“Het is heden de 28e oktober en na verscheidene pogingen en kosten gemaakt te hebben is het ons niet willen gelukken het schip in vlot water te brengen; wij zijn heden bezig een dijk van 140 ellen te laten leggen en hebben nu de beste hoop om met het aanstaande springtij vlot te worden; ik zal dan zo goed ik kan de nodige reparatie zien te volbrengen, hetwelk hier zeer moeilijk en kostbaar is en waardoor ik niet voor medio januari zal kunnen vertrekken, buiten nog bijkomende ongelukken.

“Door die vreselijke orkaan, die, volgens het zeggen van de Japanners, hier nooit zo geweest is, is een groot gedeelte van de stad Nangasacky het onderste boven gewaaid en de grootste cederbomen uit de grond gerukt; alleen in de baai van Nangasacky zijn meer dan 700 mensen in het water omgekomen.

“Het eiland Decima, dat genoegzaam in een puinhoop ligt, heeft mede veel uitgestaan en het gouvernement heeft insgelijks veel verlies geleden, doch doden zijn er niet gekomen.

“Verder heb ik UEd. niets te melden; bij mij aan boord is alles wel, enz.”
RC 300729

Amsterdam, 28 juli. Kapt. G. de Jong, voerende het schip CORNELIS HOUTMAN, meldt van Batavia van de 1e april, dat hij, na vele te vergeefs aangewende pogingen, tot behoud van zijn op strand gezet schip bij de hevige orkaan van de 17e en 18e september 1828 in de baai van Nangasacki, te voren reeds gemeld, eindelijk besloten had het met een dijk te omringen en door bijbrenging van water te lichten, met dat gunstig gevolg, dat het schip de 21e december weder in diep water gebracht werd en de 27e dito tot inneming der lading op de rede van Decima lag; dat hij vervolgens, na enig oponthoud in het bekomen zijner volle lading, eindelijk de 24e februari de terugreis naar Batavia had kunnen aannemen en aldaar de 29e maart was aangekomen; onmiddellijk was met het lossen een aanvang gemaakt en zou het schip op Onrust worden gekield en nagezien, hoewel de kapitein meende verzekerd te zijn dat het weinig zou hebben geleden.
RC 290829

Amsterdam, 27 augustus. Kapt. G. de Jong, voerende het schip CORNELIS HOUTMAN, van Japan te Batavia gearriveerd, meldt van daar in dato 2 mei, dat hij zijn schip, na geheel ontlost te zijn, de 23e op Onrust gebracht en aldaar gekield had, onder toezicht van gouvernements beambten, ten einde onderzoek te doen naar de schade, welke het mocht hebben bekomen, waarbij echter de staat van het schip alleszins voldoende was bevonden, enige schade aan de kiel hersteld en de koperen huid gedeeltelijk vernieuwd was.

1830

Op 30 september 1830 werd de zeebrief teruggezonden via de Ontvanger der Inkomende en Uitgaande Rechten en Accijnzen te Amsterdam, 'zijnde het schip gesloopt'.      

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1826-12

BIJLBRIEF
Schip: CORNELIS HOUTMAN

plaats en datum acte bijlbrief, Amsterdam, 6 maart 1826

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Cornelis van Swieten, scheepsbouwmeester, Werf Hollandia, Amsterdam

eigenaar/aankoper Gebr. Hartsen en anderen

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen 304 lasten

tuigage en aantal dekken twee dekken

afmetingen 35,70 x 6,73 x 5,39 meter

kiellegging

tewaterlating 24 december 1825

plaats en nummer van registratie Amsterdam, deel 12, folio 13, recto, vak 1.

datum van registratie 7 maart 1826

notaris

prijs (bij aan-/verkoop)

bijzonderheden

Naam CORNELIS HOUTMAN
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1826
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1416.1826.12

deel V, foto 056 - 058
CEDULE

Naam schip CORNELIS HOUTMAN

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 14 maart 1826

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Jacob Duijf

grootte in tonnen 304 lasten of 675 tonnen (opm: verhouding lasten tot tonnen lijkt niet te kloppen)

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 15 maart 1826

nummer registratie deel 12, folio 23, verso, vak 3

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.

researcher/datum research: ML / 250715


bijlage bij acte 12 van 1826, fregat CORNELIS HOUTMAN
eigenaren per medio maart 1826:

firma Gebr. Hartsen, Amsterdam (boekhouders en 8/32e part)
firma N. & J.R. van Staphorst, Amsterdam (8/32e part
Sara de Haan, weduwe Cornelis Hartsen, Amsterdam (5/32e part)
firma Coudere D. & A.P. Brants, Amsterdam (2/32e part)
P. Bel, Amsterdam (2/32e part)0
firma A. & C. Oortman, Utrecht (2/32e part)
firma Buys & Zoon, Amsterdam (1/32e part)
G. Kramer, Amsterdam (1/32e part)
Weduwe Engel van de Stadt, Zaandam (1/32e part)
Wm. van den Broek, Amsterdam (1/32e part)
firma Van Vollenhoven, Amsterdam (1/32e part)


ML / 250715

Naam CORNELIS HOUTMAN
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1826
Toegang 5074
Inventaris 1416
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 1826
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
Gemeente Archief, Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1826-12
Gemeente Archief, Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1416.1826.12
De Nederlandsche Hermes, Tijdschrift voor Koopvaardij, Zeevaart en Nijverheid
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
NSC = Nederlandsche Staats Courant
RC = Rotterdamsche Courant